zondag 9 augustus 2009

Pelgrimeren van Varzy naar Châteauneuf-Val-de-Bargis

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Varzy naar Châteauneuf-Val-de-Bargis
Maandag 27 juli 2009 – 23,5 km.
Dag 66: 1366,5 – 1390 km.


Ook vanmorgen starten we weer bij de lage temperatuur van 13 graden Celsius. Durkje en ik rijden met de auto en de beide fietsen van de camping van Varzy naar het centrum van Châteauneuf-Val-de-Bargis, waarna we over de N151 direct weer terugfietsen naar Varzy. In het centrum van Varzy drinken we in het dorpscafé een kop koffie.

Rond 10.00 uur wandelen we langs de de Sainte-Eugénie-kerk de Rue Saint-Pierre in. Achter de kerk passeren we de oude, nogal grote wasplaats van Varzy. Daarna gaan we onder de spoorweg door en dan klimmen we door een nieuwbouwwijk het dorp uit in de richting van de N151. Nadat we enkele honderden meters langs de N151 hebben gelopen, gaan we in zuidwestelijke richting het veld in, voortdurend klimmend over een asfalweg, die verderop over gaat in een brede bosweg.

In het bos van Vaumorin komen we vlak langs de kapel van Sint Lazarus. Om de kapel te kunnen bekijken, moeten we even 50 meter naar beneden van ons pad afwijken om op de open plek te komen waar deze kapel staat. De kapel is het gerestaureerde restant van de Middeleeuwse leprozerie van Vaumorin. Deze leprozerie werd in de 12e eeuw toegevoegd aan het door de bisschop van Auxerre gestichte Maison Dieu (ziekenhuis) van Varzy. De monniken van de abdij van Montjou uit de Alpen hebben ervoor gezorgd dat deze lepra-inrichting vanaf 1219 een ware werk- en leefgemeenschap werd.

Wij gaan via een brede bosbaan dieper in zuidelijke richting het Bos van Ronceaux in, steeds verder klimmend tot een hoogte van 342 meter. Vanaf de plaats waar een knik naar het zuidoosten in de brede bosweg zit, gaan we dalend verder in de richting van de D155. Waar we de D155 bereiken, zijn we afgedaald naar een hoogte van 298 meter. De D155 volgen we een kleine kilometer.
We verlaten de D155 om langs de bosrand van de zuidwestpunt van het Bos van Bouhy verder te lopen op een veldpad over de flank van de helling. Vanaf dit hoge punt zien we een pelgrim over de D155 lopen in de richting van Champlemy, hetgeen een afgekorte versie zou betekenen van onze route, die hier een omweg door het bos en het veld neemt. We vermoeden dat het de Franse pelgrim is, die wij gisteren ontmoetten en die vannacht in de refugio van onze camping in Varzy overnachtte.

Via een smalle asfaltweg lopen wij door naar het gehucht Bourras-la-Grange. Voorbij Bourras-la-Grange dalen we de vallei in, waarin we bij de oude wasplaats langs komen. Daarna klimmen we over een onverhard veldpad naar de boerderij van La Ferrière. Vanaf deze boerderij loopt er een bijna 3 kilometer lange asfaltweg door het Bos van Le Château-aux-Chèvres en door het veld naar het dorp Champlemy.
We komen na onze eerste 12 kilometer van vandaag dit dorp in via de D155. Een oude Citroën-bestelauto – zoals die nog zoveel in Frankrijk rijden - staat ergens voor de deur.
Om vanaf de rand van het dorp in het centrum te komen, gaan we over de binnenplaats van een boerderij naar een binnenpad. Achter de boerderij staat een witte koe met zijn voorpoten in een drinkplaats water te drinken. De koe heeft kortgeleden een keizersnee gekregen. De hechtingen zijn nog duidelijk zichtbaar en de vliegen kruipen in grote getale rondom de afgehechte wond. Langs de andere koeien en kalfjes gaan we verder over dit kerkpad langs de gevarieerde erfafscheiding. Verderop gaan we links om de uit 1595 daterende dorpskerk Saint-Maurice heen.

Via een smalle kerksteeg komen we bij het dorpsplein van Champlemy. Op een grote stenen bank rusten we voor het eerst om te eten en te drinken. Verderop drinken we naast de voormalige Jean-Bosco-kerk nog een kop koffie op het terras aan de drukke doorgaande verkeersweg. De oude en jonge dame zorgen wisselend voor de bediening. Het is er allemaal klein en ouderwets van binnen en van buiten. Het toilet buiten achter het café is geenszins een aanrader. Er is geen toiletpapier. En de wc blijkt niet meer te zijn dan een gat in een grote geplastificeerde plaat, boven een anderhalve meter diepe rioolschacht. Er staat een brede gele waterplas op de voorzijde van de zitplaat, waardoor je er niet eens over gaat nadenken om hier überhaupt op plaats te nemen. Hoe is het mogelijk dat je anno 2009 je gasten zo'n abominabel toilet durft aan te bieden.

Langs de openstaande 19e eeuwse voormalige graanhal van het dorp verlaten we Champlemy in westelijke richting. We steken het riviertje de Nièvre over aan de rand van de bebouwde kom. Voorbij de boerderij van Les Couées gaan we een overharde veldweg in. Verderop klimmen we langs een hoge haag en boomwal in de richting van een groot bosperceel. We passeren de vervallen boerderij van Montassé.
We treden het naaldbos van Charnouveau binnen. In dit bos volgen we een eerst stijgende en later dalende - bijzonder brede - onverharde bosweg. Hier en daar ligt kaphout hoog opgestapeld om afgevoerd te worden. Aan de rand van het bos is een flink deel gekapt. We lopen over een iets smaller bospad dat aan beide zijden begroeid is met grote varens. Aan beide zijden van dit bospad is het bos hier volledig gekapt.
Na ongeveer 4 kilometer voorbij Champlemy komen we vlak voorbij het gekapte bosdeel langs de Vijver van La Ferrauderie. Het is een langwerpige vijver met aan de westzijde een brede recreatiezoom met veel gras en bomen. Aan de zuidkop lopen we langs een ruïne, die zo klein is, dat we niet met zekerheid gewaar kunnen worden waarvan dit een overblijfsel is. Achter de ruïne zitten vier langeafstandwandelaars te picknicken. We groeten elkaar in het voorbijgaan.

Een eindje verder steken we de D253 over en gaan we verder door het bos van Les Usages de Champlemy. Voorbij dit bosgebied komen we bij de vervallen boerderij van Les Massons. Zoals bij zoveel oude boerenhoeves in dit gebied staat ook hier nog een oude, niet meer in gebruik zijnde waterput. De hoeve wordt momenteel wel nog gebruikt voor opslag van hooi. Voor de rest is er geen teken van leven.
We steken het riviertje de Nièvre weer over, iets ten zuiden van de plaats waar de beek Le Pélerin (de pelgrim) in de Nièvre uitmondt. Achter het kleine bosperceel - voorbij de Nièvre - passeren we de oude boerderij van La Rolande. Het lijkt zo op het eerste gezicht ook niet meer dan een ruïne. Toch rijdt er zojuist een auto het erf af als we aan komen lopen. Naast het voormalige woonhuis staat een waslijn waar zowaar nog enige was aan hangt van – zichtbaar – een oudere man en vrouw. Er lopen een paar kippen op het erf en verderop staat nog een huisdeurtje open van een gebouwtje aan de binnenplaats, waar waarschijnlijk de bewoners nog in wonen. Het is allemaal vergane glorie, maar de tekenen van leven zijn er zeker nog.

Als we de D117 naderen, zien we boven het Bos van de Rouesses onheilspellende bewolking op ons af komen. Tot nu toe was het nog heel mooi en warm zomerweer met een aangenaam briesje. Maar het begint harder te waaien en de wolken wijzen op naderend onweer. Bij de D117 staat een dode boom, waarvan de stam geheel is bedekt met klimop. De boom tekent waarschuwend af tegen de dreigende bewolking verderop. De eerste regendruppels vallen als wij de beschutting van het Bos van de Rouesses zoeken en vinden.

We volgen een kaarsrecht bospad in zuidwestelijke richting. Bij de eerste open plek in het bos, waar op de veelsprong verschillende bospaden bij elkaar komen, ontmoeten we de Franse pelgrim die we gisteren onderweg en later ook bij ons op de camping in Varzy ontmoetten. Ze rust hier op het snijpunt van bospaden enige tijd. Ze heeft via haar telefoon op internet de weerradar geraadpleegd en vertelt ons dat er regen op komst is. Volgens ons – als we zo naar de lucht kijken – zal die gepaard gaan met onweer. De Franse begint haar spullen in te pakken en wij gaan alvast verder het bos in.

Het bospad is goed begaanbaar. Hier en daar zien we prachtig bemoste bosgrond. Af en toe valt er een regendruppel tussen de boombladeren door, maar de zon beschijnt het mos ook nog schilderachtig mooi.
Ongeveer 6 kilometer voorbij de Vijver van La Ferrauderie begint het steeds harder te regenen, nog voordat we de boerderij Bellevue bereikt hebben. Vanuit het westen horen we enkele zware donderslagen. We schuilen even onder het bladerendek van een boom en een paraplu totdat het weer enigszins droog is. Als we de boerderij Bellevue passeren, maakt een grote erfhond ons duidelijk dat het niet op prijs wordt gesteld dat wij zijn erf betreden, maar ja, dat waren we ook al niet van plan.
Voorbij boerderij Bellevue begint het flink te regenen, dus we schuilen even met onze beide paraplu's, waarbij we met onze rug tegen een een hoogopgaande haag staan om ons te beschermen tegen doorslaande regen en wind. Spoedig is het droog en kunnen we verder over de asfaltweg van Bellevue naar de N151.

We volgen de N151 ongeveer 200 meter en wandelen dan Châteauneuf-Val-de-Bargis in.
Boven het heuvelgebied achter Châteauneuf-Val-de-Bargis zien we nog een aantal bliksemflitsen in het westen. Vanuit het oosten komen de donderslagen. Het blijft nu droog.
Wij lopen aan de noordoostzijde achter het dorp langs, voorbij het kerkhof en langs de sportvelden, in de richting van de dorpskerk.
Spoedig arriveren we na 1,5 kilometer bij de N151 midden in Châteauneuf-Val-de-Bargis op het dorpsplein vóór de Mairie, het gemeentehuis, waarvoor we vanmorgen vroeg onze auto stalden.
De bewoners van dit dorp zijn zich er terdege van bewust dat ze hier aan de route van het pelgrimspad naar Santiago de Compostela wonen en werken. Zo heeft bijvoorbeeld de dorpsbakker één van zijn twee etalages geheel ingericht met allerlei zaken die met pelgrimeren naar Santiago de Compostela te maken hebben. Naast het gemeentehuis kun je ten behoeve van een overnachting een kamer met ontbijt verkrijgen. Boven de toegangsdeur van dit logiesadres hangt een groot gevelbord met het opschrift “l’Etape de Compostelle”. En op de gevel van het gemeentehuis hangt een groot informatiebord over de “Chemins de Saint-Jacques-de-Compostelle”. Daarop staat een mooi geïllustreerde routekaart van het tracé van Vézelay via Varzy (maar ook de variant via Clamecy) naar Nevers, waarbij uiteraard een prominente pop up is afgebeeld van het dorp waarin je je nu bevindt: Châteauneuf-Val-de-Bargis.

We hebben wederom een mooie wandeldag achter de rug. Mooi weer, en dat beetje regen heeft de pret niet gedrukt. Voorts een mooi gevarieerde route over prima toegankelijke paden met geleidelijke klim- en daaltracé's. Al met al een mooie wandeldag van 23,5 kilometer.

Geen opmerkingen: