vrijdag 8 augustus 2014

Pelgrimeren van Pola de Siero naar Oviedo

Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Irún – Santiago de Compostela

Van Pola de Siero naar Oviedo
Vrijdag 1 augustus 2014 – 17,1 km.
Dag 24: 489,2 – 506,3 km


In de kathedraal van San Salvador in Oviedo

Via de Heer naar de knecht
Enkele minuten na 8.00 uur vertrekken Durkje en ik van onze camping in La Rasa, en rijden we met de auto naar Pola de Siero. Hier begint vandaag om 8.45 uur onze laatste pelgrimsdag van deze zomervakantie 2014 achter de pelgrimsherberg van Pola de Siero.
Deze laatste wandeldag van onze zomerpelgrimage 2014 heeft een bijzondere bestemming, namelijk de kathedraal van San Salvador in het Spaanse bedevaartsoord Oviedo, na Santiago de Compostela de tweede bedevaartsplaats van Spanje. Omdat de refugio van Pola de Siero aan de rand van de stad ligt, zijn we al heel snel de stad uit, en wandelen we direct daarna al het aangrenzende dorp La Carrera binnen.
In La Carrera staat op een muur in camino-geel geschreven: ‘Wie naar Santiago, dat wil zeggen Jacobus, gaat en niet naar de Verlosser, bezoekt de knecht en niet de Heer’.
Duidelijke taal. Op onze pelgrimage van Le Puy-en-Velay (2013) naar Santiago de Compostela (2015?) doen we het dus - volgens dit Spaanse lied - beter dan op onze eerste pelgrimage (2005-2012), want nu (2014) gaan Durkje en ik eerst in Oviedo op bezoek bij de Heer (Salvador = Verlosser), om daarna (in 2015?) op bezoek te gaan bij de knecht (Santiago = Sint Jacob).

El Berrón
Over een viaduct steken we een autosnelweg over, en dan zien we links vóór ons weer zo’n enorm profiel van een zwarte Spaanse stier, zoals je die her en der in Spanje hoog langs snelwegen ziet staan.
Na ongeveer drie kwartier wandelen we de stad El Berrón binnen.
We gaan door de hoofdstraat van deze plaats, en wandelen de stad dan ook direct weer uit.

Fonciello en Meres
Wederom steken we via een viaduct een autosnelweg over, en dan komen we door een gehucht, genaamd Fonciello.
Daarna volgt een mooi rustig asfaltweggetje, dat slingerend van het ene woonhuis naar het andere woonhuis gaat langs deze binnenweg.
In het dorpje Meres komen we langs een heel groot gebouwencomplex, waar hoge hekken omheen staan. Binnen horen we jongeren roepen. Wat het is, kunnen we aan de buitenkant nergens zien, maar het blijkt een internationale privé-school met internaat zijn. Aan de voorzijde passeren we een stalen toegangshek dat is versierd met beschilderde frisdrankblikjes, die aan touwtjes zijn opgehangen aan het hek.
Verderop in het dorp verlaten we de asfaltweg, om over een halfverhard pad langs het ommuurde 17e eeuwse paleis van Meres te lopen.

Granda
De hele wandeldag blijft de temperatuur hangen rond de 19 graden Celsius. Het blijft de hele dag ook zwaar bewolkt. Vanaf ons vertrek uit Pola de Siero motregende het heel licht. Naarmate de tijd verstrijkt, begint het harder te regenen, zo hard dat het nu ook echt nodig is om met een paraplu te wandelen. Ieder onder onze paraplu wandelen we een troosteloos en stil gehucht Granda binnen.
Daar passeren we ook de plaatselijke kerk, waarvan niet alleen de kerk, maar ook het toegangsportaal niet toegankelijk zijn. We gaan maar weer verder.

Colloto
We hebben nu al meer dan tien kilometer aaneengesloten gelopen, dus een kop koffie zou wel eens welkom zijn. De werkelijkheid beantwoordt aan hetgeen onze wandelgids schrijft, want inderdaad is er tot aan Colloto geen horeca-gelegenheid (geopend) om onder het genot van een kop koffie te pauzeren. Daarom wandelen we ook de volgende ruim twee kilometers nog maar even door, naar Colloto.
De rivier de Ñora stroom door Colloto. Een nieuwe brug over de Ñora geeft alle verkeer toegang tot de stad. Maar pelgrims worden enkele meters omgeleid naar links, om daar over de inmiddels verscholen oude stenen boogbrug de stad binnen te lopen. Dat is een mooi voorrecht dat pelgrims hier genieten, want het een prachtige oude boogbrug, de ‘Puente Colloto’.
We wandelen door de hoofdstraat de hele stad door. Het is hier een aaneenschakeling van winkels, horeca en andere bedrijven, dus hier is het een luxe-probleem om een geschikte pauzeplek te vinden. We strijken neer in een Engelse pub, ongeveer halverwege de hoofdstraat van Colloto. Hier drinken we na onze eerste 12,5 kilometer een – vinden we – welverdiende kop koffie.

Pelgrimeren over een bedrijventerrein
Als we het café in Colloto verlaten, is het nagenoeg droog, dus we gaan zonder de paraplu te gebruiken verder, de stad uit. Dan lopen we langs een drukke weg, langs een groot bedrijventerrein, dat de overgang vormt van Colloto en Oviedo. Tussen de beide steden moeten we onder een viaduct door, waarvan alle pijlers, de stalen profielen, rood of blauw zijn geschilderd, hetgeen in deze verkeersdrukte boven ons en om ons heen in elk geval een vrolijke noot is.
Daarna volgt een kilometers lang recht traject, alsmaar rechtdoor naar en door het centrum van Oviedo, de hoofdstad van de regio Asturië.

Kathedraal van San Salvador
In het oude stadscentrum van Oviedo komen we bij de kathedraal van San Salvador. Die willen we vooral bezichtigen, want deze belangwekkende kathedraal vormt voor onze pelgrimsvakantie van dit jaar ons eindpunt. Middeleeuwse pelgrims die onderweg waren naar Santiago de Compostela gingen op de heenreis of op de terugreis veelal ook langs deze kathedraal van San Salvador in Ovieda, zo ook wij nu.
Als we de kathedraal betreden, vraagt de kassière – ziende op onze kleding en uitrusting – of wij pelgrims zijn. In ons geval mogen we namelijk tegen het hoogste kortingstarief de kathedraal in; we betalen nog niet eens de helft van de normale toegangsprijs en krijgen op ons verzoek ook nog het gewenste stempel van deze kathedraal in onze pelgrimspaspoorten.
Daarna mogen we – toegerust met een Engelstalig luisterapparaat van de audiotour - de kathedraal en de bijgebouwen bezoeken. We beginnen in het middenschip van de kathedraal, die buitengewoon rijk is voorzien van houtsnijwerk, beelden, schilderijen, kapellen, en wat je allemaal nog maar meer kunt bedenken bij een ware kathedraal.
We mogen ook in de zogenoemde heilige kamer – de Cámara Santa - waarin alle heilige relieken liggen, achter een dik traliewerk.
In dit bijzondere vertrek zien we ook twee aan twee de beelden van de twaalf apostelen van Jezus, met daarbij uiteraard ook een beeld van Jacobus.
Ook in het museum en in een nis van de kathedraal vinden we beeltenissen van Sint Jacob, namelijk een houten beeld in een vitrine in het kloostermuseum, en een houten beeld in het houtsnijwerk van een in het duister gehulde nis van het middenschip van de kathedraal.
Bijna aan het eind van de audiotour komen we nog in een andere zijkapel van de kathedraal, met daarin een schitterend altaar, vol in het licht gezet.
Als je in deze kapel naar boven kijkt, zie je een prachtig gewelf.
En bij het naar buiten wandelen, zie ik in het houtsnijwerk boven de doorgang naar het middenschip nóg een houten beeld van Sint Jacob, ofwel: Santiago.
Sint Jacobus = Santiago

We mogen overigens ook naar buiten, naar een binnenplaatsje, dat het kerkhof is van de hier overleden pelgrims. Daar is ook een kleine pelgrimskapel op die binnenplaats.

La Regenta
Na dit indrukwekkende kathedraal-bezoek gaan we weer naar buiten. Daar wandelen we tussen de andere toeristen, pelgrims en inwoners van Oviedo nog enige tijd op het grote plein vóór de kathedraal. En daar bezoeken we uiteraard ook het bronzen beeld van ‘La Regenta’, één van de beeldbepalende elementen van Oviedo.

Einde van een mooie zomerpelgrimage
Daarna is het tijd om een eind te maken aan deze zomerpelgrimage. Nabij de kathedraal vinden we in het wegdek een bronzen plaquette uit het heilige jubeljaar 2010 van Sint Jacob, waarop staat dat we vanaf hier voor de vervolgroute de Jacobsschelpen op het wegdek moeten volgen.
Diezelfde boodschap staat ook op een opvallende wegwijzer, die daar vlakbij op een hoge paal staat.
Wij volgen die metalen Jacobsschelpen door de stad, tot aan het treinstation Estacion Norte. Hier stoppen we met onze wandeling van vandaag; hier beëindigen we vlak vóór 14.00 uur ook onze geslaagde zomerpelgrimage van 2014.


Overzicht: van Le Puy-en Velay naar Santiago de Compostela
Tot op dit moment hebben we van de Camino del Norte, met de Camino Primitivo in het verlengde daarvan, nu 506,3 kilometer afgelegd in 24 dagen.
In deze zomervakantie hebben in de 23 dagen die we deze route bewandelden 481,9 kilometer afgelegd. Dat is 21 kilometer per dag.
Van de rest van deze pelgrimage moeten we nu nog 311 kilometer bewandelen, tot aan Santiago de Compostela.
Onze tweede pelgrimage (van 2013 tot en met 2015?) loopt van Le Puy-en-Velay tot aan Santiago de Compostela.
Tot nu toe hebben we van die 1.637 kilometer lange pelgrimstocht tot op heden in 59 dagen inmiddels 1.326 kilometer gelopen; dat is gemiddeld 22,5 kilometer per dag.
Via de Camino Primitivo voor Durkje en mij dus nog 311 kilometer te gaan naar het graf van Sint Jacobus in de kathedraal van Santiago de Compostela.
Ultreia!

Geen opmerkingen: