zondag 22 mei 2011

Plezier in je werk

Zondag 22 mei 2011

Werk is meer dan geld verdienen, maar dat wordt lang niet altijd zo ervaren. Hoe kunnen wij in alle hectiek en in toenemende stress zóveel zin geven aan ons handelen, dat wij werk als een even waardevol als plezierig onderdeel van ons leven ervaren? De bekende Duitse benedictijner monnik Anselm Grün schreef op verzoek van het Christelijk Nederlands Vakverbond (CNV) een boek over plezier in je werk krijgen, hebben en houden. Dit boek met als titel “Plezier in je werk” is in 2010 uitgegeven. Hein Pieper, politicus en voormalig pastor, schreef de uitgebreide inleiding bij de boektekst van Anselm Grün. Franck Ploum vertaalde de Duitse tekst van Anselm Grün naar het Nederlands. De uitgever beschouwt dit boek als ‘een must voor ieder die met plezier wil werken’.

Bert van Boggelen – de waarnemend voorzitter van het CNV - schreef het woord vooraf, met als titel: ‘Thank God, it’s Monday’. Van Boggelen schrijft dat juist in een tijd waarin van mensen wordt gevraagd om langer door te werken het plezier in het werk onmisbaar is. Betrokkenheid en motivatie noemt hij daarbij als voorwaarden. Hij geeft aan dat het er uiteindelijk om gaat wat mensen zelf van hun werk maken, hoe ze specifiek met hun werk omgaan en hoe ze in het algemeen in het leven staan.

Hein Pieper is directeur van het Verband van Katholieke Maatschappelijk Organisaties (VKMO) en lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Pieper geeft zijn inleiding als titel: ‘Zinvol werken’. Hij noemt Toewijding, Aandacht en Betrokkenheid de deugden, die geworteld zijn in wat mensen van waarde vinden. Hij geeft aan dat werk voor veel mensen een zingevingsbron is; mensen ontlenen veelal ook hun identiteit aan hun werk. Hein Pieper stelt dat daar waar bij ons het evenwicht tussen waarden, beleid en verantwoording verloren is gegaan, bij ons de nadruk te veel is komen te liggen op beleid en op theoretische top-down-aanpak van werkproblemen.

In zijn hoofdstuk over het Rationaliseringsproces gaat Pieper dieper in op het Secularisatieproces, op de Individualisering en op de Economisering van de samenleving.
Zijn tweede hoofdstuk gaat over de sociale markteconomie, waarin Pieper onder andere nader ingaat op het zogenoemde Rijnlandse model, over het christelijk-sociale gedachtegoed.
Het derde hoofdstuk gaat over Professionaliteit, die volgens Pieper verschillende vaardigheden verbindt en in goed evenwicht brengt en waarbij passie en betrokkenheid een grote rol spelen.
In hoofdstuk vier over Spiritualiteit schrijft Hein Pieper dat spiritualiteit in ons dagelijkse leven zichtbaar wordt, dat ze authentiek is, wordt gekenmerkt door waarden en dat ze mensen voortdurend verandert.
Zijn vijfde en laatste hoofdstuk over Plezier in werk als duurzame verandering, eindigt Pieper met zijn stelling dat het echte werk daar gebeurt waar ruimte is voor de bezieling van mensen en dat die bezieling mensen meer plezier in hun werk geeft.

Grün zijn bijdrage in dit boek kreeg als titel: ‘Plezier in je werk’, naar de gelijknamige titel van dit boek. Grün begint met een verwijzing naar de heilige Benedictus, die werk beschouwde als de mogelijkheid om je onafhankelijk te maken en om vrij te zijn van weldoeners. Benedictus wijst ook op de sociale en de spirituele betekenis van werk.
Het eerste hoofdstuk van Grün gaat over de kwaliteit van werk, waarbij hij antwoord geeft op vragen als: hoe ga ik om met arbeidsdruk, hoe motiveer ik mezelf voor opdrachten die ik niet leuk vind, hoe voorkom ik dat ik aan het eind van de dag uitgeput en leeg ben, hoe blijf ik bij mezelf en bij mijn eigen kern en hoe kan ik medewerkers meenemen in een diepere ervaring van werk, waarin ook ruimte is voor dankbaarheid, zegen en vreugde.
In hoofdstuk 2 laat Grün zien dat mensen elkaar moeten betrekken bij het werk. Dat doet hij door antwoord te geven op vragen als: hoe kan ik bijdragen aan betere verhoudingen op het werk, hoe ga ik om met macht en onmacht, hoe kan ik collega’s laten weten dat ze welkom zijn, hoe kan ik dienend leidinggeven binnen een organisatie waarin alleen markt en productie belangrijk zijn, wat is de betekenis van duurzaam ondernemen voor een bedrijf en voor de bedrijfscultuur en hoe kan ik als leidinggevende ervoor zorgen dat anderen plezier in hun werk vinden, me realiserend dat ik maar een klein scharniertje in een grote organisatie ben.
In het derde hoofdstuk over werk en persoonlijke ontwikkeling geeft Anselm Grün zijn antwoorden op vragen als: hoe kan ik mijn talenten in mijn werk inbrengen en aan het licht brengen, hoe kan ik als mens in mijn werk rijpen en mezelf ontplooien, hoe vind ik een goed evenwicht tussen werk en privé en hoe kunnen we de lasten en de lusten van het werk met elkaar verbinden.
Hoofdstuk vier over gevoelens en emoties op het werk gaan over kwesties als: hoe gaan we tijdens het werk om met onze emoties van ergernis, teleurstelling, angst en verdriet, wat kunnen we leren van mislukkingen, mogen we trots zijn op ons werk, hoe gaan we in het werk om met verslaving, zoals werkverslaving, maar ook met verslavingen aan alcohol en drugs, is werk een bevrijdende kracht en hoe is de relatie tussen werk en vrijheid, en hoe kunnen we tijdens het werk positieve gevoelens ontwikkelen als plezier, humor, opgewektheid en tevredenheid.
Het vijfde hoofdstuk van Grün betreffende waarden en normen binnen het werk gaat over hoe de relatie is tussen werk en roeping en wat roeping betekent, over welke beelden mijn werk bepalen, of het gezond of gevaarlijk is om helemaal in je werk op te gaan en wat overgave aan je werk betekent en of/hoe werk een dienst kan zijn. Hij geeft de betekenis van ‘het werk bezielen’. Ook geeft hij zijn antwoord op de vraag of je geloof moet hechten aan dromen, of dat je tevreden moet zijn met de realiteit van je werk. Tenslotte schrijft hij wat ‘werk en spiritualiteit’ betekent en hoe spiritualiteit je werk kan bepalen.

Door het thema ‘Plezier in je werk’ te verbinden met spiritualiteit, krijgt het een diepere betekenis. Grün maakt je met zijn boodschap duidelijk hoe je door bezinning en bewustwording kunt bouwen aan meer voldoening op je werk, voor jezelf en voor anderen. Hij vertaalt daartoe heel praktische noties uit de Regel van de benedictijner monniken naar het functioneren in bedrijven en instellingen in het hier en nu. Dat biedt een verrassend perspectief voor tal van actuele vraagstukken waarvoor wij ons dagelijks geplaatst zien, zoals werkdruk, burn-out, motivatie, scheiding werk en privé, en spiritualiteit op de werkvloer.

In de slotparagraaf van zijn bijdrage in dit boek sluit Anselm Grün af met de woorden: ‘Mensen het plezier in werk te laten ervaren, is volgens mij een beslissende bijdrage aan de humanisering van de wereld van de arbeid, aan de genezing van de werkende mens en aan de levenskwaliteit van mensen die elke dag hard moeten werken.

Geen opmerkingen: