Lezing van Arjen Dijkstra over Eise Eisinga en zijn Planetarium |
Het echte verhaal over Eise Eisinga
Op 17 maart 1780 schreef de Franeker hoogleraar Jean Henri van Swinden een brief over een wonderlijke ontdekking die hij in zijn eigen stad had gedaan. Een paar straten van zijn woonhuis had een meester wolkammer een reusachtig planetarium gebouwd, in zijn woonkamer.
Delen van die brief werden over de hele wereld gelezen, en die zouden voor altijd het beeld van het Planetarium en van Eise Eisinga bepalen.
In de loop van de geschiedenis werd de prestatie van Eisinga steeds romantischer ingekleurd: hij zou alleen hebben gewerkt, zonder hulp van anderen zich de wiskunde hebben eigen gemaakt, hij had zelfs al op jonge leeftijd wiskundeboeken geschreven.
- Maar hoe zat het nu precies?
- Van wie had hij wiskunde en astronomie geleerd?
Een spectaculaire vondst
Vanavond gaat biograaf Arjen Dijkstra in zijn Studium Generale Leeuwarden-lezing in De Beurs te Leeuwarden in op het verhaal achter het ontstaan van het Planetarium en op het leven van Eise Eisinga.
- Wat weten we over deze ‘hemelbouwer’?
Dijkstra deed onlangs een spectaculaire vondst, die het leven van Eisinga in een heel nieuw perspectief plaatst.
We kunnen daardoor veel leren over de plek van wiskunde en wetenschap in Fryslân aan het einde van de achttiende eeuw.
Arjen Dijkstra (1979) is directeur van Tresoar te Leeuwarden. Dijkstra is gespecialiseerd in de geschiedenis van de wetenschap. Hij werkte acht jaar, met tussenpozen, aan een onderzoek naar het leven van Eise Eisinga. In 2021 publiceerde hij ‘De Hemelbouwer’: een biografie over Eise Eisinga. Daarnaast publiceerde hij samen met Mark Hektor ‘It Himelbouwerke’: een kinderboek over het ontstaan van het Franeker Planetarium’.
Beter zicht op Eisinga
Arjen Dijkstra geeft aan het begin van zijn presentatie aan dat hij al meer dan honderd lezingen over Eise Eisinga heeft gehouden, na zijn acht jaar durende studie over Eisinga en zijn Planetarium.
- Opmerkelijk is dat Dijkstra nog nooit een in het Fries geschreven tekst van de Fries Eisinga heeft aangetroffen, zelfs niet een kort briefje. Eisinga communiceerde namelijk in het Nederlands.
- Melk- en wolproducten waren in Eisinga’s tijd (in de 18e eeuw) voor Franeker heel belangrijk, en zo ook de Franeker universiteit.
- Bij een inventarisatie van Dijkstra blijkt dat nagenoeg alle gasten hier vanavond aanwezig wel eens het Planetarium hebben bezocht. Zo'n hoge bezoekersscore maakt Dijkstra niet vaak mee.
- Theologie, Medicijnen en Rechten kon je studeren in de Franeker Universiteit. Voorafgaand deed je dan eerst nog een breder geöriënteerde propedeuse-opleiding.
- In die tijd was er aan de Franeker universiteit overigens ook een wiskunde-studieprogramma, dat vooraf ging aan een universitaire wiskunde-opleiding, waarmee je na je afstuderen beroepen kon uitoefenen waarbij je (op grond van je wiskunde-diploma) moest worden ingezworen, bijvoorbeeld voor meet-werkzaamheden.
- Je had indertijd in Franeker twee afzonderlijke entiteiten, namelijk de universiteit en de stad, die tamelijk langs elkaar heen leefden in de stad.
- Eisinga was meester-wolkammer, en had daardoor een vooraanstaande positie.
- Eisinga heeft echter - in tegenstelling van wat ooit werd gedacht - nooit wiskunde aan de Franeker universiteit gestudeerd.
- Onlangs werd een vroedschapslepel uit 1777 gekocht, waarin de naam van Eise Eisinga is gegraveerd. Deze beide lepels zullen te zijner tijd worden tentoongesteld in Franeker. Eisinga was lid van het Franeker vroedschap: zijnde het bestuur van de stad, dus hij was dus welzeker een man van - op z'n Fries - ‘kwizekwânsje’.
- De vader van Eise was ook een vooraanstaand man, namelijk in het Friese Dronryp. Eise woonde vroeger in Dronryp. Zijn vader breidde zijn wolkammersbedrijf uit door vanuit Dronryp een wolkammerij in Franeker te stichten. Eise was toen 24 jaar oud, en ging daar aan het werk.
- Zijn vader bouwde een driemaster-schip. Zelf iets maken, zat dus wel in de familie; Eise had het dus niet van een vreemde.
- Wolkammers warmden ijzeren kannen op, en haalden die door de wol, waardoor die soepel en optimaal bewerkbaar werd.
- Eisinga had zo in de loop van een jaar wel vierhonderd mensen aan het werk, die afzonderlijk de wolpartijen van en voor Eise verwerkten. Eisinga is waarschijnlijk niet zelf actief geweest als wolkammer, maar hij verrichte wel veel andere taken, bijvoorbeeld bestuurstaken voor het Franeker vroedschap.
- Mensen hebben indertijd al heel snel in de gaten gehad hoe belangrijk Eisinga was, want er is vroeger ook al veel van en over Eisinga bewaard.
Het Franeker Planetarium
In 1774 begint Eisinga met de bouw van zijn Planetarium, in zijn huis in het centrum van Franeker op een toplocatie.
Van Eisinga zijn ook verschillende handschriften bewaard gebleven, onder andere een wiskunde-boek dat Eise al schreef op veertienjarige leeftijd.
De blauwverver Willem Wytzes was Eises wiskundeleraar. Wytzes had zijn wiskunde-kennis, -inzichten en -vaardigheden als student aan de Franeker universiteit verkregen uit de wiskundeboeken tijdens zijn opleiding aan de Franeker Universiteit.
Arjen Dijkstra herkende in Tresoar onlangs bij toeval het handschrift van een zekere W.W. (dat bleek Willem Wytzes te zijn), en herkende daarin de bij Dijkstra al wel bekend zijnde handschriften van Eise Eisinga. In beide handschriften staan namelijk exact dezelfde wiskunde-sommen en bijbehorende figuren. Conclusie is derhalve dat Eise Eisinga leerling was van Willem Wytzes, die zelf dus wel aan de Franeker Universiteit heeft gestudeerd.
Eise rekende ooit eens alle zonsverduisteringen in de regio van Dronryp uit. Dat is ingewikkeld werk, en dat zegt ons dus wel dat Eise Eisinga in zijn tijd zeker een bijzondere man is geweest.
Eisinga was 'in man fan kwizekwânsje'
- Op 8 mei 1774 zouden - zo werd indertijd beweerd - de planeten Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en de maan 'in conjunctie staan' en dus op elkaar botsen. Dat zou dan wel eens het eind van de wereld kunnen zijn. De Leeuwarder Courant publiceerde in die tijd derhalve dan ook dat het einde ter tijden er aan kwam. Daarover ontstond weliswaar geen paniek, maar het gaf wel de nodige consternatie. Het zorgde dan ook wel voor de nodige betekenis dat Eise Eisinga zijn Planetarium bouwen, waarmee werd aangetoond dat de stand van de planeten in die tijd niet het einde van de wereld zou betekenen.
- De Franeker hoogleraar Van Swinden ontdekte al in een vroeg stadium wat Eise in zijn eigen huis had gemaakt, namelijk een tegen zijn kamerplafond met krijt getekend planetarium, dat toen dus nog niet helemaal klaar was. Van Swinden was - zo schrijft hij - onder de indruk van het feit dat in dit planetarium de maan om de aarde draait.
- In 1780 schrijft Van Swinden in een brief over zijn ontdekking van het Planetarium, dat hij daarin een 'nieuwe astronomische machine' noemt. Zelfs in Amerika schreven de kranten daarna over het werk van Eise Eisinga. En Van Swinden schrijft daarna ook nog een boekje (in 1780) over het werk van Eise Eisinga.
- Eise Eisinga was één van de eerste zes Nederlandse 'Broeders in de Orde van de Nederlandse Leeuw', dus een uitermate gewaardeerd man.
- Eisinga is ook nog lid geweest van het provinciaal bestuur, namelijk van de provinciale staten van Franeker, kortom ook politiek bouwde Eise een mooie carrière op, later zelfs óók op landelijk nivo.
- Eisinga is weliswaar nooit student van de Franeker universiteit geweest, maar hij was later wel curator – bestuurder – van die universiteit.
- Vermoedelijk is hij nooit student aan de Franeker universiteit geweest omdat die studie Eise Eisinga niet het perspectief zou bieden dat hij qua loopbaan mogelijk voor ogen had.
- "God is overal en altijd aanwezig". Dat schreef de godvrezende Eise Eisinga - naar analogie van dezelfde spreuk in de Franeker universiteit - ook in zijn Planetarium.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten