zaterdag 17 augustus 2019

Pelgrimeren van Sarrance naar Urdos


Van Arles richting Santiago de Compostela

Via Tolosana van Sarrance naar Urdos
Dinsdag 30 juli 2019 – 26,3 km 
Dag 35: 759,4 – 785,7 km

Bij het bergdorpje Orcun in de Franse Pyreneeën


















Het weer werkt mee
Vandaag gaan Durkje en ik de pelgrims-etappe van Sarrance naar Urdos lopen, over een afstand van 26,3 kilometer. Deze dag begint voor ons met een koele temperatuur van 16 graden Celsius, en de temperatuur loopt vandaag nauwelijks op. Aan het eind van de middag is het 17 graden Celsius. Het is bewolkt. De zon laat zich de hele dag niet zien. Af en toe waait het even, maar nooit hard. Twee keer voelen we heel licht enige neerslag, maar zelfs te weinig om het regen te noemen. Kortom, een mooi-weer-dag voor een koele wandeldag op het Franse pelgrimspad aan de voet van de Pyreneeën.

Vertrek vanuit Sarrance
We staan om 6:00 uur op. Met onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Pyrénées Nature in Oloron-Sainte-Marie naar bushalte Urdos Douane in Urdos.
We zijn mooi op tijd in Urdos voor de bus, dus we gaan eerst een kop koffie drinken met een croissantje erbij in een hotel-café in de hoofdstraat van Urdos. De bus van 8:47 uur arriveert vijf minuten te laat, maar we komen wel tijdig aan op het treinstation van Bedous. Als alle passagiers een treinkaartje hebben bemachtigd uit de kaartjesautomaat vertrekt de trein, en zeven minuten later – om 9.34 uur arriveren we op het treinstation van Sarrance.
Daarvandaan lopen we naar de plek waar we gisteren onze etappe beëindigden, en daar beginnen we rond 9:45 uur onze dagtocht van vandaag.

Een uitdagende, buen camino
We beginnen met een heuvelpad langs de rivier Le Gave d’Aspe.
Het is een prachtig pad, dat over de helling voordurend stijgt en daalt. Ook later op de dag lopen we enkele malen over zo’n hellingpad, met de rivier soms heel diep onder aan de afgrond naast ons. Waar het pad dan heel smal is, of naar beneden helt, is het even een ware uitdaging om overeind te blijven en niet af te glijden over de rand van de afgrond, maar gelukkig gaat dat overal goed en komen we elke keer veilig weer op vlakkere en bredere hellingpaden.
Op de plek waar een grot in de helling is afgesloten met een ijzeren hekwerk, heeft iemand op de betonnen muur ernaast een mooie graffiti-afbeelding gespoten met de pelgrimswens: ‘Buen Camino’.

Een berg met een hart
We lopen langs de eerste huizen van het dorpje Osse en Aspe.
Het valt Durkje op dat op de berg erachter een heel groot hart is te zien. Verderop zien we hoog tegen de helling een bergweide in de vorm van een hart, die omzoomd is met bomen. Dit is waarschijnlijk geen toeval. Het hart(je) is waarschijnlijk zo gecreëerd.

Schoonheid in Bedous
Als we de N134 zijn overgestoken, arriveren we in de plaats Bedous.
Tussen de bomen en struiken door kunnen we het mooie centrum van Bedous zien liggen. In de berm staan hier veel bramenstruiken vol met nog maar net of nog (lang) niet rijpe bramen.
We volgen onze route, en komen dan op het centrale plein, waar ook de kerk van Bedous staat.
Durkje haalt bij de VVV alvast twee stempels in onze pelgrimspaspoorten, en ik ga de kerk binnen om die te bezichtigen. Er branden enkele kaarsjes in de kerk.
Deze kerk heeft een mooi interieur met veel kleur, wat ons een beeld geeft van hoe kleurrijk veel heel oude kerken vroeger ooit waren.
Opvallend zijn ook de prachtig gekleurde kerkramen aan beide zijden van de kerk.
Veel kerken zijn van buiten en van binnen buitengewoon mooi gemaakt, maar het is ook goed om oog te hebben voor de kleinere dingen in, op en rond zo’n kerk. Denk maar aan die prachtige plantjes die veelal tegen de kerkmuren van eeuwenoude kerken groeien; zo ook hier bij deze kerk midden in dit dorp.
Verderop drinken we in een café van een streekproductenwinkel een kop koffie.

Veldpaden door de Haute-Pyrénées
Vrij snel na Bedous passeren we het dorpje Orcun; ook al weer zo’n mooi dorpje in de Pyreneeën.
We gaan een prachtig veldpad op, dat ons tussen allerlei bergweides door voert.
Dat veldpad brengt ons naar het dorpje Jouers.
Als we Jouers uit wandelen, passeren we een groot metalen tuinhek, waarin drie Jacobsschelpen zijn uitgesneden.

Accous
De eerste iets grotere plaats die we na Bedous bezoeken, is het dorp Accous. We naderen het dorp van boven over een mooi bergpad.


In Accous zien we een betonnen Jacobsschelp, die ons de weg wijst door het dorp.
Bijna aan de rand van het dorp, gaan we langs een vervallen, maar nog wel in gebruik zijnde, dorpsboerderij.
Daarna slaan we rechtsaf, en wandelen we Accous al weer uit.
In een bebost hellingpad komen we bij een snelstromend bergbeekje. Er ligt een dubbele brede plank iets boven de waterstroom, en een hoge houten leuning vergemakkelijkt een droge oversteek.
Aan de overzijde van deze bergwaterstroom gaat het pad weer mooi verder, tussen dik bemoste rotsen.

Periodieke rupsencheck
Ter hoogte van een waterkrachtcentrale komen we weer bij de N134. We gaan voort langs deze belangrijke weg tussen Frankrijk en Spanje.
Ook hier zien we weer hoog uit de rotsen links van ons water uit de rotsen naar beneden stromen.
Daarna volgt weer een hellingpad langs Le Gave d’Aspe. Niet alleen hier, maar ook eerder en verderop hebben we op deze vochtige paden onder de bomen aan weerszijden veel last van de vele over het pad aan zelf-gesponnen draden hangende kleine rupsen. Ze hangen links en rechts en midden boven het pad, en soms zelfs als een gordijn van rupsen. Als Durkje en ik verderop dan weer op een open plek komen, doen we eerst een rupsen-check, want ze zitten overal op onze kleren, met zijn tientallen tegelijk, allemaal een eindje meeliftend met de wandelaars die onder hen doorlopen.
Door een sprookjesachtig hellingbos gaan wij voorwaarts.

Aan weerszijden van Le Gave d’Aspe
Het zijn niet alleen (hele) smalle paden die we langs Le Gave d’Aspe bewandelen. Soms zijn het brede veldpaden, en eenmaal ook een weidepad, dat ons tussen een kudde koeien door voert.
We passeren de oude stenen brug over de rivier, en zien aan de overzijde de witte kerk van het dorpje Cette Eygyn.
Op zeker moment zien we vóór ons de smalle kloof waar wij straks doorheen moeten.
Vlak voordat we door die betrekkelijk smalle rotskloof door gaan, moeten we via een houten brug Le Gave d’Aspe oversteken, op de plek waar een immens groot rotsblok in de rivier ligt.
We steken de brug over, en krijgen in de lengterichting aan beide zijden een mooi uitzicht over de snelstromende rivier, die afkomstig is uit de Pyreneeën en onder ons doorstroomt door zijn vallei in de richting van Oloron-Sainte-Marie.

Dopen met de Jacobsschelp in Borce
Na 22 kilometer arriveren we in het plaatsje Borce.
We wandelen het dorpje binnen bij de kapel, die als expositieruimte van het Ecomusée is ingericht. Tegen de muur hangt een afbeelding van een pelgrim, van textiel gemaakt.
Heel opvallend in het koor van deze eeuwenoude kapel is het kunstwerk van glas in metaal, dat als een hoge zuil in het koor staat.
Het licht aan de onderzijde laat de glasfragmenten schitteren; een mooi gezicht.
In de tuin van de kinderopvang verderop staat een aantal metalen zitbanken. Op één ervan nemen we plaats voor een etenspauze.
Daarna wandelen we verder het dorp in, om de iets hoger liggende kerk van Borce ook te bezoeken. We weten namelijk dat hier een zwart marmeren wijwaterbak in de kerk hangt, waarop een Jacobsschelp staat afgebeeld.
We bezichtigen deze mooie dorpskerk.
Ons valt het glas-in-lood-raam op, met de afbeelding van Johannes de Doper, die Jezus doopt met water uit een Jacobsschelp.
In veel rooms-katholieke kerken was het vroeger te doen gebruikelijk om te dopen met water uit een Jacobsschelp.

Langs Fort Portalet naar Urdos
We hebben na Borce nog ruim een uur te gaan. Vanuit Borce lopen we weer terug naar de N134, die we tot aan Urdos steeds moeten volgen. Daarbij komen we onder andere langs het Fort Portalet, het voormalige Franse verdedigingsfort ter verdediging tegen de verwachte Spaanse invasie.
Het fort is gebouwd tegen en op de rotswand op een smalle doorgang tussen Frankrijk en Spanje, hoog boven Le Gave d’Aspe.
Langs de wegkant van de N134 lopen we door naar Urdos. Vlak vóór Urdos kunnen we naar beneden, naar en over de oude weg naar Urdos, die langs het voormalige treinstation van Urdos gaat.
In Urdos klimmen we vanaf de oude weg tussen de huizen door weer naar boven, naar de huidige doorgaande weg die Urdos doorsnijdt. Daar staat onze auto, waarmee we terug rijden naar onze camping in Oloron-Sainte-Marie.


Geen opmerkingen: