vrijdag 11 oktober 2019

Hoe kunnen we studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg vergroten?


Donderdag 10 oktober 2019
Zo'n 60 stakeholders nemen deel aan de NNK-sessie van het Platform HBO



















Studentenbetrokkenheid op kwaliteit van hoger onderwijs
Formeel is de betrokkenheid van studenten in het hoger onderwijs in de afgelopen jaren verstevigd, doordat de Opleidingscommissies een stevige, wettelijk verankerde rol in de kwaliteitszorg hebben gekregen. En bij visitatie is er nu het studentenhoofdstuk als onderdeel van de zelfevaluatie en hebben studenten een belangrijke(?) rol in het visitatiepanel.
  •     Hoe heeft studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg vorm gekregen?
  •        Hoe kunnen we studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg vergroten?

Over deze twee werkvragen komen de leden en andere genodigden van het Platform HBO van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement vandaag bijeen in het Cursus- en Vergadercentrum Domstad te Utrecht.

Niet óver, maar praten mèt studenten
Aan de hand van drie presentaties willen de inleiders vandaag niet alleen hun eigen ervaringen delen, maar ook met ons van gedachten wisselen over hoe we kunnen komen tot echte en effectieve betrokkenheid van studenten bij de kwaliteitszorg van opleidingen en instellingen in het hoger onderwijs. Daarbij hoort dat we niet alleen over studenten spreken, maar hen nadrukkelijk ook zelf aan het woord laten. Dat gebeurt bij de presentaties, en we verwelkomen vandaag ook de studenten die deelnemen aan deze bijeenkomst.

Introductie op het thema
De deelnemers worden bij aanvang van deze netwerkbijeenkomst welkom geheten door Frits Kamps, die samen met Saar Wismans het programma van vandaag voorbereidde. Hij introduceert kort het thema en de sprekers van deze bijeenkomst.

Studentenbetrokkenheid en accreditatie
De eerste presentatie wordt verzorgd door Paul Thijssen, directeur van het evaluatiebureau Netherlands Quality Agency (NQA). De titel van zijn presentatie luidt: ‘Studentenbetrokkenheid en accreditatie’.

Paul Thijssen van NQA

Thijssen gaat onder andere in op de ervaringen met het studentenhoofdstuk in zelfevaluatierapporten van opleidingen, met betrekking tot de visitaties die tot nu toe hebben plaatsgevonden. Tevens reflecteert hij op de rol van studenten in het visitatieproces. In het voorjaar van 2019 heeft Paul Thijssen samen met studentpanelleden, vertegenwoordigers van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de Landelijke Studentenvakbond (LSVB) en van Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) een studiemiddag over studentenbetrokkenheid in het accreditatieproces georganiseerd.
Hij begint bij de formele studentenbetrokkenheid bij de visitaties in het hoger onderwijs. Studenten nemen deel aan de visitatie; over het algemeen wel als een gemêleerde groep, met een voldoende spreiding over de studiejaren heen. Volgens hem hebben studenten echt wel iets met kwaliteitsborging, en hebben zij er wel beelden bij over hoe dat werkt.
Verder maakt een student altijd volwaardig deel uit van de visitatiecommissie in het hoger onderwijs. In die zin is de student ook geheel betrokken bij het proces om te komen tot de definitieve visitatierapportage.
Na de visitatie zou tenminste het finale visitatierapport eigenlijk ook moeten worden aangeboden aan de Opleidingscommissie, die dan die definitieve versie bespreekt, en dan ook bespreekt wat ermee zou moeten worden gedaan door de opleiding. En ingeval het gaat om een onvoldoende oordeel, en de opleiding een hersteltraject in zal gaan, heeft de Opleidingscommissie adviesrecht op het daaropvolgende Herstelplan.
  •          Maar, is deze studenten-rol nu mosterd na de maaltijd? En zouden we de betrokkenheid van studenten bij kwaliteit en visitatie steviger moeten inbouwen?

Er is wel sprake van ‘mosterd na de maaltijd’ als je de studenten in de zes jaar durende accreditatiecyclus pas bij de visitatie er nog bij moet slepen. Hier en daar komt het wel voor dat studenten bij visitatie betrokken zijn, die daarvoor nog geenszins betrokken zijn geweest bij de kwaliteit van het onderwijs en bij de borging daarvan. Visitatiecommissies missen die voorafgaande betrokkenheid van studenten doorgaans nog wel tijdens visitatiegesprekken.

Waar kunnen we de studentenbetrokkenheid verder versterken?
Het zou al een stap voorwaarts zijn als we het eigen geluid van studenten in het studentenhoofdstuk van een zelfevaluatierapport van een opleiding zouden laten versterken. En bij proefvisitaties zou het niet zo moeten zijn dat studenten wordt opgelegd wat ze zouden moeten zeggen tijdens de aanstaande visitaties. Dat voelt voor hen ongemakkelijk, belerend, en zij voelen zich niet vrij in de visitatie. Wel is het gewenst en zinvol om vooraf met de deelnemende studenten het hele visitatieproces voor te bereiden, opdat zij ervan op de hoogte zijn wat een proefvisitatie en een visitatie en accreditatie is en betekent.
Verder zou de opleiding meer en eerder kunnen communiceren naar haar studenten over het feit dat er een opleidingsvisitatie aan zit te komen. Kortom, benader je studenten hierop eerder; informeer ze beter en voorzie ze tijdig van de benodigde stukken. En betrek studenten vooral ook al bij de voorbereiding van de visitatie. Vraag blijft overigens nog wel hoe je de rol van studenten met betrekking tot visitaties activeert.

De student als lid van het visitatiepanel
Studentpanelleden voelen zich volwaardig lid van het panel, maar ze vragen wel om duidelijkheid over wat er precies van hen wordt verwacht; en hoever ze kunnen en mogen gaan in visitatiegesprekken. Dat zouden alle evaluatiebureau’s goed moeten omschrijven in hun visitatiepanel-handleiding. Verder zou een ervaren studentpanellid heel goed als student-buddy op afstand kunnen optreden voor een nieuw studentpanellid, middels bijvoorbeeld een telefonische briefing ter voorbereiding op het functioneren als beginnend studentpanellid. 
Het is overigens zo dat de rol-invulling van een studentpanellid beter wordt wanneer hij of zij vaker meedraait bij visitaties; hetgeen overigens ook voor de andere panelleden geldt. Maar ook de student zou zelf de discipline moeten hebben om zich terdege voor te bereiden op een naderende visitatie. Opleidingen en evaluatiebureau’s zouden hierin overigens beide een goede rol kunnen spelen.

Studenten betrekken bij visitatievoorbereiding?
Vervolgens vragen we ons af of studenten al dan niet betrokken zouden moeten worden bij de visitatievoorbereiding. Of is de visitatievoorbereiding alleen een dingetje van een kleine delegatie van management, docenten en studenten?
Paul Thijssen maakt zich trouwens wel zorgen over de mate van betrokkenheid van studenten bij de visitatievoorbereiding, en dan zou je in het verlengde daarvan de vraag kunnen stellen in hoeverre studenten al zijn betrokken bij kwaliteitszorg in het algemeen van hun opleiding.

Versterken van studentenbetrokkenheid tijdens het visitatiebezoek
Bij navraag bleek dat afzonderlijke studentengesprekken met het visitatiepanel door die studenten worden gewaardeerd. Verder wordt de studentenbetrokkenheid versterkt naarmate de diepgang toeneemt. Studenten zou je ook (veel vaker kunnen) laten deelnemen aan de zogenoemde ontwikkelgesprekken. Laat ook studenten van de Opleidingscommissie deelnemen aan visitaties, naast de overige, reguliere studenten.
Visitatiepanels kunnen ook afspreken dat het studentpanellid tijdens de visitatiegesprekken met alle opeenvolgende doelgroepen nadrukkelijk enkele vooraf bepaalde vragen gaat stellen. Zo breng je ze in positie. En een goede student zou je in bepaalde gevallen ook wel eens het panelvoorzitterschap van één of meer panelgesprekken kunnen geven.

Studentenbetrokkenheid na het visitatiebezoek
Vaak zie je dat de studentenbetrokkenheid al vlak na een visitatie grotendeels doodbloedt. Om dat te voorkomen, zou je studenten direct vanaf de panelterugkoppeling op de hoogte kunnen blijven houden van de voortgang op de visitatie, op de accreditatie en op het hele natraject daarna. Stuur de betrokken studenten in elk geval ook het definitieve visitatierapport en het finale accreditatiebesluit van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie.

Studentenhoofdstuk
In de ogen van Paul Thijssen zijn de studentenhoofdstukken in de zelfevaluatierapporten vaak nogal braaf. Paul: “Dat mag best wel wat losser en gevarieerder”. Overigens is het zo dat als studenten door de opleiding niet worden begeleid bij het schrijven van hun studentenhoofdstuk, dat vaak het beste resultaat oplevert. Kortom studenten, jullie studentenhoofdstukken mogen allemaal wel wat minder braaf en ook wat minder oppervlakkig.
Afsluitend discussiëren we over de vraag of het studentenhoofdstuk slechts een dingetje is in de marge van het visitatieproces, omdat het zo nodig moet (?).

Kwaliteitszorg van morgen
Mede-programmamaker Saar Wismans introduceert daarna de volgende spreker. Dat is Kees Gillesse, voorzitter van de Interstedelijke Studenten Organisatie (ISO). De titel van zijn presentatie luidt: ‘Kwaliteitszorg van morgen’.

Kees Gillesse van ISO
Gillesse licht toe hoe ISO is gekomen tot het in mei 2019 verschenen rapport ”Kwaliteitszorg van morgen. Hoe zou kwaliteitszorg eruit moeten zien?” èn welke plaats de student hierbij inneemt. Daarnaast gaat hij in gesprek met ons over de vraag hoe hogescholen ermee aan de slag kunnen.
Medezeggenschapsraden functioneren binnen hoger onderwijsinstellingen veelal op eilanden, aldus Gillesse. Eigenlijk zouden de verschillende lagen van kwaliteitszorg met elkaar in verbinding moeten staan. Momenteel missen nog al eens de directe lijnen tussen bijvoorbeeld centrale medezeggenschapsraad, de decentrale medezeggenschapsraden en de opleidingscommissie. Om dit te verbeteren, zouden zij en wij wellicht wat minder op schrift moeten formuleren, maar veel meer heel gewoon met elkaar in gesprek gaan.
Studenten zouden vooral ook moeten worden betrokken bij de langere termijnplannen van hun hogeschool en opleiding, in plaats van alleen maar bezig te zijn met wat nu, en met wat nog dit en volgend collegejaar van belang is. Studenten zouden ook beter kunnen worden gefaciliteerd en getraind, om goed mee te kunnen praten over de kwaliteitszorg en over de kwaliteit van het onderwijs. Goed gepositioneerde gesprekken over de langere termijn bevorderen daarna dan wel de gesprekken over de zaken van de kortere termijn.
De zogenoemde Kwaliteitsafspraken waar alle hogescholen momenteel hard aan werken, zijn een mooie trigger binnen hogescholen om de dialoog tussen en met studenten te voeren. Maak daar dus vooral gebruik van!
Kwaliteitszorg zou een voortdurend dóórlopend proces moeten zijn, geheel verweven middels een doorlopende dialoog. Een continue kwaliteitsdialoog is o.k. voor iedereen, omdat dat een nuttig proces is.

Hoe kun je dan dat ideaalbeeld van die betrokkenheid bereiken?
Betrokkenheid kun je in elk geval versterken door een goede positionering en facilitering van medezeggenschapsorganen. Zorg er in elk geval voor dat studenten eigenaarschap voelen over het proces van de kwaliteitszorg en van de kwaliteit van hun opleiding en onderwijs.
Richt ook zogenoemde ‘feedback loops’ in op het vlak van interne en externe kwaliteitszorg. Zorg bijvoorbeeld voor een snelle terugkoppeling aan je studenten van de ontvangen definitieve visitatierapporten, van de accreditatiebesluiten en van de daarop volgende te implementeren natrajecten die op de accreditatie volgen.

Tips
  •          Om te voorkomen dat studenten niet goed op de hoogte zijn van processen en producten, zou je studenten moeten betrekken bij de processen inzake visitatie en accreditatie, zowel vóór, tijdens als na die visitatie- en accreditatieprojecten.
  •          Nu wij weten dat studenten veelal niet betrokken zijn en niet bekend zijn met het natraject van een opleidingsaccreditatie, doen we er goed aan studenten zo snel mogelijk te wijzen op de eindrapportages, door hen die onverwijld toe te sturen.
  •          Als wij constateren dat het veelal een kleine groep studenten is die wel betrokken is bij visitaties en accreditatie, en al die anderen nog niet, ga dan vooral actief op zoek naar een betere balans van wie waar al dan niet zijdelings of intensief bij worden betrokken.
  •          Als in de praktijk blijkt dat de studenten niet weten welke vrijheid zij hebben bij het schrijven van hun studentenhoofdstuk in zelfevaluatierapporten, licht je studenten dan vroegtijdig en goed in over alle ins en out inzake het studentenhoofdstuk.

Je zou bij de studentenbetrokkenheid inzake kwaliteitszorg overigens heel goed kunnen differentiëren. De ene student wil immers vooral praten over de kwaliteit van operationele zaken, terwijl er ook studenten zijn die wel affiniteit hebben met zaken van meer organisatorische en systeemtechnische aard.

‘Hack je les’ op Windesheim.
Studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg in de praktijk
Na de pauze volgt de derde presentatie, van Felicity Kloen, derdejaars studente Social Work en Vincent Radewalt, docent en adviseur, beiden van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De titel van hun presentatie luidt ‘‘Hack je les’ op Windesheim. Studentenbetrokkenheid bij kwaliteitszorg in de praktijk.’

Fellicity Kloen en Vincent Radewalt van Windesheim

‘Hack je les’ is een vorm van studentenevaluatie, maar dan toch net even anders. Bij veel van de welbekende digitale/schriftelijke evaluaties worden de onderwerpen en vragen vooraf door de docenten(teams) bepaald, en bij klankbordgesprekken wordt vooral het geluid van de proactieve mondige student gehoord.
Bij ‘Hack Je Les’ doen alle studenten mee; bepalen zij in hun eigen woorden en vanuit hun eigen invalshoeken wat er besproken moet worden en wat prioriteit heeft. Ook dwingt ‘Hack Je Les’ tot het maken van concrete afspraken en maak je direct een tijdpad, zodat duidelijk is wie, wanneer, wat gaat doen. Daarbij is de student veelal in de lead.

Opleidingskwaliteit na conversie
De opleiding van Felicty heeft het conversieproces van de sociale opleidingen naar de geconverteerde opleiding Social Work doorlopen. Tijdens een les werd de vraag gesteld over wat de studenten anders zouden gaan doen als zij hun geconverteerde opleiding opnieuw konden inrichten. Bij de beantwoording van die vraag waren de studenten eerst wat afwachtend. Ze werden in groepen ingedeeld, en produceerden toen een uitgebreide lijst met verbeterpunten.
Maar de vraag die daarna kwam, was natuurlijk over hóe ze dat dan zouden kunnen veranderen.  Maar ja, dat wisten de studenten in eerste instantie niet. Het is ook moeilijk om dat direct te bedenken en te zeggen, maar, al zoekend en overleggend vind je daar uiteindelijk wel oplossingen voor.
We vragen ons af waar dat idee van het hacken van een les vandaan komt. Welnu, in 2016 was dat het resultaat van een denktanksessie binnen Windesheim.

Hack de les
De docent nodigt twee hackers uit, òf de hack-studenten vragen een docent vooraf of zij diens les mogen hacken. Hackers nemen dan namelijk een regulier lesuur over. Hacken is bedoeld om onverwacht in zo’n les zoveel mogelijk en brede feedback op te halen, om dat op afzienbare termijn zoveel mogelijk om te zetten naar een positieve reactie. De hackers werken na afloop van die gehackte les namelijk snel een actieplan uit en leggen dat zo snel mogelijk aan de klas voor.
Hackers komen een te hacken les binnen, leggen die direct stil, en inventariseren dan wat studenten anders zouden doen als zij hun opleiding opnieuw zouden gaan inrichten. Als groep gaan ze vervolgens direct op zoek naar oplossingen, en daarna maken ze keuzes en concretiseren ze de problematiek, om het zo helder mogelijk te maken. Daarop volgt dan de afronding, over wat er na afloop van de les gaat gebeuren, en wie er wat gaat doen. Een aantal studenten komt dan in actie, en dan zetten ze zo spoedig mogelijk al de eerste verbeterstappen.

Actie na de hack
Er komt een actieplan-lijst met feedback-punten, en daar worden enkele direct aan te pakken actiepunten uit gehaald en opgepakt. Steeds wordt gekeken wat zou nu in elk geval alvast de éérste stap kunnen zijn om dit probleem op te lossen. Soms moet er gewoon eerst maar een eerste stap worden gezet om tot verbetering te komen.
In dit systeem van les-hacken denken en doen alle studenten van de klas mee. De onderwerpen worden uitsluitend door de studenten aangedragen.  Studenten staan ook centraal in de te zetten verbeterstappen. De feedback-cultuur wordt zo aangemoedigd. Knelpunten worden gemakkelijker bespreekbaar. Je verkrijgt hiermee snel en concreet resultaat. Het kost allemaal weinig tijd.

Onderdeel van je kwaliteitszorgsysteem
Er zijn inmiddels tien van dergelijke les-hacks geweest bij acht verschillende opleidingen. Dit systeem zou een heel mooi onderdeel van je kwaliteitszorgcyclus kunnen zijn. Het kost niet veel tijd, wordt bij het hele team neergelegd en het levert heel veel op, zo blijkt in de praktijk.
Acht hackers worden momenteel binnen Windesheim opgeleid om af en toe een les te gaan hacken. Op den duur ontstaat er een hackersnetwerk.
Uit zo’n les-hack komen ook zaken naar boven waar je als opleiding (zowel studenten als medewerkers) nog in het geheel niet bij stil hebt gestaan. Daarnaast houd je als instelling overigens wel overeind dat je als opleiding studenten hiernaast toch ook wel in andere settings gericht wilt bevragen op bijvoorbeeld hele specifieke zaken waar je toch iets over wilt weten, wat bijvoorbeeld in zo’n les-hack niet vanzelf naar boven komt.
Tip: ‘Hack je les’ zou overigens ook een mooi onderdeel van een Midterm Audit kunnen zijn.


Geen opmerkingen: