zaterdag 21 juni 2014

HO-link conferentie 2014 over De student als klant

Donderdag 19 juni 2014
Presentatie van Keynote speaker Jorrit Snijder

De student als klant
Het thema van de HO-link-conferentie van 2014 is ‘De student als klant’.
Tijdens deze conferentie wordt vandaag en morgen ingegaan op vragen als:
Hoe bedienen we de student?
Wat halen studenten uit de keten?
Wat betekent dit voor de systemen?
 
Tweedaagse conferentie
De HO-link conferentie is een tweedaagse conferentie voor een breed publiek (dit jaar 530 deelnemers) van stafmedewerkers uit het hoger onderwijs, met een gevarieerd programma van 'strategie & beleid' tot 'uitvoering & implementatie'; over onderwerpen zoals toelating, inschrijving, studentenadministratie en onderwijslogistiek bij instellingen, bij de overheid en bij de ondersteunende organisaties. Daarnaast is er gedurende beide dagen ook volop ruimte voor ontmoeten, netwerken en bijpraten.
Deze conferentie vindt plaats in het NH Conference Centre Leeuwenhorst te Noordwijkerhout. Beide dagen zijn afzonderlijk te volgen. Ik woon alleen de eerste conferentiedag van vandaag bij.
 
Duo Keynotes
Het programma wordt geopend door dagvoorzitter Paul Rullmann, voorzitter van SURF, één van de organiserende partijen (i.s.m. SURF en de DUO).
De openingskeynotes van de eerste twee sprekers gaan in op het conferentiethema.
Maarten Derksen (bestuurslid van het Interstedelijk Studenten Overleg, ISO) en Jorrit Snijder (managing director van het University College Roosevelt, voorheen werkzaam bij de NVAO) verzorgen samen de openingskeynote. Ze gaan in op de vraag waar en hoe de Nederlandse hogescholen en universiteiten hun studenten meer als klant kunnen/moeten behandelen.
Hoe kunnen bijvoorbeeld DUO, Studielink, de hoger onderwijsinstellingen en leveranciers van ICT-diensten met elkaar samenwerken om de student beter te bedienen?
En is de student altijd en in alle opzichten klant?
 
Maarten Derksen:
  • In de ogen van studenten moeten in het hoger onderwijs alle informatiesystemen gewoon werken.
  • Alle systemen vragen afzonderlijk en in combinatie met elkaar om communicatie.
  • Studenten moeten mondiger worden, want daar schort het nu nog wel eens aan.
  • Informatiesystemen moeten vanuit de student worden ingericht.
  • Studenten weten in de ontwerpfase niet waar op moet worden gelet bij het ontwikkelen van informatiesystemen; zij hebben er immers nog geen ervaring mee opgedaan.
  • Wel is het verstandig om studenten te betrekken bij het opzetten en verbeteren van informatiesystemen.
Jorrit Snijder:
  • Haal als student het beste uit je talent, en word wie je bent.
  • Ons College in Middelburg is kleinschalig, internationaal, residentieel, een community, en stimuleert het verantwoordelijkheidsbesef.
  • Studiestarters willen er altijd echt iets van maken.
  • Ook grotere hogescholen zouden klein(er) kunnen organiseren.
  • Enkele gevolgen van het sociale leenstelsel zijn: studenten gaan serieuzer studeren, studenten gaan meer op de korte termijn focussen, de rol van hun ouders zal steeds groter worden, universiteiten zullen meer beroepsgericht gaan worden, particuliere instellingen zullen meer concurrerend worden, en studenten willen meer waar voor hun geld.
  • ICT-toepassingen bieden mooie kansen.
  • Studenten houden van krijtborden.
Enkele uitspraken uit de nabeschouwing op deze twee keynotes:
  • We hebben veel systemen en technieken en experts, en toch werkt het niet, maar dat moet wel.
  • Alle instellingen voor hoger onderwijs moeten binnen hun eigen organisatie primair werken aan de verbetering van hun eigen systemen.
Samenwerken in de keten
De volgende keynote wordt verzorgd door Hans van der Vlist, secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hij spreekt over de noodzaak tot samenwerking in de keten, om de studenten beter te bedienen, om zo met elkaar de kwaliteit te leveren die onze studenten in het bijzonder en de samenleving in het algemeen van ons hoger onderwijs mogen verwachten. Het ministerie wil zich samen met hoger onderwijsinstellingen en met andere organisaties graag inzetten voor een verdergaande verbetering van die samenwerking.
Hans van de Vlist:
  • Ontwikkelingen gaan snel: we worden steeds beter bediend met een hoger voorzieningenniveau.
  • We moeten pro-actief zijn, en samenwerken.
  • Studenten verwachten van ons dat wij als instellingen mee gaan in alle ontwikkelingen.
  • Als het gaat schuren in onze samenwerking hindert dat niet als we onze gezamenlijke doelen maar in de gaten houden en behalen.
  • De administratieve last op studentenadministraties is behoorlijk verminderd, en de snelheid van werken is daar toegenomen.
  • Ambtenaren van het ministerie moeten af en toe eens in de keuken van een hoger onderwijsinstelling kijken, en het ministerie zet de deur open voor medewerkers in het hoger onderwijs die zich willen oriënteren op het werk van het ministerie.
  • Maatwerk is de toepassing van de standaard.
Stenden-student blij
Na de lunch ga ik samen met enkele andere deelnemers naar de workshop 'Investeren in mensen voor een hogere studententevredenheid', die zal worden aangeboden door de Politieacademie. Workshopleider Wim Olieman komt echter niet opdagen, dus deze eerste workshop gaat helaas niet door.
Dan komen enkele collega's van Stenden Hogeschool in de workshopzaal. Zij willen deze ongebruikte zaal graag gebruiken om hun workshop 'Stenden-student blij, helpt Xedule daarbij?' voor de tweede parallelsessieronde nog even te repeteren. Ik blijf bij mijn collega's in deze zaal om deze generale repetitie bij te wonen. In ons feedback-overleg worden de laatste aanpassingen nog in de presentatie aangebracht, en dan zijn mijn collega's klaar met het voorbereiden van hun interessante workshop over de momenteel binnen Stenden Hogeschool draaiende pilot voor een andere wijze van lesroosteren.

Eén Zweeds systeem voor aanmelden en inschrijven
Daarna volgt weer een plenaire keynote speaker: Per Zetterval van de Swedish Council for Higher Education. Hij vertelt over de succesvolle samenwerking tussen Zweedse universiteiten en hogescholen, in zijn presentatie: 'Admissions in Sweden - A story of legislation, systems and co-operation'.
De Zweedse hoger onderwijsinstellingen moesten er nog wel aan wennen dat buitenlandse non-EU-studenten heel kritisch gingen kijken naar de kwaliteit van het onderwijs, toen ze daar ineens (een hoog) collegegeld voor moesten gaan betalen.
Op het niveau van de Zweedse raad voor hoger onderwijs is men onder andere gaan samenwerken aan een gemeenschappelijk systeem van aanmelden en inschrijven voor het hoger onderwijs. Zo ontstond een collectief Zweeds systeem voor aanmelden, assessment, selectie, toelating en inschrijving. Door met gedetailleerde voorschriften te werken, heeft Zweden zoveel mogelijk onzekerheden in dit proces voorkomen, maar Zettervall zet nog zijn vraagtekens bij de vraag of al die voorschriften al dan niet een voorspellend karakter hebben voor het studiesucces van de student.

Onze ICT boeit studenten niet
Na een korte pauze volgt wederom een plenaire keynote presentatie, nu van Jacco Jasperse, Chief Information Officer (CIO) van de Hogeschool Zeeland, handelend over informatiestrategie in de 21e eeuw, met als dreigende titel ‘Onze ICT boeit studenten niet’.
Jasperse pleit voor een paradigmawisseling van onze i-strategie: niet de studenten moeten zich aanpassen aan de ICT-infrastructuur van de hogeschool/universiteit, maar die hoger onderwijsinstelling moet haar ICT-voorzieningen aanpassen aan de devices die de studenten (en medewerkers) vandaag de dag meenemen naar school. Een hogeschool of universiteit die de student niet op deze manier als serieuze klant beschouwt en hem of haar niet adequaat faciliteert, is voor de student van vandaag en morgen niet interessant genoeg.
Jacco Jasperse:
  • Je moet als hogeschool/opleiding de basis (van je faciliteiten) op orde hebben.
  • Zorg voor stabiliteit en consistentie in visie en beleid.
  • Volg je student (en de docent) in je innovatie.
  • Realiseer snel nieuwe functionaliteiten (op Bring Your Own Device) en monitor het gebruik daarvan.
  • Het onderwijsproces is een keten van bedrijfsprocessen.
  • Ga je informatievoorziening opsplitsen in losse componenten (ga ze 'verappen'), en personaliseer ze.
  • Studenten willen een app, in plaats van een portal.
  • We informeren onze studenten over het algemeen slecht.
  • Faciliteer niet wat studenten en docenten zelf al hebben.
Open en online hoger onderwijs in/vanuit Nederland
Vervolgens is er weer gelegenheid om één van de parallelsessies bij te wonen. Ik woon de presentatie 'Open en online hoger onderwijs' bij, verzorgd door Adrie Steenbrink, van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW).
In zijn presentatie zet hij het beleid van het ministerie van OCenW uiteen ten aanzien van open en online hoger onderwijs, zoals dat is opgenomen in de brief (d.d. 8 januari 2014) van OCenW-minister Jet Bussemaker aan de Tweede Kamer.
Over het vestigingsplaatsbeginsel (tenminste een kwart van bekostigd, geaccrediteerd, graadverlenend hoger onderwijs moet in Nederland worden genoten) vertelt de heer Steenbrink bijvoorbeeld dat een hoger onderwijsinstelling nu zelf mag kiezen of het minimum onderwijsdeel dat in Nederland moet worden aangeboden fysiek dan wel online in Nederland wordt aangeboden. Dat mag nu ook online, als de server van waaruit het onderwijs wordt aangeboden maar in Nederland staat. Uiteraard moet dat online onderwijs dan wel aan alle kwaliteitsstandaarden voldoen, die gelden voor NVAO-geaccrediteerd en door de overheid bekostigd onderwijs.

Geen opmerkingen: