zondag 22 januari 2012

Roerloos in beweging

Zondag 22 januari 2012
Cover van het essay Roerloos in beweging

Engelen
Terwijl Nederland ontkerkelijkt en ontkerstent, blijkt de engel terug van weggeweest. Alhoewel ..., is de engel eigenlijk ooit weggeweest? In elk geval niet uit de kunst. Ook voor hedendaagse kunstenaars blijken engelen een onuitputtelijke inspiratiebron, zoals bijvoorbeeld:
  • in de beeldende kunst;
  • in de literatuur;
  • in de muziek;
  • maar bijvoorbeeld ook in de film.
De engel als fascinatie
In de kunst is de engel echter niet langer een stichtelijk bedoelde figuur zonder persoonlijkheid en met een heenwijzend karakter, maar een zelfstandig individu, dat zich heeft losgezongen van zijn religieuze achtergrond. Dat roept de vraag op naar de oorzaak van deze merkwaardige ontwikkeling. Evenals de vraag hoe de artistieke fascinatie voor de eeuwige engel in een onttoverde en verwetenschappelijkte wereld te verklaren valt, en wat zijn rol daarin is. Aan de hand van voorbeelden uit met name de poëzie wordt in dit essay van Gert Jan Peelen door hem een poging ondernomen een antwoord te formuleren op deze vragen.

Gert Jan Peelen
De auteur van dit essay - Gert Jan Peelen - is godsdienstsocioloog en journalist. Peelen was (hoofd)redacteur van het VU-magazine en later ook algemeen coördinator en hoofd programmering van VU-podium (tegenwoordig VU-connected genoemd). Momenteel werkt Gert Jan aan de biografie van theoloog en ethicus dr. H.M. Kuitert. Voor de Volkskrant is Peelen op dit moment ook freelance-journalist/boekrecensent, met als specialisme 'wetenschap en cultuur'; in het bijzonder voor godsdienst en religie. Zijn essay 'Roerloos in beweging' kreeg als ondertitel 'over engelen in de kunst'. Het is een uitgave van het jaar 2003. Op de cover staat een afbeelding van het schilderij 'Gewonde engel' (1903) van Hugo Simberg.

Peelen over engelen
In dit essay poogt Peelen een antwoord te formuleren op de vraag wat kunstenaars fascineert in het verschijnsel 'engel'. Enkele van Gert Jan Peelen zijn inhouden in dit essay:
  • Engelen kun je je inbeelden, bezingen of schilderen, maar ze verbergen zich voor de camera.
  • De wetenschappelijk analyse van de harde werkelijkheid heeft het geloof verdrongen.
  • De (godsdienstige) verbeelding heeft het definitief moeten afleggen tegen het verstand.
  • Engelen bestaan in elk geval al veel langer dan het christendom.
  • Engelen komen tot ons in twee hoedanigheden: als (a) boodschappers uit hoger sferen en als (b) beschermers van mensen.
  • Het was nu juist de kunst om in de afbeelding van engelen 'iets van het geheim van het onafbeeldbare' te tonen (Frits van der Meer).
  • De Middeleeuwen waren het hoogseizoen van de engelen.
  • Het simpele volksgeloof heeft zich van de no-nonsens-dogmatiek van de protestantse theologie weinig aangetrokken en is de engel onverminderd blijven koesteren en omarmen.
  • De katholieke variant van de bewaarengel (of engelbewaarder) is door de eeuwen heen buitengewoon populair gebleven.
  • Engelen zijn onze onzichtbare, maar immer aanwezige, persoonlijke begeleiders.
  • De engel is - hoe dan ook - terug van weggeweest. 
  • De fotografisch gedachte objectiviteit van ons rationele verstand moet het nog steeds veelvuldig afleggen tegen de subjectieve verleidingen van de artistieke verbeelding. 
  • De macht van de kunst kan ons raken en ontroeren.
  • Gevallen engelen prikkelen de poëtische verbeelding.
  • Engelen - als metafoor voor de artistieke verbeelding - stellen ons in staat een glimp op te vangen van de goddelijke vonk in onszelf.

Geen opmerkingen: