Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Saint-Sauvant naar Sepvret
Zaterdag 22 juli 2023 – 22 km.
Dag 28: 584,5 – 606,5 km.
Stil op straat op de vroege zaterdagochtend
Wij gaan vandaag in Saint-Sauvant beginnen met de vierde dag van de voor ons dit jaar nog 28 resterende etappes van de Via Turonensis. Onze etappe van vandaag loopt tot in Sepvret.
De wekker wekt ons vanmorgen om 6:00 uur in onze caravan op Municipal Camping de Vauchiron in het Franse Lusignan.
Het wordt vandaag een prachtig zomerse dag om te wandelen, want als we vanmorgen vanaf de camping vertrekken, is het 11 graden Celsius, en de temperatuur loopt vanmiddag op tot 26 graden Celsius. We lopen bij een nagenoeg onbewolkte lucht, maar naarmate de dag vordert, neemt de bewolking iets toe, en begint het harder te waaien. Het blijft de hele wandeldag heel mooi zomerweer. Als je het mocht kiezen, zou je dit weer kiezen.
Na het ontbijt verlaten we in onze auto - met achter op het fietsenrek de twee fietsen - om 7:10 uur de camping, om dan eerst van Lusignan naar Sepvret te rijden. Daar parkeren we onze auto tussen de begraafplaats en de Mairie.
Dan fietsen we de 15,2 kilometers van Sepvret naar Saint-Sauvant.
Onze fietsen stallen we in het dorpscentrum van Saint-Sauvant, op het dorpsplein vóór de Mairie, en dan maken we ons klaar voor vertrek.
Ondertussen komen de dorpsbewoners naar de épicerie (kruidenier) tegenover de Mairie, om daar met name hun stokbrood voor de dag te halen. Verder is het stil op straat, op deze vroege zaterdagochtend.
Van Saint-Sauvant naar Jassay
Om 8:45 uur begint onze etappe in het dorpscentrum van Saint-Sauvant.
In een schuur van één van de woningen zie ik een oud houten rijtuig staan.
We wandelen het dorp uit, en gaan dan eerst naar de driesprong waar we gisteren zijn gestopt, om hier vandaag verder te gaan.
Vanuit Saint-Sauvant lopen we eerst naar het gehucht Chiré, waar een grote manage is gevestigd.
Als we langs de manage lopen, springt een waakhond aan de andere kant van de weg boven op een stenen tuinmuur, om ons blaffend in de gaten te houden.
Aan de andere zijde van de D29 gaan we het open veld in. We lopen hier over karrensporen tussen eindeloze graanstoppelakkers. Hier en daar is het stro al ingepakt in de welbekende grote ronde strobalen.
Hier ergens verlaten we het Franse departement La Vienne, en lopen we het departement Deux-Sèvres binnen.
Voorbij een waterreservoir wandelen we het buurtschap Jassay binnen.
Jassay is maar klein, dus we zijn er ook snel al weer uit. Aan de rand van het gehucht zien we iets van de weg af een met een ijzeren hekwerk omheinde kleine begraafplaats, weer zo’n kleine protestantse familiebegraafplaats, die je hier regelmatig ziet op particuliere terreinen.
Witter naar Chenay
Aan het eind van Les Champs Raux zien we een tractor met hoge snelheid over een steenachtig pad rijden, een enorme steenstofwolk achter zich latend. Gelukkig is die stofwolk al verdwenen op het moment dat wij even later dat steentjespad op gaan. Een heel lang wit recht landbouwpad ligt vóór ons.
Van het witte steenstof worden onze wandelschoenen wit, maar ook de planten – zelfs de bloeiende bloemen - in de berm zijn al bedekt met een witte steenstoflaag.
Het volgende buurtschap waar we doorheen wandelen, is Le Breuil de Chenay.
Over een smalle asfaltweg gaat het dan verder naar Chenay. Aan de dorpsrand van Chenay draaien we af naar de D950.
Boven ons cirkelt een para-motor, afkomstig van de plaatselijke luchtvaartschool aan de overzijde van de D950.
Door de Rue des Pélerins wandelen we Chenay binnen, op naar de 11e eeuwse dorpskerk, die overigens gesloten blijkt te zijn.
Onze wandelgids meldt dat we hier koffie zouden kunnen drinken. Langs de D950 – die door het dorp gaat – zien we dat het café al lange tijd is gesloten, en het plaatselijke restaurant gaat vanavond pas om 18:30 uur open. Daarom doen we een tweede koffiestop-poging in een zijstraat bij de Mairie, het dorpshuis en de dorpsbibliotheek, maar ook die blijken op deze zaterdagochtend alle gesloten. Een vrouw komt aanrijden in een auto, en vraagt of ze ons kan helpen. Op onze vraag of we hier in het dorp koffie kunnen drinken, antwoordt ze ontkennend. Daarom lopen we het dorpsparkje in tegenover de Mairie, waar we op een koele stenen bank in de schaduw onze broodjespauze beleggen. Zo kan het ook met het door ons voor onderweg meegenomen eten en drinken.
Van Plaisance naar Brieuil
Aan de westzijde van de D950 verlaten we Chenay. Als we vlakbij Plaisance het beekje Ruisseau de Foucault oversteken, gaat de routevariant (die we niet nemen) rechtdoor, en onze originele route gaat een heel mooi smal singelpad op.
Dit met veel mos bedekt pad door de singel is prachtig om te bewandelen.
Verderop, in het open veld, komen we langs een enorme akker met zonnebloemen.
Deze ‘tournesols’ bloeien uitbundig in de volle zon, en de bijen maken dankbaar gebruik van de kans om de grote bloemen te bezoeken.
Op de open plekken tussen de zonnebloemen, bloeit de witte winde rijkelijk.
Even later wandelen we het gehucht Brieuil binnen.
Buiten Brieuil klimmen we in het open veld heuvelopwaarts, tot bij een prachtig panoramapunt. Hier hebben we een schitterend uitzicht over de akkerlanden achter ons.
Naar La Lussaudière en Foucault
We steken de D45 over, en gaan dan heuvelopwaarts, om bijna boven aangekomen, onze route te vervolgen over het mooie kampad over de heuvelrug in zuidoostelijke richting.
Tussen akkers met zonnebloemen en graanstoppels gaat het voort, met een schitterend vergezicht over de veel lager gelegen delen links van ons.
We steken een asfaltweggetje over, en lopen dan door het buurtschap La Lussaudière.
Daarna volgt een schitterend traject over hellingpaden langs een prachtige bosrand en door singels. Even later komen we aan in het gehucht Foucault.
Tegen een schuur is een groot aantal oude dakpannen opgestapeld.
Op het eerste gezicht ziet het buurtschap er onbewoond uit. Aan de geveldecoratie van één van de huizengevels is te zien dat hier voorheen welvarende mensen hebben gewoond. Veel van de muurdecoratie is geruïneerd, alsof dat het resultaat is van een beeldenstorm.
Contrastrijk
Het volgende buurtschap dat we doorkruisen, is – getuige het mooie glaskunstwerk met daarin de naam van het gehucht - La Maisonnière.
De moderne uitstraling van de glaskunst aan de ene kant van het gehucht, staat in schril contract met het imago van een autowrak aan de andere kant van het buurtschap. Positief gesteld zou je de overwoekerde Renault een oldtimer kunnen noemen. Maar dan wel een oldtimer waar bijna geen eer meer aan te behalen is.
Het volgende buurtschap dat we doorkruisen, is Brégion.
Voorbij Brégion volgt nog een schilderachtig mooie route over smalle paden door een heuvelachtig agrarisch landschap. We gaan hier voort over prachtige bospaden langs de oostelijke rand van het Bois de Saint-Martin.
Verderop stroomt een iele waterloop langs het bospad, dat uiteindelijk uitstroomt in een smalle beek, de Sèvre Niortaise, die wij oversteken via enkele grote natuursteenblokken.
Aankomst in Sepvret
Dan wandelen we voorbij Le Grand-Moulin en na het buurtschap Bireau het dorpje Sepvret binnen, ter hoogte van het Château van Sepvret.
We volgen de D108 die door het dorp loopt, en arriveren even later om 13:45 uur bij de Mairie van Sepvret, waar we vanmorgen onze auto hebben achtergelaten.
Naast de Mairie staat een stokbroden-automaat, waar een dorpsbewoner een baguette uit koopt en haalt.
Op een bankje eten we ons laatste brood, en dan stappen we in onze auto, en rijden we van Sepvret naar Saint-Sauvant terug. Daar laden we onze fietsen op het fietsenrek, en tot slot rijden we dan vanuit Saint-Sauvant terug naar de camping in Lusignan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten