Pelgrimeren van Irún naar San Sebastián-Donostia
Donderdag 1 mei 2014 – 24,4 km.
Dag 1: 0 – 24,4 km.
Afdaling naar de baai van de Golf van Biskaje in Pasajes de San Juan |
Goede morgen pelgrims!
Nota bene ruim vóór 6.00 uur vanmorgen begint het gestommel al in de Spaanse pelgrimsherberg van Irún. De eerste Spaanse pelgrims zijn nogal onrustig en willen zo snel mogelijk vertrekken voor hun eerste dagtraject van de ‘Camino del Norte’. Een ontbijt zal voor ons klaar staan tussen 7.00-8.00 uur, dus de gasten die al vóór 7.00 uur vertrekken, gaan zonder ontbijt - en in het donker - op stap. Frans Beckers, Durkje en ik doen het rustig aan, want we hoeven pas om 8.00 uur de refugio te verlaten, en dan hebben we nog een hele lange dag voor de boeg. Het duurt maar even, en dan is het overal in huis een drukte van belang. Een pelgrim gaat zich nu – tegen de huisregels in – douchen, met als gevolg dat een opgewonden Spanjaard binnen de kortste keren woest met zijn vuist op de deur van deze sanitairkamer (douche, toilet, wastafel) staat te beuken. Daarna volgt een heftige woordenwisseling bij de deur en verderop in huis. Wie in huis nog niet wakker was, is het nu wel. Goedemorgen pelgrims!
Spartaanse Spaanse is de baas
Wij staan op, kunnen ook om de beurt in de sanitairkamer, en krijgen - voordat we vertrekken - van de oude Spaanse vrouw een eenvoudig maar goed brood met jam-ontbijt, met een grote kop zwarte koffie erbij. We eten hier in ploegendienst, en de snelheid van de ontbijtgangen wordt bepaald door de snelheid waarin onze oude gastvrouwe de verse koffie en de afwas voor de volgende ploeg van zes pelgrims klaar heeft. Het is prachtig om te zien hoe doortastend ons Spaans gastvrouwtje (want ze is klein van stuk) het in haar eentje klaar speelt om ruim 30 gasten in te schrijven, geordend te herbergen, en allen op tijd na de nacht met ontbijt vóór 8.00 uur de deur weer uit te werken. Frans, Durkje en ik zijn iets na 7.00 uur gereed voor vertrek.
Regen in Irún, in Hondarribia en op de Jaitzubia
Optimistisch als we zijn – wetende dat het zojuist nog regende – staan we in onze wandeljacks bij de uitgang van de refugio om te vertrekken. Helaas regent het buiten behoorlijk, dus we zijn genoodzaakt de regenjassen toch ook nog aan te trekken. Verstopt in onze oversized regenkleding wandelen we door de straten van Irún de stad uit. We zijn al spoedig in het nevenliggende Hondarribia.
Buiten Hondarrbia komen we terecht op de paden door en rond de moerassen van Jaitzubia.
Start van onze Camino de Santiago del Norte
Vandaag maken we een begin met ‘El Camino de Santiago del Norte’, de noord-Spaanse kustroute voor pelgrims richting Santiago de Compostela. De eerste 436 kilometers lopen alle pelgrims dezelfde route. Daarna – in Sebrayo – moet je kiezen of je verder wilt over de Camino Primitivo, die je meer landinwaarts over een toegevoegde afstand van 454,5 kilometer naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela voert (totaal dus 797,5 kilometer), òf je kiest voor de doorgaande kustroute van de Camino de la Costa, die je over een aanvullende afstand van 388,1 kilometer naar Santiago de Compostela voert (totaal 824 kilometer).
Frans Beckers zal overmorgen met zijn echtgenote Els het begintraject aanvangen, en dan niet verder dan tot de noord-Spaanse havenstad Santander lopen. Durkje en ik lopen vandaag alleen de eerste etappe naar San Sebastián, en dan gaan we weer naar huis, weer aan het werk na onze meivakantie. We hebben nog niet besloten of we deze camino zullen uitlopen volgens de Primitivo-route, of via de Costa-route. Dat er een vervolg op vandaag komt, is wel de bedoeling. Vandaag dus etappe 1 van de meer dan 30 etappes die daarna nog zullen volgen.
Als kudde schapen de berg op en af
Via een ruw asfaltweggetje zetten we de klim in, want we gaan over betrekkelijk korte afstand hemelsbreed een flinke stijging van zeeniveau tot zo’n 300 meter hoogte tegemoet. Bovenaan een splitsing staat een groepje pelgrims uit te rusten; wij lopen met zijn drieën door naar boven. Het pad is hier goed bewegwijzerd.
Verderop begint de route veel zwaarder te worden. We moeten over een onverhard bergpad bij de berghelling omhoog. Omdat het al enkele dagen en ook nu aanhoudend regent, is het modderige bergpad met de vele grote en kleine stenen en rotsen vervelend drassig en gevaarlijk glad. Langzaam en behoedzaam gaan we naar boven.
Halverwege dit pad komt een schaapherder met een behoorlijke kudde schapen met lammeren en twee herdershonden de berg af. Ze zijn nog maar net de bocht om, of we staan met zijn drieën midden in een kudde schapen. In een ommezien zijn ze met herder en honden ons al weer voorbij, en keert de rust weer terug op ons bergpad.
Sanctuaria Guadelupe
Hogerop wordt het pad beter begaanbaar, en ondertussen krijgen we tussen de bomen door mooie vergezichten te zien over de nabije omgeving.
Al veel sneller dan we hadden gedacht, krijgen we ineens ook al de Sanctuari Guadelupe in zicht.
Even later staan we al naast dit religieuze gebouwencomplex, waar we helaas constateren dat het gebouw gesloten is. Het was toch mooier geweest om even binnen te kijken, en hier wellicht een pelgrimsstempel te verkrijgen.
Voorbij Sanctuaria Guadelupe klimmen we verder, en de vergezichten strekken zich steeds verder uit over het landschap van de uitlopers van de Spaanse Pyreneeën. De laaghangende bewolking in de bergen rondom ons beperken een nog verstrekkender uitzicht.
Als we een afdaling inzetten, wordt het pad breder. Het bergpad is steenachtig met hier en daar uitstekende rotspartijen. Enigszins heen en weer laverend is het pad prima begaanbaar.
Van de regen in de drup
De regen stopt, en we kiezen ervoor om dan snel de regenkleding uit te trekken. Maar dat blijkt al te optimistisch te zijn, want tijdens de komende honderden meters ervaren we het al snel als te koud om in shirts over dit hooggelegen bergpad te lopen. We trekken onze jassen aan, en op dat moment begint het ook weer behoorlijk te regenen. De wandeljacks volstaan dan ook niet meer, dus ook de regenjassen moeten weer aan. En zo gaan we weer verder, lekker warm in onze jassen, en beschut tegen de aanhoudende regen.
Korte pauzes
Na ongeveer twee uren lopen, nemen we even een hele korte pauze. Het is weer droog, dus de regenjassen gaan uit, maar de jas of trui blijft aan. In deze omgeving van onze pauzeplaats hebben de grote rotsen nogal veel gapende gaten, alsof ze zijn uitgehold tot een soort gatenkaas-achtig patroon.
Het weer knapt langzamerhand op, maar de verre uitzichten blijven belemmerd door de laaghangende bewolking. Beneden in het dal horen Durkje en ik op een gegeven moment het korte slippen van autobanden op een nat wegdek, direct daarna gevolgd door een angstaanjagende klap. We vermoeden dat beneden ons in de vallei een ernstig auto-ongeluk plaatsvindt. Door de beboste berghelling zien we niet wat er ver beneden ons is gebeurd, maar het klinkt niet bijster positief.
Na drie uren wandelen zonder enige pauze-accommodatie vinden we het wel welletjes. Het mag dan zo zijn dat we tot nu toe geen koffie konden krijgen, maar dat hoeft niet te betekenen dat we ook geen eten krijgen. Zo langzamerhand beginnen we te merken dat we de nodige energie moeten bijtanken, dus we besluiten met zijn drieën even halt te houden, om staande enkele boterhammen met het meegenomen beleg te versieren, om staande en lopende enkele boterhammen te eten. Daar knap je wel weer van op, en het geeft ons voldoende brandstof om weer een eind verder te trekken. En dan – na ongeveer vier uren lopen - zien we opeens de oceaan tussen twee berghellingen door. We naderen de kust dus weer.
Pasajes de San Juan
Om 11.45 uur zetten we de afdaling in over een asfaltweg in Pasajes de San Juan.
We dalen af in een schitterende baai, met aan deze oever het vissersdorpje Pasajes de San Juan, en aan de overzijde van de baai het vissersdorpje Pasajes de San Pedro.
Het laatste deel van de afdaling in Pasajes de San Juan gaat over onregelmatige brede stenen trappen. We krijgen prachtige uitzichten over de schitterende baai, en alle pelgrims voor en na ons blijven herhaaldelijk staan om hele mooie foto’s van deze unieke locatie te maken.
Door een smal straatje van Pasajes de San Juan wandelen we naar het dorpsplein, direct gelegen aan de baai. Hier vinden we een café, waar we met een moe maar voldaan gevoel neerstrijken op de stoelen van het caféterras. Hier laten we ons verwennen door de serveerster, die Frans, Durkje en mij drie heerlijk geurende koppen Café Americano brengt. We eten enkele broodjes, nemen nog een tweede kop koffie en ontvangen ondertussen aan onze terrastafel ook de Franse pelgrim uit Carcassonne, die gisteren bij ons in de keuken van de refugio van Irún zijn bonenmaaltijd kookte en at. De man pelgrimeert alleen, en geniet er zichtbaar van om zich af en toe – ook onderweg – even bij ons groepje van drie te voegen.
Op het moment dat wij ons voorbereiden voor vertrek, komt de Franse pelgrim met en bordje tapas naar buiten, dat hij heeft geselecteerd uit het decoratieve assortiment tapas, dat op de bar van dit café in de verkoop is.
Met de pont naar Pasajes de San Pedro
We hebben op het terras zojuist besloten dat we voldoende goede moed en energie hebben om onze tocht voort te zetten. Tot nu toe hebben we vandaag bijna 17 kilometer afgelegd, en het is nog bijna 8 kilometer naar San Sebastián. We gaan vandaag voor San Sebastián, dus vanuit Pasajes de San Juan moeten we nu met de kleine veerboot de baai oversteken naar het overzeese Pasajes de San Pedro. Samen met de drie Oostenrijkse pelgrims die we gisteren al ontmoetten in onze refugio van Irún dalen we de steile loopplank af, om voor € 0,70 per persoon in te schepen op het veerbootje, dat ons heel snel naar de overzijde van de baai vaart.
Langs de oever van de baai lopen we dan over de kade langs de kademuur naar de scheepswerf ten westen van Pasajes de San Pedro.
Het is hier drukte van belang, want het is vandaag 1 mei, en dan hebben de Spanjaarden een vrije dag, en dit jaar een lang weekend, want de meesten zijn morgen – vrijdag de 2e mei – ook vrij. Er zijn hier dus ook veel dagjestoeristen rond deze schilderachtige Spaanse baai.
Geen rotswand te hoog
En dan begint het zware klimwerk weer, want voorbij de scheepswerf moeten we linksaf over enkele honderden stenen traptreden bij een hoge rotswand omhoog.
De drie Oostenrijkse mannen volgen ons, maar zij zijn als bergbewoners duidelijk in het voordeel, want halverwege deze klim, wandelen deze Oostenrijkse pelgrims ons met een vriendelijk woordje voor onderweg voorbij.
Boven aan de stenen trappen aangekomen, gaat het nog een hele tijd verderop omhoog; nu over een onverhard smal bergpad. Het is zwaar, maar je krijgt er zulke prachtige vergezichten bij, dat je bijkans vergeet dat het een zware klim is. Als pelgrim zou je deze klim echt niet willen missen, want het is fantastisch om te doen, om ondertussen te genieten van het uitzicht.
Kustpad over de hoge rotsen
Voorbij het hoogste punt dalen we een stukje, waarna we de restanten van een smalle oude stenen boogbrug passeren. Deze stenen brug is in zo slechte staat, dat het niet verantwoord is om die over te steken, dus we moeten achter de brug langs, over het bergpad tegen de berghelling.
We blijven de hoge kustroute volgen, en krijgen onderweg prachtige uitzichten over de hoog opgaande rotsen, die ver boven de Golf van Biskaje uit torenen.
Tijdelijk landinwaarts
Een eind verder gaan we een traject landinwaarts, door een bos, waarin we ook een pelgrimscafé passeren, die rechts van ons zo’n 50 meter van de bosweg af ligt. De promotie-wegwijzers nodigen ons uit om even langs te komen voor een consumptie. Je kunt er zelfs een douche nemen, als je wilt.
Verderop zie ik enkele koeien door het bos lopen. Enkele meters verder hoor ik roepen van een jongetje, en we horen een tractor het bos uit komen. De wagen achter de tractor is hoog opgeladen met lang gras. De boer komt ons tegemoet op zijn tractor met aanhanger.
Stijgend en dalend gaan we verder door het bos en langs de kust, over verharde en onverharde wegen en paden. Rond 14.30 uur – we zijn dan al ruim 7 uren onderweg - krijgen we wéér een prachtig tafereel te zien. Heel diep onder ons zien we in de verte de omvangrijke stad San Sebastián liggen. Tussen een smalle opening in de dikke wolken schijnt de zon schitterend over de zee, over het strand en over de uitgestrekte stad. Een prachtig uitzicht hebben we hier vanaf dit hooggelegen punt.
San Sebastián
Het zal dus nog hooguit een half uurtje wandelen zijn, alvorens we arriveren in San Sebastián. Vol goede moed zetten we de afdaling in naar de stad.
Om 15.00 uur zijn we al voorbij de boulevard langs het lange zandstrand, en wandelen we over de oude brug over de rivier Rio Urumea.
We lopen door naar de VVV, waar we onze pelgrimspaspoorten laten afstempelen, en waar we ons laten informeren over onze overnachtingsaccommodatie voor de komende nacht, en over de reisinformatie voor de treinreis van Durkje en mij van morgen. Frans heeft hier in San Sebastián een hotelkamer geboekt, want zijn echtgenote Els is inmiddels met een bus vanuit Nederland onderweg naar San Sebastián, waar ze morgenochtend in alle vroegte zal arriveren, om zich bij Frans te voegen, waarna zij overmorgen samen verder zullen gaan wandelen over de Camino del Norte.
Durkje en ik willen hier vannacht ook overnachten, om dan morgen per trein weer terug te reizen vanuit het Spaanse San Sebastián, via Irún (Spanje) en Hendaye (Frankrijk) naar het Franse Biarritz, vanwaar aanstaande zaterdagochtend ons vliegtuig vertrekt voor onze terugreis naar Charleroi bij Brussel.
Hostal C7 - Csiete Pensión
We gaan met Frans mee naar zijn pension, omdat we willen proberen te overnachten in ditzelfde pension. Dan kunnen we morgen afscheid van elkaar nemen, en dan ook nog kennismaken met Frans zijn echtgenote Els. Aangekomen in Frans zijn hostal, blijkt dat er voor één nacht nog een luxe hotelkamer vrij is. De hotelier biedt ons deze schitterende hotelkamer voor dezelfde prijs aan, die Frans voor zijn kamer heeft betaald. Durkje en ik accepteren dit aanbod, en dan zijn we in de gelegenheid om ons heerlijk te douchen en te installeren voor de komende nacht.
Afscheidsdiner voor 3 pelgrims
Vanavond gaan Frans, Durkje en ik naar het oude en supergezellige stadscentrum van San Sebastián, waar we te midden van tientallen drukbezette café’s en restaurants met overdadige assortimenten tapas-gerechten een plekje vinden in een gezellig restaurant, waar we vanavond genieten van ons afscheidsdiner. Frans laat nog eens een extra fles Spaanse wijn serveren, dus het wordt een lange en bovenal gezellige avond, als waardevolle afsluiting van onze gemeenschappelijke pelgrimage van Saint-Jean-Pied-de-Port via Irún naar San Sebastián. Het is al later dan gebruikelijk als we weer in ons hostal arriveren. We gaan naar bed, en Frans zal iets na 4.00 uur al opstaan om de in deze vroege ochtend de arriverende Els met de taxi af te halen op het plein waar zij met de bus vanuit Nederland zal arriveren.
Een mooi begin van de Camino del Norte
We hebben vandaag de bijna 25 kilometer lange tocht van Irún naar San Sebastián gelopen in 8 uren. Acht hele mooie uren, ondanks de regen in het begin, en dankzij de lichte zonneschijn van de tweede helft van deze pelgrimsdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten