Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van Sarrance naar Urdos
Via Tolosana van Sarrance naar Urdos
Dinsdag 30 juli 2019 – 26,3 km
Dag 35: 759,4 – 785,7 km
Bij het bergdorpje Orcun in de Franse Pyreneeën |
Het weer werkt mee
Vandaag gaan Durkje en ik de pelgrims-etappe
van Sarrance naar Urdos lopen, over een afstand van 26,3 kilometer. Deze dag
begint voor ons met een koele temperatuur van 16 graden Celsius, en de
temperatuur loopt vandaag nauwelijks op. Aan het eind van de middag is het 17
graden Celsius. Het is bewolkt. De zon laat zich de hele dag niet zien. Af en
toe waait het even, maar nooit hard. Twee keer voelen we heel licht enige
neerslag, maar zelfs te weinig om het regen te noemen. Kortom, een
mooi-weer-dag voor een koele wandeldag op het Franse pelgrimspad aan de voet
van de Pyreneeën.
Vertrek vanuit Sarrance
We staan om 6:00 uur op. Met
onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Pyrénées Nature in Oloron-Sainte-Marie
naar bushalte Urdos Douane in Urdos.
We zijn mooi op tijd in Urdos
voor de bus, dus we gaan eerst een kop koffie drinken met een croissantje erbij
in een hotel-café in de hoofdstraat van Urdos. De bus van 8:47 uur arriveert
vijf minuten te laat, maar we komen wel tijdig aan op het treinstation van
Bedous. Als alle passagiers een treinkaartje hebben bemachtigd uit de
kaartjesautomaat vertrekt de trein, en zeven minuten later – om 9.34 uur
arriveren we op het treinstation van Sarrance.
Daarvandaan lopen we naar de
plek waar we gisteren onze etappe beëindigden, en daar beginnen we rond 9:45
uur onze dagtocht van vandaag.
Een uitdagende, buen camino
We beginnen met een heuvelpad
langs de rivier Le Gave d’Aspe.
Het is een prachtig pad, dat
over de helling voordurend stijgt en daalt. Ook later op de dag lopen we enkele
malen over zo’n hellingpad, met de rivier soms heel diep onder aan de afgrond
naast ons. Waar het pad dan heel smal is, of naar beneden helt, is het even een
ware uitdaging om overeind te blijven en niet af te glijden over de rand van de
afgrond, maar gelukkig gaat dat overal goed en komen we elke keer veilig weer
op vlakkere en bredere hellingpaden.
Op de plek waar een grot in
de helling is afgesloten met een ijzeren hekwerk, heeft iemand op de betonnen
muur ernaast een mooie graffiti-afbeelding gespoten met de pelgrimswens: ‘Buen Camino’.
Een berg met een hart
We lopen langs de eerste
huizen van het dorpje Osse en Aspe.
Het valt Durkje op dat op de
berg erachter een heel groot hart is te zien. Verderop zien we hoog tegen de
helling een bergweide in de vorm van een hart, die omzoomd is met bomen. Dit is
waarschijnlijk geen toeval. Het hart(je) is waarschijnlijk zo gecreëerd.
Schoonheid in Bedous
Als we de N134 zijn
overgestoken, arriveren we in de plaats Bedous.
Tussen de bomen en struiken
door kunnen we het mooie centrum van Bedous zien liggen. In de berm staan hier
veel bramenstruiken vol met nog maar net of nog (lang) niet rijpe bramen.
We volgen onze route, en
komen dan op het centrale plein, waar ook de kerk van Bedous staat.
Durkje haalt bij de VVV
alvast twee stempels in onze pelgrimspaspoorten, en ik ga de kerk binnen om die
te bezichtigen. Er branden enkele kaarsjes in de kerk.
Deze kerk heeft een mooi
interieur met veel kleur, wat ons een beeld geeft van hoe kleurrijk veel heel
oude kerken vroeger ooit waren.
Opvallend zijn ook de
prachtig gekleurde kerkramen aan beide zijden van de kerk.
Veel kerken zijn van buiten
en van binnen buitengewoon mooi gemaakt, maar het is ook goed om oog te hebben
voor de kleinere dingen in, op en rond zo’n kerk. Denk maar aan die prachtige
plantjes die veelal tegen de kerkmuren van eeuwenoude kerken groeien; zo ook
hier bij deze kerk midden in dit dorp.
Verderop drinken we in een
café van een streekproductenwinkel een kop koffie.
Veldpaden door de Haute-Pyrénées
Vrij snel na Bedous passeren
we het dorpje Orcun; ook al weer zo’n mooi dorpje in de Pyreneeën.
We gaan een prachtig veldpad
op, dat ons tussen allerlei bergweides door voert.
Dat veldpad brengt ons naar
het dorpje Jouers.
Als we Jouers uit wandelen,
passeren we een groot metalen tuinhek, waarin drie Jacobsschelpen zijn
uitgesneden.
Accous
De eerste iets grotere plaats
die we na Bedous bezoeken, is het dorp Accous. We naderen het dorp van boven
over een mooi bergpad.
In Accous zien we een
betonnen Jacobsschelp, die ons de weg wijst door het dorp.
Bijna aan de rand van het
dorp, gaan we langs een vervallen, maar nog wel in gebruik zijnde,
dorpsboerderij.
Daarna slaan we rechtsaf, en
wandelen we Accous al weer uit.
In een bebost hellingpad
komen we bij een snelstromend bergbeekje. Er ligt een dubbele brede plank iets
boven de waterstroom, en een hoge houten leuning vergemakkelijkt een droge
oversteek.
Aan de overzijde van deze
bergwaterstroom gaat het pad weer mooi verder, tussen dik bemoste rotsen.
Periodieke rupsencheck
Ter hoogte van een
waterkrachtcentrale komen we weer bij de N134. We gaan voort langs deze
belangrijke weg tussen Frankrijk en Spanje.
Ook hier zien we weer hoog
uit de rotsen links van ons water uit de rotsen naar beneden stromen.
Daarna volgt weer een
hellingpad langs Le Gave d’Aspe. Niet alleen hier, maar ook eerder en verderop
hebben we op deze vochtige paden onder de bomen aan weerszijden veel last van
de vele over het pad aan zelf-gesponnen draden hangende kleine rupsen. Ze
hangen links en rechts en midden boven het pad, en soms zelfs als een gordijn
van rupsen. Als Durkje en ik verderop dan weer op een open plek komen, doen we
eerst een rupsen-check, want ze zitten overal op onze kleren, met zijn
tientallen tegelijk, allemaal een eindje meeliftend met de wandelaars die onder
hen doorlopen.
Door een sprookjesachtig
hellingbos gaan wij voorwaarts.
Aan weerszijden van Le Gave d’Aspe
Het zijn niet alleen (hele)
smalle paden die we langs Le Gave d’Aspe bewandelen. Soms zijn het brede
veldpaden, en eenmaal ook een weidepad, dat ons tussen een kudde koeien door
voert.
We passeren de oude stenen
brug over de rivier, en zien aan de overzijde de witte kerk van het dorpje
Cette Eygyn.
Op zeker moment zien we vóór
ons de smalle kloof waar wij straks doorheen moeten.
Vlak voordat we door die
betrekkelijk smalle rotskloof door gaan, moeten we via een houten brug Le Gave
d’Aspe oversteken, op de plek waar een immens groot rotsblok in de rivier ligt.
We steken de brug over, en
krijgen in de lengterichting aan beide zijden een mooi uitzicht over de
snelstromende rivier, die afkomstig is uit de Pyreneeën en onder ons doorstroomt
door zijn vallei in de richting van Oloron-Sainte-Marie.
Dopen met de Jacobsschelp in Borce
Na 22 kilometer arriveren we
in het plaatsje Borce.
We wandelen het dorpje binnen
bij de kapel, die als expositieruimte van het Ecomusée is ingericht. Tegen de
muur hangt een afbeelding van een pelgrim, van textiel gemaakt.
Heel opvallend in het koor
van deze eeuwenoude kapel is het kunstwerk van glas in metaal, dat als een hoge
zuil in het koor staat.
Het licht aan de onderzijde
laat de glasfragmenten schitteren; een mooi gezicht.
In de tuin van de
kinderopvang verderop staat een aantal metalen zitbanken. Op één ervan nemen we
plaats voor een etenspauze.
Daarna wandelen we verder het
dorp in, om de iets hoger liggende kerk van Borce ook te bezoeken. We weten
namelijk dat hier een zwart marmeren wijwaterbak in de kerk hangt, waarop een
Jacobsschelp staat afgebeeld.
We bezichtigen deze mooie
dorpskerk.
Ons valt het
glas-in-lood-raam op, met de afbeelding van Johannes de Doper, die Jezus doopt
met water uit een Jacobsschelp.
In veel rooms-katholieke
kerken was het vroeger te doen gebruikelijk om te dopen met water uit een
Jacobsschelp.
Langs Fort Portalet naar Urdos
We hebben na Borce nog ruim
een uur te gaan. Vanuit Borce lopen we weer terug naar de N134, die we tot aan
Urdos steeds moeten volgen. Daarbij komen we onder andere langs het Fort
Portalet, het voormalige Franse verdedigingsfort ter verdediging tegen de
verwachte Spaanse invasie.
Het fort is gebouwd tegen en
op de rotswand op een smalle doorgang tussen Frankrijk en Spanje, hoog boven Le
Gave d’Aspe.
Langs de wegkant van de N134
lopen we door naar Urdos. Vlak vóór Urdos kunnen we naar beneden, naar en over de
oude weg naar Urdos, die langs het voormalige treinstation van Urdos gaat.
In Urdos klimmen we vanaf de
oude weg tussen de huizen door weer naar boven, naar de huidige doorgaande weg
die Urdos doorsnijdt. Daar staat onze auto, waarmee we terug rijden naar onze
camping in Oloron-Sainte-Marie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten