Donderdag 10 oktober 2019
Zo'n 60 stakeholders nemen deel aan de NNK-sessie van het Platform HBO |
Studentenbetrokkenheid op kwaliteit van hoger onderwijs
Formeel is de betrokkenheid van studenten in het hoger onderwijs in de afgelopen
jaren verstevigd, doordat de Opleidingscommissies een stevige, wettelijk
verankerde rol in de kwaliteitszorg hebben gekregen. En bij visitatie is er nu het
studentenhoofdstuk als onderdeel van de zelfevaluatie en hebben studenten een
belangrijke(?) rol in het visitatiepanel.
- Hoe heeft
studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg vorm gekregen?
- Hoe kunnen
we studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg vergroten?
Over deze twee
werkvragen komen de leden en andere genodigden van het Platform HBO van het
Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement vandaag bijeen in het Cursus- en
Vergadercentrum Domstad te Utrecht.
Niet óver, maar praten mèt studenten
Aan de hand van drie presentaties willen de inleiders vandaag niet alleen hun eigen ervaringen delen, maar ook met ons van gedachten wisselen over hoe we kunnen komen tot echte en effectieve betrokkenheid van studenten bij de kwaliteitszorg van opleidingen en instellingen in het hoger onderwijs. Daarbij hoort dat we niet alleen over studenten spreken, maar hen nadrukkelijk ook zelf aan het woord laten. Dat gebeurt bij de presentaties, en we verwelkomen vandaag ook de studenten die deelnemen aan deze bijeenkomst.
Aan de hand van drie presentaties willen de inleiders vandaag niet alleen hun eigen ervaringen delen, maar ook met ons van gedachten wisselen over hoe we kunnen komen tot echte en effectieve betrokkenheid van studenten bij de kwaliteitszorg van opleidingen en instellingen in het hoger onderwijs. Daarbij hoort dat we niet alleen over studenten spreken, maar hen nadrukkelijk ook zelf aan het woord laten. Dat gebeurt bij de presentaties, en we verwelkomen vandaag ook de studenten die deelnemen aan deze bijeenkomst.
Introductie op het
thema
De deelnemers worden bij aanvang van deze netwerkbijeenkomst
welkom geheten door Frits Kamps, die samen met Saar Wismans het programma van
vandaag voorbereidde. Hij introduceert kort het thema en de sprekers van deze
bijeenkomst.
Studentenbetrokkenheid
en accreditatie
De eerste presentatie wordt verzorgd door Paul Thijssen, directeur van het evaluatiebureau Netherlands Quality Agency (NQA). De titel van zijn presentatie luidt: ‘Studentenbetrokkenheid en accreditatie’.
De eerste presentatie wordt verzorgd door Paul Thijssen, directeur van het evaluatiebureau Netherlands Quality Agency (NQA). De titel van zijn presentatie luidt: ‘Studentenbetrokkenheid en accreditatie’.
Paul Thijssen van NQA |
Thijssen gaat onder andere in op de ervaringen met het
studentenhoofdstuk in zelfevaluatierapporten van opleidingen, met betrekking
tot de visitaties die tot nu toe hebben plaatsgevonden. Tevens reflecteert hij op
de rol van studenten in het visitatieproces. In het voorjaar van 2019 heeft Paul
Thijssen samen met studentpanelleden, vertegenwoordigers van het Interstedelijk
Studenten Overleg (ISO), de Landelijke Studentenvakbond (LSVB) en van Quality
Assurance Netherlands Universities (QANU) een studiemiddag over studentenbetrokkenheid
in het accreditatieproces georganiseerd.
Hij begint bij de formele studentenbetrokkenheid bij de
visitaties in het hoger onderwijs. Studenten nemen deel aan de visitatie; over
het algemeen wel als een gemêleerde groep, met een voldoende spreiding over de studiejaren
heen. Volgens hem hebben studenten echt wel iets met kwaliteitsborging, en hebben
zij er wel beelden bij over hoe dat werkt.
Verder maakt een student altijd volwaardig deel uit van de
visitatiecommissie in het hoger onderwijs. In die zin is de student ook geheel betrokken
bij het proces om te komen tot de definitieve visitatierapportage.
Na de visitatie zou tenminste het finale visitatierapport
eigenlijk ook moeten worden aangeboden aan de Opleidingscommissie, die dan die
definitieve versie bespreekt, en dan ook bespreekt wat ermee zou moeten worden
gedaan door de opleiding. En ingeval het gaat om een onvoldoende oordeel, en de
opleiding een hersteltraject in zal gaan, heeft de Opleidingscommissie
adviesrecht op het daaropvolgende Herstelplan.
- Maar, is deze studenten-rol nu mosterd na de maaltijd? En zouden we de betrokkenheid van studenten bij kwaliteit en visitatie steviger moeten inbouwen?
Er is wel sprake van ‘mosterd na de maaltijd’ als je de
studenten in de zes jaar durende accreditatiecyclus pas bij de visitatie er nog
bij moet slepen. Hier en daar komt het wel voor dat studenten bij visitatie
betrokken zijn, die daarvoor nog geenszins betrokken zijn geweest bij de kwaliteit
van het onderwijs en bij de borging daarvan. Visitatiecommissies missen die
voorafgaande betrokkenheid van studenten doorgaans nog wel tijdens
visitatiegesprekken.
Waar kunnen we de studentenbetrokkenheid
verder versterken?
Het zou al een stap voorwaarts zijn als we het eigen geluid
van studenten in het studentenhoofdstuk van een zelfevaluatierapport van een
opleiding zouden laten versterken. En bij proefvisitaties zou het niet zo moeten
zijn dat studenten wordt opgelegd wat ze zouden moeten zeggen tijdens de aanstaande
visitaties. Dat voelt voor hen ongemakkelijk, belerend, en zij voelen zich niet
vrij in de visitatie. Wel is het gewenst en zinvol om vooraf met de deelnemende
studenten het hele visitatieproces voor te bereiden, opdat zij ervan op de
hoogte zijn wat een proefvisitatie en een visitatie en accreditatie is en betekent.
Verder zou de opleiding meer en eerder kunnen communiceren naar
haar studenten over het feit dat er een opleidingsvisitatie aan zit te komen. Kortom,
benader je studenten hierop eerder; informeer ze beter en voorzie ze tijdig van
de benodigde stukken. En betrek studenten vooral ook al bij de voorbereiding
van de visitatie. Vraag blijft overigens nog wel hoe je de rol van studenten met
betrekking tot visitaties activeert.
De student als lid
van het visitatiepanel
Studentpanelleden voelen zich volwaardig lid van het panel,
maar ze vragen wel om duidelijkheid over wat er precies van hen wordt verwacht;
en hoever ze kunnen en mogen gaan in visitatiegesprekken. Dat zouden alle evaluatiebureau’s
goed moeten omschrijven in hun visitatiepanel-handleiding. Verder zou een
ervaren studentpanellid heel goed als student-buddy op afstand kunnen optreden
voor een nieuw studentpanellid, middels bijvoorbeeld een telefonische briefing
ter voorbereiding op het functioneren als beginnend studentpanellid.
Het is overigens zo dat de rol-invulling van een studentpanellid
beter wordt wanneer hij of zij vaker meedraait bij visitaties; hetgeen
overigens ook voor de andere panelleden geldt. Maar ook de student zou zelf de
discipline moeten hebben om zich terdege voor te bereiden op een naderende
visitatie. Opleidingen en evaluatiebureau’s zouden hierin overigens beide een
goede rol kunnen spelen.
Studenten betrekken
bij visitatievoorbereiding?
Vervolgens vragen we ons af of studenten al dan niet
betrokken zouden moeten worden bij de visitatievoorbereiding. Of is de
visitatievoorbereiding alleen een dingetje van een kleine delegatie van management,
docenten en studenten?
Paul Thijssen maakt zich trouwens wel zorgen over de mate
van betrokkenheid van studenten bij de visitatievoorbereiding, en dan zou je in
het verlengde daarvan de vraag kunnen stellen in hoeverre studenten al zijn
betrokken bij kwaliteitszorg in het algemeen van hun opleiding.
Versterken van
studentenbetrokkenheid tijdens het visitatiebezoek
Bij navraag bleek dat afzonderlijke studentengesprekken met
het visitatiepanel door die studenten worden gewaardeerd. Verder wordt de
studentenbetrokkenheid versterkt naarmate de diepgang toeneemt. Studenten zou je
ook (veel vaker kunnen) laten deelnemen aan de zogenoemde ontwikkelgesprekken. Laat
ook studenten van de Opleidingscommissie deelnemen aan visitaties, naast de
overige, reguliere studenten.
Visitatiepanels kunnen ook afspreken dat het studentpanellid
tijdens de visitatiegesprekken met alle opeenvolgende doelgroepen nadrukkelijk enkele
vooraf bepaalde vragen gaat stellen. Zo breng je ze in positie. En een goede
student zou je in bepaalde gevallen ook wel eens het panelvoorzitterschap van
één of meer panelgesprekken kunnen geven.
Studentenbetrokkenheid
na het visitatiebezoek
Vaak zie je dat de studentenbetrokkenheid al vlak na een
visitatie grotendeels doodbloedt. Om dat te voorkomen, zou je studenten direct
vanaf de panelterugkoppeling op de hoogte kunnen blijven houden van de
voortgang op de visitatie, op de accreditatie en op het hele natraject daarna.
Stuur de betrokken studenten in elk geval ook het definitieve visitatierapport
en het finale accreditatiebesluit van de Nederlands-Vlaamse
Accreditatieorganisatie.
Studentenhoofdstuk
In de ogen van Paul Thijssen zijn de studentenhoofdstukken
in de zelfevaluatierapporten vaak nogal braaf. Paul: “Dat mag best wel wat losser en gevarieerder”. Overigens is het zo
dat als studenten door de opleiding niet worden begeleid bij het schrijven van
hun studentenhoofdstuk, dat vaak het beste resultaat oplevert. Kortom
studenten, jullie studentenhoofdstukken mogen allemaal wel wat minder braaf en ook
wat minder oppervlakkig.
Afsluitend discussiëren we over de vraag of het
studentenhoofdstuk slechts een dingetje is in de marge van het visitatieproces,
omdat het zo nodig moet (?).
Kwaliteitszorg van
morgen
Mede-programmamaker Saar Wismans introduceert daarna de volgende spreker. Dat is Kees Gillesse, voorzitter van de Interstedelijke Studenten Organisatie (ISO). De titel van zijn presentatie luidt: ‘Kwaliteitszorg van morgen’.
Mede-programmamaker Saar Wismans introduceert daarna de volgende spreker. Dat is Kees Gillesse, voorzitter van de Interstedelijke Studenten Organisatie (ISO). De titel van zijn presentatie luidt: ‘Kwaliteitszorg van morgen’.
Kees Gillesse van ISO |
Gillesse licht toe hoe ISO is gekomen tot het in mei 2019
verschenen rapport ”Kwaliteitszorg van
morgen. Hoe zou kwaliteitszorg eruit moeten zien?” èn welke plaats de
student hierbij inneemt. Daarnaast gaat hij in gesprek met ons over de vraag hoe
hogescholen ermee aan de slag kunnen.
Medezeggenschapsraden functioneren binnen hoger
onderwijsinstellingen veelal op eilanden, aldus Gillesse. Eigenlijk zouden de verschillende
lagen van kwaliteitszorg met elkaar in verbinding moeten staan. Momenteel
missen nog al eens de directe lijnen tussen bijvoorbeeld centrale medezeggenschapsraad,
de decentrale medezeggenschapsraden en de opleidingscommissie. Om dit te
verbeteren, zouden zij en wij wellicht wat minder op schrift moeten formuleren,
maar veel meer heel gewoon met elkaar in gesprek gaan.
Studenten zouden vooral ook moeten worden betrokken bij de
langere termijnplannen van hun hogeschool en opleiding, in plaats van alleen maar
bezig te zijn met wat nu, en met wat nog dit en volgend collegejaar van belang
is. Studenten zouden ook beter kunnen worden gefaciliteerd en getraind, om goed
mee te kunnen praten over de kwaliteitszorg en over de kwaliteit van het
onderwijs. Goed gepositioneerde gesprekken over de langere termijn bevorderen
daarna dan wel de gesprekken over de zaken van de kortere termijn.
De zogenoemde Kwaliteitsafspraken waar alle hogescholen
momenteel hard aan werken, zijn een mooie trigger binnen hogescholen om de
dialoog tussen en met studenten te voeren. Maak daar dus vooral gebruik van!
Kwaliteitszorg zou een voortdurend dóórlopend proces moeten
zijn, geheel verweven middels een doorlopende dialoog. Een continue
kwaliteitsdialoog is o.k. voor iedereen, omdat dat een nuttig proces is.
Hoe kun je dan dat
ideaalbeeld van die betrokkenheid bereiken?
Betrokkenheid kun je in elk geval versterken door een goede positionering
en facilitering van medezeggenschapsorganen. Zorg er in elk geval voor dat
studenten eigenaarschap voelen over het proces van de kwaliteitszorg en van de
kwaliteit van hun opleiding en onderwijs.
Richt ook zogenoemde ‘feedback loops’ in op het vlak van interne
en externe kwaliteitszorg. Zorg bijvoorbeeld voor een snelle terugkoppeling aan
je studenten van de ontvangen definitieve visitatierapporten, van de
accreditatiebesluiten en van de daarop volgende te implementeren natrajecten
die op de accreditatie volgen.
Tips
- Om te voorkomen dat studenten niet goed op de hoogte zijn van processen en producten, zou je studenten moeten betrekken bij de processen inzake visitatie en accreditatie, zowel vóór, tijdens als na die visitatie- en accreditatieprojecten.
- Nu wij weten dat studenten veelal niet betrokken zijn en niet bekend zijn met het natraject van een opleidingsaccreditatie, doen we er goed aan studenten zo snel mogelijk te wijzen op de eindrapportages, door hen die onverwijld toe te sturen.
- Als wij constateren dat het veelal een kleine groep studenten is die wel betrokken is bij visitaties en accreditatie, en al die anderen nog niet, ga dan vooral actief op zoek naar een betere balans van wie waar al dan niet zijdelings of intensief bij worden betrokken.
- Als in de praktijk blijkt dat de studenten niet weten welke vrijheid zij hebben bij het schrijven van hun studentenhoofdstuk in zelfevaluatierapporten, licht je studenten dan vroegtijdig en goed in over alle ins en out inzake het studentenhoofdstuk.
Je zou bij de studentenbetrokkenheid inzake kwaliteitszorg
overigens heel goed kunnen differentiëren. De ene student wil immers vooral
praten over de kwaliteit van operationele zaken, terwijl er ook studenten zijn
die wel affiniteit hebben met zaken van meer organisatorische en systeemtechnische
aard.
‘Hack je les’ op Windesheim.
Studentenbetrokkenheid
bij kwaliteitszorg in de praktijk
Na de pauze volgt de derde presentatie, van Felicity Kloen,
derdejaars studente Social Work en Vincent Radewalt, docent en adviseur, beiden
van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De titel van hun presentatie luidt ‘‘Hack je les’ op Windesheim. Studentenbetrokkenheid
bij kwaliteitszorg in de praktijk.’
Fellicity Kloen en Vincent Radewalt van Windesheim |
‘Hack je les’ is
een vorm van studentenevaluatie, maar dan toch net even anders. Bij veel van de
welbekende digitale/schriftelijke evaluaties worden de onderwerpen en vragen
vooraf door de docenten(teams) bepaald, en bij klankbordgesprekken wordt vooral
het geluid van de proactieve mondige student gehoord.
Bij ‘Hack Je Les’
doen alle studenten mee; bepalen zij in hun eigen woorden en vanuit hun eigen
invalshoeken wat er besproken moet worden en wat prioriteit heeft. Ook dwingt
‘Hack Je Les’ tot het maken van concrete afspraken en maak je direct een
tijdpad, zodat duidelijk is wie, wanneer, wat gaat doen. Daarbij is de student
veelal in de lead.
Opleidingskwaliteit na conversie
De opleiding van Felicty heeft het conversieproces van de
sociale opleidingen naar de geconverteerde opleiding Social Work doorlopen.
Tijdens een les werd de vraag gesteld over wat de studenten anders zouden gaan doen
als zij hun geconverteerde opleiding opnieuw konden inrichten. Bij de
beantwoording van die vraag waren de studenten eerst wat afwachtend. Ze werden
in groepen ingedeeld, en produceerden toen een uitgebreide lijst met
verbeterpunten.
Maar de vraag die daarna kwam, was natuurlijk over hóe ze
dat dan zouden kunnen veranderen. Maar
ja, dat wisten de studenten in eerste instantie niet. Het is ook moeilijk om
dat direct te bedenken en te zeggen, maar, al zoekend en overleggend vind je
daar uiteindelijk wel oplossingen voor.
We vragen ons af waar dat idee van het hacken van een les
vandaan komt. Welnu, in 2016 was dat het resultaat van een denktanksessie
binnen Windesheim.
Hack de les
De docent nodigt twee hackers uit, òf de hack-studenten
vragen een docent vooraf of zij diens les mogen hacken. Hackers nemen dan
namelijk een regulier lesuur over. Hacken is bedoeld om onverwacht in zo’n les zoveel
mogelijk en brede feedback op te halen, om dat op afzienbare termijn zoveel
mogelijk om te zetten naar een positieve reactie. De hackers werken na afloop
van die gehackte les namelijk snel een actieplan uit en leggen dat zo snel
mogelijk aan de klas voor.
Hackers komen een te hacken les binnen, leggen die direct
stil, en inventariseren dan wat studenten anders zouden doen als zij hun
opleiding opnieuw zouden gaan inrichten. Als groep gaan ze vervolgens direct op
zoek naar oplossingen, en daarna maken ze keuzes en concretiseren ze de
problematiek, om het zo helder mogelijk te maken. Daarop volgt dan de afronding,
over wat er na afloop van de les gaat gebeuren, en wie er wat gaat doen. Een
aantal studenten komt dan in actie, en dan zetten ze zo spoedig mogelijk al de
eerste verbeterstappen.
Actie na de hack
Er komt een actieplan-lijst met feedback-punten, en daar
worden enkele direct aan te pakken actiepunten uit gehaald en opgepakt. Steeds
wordt gekeken wat zou nu in elk geval alvast de éérste stap kunnen zijn om dit
probleem op te lossen. Soms moet er gewoon eerst maar een eerste stap worden
gezet om tot verbetering te komen.
In dit systeem van les-hacken denken en doen alle studenten
van de klas mee. De onderwerpen worden uitsluitend door de studenten aangedragen. Studenten staan ook centraal in de te zetten
verbeterstappen. De feedback-cultuur wordt zo aangemoedigd. Knelpunten worden
gemakkelijker bespreekbaar. Je verkrijgt hiermee snel en concreet resultaat. Het
kost allemaal weinig tijd.
Onderdeel van je kwaliteitszorgsysteem
Er zijn inmiddels tien van dergelijke les-hacks geweest bij
acht verschillende opleidingen. Dit systeem zou een heel mooi onderdeel van je
kwaliteitszorgcyclus kunnen zijn. Het kost niet veel tijd, wordt bij het hele
team neergelegd en het levert heel veel op, zo blijkt in de praktijk.
Acht hackers worden momenteel binnen Windesheim opgeleid om af
en toe een les te gaan hacken. Op den duur ontstaat er een hackersnetwerk.
Uit zo’n les-hack komen ook zaken naar boven waar je als
opleiding (zowel studenten als medewerkers) nog in het geheel niet bij stil
hebt gestaan. Daarnaast houd je als instelling overigens wel overeind dat je
als opleiding studenten hiernaast toch ook wel in andere settings gericht wilt
bevragen op bijvoorbeeld hele specifieke zaken waar je toch iets over wilt
weten, wat bijvoorbeeld in zo’n les-hack niet vanzelf naar boven komt.
Tip: ‘Hack je les’
zou overigens ook een mooi onderdeel van een Midterm Audit kunnen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten