maandag 16 augustus 2010

Pelgrimeren van Liénesse naar La Ville du Bout

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Liénesse naar La Ville du Bout
Vrijdag 23 juli 2010 – 19,5 km.
Dag 72: 1500,5 – 1520 km.


Vanmorgen brengen Durkje en ik na het ontbijt eerst de fietsen met de auto vanaf de camping in Saint-Amand-Montrond naar La Ville du Bout. Van daaruit fietsen we dan zo’n 20 kilometer naar Liénesse, om hier onze wandeltocht te vervolgen, waar we gisteren bij de sluiswoning eindigden. Vanuit Liénesse gaan we om 9.30 uur over het jaagpad langs het kanaal van Berry. Eerst passeren we de sluis van Neuilly en daarna de sluis van La Rhimbé.

De natuur langs dit kanaal is prachtig. Tweemaal vliegt vlak vóór ons een Purperreiger op uit de oever en op de hoger gelegen oeverwanden bloeien mooie planten, die druk worden bezocht door diverse soorten vlinders. Verderop komen twee kanalen van Berry bij elkaar. We zijn nu bij de sluiswoning van La Fontblisse gearriveerd. We blijven langs het kanaal lopen en komen na onze eerste 6 kilometers van vandaag aan bij de brug van Vernais. Een mooie plek om even te pauzeren, om iets te eten en te drinken.

In Vernais is het nog warm in de zon, maar als we uit Vernais vertrekken, zien we vanuit het westen donkere regenwolken op ons af komen. Wederom gaat het verder over het jaagpad langs het kanaal. Op het moment dat we de D951 naderen (hetgeen we horen aan de voorbijrijdende vrachtwagens verderop) begint het zacht te regenen. We kunnen nog redelijk droog blijven zolang we onder de bomen blijven wandelen, maar op het moment dat we meer in open veld komen, moeten we toch de paraplu even voor zo’n 2 kilometer gebruiken om niet al te nat te worden.

De regen blijft gelukkig beperkt tot een lichte zomerregen. Vijf kilometer voorbij Vernais passeren we de kanaalhaven van Laugère. Deze haven was vroeger belangrijk vanwege het vervoer van hout en dakpannen. Tussen de kanaalbrug van Laugère en de D951zien we een bakkerswinkeltje. Vóór de winkel staat een bankje, een mooie plek voor een rustpauze. Bij de oude bakkersvrouw kopen we wat lekkers om dat vóór de winkel in de zon – want die schijnt alweer – op te eten.

Op dat moment hebben we ook telefonisch contact met Baukje, want ze vertelt ons dat we thuis een rouwkaart ontvingen. Het blijkt dat onze dorpsgenoot Hans Meijer plotseling is overleden. Hans en zijn vrouw Valja zijn beiden collega’s van de NHL Hogeschool te Leeuwarden en we hebben het contact met Hans en zijn vrouw altijd bijzonder gewaardeerd, onder andere op de momenten dat Valja voor ons de vertalingen op zich nam van alle brieven die we regelmatig van onder andere ons gastkind Oxcana uit Wit-Rusland ontvingen. Bijzonder verdrietig is het voor iedereen die hem kent dat we Hans in onze gemeenschap voortaan moeten missen. Onze gedachten zijn vooral bij Valja en bij hun beider geliefden. Het voor ons zo bekende beeld van Hans en Valja ’s morgens en ‘s middags altijd samen op hun fietsen tussen Stiens en Leeuwarden is helaas vanaf deze zomervakantie passé.

Na dit droevige nieuws vervolgen wij het jaagpad langs het kanaal van Berry. Bij de sluis van Les Eveillés komen we aan in Charenton-du-Cher. Eerst lopen we naar de drukke verkeersweg door dit stadje, om die D951 te volgen tot aan het stadsplein. De marktkramen worden hier op dit moment afgebroken. Wij nemen plaats op het terras van het café tegenover het markplein en drinken hier onze eerste kop koffie van vandaag. Het is inmiddels 12.45 uur.

Bij de Gendarmerie van Charenton-du-Cher nemen we rechtsaf de D37. Nadat we al vrij spoedig het kanaal van Berry zijn overgestoken, gaan we langs een smal kanaaltje in de richting van Saint-Pierre-les-Etieux. De toren van de markante dorpskerk zien we dan al in de verte. Saint-Pierre-les-Etieux is een opvallend leuk dorpje. De omgeving is mooi gedecoreerd met bloemen, de 11e eeuwse Romaanse dorpskerk staat aan het eind van een met veel groen versierd binnenterrein en een goed verzorgd bloemenperk siert het oorlogsmonument op de achtergrond.

We verlaten dit dorp en maken dan via een smalle asfaltweg een fikse en vooral warme klim in de richting van Le Racot. Boven op de heuvelrug voert het pad ons verder over de heuvelkam in westelijke richting. Vanaf deze behoorlijke hoogte hebben we een schitterend uitzicht over de lager gelegen delen aan beide zijden van deze heuvelrug. Het veldpad hier over de heuvelkam is bijzonder breed. Oude heggen markeren de beide zijden van het pad. Een dode boom steekt schitterend af tegen de inmiddels weer blauwe lucht met de dikke witte wolken. Een schilderachtige entourage, hier zo boven op de heuvelrug.

Na anderhalve kilometer veldpad vervolgen we onze wandelroute over de D136 en een eindje verderop over een heel smal asfaltweggetje, dat ons naar ons eindpunt van vandaag voert. Met het zicht al op het dorpje La Ville du Bout begint het hier toch nog weer even te regenen. Weer moeten de paraplu’s worden gebruikt. Maar op het moment dat we om 14.00 uur La Ville du Bout binnenwandelen is het gelukkig al weer droog. In 4,5 uur hebben we de 19,5 kilometer van vandaag gelopen.

Vanuit La Ville du Bout rijden we via Le Pondy en Bannegon naar Liénesse, waar we onze fietsen weer afhalen bij het sluishuisje. Als we na de boodschappen weer op de camping in Saint-Amand-Montrand arriveren, schijnt de zon aangenaam, dus onze wandelschoenen en de beide paraplu’s zijn in een mum van tijd weer droog.

Geen opmerkingen: