woensdag 11 juli 2012

Expositie Groen van Toen


Woensdag 11 juli 2012
Wâldspultsje út de Fryske Wâlden











Gebouwde en groene monumenten
Het thema van de Open Monumentendag van dit jaar is: ‘Groen van Toen’. Met dit thema wordt de relatie gelegd tussen de Nederlandse monumenten en de in het verleden daarbij ontworpen en aangelegde tuinen en parken, begraafplaatsen, landgoederen en buitenplaatsen. Deze zogenoemde ‘groene monumenten’ leverden vroeger en leveren nog steeds een belangrijke bijdrage aan de identiteit en diversiteit van een stad of streek. In dat opzicht is de groene ‘om-geving’ minstens zo waardevol als het gebouw. Het gebouwde èn het groene monument vormen samen een geheel, zoals een buitenplaats wordt omringd door een park en een kerk wordt omringd door een kerkhof.

Groen van toen op het platteland
De Stichting Monumentenzorg Leeuwarderadeel heeft in het kader van het thema ‘Groen van Toen’ een expositie ingericht in het gemeentehuis van Leeuwarderadeel te Stiens. Deze tentoonstelling is te bezichtigen tot eind september 2012. Deze expositie besteedt onder andere aandacht aan het groen op het platteland. Oude schoolplaten/wandplaten laten daar bijvoorbeeld iets zien van het platteland van vroeger. Wandplaten van bijvoorbeeld Cornelis Jetses tonen op idyllische wijze hoe het leven op het platteland er toen uit moet hebben gezien. Die oude schoonheid, samen met de pracht van de natuur, waar planten en bomen in kleur en glans de seizoenen volgen, wordt tijdens de expositie in het gemeentehuis te Stiens gepresenteerd.

Gebouwen op het Friese platteland
Op de tentoonstelling in het Stienser gemeentehuis worden ook enkele modellen van gebouwen op het platteland getoond. Zo staat er een opengewerkt model van een grote boerderij en een Friese kop-hals-romp-boerderij met een gat in het rieten dak en in de muur, waardoor je ook in de boerenschuur kunt kijken. Ook staat hier een model van een zogenoemd ‘Wâldspultsje’.

Wâldspultsje
Een ‘wâldspultsje’ is een woonhuis met een kleine stal, waarin enkele koeien en geiten konden worden ondergebracht. Deze ‘woudhuisjes’ staan nog steeds volop in de Friese Wouden. De bewoner was doorgaans in dienst van een plaatselijke werkgever, bijvoorbeeld als boerenknecht op een grote boerderij. De opbrengsten van de eigen koeien en geiten vormden een welkome aanvulling op het vaak onzekere gezinsinkomen. Als zo’n arbeider ook nog enige opbrengsten had van een eigen groentetuin, van eigen fruitbomen en/of van enkele kippen en eventueel een varken, dan konden de vaak kinderrijke families het hoofd financieel wel boven water houden.

Houtwallen en boomsingels
Ook karakteristiek voor de Friese Wouden zijn de vele houtwallen, die werden gebruikt om de percelen af te bakenen.
Op het vlakke en open Friese platteland zie je vaak flinke bomensingels langs de zuidkant en de westkant van de boerderijen, om daarmee de woningen te beschermen tegen de harde zuidwestenwinden. Deze singels bestaan vaak uit hoge bomen, om de hoogopgaande - met riet en/of pannen gedekte - daken van de boerderijen te beschermen tegen harde wind en zware stormen. Het hout van deze bomen werd trouwens ook wel gebruikt voor de productie van hekken, dampalen, veeschotten, gereedschap en voor wagenonderdelen.
Ook zie je bij oude boerderijen veelal leilinden op zo’n anderhalve meter vóór de zuidgevel van het woonhuis staan, die destijds dienden als zonwering tegen het felle zonlicht.

Kijk nu eens met de ogen van toen
Het groen van toen wordt tegenwoordig veelal beschouwd als landschapsbepalend en is het waard om zorgvuldig te worden behandeld, om de decoratieve waarde en de idylle in stand te houden.
Een expositie als ‘Groen van Toen’ in het gemeentehuis van Stiens laat je echter ook even stilstaan en nadenken bij de oorspronkelijke functie die al dat groen vroeger had, namelijk die van bijvoorbeeld inkomensverkrijging, functionaliteit en bescherming.

Geen opmerkingen: