donderdag 21 maart 2024

Stormvloeden en Scheepsrampen

Donderdagmiddag 21 maart 2024
 
Lezing van Yftinus van Popta in Tresoar


Lunchlezing van Yftinus van Popta in Tresoar
Aan het begin van deze middag zijn Durkje en ik aanwezig bij de Lunchlezing, die plaatsvindt in Tresoar te Leeuwarden.
De spreker van vandaag is de maritiem archeoloog-onderzoeker Yftinus van Popta
Hij richt zijn lezing op het ontstaan van de Zuiderzee, ruim duizend jaar geleden. 
  • Wat zijn de gevolgen daarvan? 
Dorpen verdronken, land verdween en de scheepvaart en handel bloeide op. 
  • Hoe gingen onze voorouders daarmee om?
Wreedheden van de Zuiderzee 
Nederland is een waar waterland. Al eeuwenlang zijn haar landschap en bewoners verbonden met het water, soms liefdevol, soms vol van angst en vaak met ontzag. Dat alles komt samen in het maritieme hart van Nederland: het Zuiderzeegebied. 
Stormvloeden zorgden daar in de Middeleeuwen voor het verlies van land en nederzettingen (land werd zee), maar die creëerden ook nieuwe maritieme handelsroutes, die op termijn voor welvaart en voorspoed zouden zorgen. Eeuwenlang was de Zuiderzee daardoor het maritieme knooppunt van Nederland. 
Vele duizenden schepen hadden deze binnenzee nodig om hun bestemming in Nederland te bereiken. Ze kwamen daar echter lang niet allemaal aan, want het gevaar lag altijd op de loer. 
Ondiep vaarwater, zandbanken en plotselinge weersveranderingen zorgden voor veel scheepsrampen. Niet voor niets is Flevoland dan ook het grootste scheepskerkhof op land ter wereld. Tot nu toe zijn daar al ruim 450 scheepswrakken in de voormalige zeebodem aangetroffen.

Ruimtelijk en archeohistorisch perspectief
Popta’s lunchlezing volgt de uitkomsten van nieuw maritiem archeologisch onderzoek, dat zich enerzijds richt op de veranderingen in het landschap (land werd zee) en anderzijds op de gebeurtenissen die op zee plaatsvonden (scheepsrampen). 
Eerst toont Yftinus aan hoe het Zuiderzeegebied transformeerde van een onontgonnen en onbewoond veengebied naar open zee, waarbij nagenoeg alle resten van tussentijdse ontginning, landbewerking en bewoning werden opgeruimd. Boeren, handelaren, heren en uiteindelijk ook vissers leerden daarin omgaan met het water.
Daarnaast besteedt hij aandacht aan de vele scheepswrakken van Flevoland. Van veel wrakken zijn alleen objectieve gegevens bekend, zoals het scheepstype en de ondergangsperiode, waardoor het vrij statische houten constructies blijven. Dat neemt niet weg dat achter ieder wrak een persoonlijk verhaal schuilgaat van een ramp en leed. Om dat te kunnen achterhalen, moet allereerst de identiteit (naam) van het wrak en van de opvarenden worden vastgesteld, wat veelal onmogelijk blijkt te zijn. Lukt het wel, dan ontstaat een zeer levendig en persoonlijk verhaal van hetgeen zich ooit op het water afspeelde. 
Tijdens deze lezing wordt zo’n verhaal (met een duidelijk Friese, Sneker connectie) aangehaald.

De verdronken dorpen van de Noordoostpolder
Archeologisch onderzoek is voorheen teveel gericht geweest op de scheepswrakken, in plaats van op het maritieme landschap. 
Yftinus van Popta onderzocht de late Middeleeuwen (van 1100-1400), en deed dat met een nieuwe methode, waarbij de archeologie boven de geologie werd gesteld.
Zijn aanpak was interdisciplinair en ruimtelijk, met elementen van archeologie, landschapsgeschiedenis, geologie en historische geografie.
Hij begon met de reconstructie van het landschap rond het jaar 1100, liggende tussen de bekende zee- en landkaarten over de vermeende situatie van de jaren 800 en 1500.
Van Popta kon gebruik maken van de bewoningssporen van de late Middeleeuwen, zoals bijvoorbeeld: dakpannen, dierenresten, gebruiksvoorwerpen.

Historie van de Zuiderzee
  • De Zuiderzee was het maritieme hart van Nederland. 
  • In de Zuiderzee vind je een nieuwe bodem op oud land. 
  • Na de ijsbedekking ontstond hier een poolwoestijn, en daarna hoogveen, laagveen (het Flevomeer in de tijd van de Romeinen), en toen meren die aan elkaar groeiden (tot Almere), waardoor tenslotte zee onstond.
  • Yftinus van Popta onderzocht de periode van de meren (800 na Christus) tot de zee (1500 na Christus).
  • De Zuiderzee was in dat tijdperk een maritiem verkeersknooppunt, dat overigens ook voor dood en verderf stond qua scheepsrampen.
  • De Zuiderzee is steeds verder getransformeerd. Haar veengebieden werd ontwaterd, ontgonnen en bedijkt, maar door de inklinking van het veen kon het lage land tijdens de stormvloeden in de late Middeleeuwen overstromen, met verdrinking van mensen en nederzettingen als gevolg.
  • Hij ging heel veel data verzamelen, onder andere aangaande de 400 bekende scheepswrakken. Daarbij liet hij op een kaart zien waar die scheepswrakken voornamelijk liggen.
  • In de Oostvaardersplassen zouden trouwens wellicht ook nog wel zo’n 40 scheepswrakken moeten liggen, maar daar mag je ze niet opgraven, omdat het een natuurreservaat is.
  • Kuinre en Schokland waren duidelijk al oude bewoningsplekken, maar er zijn zeker ook nog enkele andere plekken geweest van bewoning, die nog niet onderzocht zijn.
  • Van Popta heeft tijdens zijn onderzoek heel veel materiaal en onderzoekstechnieken gebruikt, om zicht te krijgen op de ondergrond van de polder. 
  • Als je alle ingetekende kaarten (van de diverse onderzoekslagen) over elkaar heen legt in het GIS-programma, dan rolt daar een reconstructie uit van hoe de Noordoostpolder er vroeger uit moet hebben gezien in de tijdperken 1100 en 1400.
  • Vóór Kuinre moet eeuwen geleden al een heel groot schiereiland van veen hebben gelegen. 
  • Urk en Schokland zijn vroeger veel groter geweest dan voorheen (tot voor kort nog) werd gedacht. 
  • Door deze vorm van onderzoek spoor je resten van bewoning en van ontginning op. Op zo'n plek ga je dan graven, niet alleen in oude documenten (bijvoorbeeld uit het Friese Sint-Odulphusklooster), maar uiteraard ook in de grond. 
  • Het eerste Fenehuysen (dat is verdronken in zee, en later elders opnieuw gebouwd), Marcnesse en Nagele zijn in dit gebied drie oorspronkelijke dorpen. In die gebieden werden in het kader van het onderzoek middeleeuwse sloten opgegraven. Daarin - zo bleek toen - lieten mensen vroeger hun afval achter, zoals bijvoorbeeld: baksteen, glas, verbrand klei, kogelpotten; ook wel 'nederzettingsruis' genoemd.
  • Het Fenehuysen 1 is verdronken in de 17e eeuw, en daarom landinwaarts opgeschoven naar Fenehuysen 2, en vervolgens ook nog naar Fenehuysen 3. De sporen in de bodem op deze drie locaties wijzen op de opeenvolgende tijden en fasen van deze vreogere bewoningsplaatsen Fenehuysen.
  • Zo ontstond op grond van Yftinus zijn onderzoek een nieuwe interpretatie en beleving van het laatmiddeleeuwse noordoostelijke Zuiderzeegebied.
De ondergang van een Sneker stoomschip op de Zuiderzee
  • Eén van de wrakken die in de voormalige Zuiderzee is gevonden, was van een houten stoomschip uit Sneek, van jonge datum, geheel met stort (blik) bekleed. 
  • De vondst van dit scheepswrak werd aanvankelijk van weinig belang geacht, en derhalve werd het wrak geruimd door de pachter van de grond waarop dit scheepswrak was aangetroffen. In dat wrak werd toen ook een kalender van 1921 gevonden, een postzegelalbum, en heel veel kachelonderdelen (hetgeen namelijk de lading van dit schip was).
  • Zo’n wrak kun je nog wel identificeren met oude documenten, want gezien de kalender moet het schip zo rond 1921 zijn vergaan.
  • Bij nader onderzoek door Yftinus bleek dat ten zuiden van Lemmer in 1921 inderdaad een schip was vergaan, genaamd de 'Reserve 1', van wie de eigenaar nota bene ook bekend was. 
  • De oorspronkelijke wrak-onderzoeker stopte vroeger zijn onderzoek, maar Yftinus van Popta pakte dat onderzoek tientallen jaren later weer op, daarbij vervolgens ook gebruik makend van nieuwe bronnen.
  • Toen bleek dat op 11 september 1921 inderdaad een stoomschip met kachelonderdelen was vergaan. Een zekere Klaas Weissenbach was de schipper van de Reserve 1. 
  • Klaas Weissenbach voer van Kampen naar Sneek, en kwam daarbij op de Zuiderzee in een zware storm terecht. Zijn schip Reserve 1 raakt daarbij onbestuurbaar, raakt vast en zonk. Een zekere Jacob Tijsseling redde de bemanning.
  • Over deze scheepsramp is recent een gedramatiseerde podcast gemaakt in de podcast-serie 'Het Wrakke Water'.
  • Zo zie je dat achter elk scheepswrak een verhaal schuilt, maar ja, het probleem is om dat verhaal te achterhalen.
  • Bij dergelijk scheepsramp-onderzoek ontdek je vaak veel persoonlijk leed en dramatische gebeurtenissen.
  • Soms kun je aan de hand van hele kleine details uiteindelijk veel te weten krijgen.
  • Dit alles draag ook bij aan de geschiedenis van het verhaal van Flevoland.

Geen opmerkingen: