Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; GR65 > Montréal-du-Gers – Roncevaux
Van Arthez-de-Béarn naar Navarrenx
Zondag 16 oktober 2011 – 31 km.
Dag 113: 2396 – 2427 km.
Gisteren zijn Durkje en ik vanuit Stiens terug gereisd naar Arthez-de-Béarn in het zuiden van Frankrijk. We gaan in deze herfstvakantie vijf dagen wandelen door Frans en Spaans Baskenland. Doel is om van het Franse Arthez-de-Béarn via Saint-Jean-Pied-de-Port over de Pyreneeën naar het Spaanse Roncesvalles te pelgrimeren. Vanuit Arthez-de-Béarn is het nog 858 kilometer naar het Spaanse Santiago de Compostela.
Na onze overnachting in de gemeentelijke refugio ‘Maison des Pèlerins’ vertrekken we hier bij het eerste daglicht, om ons pelgrimspad te vervolgen in de richting van Navarrenx, over een afstand van 31 kilometer. Bij de bakker hebben we vanmorgen vroeg nog even vers brood gehaald. Om 8.15 uur verlaten we de refugio en gaan we op pad. Het is zojuist licht geworden. Het is bewolkt en de temperatuur is prima. We lopen tot ongeveer 11.00 uur nog in de trui, maar die kan al bij de eerste stop uit. We verlaten Arthez-de-Béarn bij de ‘Auberge du Bourdalat, waar we gisteren met acht andere pelgrims van een heerlijk viergangen pelgrimsmenu hebben genoten. In het centrum van Arthez-de-Béarn hangt een mooi beeldje van Sint Jacob aan een zijmuur en vlak buiten dit dorp staat bovenop een paal een beeldje van een pelgrim.
De route is hier duidelijk aangegeven, met onder andere mooie, geëmailleerde richtingwijzers. We volgen de D273 en gaan voorbij Bourdalat klimmend rechtsaf, om over de lengte van een heuvelkam te gaan. Waar de geasfalteerde weg over gaat in een stenig pad, ligt rechts van de weg op een privéterrein een mooie overdekte pleisterplaats, alleen voor passerende pelgrims toegankelijk. We volgen een mooie klimmende en dalende heuvelkam en hebben een prima uitzicht over het lager gelegen landschap links en rechts. Nabij de boerenhoeve Lasserre gaat de weg steil naar beneden.
Tussen de akkers door wandelen we over het kerkpad naar het dorp Argagnon. We arriveren in dit dorp bij het oorlogsmonument en de dorpskerk. We constateren dat de herfst hier al verder is gevorderd dan in Nederland. De bladeren aan bomen en struiken zijn hier en daar al behoorlijk in schitterende herfsttooi. We wandelen door de berm van de D275 en steken de weg vervolgens over. Direct daarna steken we achtereenvolgens de spoorlijn Bayonne-Pau en de rivier de Gave de Pau over. Daarna steken we de autosnelweg A64 La Pyrénéenne over.
Vrij spoedig arriveren we dan in het dorp Maslacq. Links van de weg ligt een oude boerenhoeve. Enkele varkens wroeten in de aarde op een stukje land tussen de boerenschuur en de doorgaande weg. In Maslacq gaan we even van de route af om 50 meter rechts een kop koffie te drinken bij het plaatselijke hotel. Op het terras ontmoeten we de Nederlandse pelgrim Ton, die vannacht ook bij ons in de refugio sliep. We zitten even met z’n drieën op het terras koffie te drinken totdat Ton vertrekt. Even later vertrekken wij ook. We verlaten Maslacq bij het kasteel van dit dorp.
We lopen in zuidelijke richting, met rechts van ons een heuvelrug en links van ons de rivier de Gave de Pau. Ter hoogte van een ruïne van een oud poortgebouw van de vervallen boerenhoeve Guironolé gaan we klimmend de heuvelrug op. In het begin gaat het langzaam klimmend omhoog, maar op een gegeven moment wordt het hellingpad steiler. Als we bovenop de heuvel een foto willen maken van het dal in de verte, komt de Belgische pelgrim aanlopen, die afgelopen nacht ook met ons in de refugio van Arthez-de-Béarn overnachtte. Ze maakt hier een foto van ons samen.
Voorbij het erf van een oude boerenhoeve gaan we over een smal pad langs een maïsakker. Als je over zo’n paadje loopt, realiseer je je dat je dit pad mag ontvangen van alle mensen die je de afgelopen dagen, weken, maanden, jaren en wellicht al eeuwen zijn voorgegaan. Door het pad zelf ook te bewandelen, lever je een bijdrage aan het instandhouden van zo’n pad en geef je het pad daarmee weer door aan alle wandelaars en pelgrims die ná ons dit pad ook zullen bewandelen. Zo worden alle voetpaden in de loop van de jaren doorgegeven van generatie op generatie. We gaan door een klein bosperceel met klimmende en dalen paden, en daarna gaat het weer behoorlijk klimmend over smalle asfaltwegen verder. We passeren het gehucht Nébout.
Dan arriveren we bij de kerk en de abdij van Sauvelade. Hier staat een fraaie Romaanse cisterciënzer kerk. Onze ANWB-routegids heeft deze kerk gebruikt om als thema voor dit wandeltraject te kiezen voor: ‘Cisterciënzers aan de Jacobsweg’. In deze abdijkerk staat een beeld van Sint Jacob. Aan de voet van dit Jacobusbeeld ligt een grote hoeveelheid briefjes met een steentje erop. Op de briefjes staan allemaal voorbedes voor Sint Jacob en andere persoonlijke boodschappen van passerende pelgrims. Bij de abdij is ook een café en een kleine kruidenier. Hier kopen we enkele flesjes drinken voor onderweg en hier rusten en lunchen we ook. Tijdens onze rustpauze passeert de Nederlandse pelgrim Ton, die een andere route had genomen dan wij, omdat hij de behoorlijke klim over de heuvelrug wilde vermijden. Op het moment dat wij verder zullen gaan, komt de Belgische pelgrim aanlopen. Zij blijft hier achter om te rusten en wij gaan verder. Ook hier zijn de bomen en struiken in prachtige herfstkleuren getooid.
Ter hoogte van Moulié dalen we over de Camin de Compostela het dal in. Verderop komen we op een tracé waar we behoorlijk moeten klimmen. Dat is ter hoogte van Le Hameau de Bugnein. We wandelen langs een kudde liggende, herkauwende koeien. Ze liggen op de vrij smalle rand van een weiland met een behoorlijk steile helling. Verderop passeren we een betonnen paal met daarop een Jacobsschelp in het beton. Op de paal hebben passerende pelgrims een steentje gelegd, als teken dat hier iets wordt achtergelaten wat mensen geestelijke (heeft) belast. Je komt dergelijke plaatsen regelmatig langs de route voorbij.
Ondertussen is het al behoorlijk warm geworden; zo rond de 24 graden Celsius. De zon schijnt volop tussen de lichte bewolking door en de behoorlijke hoge temperatuur maakt het nodig om regelmatig wat te drinken. Ook de bescherming tegen de zon met hoed en pet is inmiddels nodig. Links en rechts van de weg is de grond afgegraven. Het is hier aan beide zijden allemaal zandgrond. Als we over de heuvels trekken, hebben we schitterende uitzichten over het ons omringende heuvelachtige landschap. Bij Le Hameau de Bastanès passeren we een boerenhoeve, waar op het erf hoge, smalle stellages met gaas zijn gebouwd, waarin de pas geoogste maïskolven worden gedroogd.
Over een asfaltweg door een bosperceel lopen we door naar het dorp Méritein. In de gevel van de dorpskerk vinden we een Jacobsschelp, waarin wijwater kan worden gegoten. Op het kerkplein nemen we een welverdiende rustpauze. We hebben namelijk aaneensluitend twee uren en drie kwartier gelopen, dus een pauze is inmiddels wel gewenst en welkom. Het is warm, dus we zoeken de schaduw op van een boompje naast het kerkplein.
Daarna is het nog ongeveer 20 minuten lopen via de gehuchten Lansaliot, Béziat en Darralder naar onze bestemming voor vandaag: Navarrenx. Bij de hoge muren van de oude bastion van Navarrenx wandelen we dit stadje binnen. Daarna passeren we het terras van La Taverne de Saint-Jacques. Op het terras zitten de twee Franse pelgrims die afgelopen nacht ook bij ons op de kamer sliepen in de refugio van Arthez-de-Béarn. Zij waren vanochtend in het donker al om 7.15 uur vertrokken en zitten hier nu op het schaduwrijke terras onder het genot van een drankje alle binnenkomende pelgrims te begroeten. Tegen de gevel van dit café-restaurant hangt een in hout uitgesneden Jacobsschelp.
Het is nu 16.15 uur, dus we hebben de 31 kilometer afgelegd in 8 uren. Vanaf hier is het nog 873 kilometer naar Santiago de Compostela, getuige een mijlpaal waarop die resterende afstand wordt vermeld. We wandelen door één van de hoofdstraten van Navarrenx naar het Place des Casernes. We checken om 16.45 uur in bij Hotel du Commerce, waar we de nacht door zullen brengen.
Vanavond dineren we op het terras van La Taverne de Saint-Jacques. Binnen in deze taverne zit onder andere een Franse pelgrim. Zij sliep afgelopen nacht ook bij ons op de slaapzaal. Ze vertrok vanmorgen tegelijk met ons en ook zij heeft na ons deze doorgangsplaats voor pelgrims bereikt. De temperatuur is buiten nog aangenaam, zo laat in de avond. Het is een gezellig vertoeven, hier op het behoorlijk volle terras van La Taverne de Saint-Jacques.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten