vrijdag 31 juli 2020

Pelgrimeren van Lauw naar Lens-Saint-Remy

Donderdag 9 juli 2020
Wandelen tussen eindeloze akkers
























Pelgrimsroute van Maaseik naar Saint-Quentin
Via Limburgica van Maaseik naar Dassoulx
Van Lauw naar Lens-Saint-Remy
Donderdag 9 juli 2020 – 25,6 km.
Dag 4: 73,2 – 98,8 km

Starten in Lauw
De wekker wekt ons om 6:15 uur in onze caravan op Camping Kikmolen in Opgrimbie. Na het ontbijt rijden Durkje en ik met onze auto van Opgrimbie naar Reek, waar we de huurauto afhalen. Daarna rijden we met beide auto’s door naar Lens-Saint-Remy, waar we onze auto parkeren bij de kapel Le Carmel van het vroegere plaatselijke begijnenhof. En dan rijden we met de andere auto terug naar Lauw, waar we de huurauto nabij de dorpskerk parkeren.
We gaan vandaag pelgrimeren van Lauw naar Lens-Saint-Remy, dat aan de overzijde van de Vlaams(Nederlands)-Waalse(Franse) taalgrens in België ligt.
Vanmorgen vroeg heeft het af en toe licht geregend. Gisteren was de weersvoorspelling nog dat het vandaag nagenoeg de hele dag zou regenen, maar vandaag wordt gezegd dat het bijna de hele dag droog zal blijven. Het is vanmorgen bij ons vertrek in Lauw 18 graden Celsius.
We beginnen vandaag in Lauw bij de in verhouding grote Sint-Pieterskerk, die als gevolg van de Corona-crisis ook vandaag gesloten blijft. De vieringen zijn inmiddels wel weer hervat in deze neogotische dorpskerk.

Over de taalgrens
Vanaf het moment dat we Lauw uit lopen, wandelen we langs het riviertje de Jeker, door de Franstaligen verderop de Geer genoemd. De Vlaamse Milieumaatschappij heeft de Jeker vlak buiten Lauw over enkele tientallen meters verbreed, om mede daarmee een gecontroleerd overstromingsgebied te creëren. Wij volgen het smalle wandelpad langs de Jeker.
We passeren nu de Vlaams-Waalse taalgrens. In de ontmoetingen onderweg merken we dat hier inderdaad sprake is van een abrupte taalscheiding.
Voordat we het dorp Otrange bereiken, passeren we nog een replica van de Lourdesgrot, gebouwd aan de Jeker.
In Otrange lopen we langs de hooggelegen dorpskerk.
We vervolgen onze weg niet aan de zuidzijde, maar aan de noordzijde van de Geer, dus zo wandelen we van het centrum van Otrange naar het dorpscentrum van Oreye. In het dorpscentrum komen we langs de kerk, waar we naar binnen gaan. Deze kerk heeft hele mooie glas-in-lood-ramen, die rondom de geboorte, het leven en sterven van Jezus Christus afbeelden.

Van dorp naar dorp, van kerk naar kerk
Vanuit het centrum van Oreye lopen we langs de N3 naar de doorgaande route van de Via Limburgica. Het eerste dorp dat we daarna bereiken, is Lens-sur-Geer. We klimmen de verhoging op, naar de Sint-Hubertuskerk, maar helaas is ook deze kerk wegens Corona-voorzorgsmaatregelen gesloten.
Daarna komen we in Grandville. Vanaf het kruispunt waar wij het dorp direct al weer uit moeten, zien we verderop nog wel de dorpskerk van Grandville.
Vanuit Grandville volgt een mooie route tussen de akkers door naar het dorpje Bergilers.
Op het dorpspleintje zijn drie jonge gemeentewerkers bezig om onkruid te wieden en om het langs de randen van het openbaar groen met branders te laten verdwijnen. Wij passeren hen om naar boven te lopen, naar de plaatselijke Onze Lieve Vrouwkerk.
Die blijkt gesloten te zijn en het kerkhof rondom de kerk ligt er zieltogend bij; geheel overwoekerd door kruiden en struiken. Op dat verwaarloosde kerkhof staat een wit standbeeld van de heilige Sint Christoffel, de patroonheilige van de reizigers, en daarmee ook van de pelgrims, en dus eveneens voor ons.
Op een muurtje van het  toegangspad van de kerk pauzeren we in de heerlijk schijnende zon. Een groot verschil met gisteren. Toen hebben we nagenoeg de hele dag in de regen gelopen, en vandaag hadden we maar heel even enkele regendruppeltjes, en daarna alleen mooi fris zomers weer met heel regelmatig zonnige perioden.
Bruggetje over de Geer in Bergilers
Voorbij deze kerk steken we de Geer over via een kleine ijzeren brug, en daarna lopen we Bergilers uit in de richting van de drukke verkeersweg N69.

Tussen kleurrijke akkers naar Lantremange en Oleye
Aan de overzijde van de N69 gaan we een smal betonnen landweggetje op, dat slingerend tussen de akkers ligt. Hier en daar moeten we even over een akkerrand lopen waar het betonweggetje over de volle breedte onder een grote waterplas van enkele centimeters diepte ligt. Het wandelt hier prachtig in het open landschap. Zover je kunt zien allerlei akkers met onder andere aardappelen, suikerbieten, bonen, kool en heel veel graan. In de groene scheiding tussen akker en weg bloeien vele planten, zoals korenbloem, kamille en klaproos. In combinatie met enerzijds graanvelden en anderzijds bloeiende aardappelvelden is dat een zonovergoten schilderachtig schouwspel.
Het eerstvolgende dorp dat wij bezoeken, is Lantremange. Tegen de toegangspartij van de Sint-Sebastiaanskerk van Lantremange zit een groep gemeentewerkers in gele werkjassen te pauzeren.
Het volgende dorpje dat we door lopen, is Oleye,

Vallend pleisterwerk en houtconstructie
En dan komt de stad Waremme in zicht. Eerst gaan we over de E40, en dan wandelen we al spoedig Waremme binnen. Durkje en ik verlaten hier voor even de doorgaande pelgrimsroute, omdat we eerst in het centrum van Waremme een koffiepauze willen inlassen. Op weg naar het stadsplein bezoeken we eerst de Sint-Pieterskerk van Waremme. Als we de kerk in komen, valt op dat vlak vóór het koor het dak van de kerk niet wordt gedragen door stenen pilaren, maar door een metalen pilarenconstructie. Zoals zo vaak, ga ik weer tegen de wijzers van de klok mijn gebruikelijke ronde door de kerk lopen. Als ik bij het koor kom, valt me direct op dat de kerkvloer bij het koor bezaaid  ligt met grote en kleine stukken dik pleisterwerk. Aan de vorm kun je zien dat het op de stenen kerkvloer aan gruzelementen is gevallen. Als ik omhoog kijk, zie ik een groot gat in het plafond van de kerk. Dan zie ik daar dat het houtwerk waaraan het plafondpleisterwerk hangt het heeft begeven, en dat het pleisterwerk met afgebroken delen hout op de kerkvloer is gevallen.
We verlaten de kerk, want hier is het onveilig onder dit wrakke bepleisterde plafond.

Waremme
Als we even later op het stadsplein een plekje op een buitenterras hebben gevonden, en koffie hebben besteld, wandel ik even naar de VVV van Waremme, ook aan dit plein.
Bij de VVV-medewerker vraag ik om een stempel voor onze pelgrimspaspoorten. De VVV-medewerker verontschuldigt zich voor het feit dat hij alleen maar een VVV-stempel heeft en geen pelgrimsstempel, maar voor ons is dat geen probleem, dus zet hij zijn stempel in onze credentials.
Ook vertel ik hem dat ik zojuist heb ontdekt dat een deel van het plafond van de Sint-Pieterskerk op de kerkvloer stuk is gevallen, dat de kerkdeur nog open staat, en dat het voor bezoekers nu toch te gevaarlijk wordt om door de kerk te lopen. Er zou immers zo nog een deel van het plafond naar beneden kunnen vallen. De VVV-medewerker bedankt me voor deze melding, en zal nu direct iemand bellen om de kerk te checken, opdat die bij genoemd gevaar direct gesloten wordt.
Als we koffie hebben gedronken, lopen we terug naar de pelgrimsroute, en hervatten onze etappe. Daarbij komen we langs het sportcomplex van Waremme, en aan het eind van dit sportcomplex nemen we plaats op een zitbank bij de sportvisvijver, waar we iets eten alvorens we verder gaan. In de vijver zien we dikke karpers zwemmen, en af en toe komt een waterschildpad even boven water kijken.

Via Berloz naar een historierijk Hollogne-sur-Geer
Na deze pauze verlaten we Waremme aan de andere zijde van de spoorlijn. Verderop passeren we het kasteel van Longchamps, gebouwd in 1810 in empire-stijl, en omgeven door een Engels landschapspark. Een eindje verder is de routebeschrijving niet opvolgbaar, omdat in het buitengebied geen straatnamen staan bij de betonnen landbouwwegen. We vragen een oudere Fransman of hij ons de weg kan wijzen op een splitsing van betonpaden. Daarna kunnen we de route op correcte wijze vervolgen. Het eerste buurtschap dat we daarna passeren, is Berloz, bestaande uit slechts enkele huizen aan beide kanten van de weg.
Nadat we de N637 zijn overgestoken, komen we in de plaats Hollogne-sur-Geer, een plaats met een gedenkwaardige historie van kerkelijke twisten, van oorlogen en van industrieel erfgoed. Eerst passeren we de oude watermolen van het dorp, die dateert van het jaar 1646.
Verderop lopen we op enige afstand langs de ruïne van het voormalige kasteel (1652) van Hollogne-sur-Geer.

Door de broekbossen van de Geer
Vanuit Hollogne-sur-Geer beginnen we aan de laatste kilometers van onze etappe van vandaag. Dat is een bijzonder tracé, want het gaat kilometers ver door de langgerekte natte broekbossen aan weerszijden van de rivier de Geer. Over halfverharde en verharde paden, nu eens links en dan weer rechts van de Geer gaat het steeds maar verder.
Zo gaan we ook van dorp naar dorp.
Het broekbospad begint bij de voormalige bezinkingsbekkens voor afvalwater van de vroegere suikerindustrie in Hollogne-dur-Geer. Nu zijn die waterbekkens overwoekerd met allerlei vegetatie, en is daardoor een eldorado voor vogels ontstaan. Dit gebied is dan ook bij vogelaars heel populair.
Als het doorgaande broekbospad een asfaltweg kruist, blijkt dat we hier de tweelingdorpen Ligney en Geer passeren.
Bij een volgende asfaltweg-kruising zien we een eind verderop het plaatsnaambord van Lens-Saint-Servais staan. Pas een heel eind verder buigt het pelgrimspad naar links af, en komen we aan de overzijde van de Geer aan in het dorpscentrum van Lens-Saint-Servais. Hier nemen we een rustpauze op een bankje onder een oude linde.

Van Lens-Saint-Servais naar Lens-Saint-Remy
Na deze laatste pauze beginnen we aan het eind van onze dagetappe. Buiten Lens-Saint-Servais vervolgen we onze wandelroute over een veldpad langs akkers links en weilanden rechts van ons. Onze wandelgids maakt ons duidelijk dat we nu door het gebied lopen waar de bronnen van de rivier de Geer (de Jeker) ontspringen. En dit brongebied is onderdeel van het Natura-2000-netwerk, dus Europees beschermde natuur, die in uitvoering is van de Europese Vogelrichtlijn en van de Habitatrichtlijnen. Het behouden van de lokale biodiversiteit is hier een groot goed.
Door al dit moois wandelen we over een prachtig veldpad door een brede singel naar onze bestemming, naar Le Carmel, een voormalig begijnenhof, tot 1965 nog bewoond door karmelietessen.
Wij hebben vanmorgen onze auto geparkeerd tussen De Karmel en de bijbehorende Sint-Remigiuskerk, dus we kunnen bij aankomst in Lens-Saint-Remy direct instappen, en met onze auto terug rijden naar de camping in Opgrimbie. De temperatuur is vandaag opgelopen tot 23 graden Celsius, en het blijft vanmiddag en vanavond nog lang zonnig.
Hier sluiten we onze eerste serie van vier aaneensluitende dagen van de Via Limburgica af. Morgen gaan we onze caravan verkassen, en dan zijn we van plan om overmorgen de volgende etappe te gaan lopen vanuit Lens-Saint-Remy.

Geen opmerkingen: