Aankomst bij de kathedraal van Santiago de Compostela |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino de la Costa > Irún – Santiago de Compostela
Camino de la Costa van O Pedrouzo naar Santiago de
Compostela
Zaterdag 6 augustus 2016 – 20,1 km.
Dag 40: 827,9 – 848 km
Dag 40: 827,9 – 848 km
Einde bedevaart in zicht
Voor een pelgrim is de dag
van de aankomst in Santiago de Compostela een heel bijzondere dag. Je sluit een
voor jou belangrijke periode vol van bijzondere ervaringen af; je realiseert je
dat hier in dit bedevaartsoord je pelgrimage eindigt, en moet dan de knop
omzetten naar wat daarop volgt. Alternatieven zijn er dan genoeg, en je zult
hoe dan ook een keus moeten maken, want voor de meeste pelgrims is er ook een
leven na de bedevaart.
Voor Durkje en voor mij is
het vandaag zo’n bijzondere dag. We weten dat we – als alles goed gaat –
vandaag Santiago de Compostela binnen zullen wandelen als pelgrims. Maar
daarvoor moeten we vandaag eerst nog de 20,1 kilometer lopen van O Pedrouzo
naar de kathedraal van Santiago de Compostela.
O Pedrouzo
In ons inmiddels
gebruikelijke ochtendritme verlaten we vanmorgen om 7.20 uur onze camping in
Méson da Cabra, en rijden we in onze auto naar O Pedrouzo. We beginnen vandaag
aan de rand van de bebouwde kom van O Pedrouzo.
Het is 8.20 uur als we O
Pedrouzo over de hoofdstraat binnenlopen. Onder een wolkenloze, blauwe lucht
lopen we door dit doorgangsdorp bij een ochtendtemperatuur van 13 graden
Celsius. Het belooft vandaag een warme tot hete dag te worden. Later op de dag
blijkt dat het in Santiago de Compostela al 32 graden Celsius is tijdens onze
aankomst, en als we aan het eind van de dag weer terug zijn bij de auto in O
Pedrouzo is het daar nota bene 37 graden Celsius.
Onderweg hebben we overigens
niet veel last van die warmte, want de temperatuur loopt langzaam op, we lopen
vandaag veel door dichte en dus schaduwrijke eucalyptusbossen en waar we op de
iets hoger gelegen delen meer in open veld lopen, worden we enigszins gekoeld
door een zacht-koele bries. En omdat we ook wel zijn gewend aan lange dagen
lopen bij hoge temperaturen, weten we uit ervaring hoe we daar qua tempo,
rusten, eten en drinken mee om moeten gaan, dus deze laatste pelgrimsdag valt
ons niet zwaar, integendeel, het wordt een hele mooie dag.
Donkere paden door eucalyptusbossen
Vlak buiten O Pedrouzo komen we
na een donker bospad in San Antón. Door een gevarieerd coulissenlandschap lopen
we door naar Amenal. Voorbij Amenal begint een eerste serieuze klim over één
van de vele schilderachtige holle bospaden, die de camino rijk is hier in
Galicië, een zogenoemd corredoire.
Op een splitsing van bospaden
komen we langs een marktkraampje van twee jonge Spanjaarden, die met een
pelgrimsstempel de pelgrims naar hun verkooptafel lonken, om vooral nog een
souvenir van de camino te kopen. Vooral de camino-polsbandjes in allerlei
uitvoeringen verkopen goed, zien we.
Santiago Airport zonder kruis
Waar we het bos uit komen, is
de aansluiting van de uitvalsweg van Santiago de Compostela naar de nieuwe
snelweg richting Lugo. Daar staat een grote gebeeldhouwde steen met daarop de
stadsnaam Santiago, een plek die altijd geliefd is voor een mooie foto. Ook
deze plek is inmiddels door een Spanjaard ‘bezet’ om er iets aan te verdienen.
Hij heeft traditionele pelgrimskledij en –attributen bij zich, waarmee je
jezelf kunt laten fotograferen door hem met je eigen fotocamera of
telefooncamera. En of je dan natuurlijk ook even een kleine vergoeding daarvoor
wilt betalen, want daar gaat het hem natuurlijk om.
Verderop komen we langs het
vliegveld, ook op het eind/begin van de start- en landingsbaan. Helaas maken we
het deze keer niet mee dat er een vliegtuig vlak boven ons de startbaan
verlaat.
Tijdens onze twee voorgaande
passages hier op deze plek in 2012 en in 2015 was het hek rond het vliegveld
gedecoreerd met een grote variëteit aan kruisen, gevlochten met stokjes,
linten, kledingstukken, en overige materialen, door het gaas van dit hekwerk.
Ons valt nu op dat er dit jaar geen enkel kruis in het hekwerk is gevlochten.
Kennelijk haalt het vliegveldpersoneel misschien wel elke dag het vlechtwerk
uit het hek, wat de pelgrim die hier voor het eerst voorbij komt niet op de
gedachte brengt om tijdens de passage hier een kruisje te vlechten.
Koffiepauze voor zes pelgrims in San Paio
Het verschil in drukte tussen
onze Camino de la Costa en de Camino Franchés wordt vandaag ook maar weer
duidelijk. Nu ook deze twee (of eigenlijk nog veel meer) camino’s samen verder
gaan, hebben we bijna ieder moment van de dag één of meer pelgrims in het zicht
vóór of achter ons lopen, zo druk is het hier op deze laatste etappe. Pelgrims
die ervan houden om in stilte te wandelen, ergeren zich hieraan, maar je kunt
het ook van de andere kant, die van de gezelligheid, bekijken. Velen zijn
vandaag in een opperbeste stemming, want na al die kilometers lopen, is het
eind in zicht, wat de meeste pelgrims vrolijk stemt. Het is dus vooral ook de
etappe met onderweg veel vrolijke noten, kwinkslagen, en gezellige momenten
tussendoor.
Omdat Durkje en ik de rustige
Camino del Norte hebben gelopen, zien we bijna geen bekende pelgrims onderweg.
Maar als we het dorpje San Paio binnenwandelen, zien we de Nederlandse pelgrim
Paul op een terras staan. Daar blijkt dat het pelgrimsechtpaar Paul &
Monique (uit Enschede) hier zojuist zijn gearriveerd met het Duitse pelgrimsechtpaar
Bernd & Simone (uit Berlijn). Nadat we even hebben gewacht, is er een plek
vrij op het terras, en drinken we met zijn zessen koffie, om op deze laatste
pelgrimsdag nog even na te praten over onze ervaringen en over wat ons verder
aan lief en leed vandaag de dag ook nog bezig houdt.
Voordat we San Paio verlaten,
lopen we nog de plaatselijke dorpskerk binnen om daar een doortochtstempel in
onze pelgrimspaspoorten te zetten.
A Lavacolla
Het volgende dorpje waar we
dan doorheen komen, is A Lavacolla.
Een dorpje met een
hooggeplaatste kerk, waar prachtige bloemstukken naar binnen worden gedragen
voor waarschijnlijk een huwelijksviering later op deze dag. We ontmoeten hier
ook een pelgrimsduo, waarvan de man een soort bolderkar voorttrekt aan een om
zijn middel gebonden riem. In het verleden hebben we wel eens pelgrims gezien
met de eenwielige pelgrimsbagagekarren, maar een pelgrim die op deze route een
bolderkar met bagage meeneemt, is voor ons een unicum. Niet erg handig op de
soms slecht toegankelijke delen van het pelgrimspad, maar ja, je hoeft je
bagage dan niet te dragen, wat voor sommige pelgrims fysiek wel de beste
oplossing is.
Voordat we A Lavacolla
verlaten, komen we nog over het bruggetje over de beek waarin de welriekende
middeleeuwse pelgrims zich vroeger nog even wasten, alvorens ze het graf van de
apostel Jacobus in Santiago de Compostela enkele kilometers verderop bezochten.
Behoeftige pelgrim voor één dag
Voorbij A Lavacolla begint
een lange en tamelijk stevige klim over asfalt richting Villamaior. Uit
tegenovergestelde richting passeert ons de bereden politie, een agent en agente
te paard. Verderop komt ons nog een keer een politieauto tegemoet, en nog iets
verder een emergentia-auto met EHBO-ers, dus er wordt goed toegezien op het welbevinden
van de pelgrims op dit traject.
Op de hoogvlakte komen we
eerst langs de zendmasten en de televisiestudio’s van TV Galicia en TV España.
Vlak hiervoor tijdens de klim
haalde ons een tourbus in, waar tientallen toeristen uitstapten, die met zijn
allen enkele kilometers camino gaan lopen. We lopen hier dus even in een
combi-groep van pelgrims en toeristen, wat ook wel weer een bijzondere sfeer
oproept.
Een oudere Spaanse dame is
nog maar net uit de bus, of ze duikt al de bosjes in, broek naar beneden voor
de hoognodige plas, en dan weer verder, dus die gelegenheidspelgrim voor één
dag past zich zo direct al aan aan de nodige pelgrimsgebruiken op de camino. Welkom
op de camino.
Hout en handel
Nabij San Marcos passeren we
een grote houtfabriek. Ons valt op dat deze fabriek nu een plaquette aan de
fabrieksmuur heeft gehangen, in mooi houtsnijwerk, waarin alle passerende
pelgrims in diverse talen welkom worden geheten, en waar op staat vermeld dat
het nog 7 kilometer is naar de kathedraal van Santiago de Compostela.
We passeren dan ook de
camping van San Marcos, waar het in de bar en op het terras en bij de
verschillende marktkramen overdag een drukte van belang is.
Hier kun je vlak voor
binnenkomst van Santiago nog de nodige souvenirs kopen, zoals Jacobsschelpen,
kalebassen, polsbandjes, ansichtkaarten, shirts, en nog veel meer.
In de afgelopen jaren, en ook
dit jaar weer, valt ons op dat er zo weinig kampeergasten zijn op deze toch wel
forse camping. Als deze campingeigenaar zijn terrein beter zou verzorgen, en er
meer promotie voor zou maken, dan zouden er toch veel meer campinggasten kunnen
komen, zoals passerende pelgrims en toeristen, die Santiago de Compostela
willen bezoeken.
Monte do Gozo
En dan komen we op de Monte
do Gozo, de berg van de vreugde. Bij de ingang van de kapel zetten we ons
laatste doorgangsstempel in onze pelgrimspaspoorten, en binnen bezoeken we het
beeld van Sint Jacob.
Dit is een plek waar ook
aandacht wordt gegeven aan bijzondere mensen. Zo staat er bijvoorbeeld een
herdenkingsmonument voor een pelgrim-priester.
Verderop, op een fikse
verhoging, staat het forse gedenkteken, dat herinnert aan het bezoek van wijlen
paus Johannes Paulus II in 1989 aan Santiago de Compostela.
We lopen het monument voorbij
en zien dan rechts van ons in het dal de bedevaartsstad Santiago de Compostela
liggen.
We wijken hier even van de
doorgaande route af, omdat we ook de grote pelgrimsbeelden verderop willen
bezoeken, alvorens we de stad in lopen.
Boven de bebouwing van de
stad zien we ondertussen de hoge kerktorens van de kathedraal van Santiago de
Compostela, waarvan een deel in de steigers staat.
De twee pelgrimsbeelden
Opmerkelijk is dat ondanks
alle drukte op de camino wij de enigen zijn die op dit moment de twee grote
pelgrimsbeelden bezoeken.
Het geeft ons de gelegenheid
om ongestoord deze beelden van verschillende zijden te fotograferen.
De prachtige helderblauwe
lucht maakt dat de twee beelden mooi contrasteren.
Even later komen er vier
Spaanse toeristen aanlopen, en maken we van die gelegenheid gebruik om elkaar
in groepjes te fotograferen op deze bijzondere plek.
Pas als we weg gaan, komen er
drie fietsers naar boven. Het is jammer dat op Monte do Gozo nergens wordt
bewegwijzerd dat en hoe je bij deze twee metershoge beelden kunt komen. Daarom
weten velen niet dat ze iets verderop staan, en missen veel pelgrims de kans om
er te gaan kijken, waarbij ze dan ook voor het eerst de stad en de kathedraal
zien liggen en staan.
Santiago de Compostela
Vanaf deze pelgrimsbeelden
lopen we via de parkeerplaats naar beneden, waarbij we iets verder over het
uitgestrekte recreatieterrein van Monte do Gozo teruglopen naar de doorgaande
camino. Op de splitsing waar we weer op de camino komen, lopen we langs een beeldentuin
van een beeldhouwer, waarin enkele beelden staan met verwijzingen naar de
camino.
Voorbij de beeldentuin zetten
we de afdaling naar de stad verder in.
Als we over de brug met het
ruwe houten wegdek de stad in zijn gelopen, komen we al spoedig langs het grote
hekwerk waarop met grote rode letters de stadsnaam Santiago de Compostela staat
geschreven.
We laten ons bij dit markante
punt fotograferen door een in Amerika wonende Spanjaard, die vandaag ook met
zijn twee zonen - vanuit Sarria komend - de stad binnenwandelt als pelgrim.
Dan volgt nog een lange tocht
door de buitenwijken van Santiago de Compostela. Onderweg pauzeren we op een
terras om daar nog iets te eten en te drinken alvorens we de binnenstad in gaan
voor de komende uren. Daar ontmoeten we een Nederlandse universiteitsstudente
uit Leiden, die met twee Duitse jongens als pelgrim vanuit Léon naar Santiago
de Compostela is gelopen.
Na de lange tocht door de
brede straten komen we in de oude binnenstad, en dan komt voor het eerste in de
stad de kathedraal in zicht, aan het einde van de straat.
Aankomst bij de kathedraal van Santiago de Compostela
De gele caminoborden en de
Jacobsschelpen op het wegdek volgend arriveren we aan de achterzijde van de
kathedraal.
In tegenstelling tot de
voorzijde van de kathedraal, wordt het plein aan de achterzijde opgefleurd door
een mooie stadstuin met in vrolijke kleuren bloeiende planten. Aan deze zijde
kun je als pelgrim de kathedraal binnenwandelen, maar dat is sinds enkele jaren
voor de pelgrim moeilijk gemaakt, omdat je uit veiligheidsoverwegingen niet
meer met je rugzak de kathedraal in mag. De terroristische aanslagen met bommen
in rugzaken wereldwijd hebben het voor de pelgrim dus onmogelijk gemaakt om met
je rugzak direct bij aankomst naar binnen te wandelen. Tijdens onze eerste
aankomst in 2012 mocht dat nog wel, maar nu word je door de bewaker de toegang
geweigerd als bepakte pelgrim. Voor pelgrims die dat nog niet wisten, is dat
een teleurstellende constatering.
Plaza del Obradoiro
Durkje en ik wandelen om de
kathedraal heen, en dan komen we door de poort – waar bijna altijd muzikanten
musiceren – op het Plaza del Obradoiro, het immense stadsplein aan de voorzijde
van de kathedraal.
Dit is de plek waar de
aangekomen pelgrims zich altijd uitgebreid laten fotograferen, om een
belangrijke foto mee naar huis te nemen en/of via social media aan familie en
vrienden te sturen, waaruit blijkt dat je je pelgrimstocht na al die kilometers
hebt volbracht. Er is altijd iemand bereid om je als pelgrim met de kathedraal
op de achtergrond te fotograferen. Wij vragen een Spaanse fietspelgrim om
enkele foto’s van ons beiden te maken. Hij doet dat graag voor ons en vertelt
even later dat hij zojuist al zijn zesde pelgrimstocht op de mountainbike heeft
voltooid, deze keer samen met zijn vriendin, vanuit Madrid.
Honderden mensen lopen hier
op het plein, velen zijn pas gearriveerde pelgrim. Er zijn pelgrims bij die
hier in stilte en inkeer alleen zijn gekomen, maar we zien bijvoorbeeld ook
grote groepen jongeren die zich bij aankomst met veel gejuich en gezang als groep
laten fotograferen. Wandelstokken, rugzakken, vlaggen, hoeden en wat men
allemaal aan identiteitselementen heeft meegenomen komt nu triomfantelijk erbij
op de foto. Maar aan de randen van het plein, en soms ook op het plein, zitten
daar ook de enkelingen die als pelgrim in zichzelf gekeerd in stilte hun
pelgrimage en/of hun aankomst gedenken. Iedere pelgrim had zo zijn eigen
motieven, iedere pelgrim kreeg gaandeweg zijn eigen pelgrimage, en iedere
pelgrim komt ook op eigen wijze, met diens eigen impressies, gevoelens en
ervaringen aan. Dit hier is het plein waar bij aankomst de uitingen van emoties
tussen vreugde en verdriet, tussen extravert en introvert gedrag samenkomen. Een
heel bijzondere plek.
Pelgrims in de wacht
En dan is het moment gekomen
dat je als pelgrim van het plein doorloopt naar het Pelgrimsbureau van de
bisschop, om daar je pelgrimage te registreren en in ruil daarvoor je
Compostela in ontvangst te nemen. Vorig jaar nog was het Pelgrimsbureau
gevestigd in de Rúa do Vilar, maar tegenwoordig vind je het bureau aan de Rúa
das Carretas, ook in de buurt van de kathedraal. Als we daar binnen stappen,
mogen we pas doorlopen op vertoon van onze pelgrimspaspoorten. We komen op de
binnenplaats en moeten dan aansluiten in de lange rij, die vanaf de binnenplaats
naar de gekoelde binnen-rondgang rond de binnenplaats gaat. Het is 14.30 uur
als we buiten aansluiten in die lange rij. Een kwartiertje later staan we al
binnen in de rondgang.
Hier is het een kwestie van
geduld oefenen, want iedere pelgrim wordt individueel in de gelegenheid gesteld
de bewijzen van zijn of haar pelgrimage te tonen. Hier in deze binnen-omgang
komen alle op voortbeweging ingestelde pelgrim van over de hele wereld tot
stilstand in één lange rij.
Als we in de rondgang de
laatste bocht om gaan, kunnen we zien hoeveel pelgrims ons nog voor zullen
gaan, en daar krijgen we ook zicht op het beeldscherm waarop regelmatig
zichtbaar wordt gemaakt welke van de 13 balies vrij is voor de volgende
pelgrim.
Compostela en Afstandscertificaat
Na een uur wachten zijn
Durkje en ik aan de beurt. Samen gaan we naar de vrijgekomen balie, waar we
worden ontvangen door een medewerker van het Pelgrimsbureau.
Hij controleert onze
pelgrimspaspoorten op geldigheid en op de vereiste pelgrimsstempels van onderweg.
Dan moeten we onze
persoonlijke gegevens en pelgrimagemotieven noteren op een formulier van het
pelgrimsregister.
Ondertussen maakt de
bureaumedewerkers onze Compostela’s gereed, en vult hij voor ons beiden ook het
Afstandscertificaat in, waarop hij onder andere schrijft welke camino we hebben
gelopen (Camino del Norte/Camino de la Costa), waar we die camino aanvingen
(Grases) en hoeveel kilometer we daartoe hebben gelopen (383 kilometer). Onze
beide pelgrimspaspoorten worden afgestempeld en dan krijgen we de Compostela’s
en de Afstandscertificaten mee in een kartonnen koker.
De Huiskamer van de Lage Landen
Durkje en ik zijn ook
verenigingslid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, het
pelgrimsgenootschap dat de belangen behartigt van Nederlandse pelgrims. Ons
genootschap heeft naast het Pelgrimsbureau een ontvangstruimte, de zogenaamde
‘Huiskamer van de Lage Landen’.
Wij lopen door naar die Huiskamer
en worden daar hartelijk ontvangen door de genootschapsvrijwilligers Thea en
Henk, die in deze periode als gastvrouw en gastheer optreden om alle
gearriveerde pelgrims te verwelkomen.
We worden verwend met koffie
en een koekje, en zitten enige tijd gezellig met zijn vieren op het terras van
de Huiskamer te praten over onze wederzijdse pelgrimservaringen, want ook Thea
en Henk hebben pelgrimservaring.
Op de stamtafel in de
Huiskamer ligt ook het register van de dit jaar binnengekomen Nederlandse
pelgrims. Daar registreren wij ons ook in als dit jaar gearriveerde
verenigingsleden.
Even later komt er nog een verdwaald
Amerikaans pelgrimsstel aanlopen, dat op zoek is naar de uitgang van het
Pelgrimsbureau. Zij krijgen ook drinken aangeboden, waar ze graag gebruik van
maken, en ze komen er even gezellig bij zitten. Daarna komt nog een Nederlandse
pelgrim uit Utrecht aan, die gisteren (vanuit Porto via de Camino Portugués) in
Santiago de Compostela is gearriveerd en die zich hier nu ook meldt. En zo
zitten we in elk geval nog tot na 17.00 uur gezellig bij elkaar, en beantwoordt
de Nederlandse Huiskamer van ons genootschap door de gastvrijheid van de
hospitalero’s Henk en Theo aan haar doel.
Weerzien met pelgrims in de stad
Nu waren Durkje en ik van
plan om de rugzakken even in bewaring te geven in de Huiskamer, om dan nog de
kathedraal te bezoeken, maar omdat we zo lang en gezellig zijn blijven zitten
in de Huiskamer en we toch ook nog weer terug moeten naar onze camping, slaan
we dat vandaag over en gaan we dat morgen nog wel doen, omdat we morgen weer
terug komen hier in Santiago om meer uitgebreid te tijd te nemen voor een
bezoek aan de kathedraal in/en aan deze bedevaartsstad.
Maar ja, het leven van een
pelgrims is ook onvoorspelbaar, dus als we door de Rúa do Vilar lopen om
verderop bij het stadspark een taxi te zoeken, ontmoeten we op het terras van
één van de restaurants het Duits-Britse pelgrimsechtpaar Cordula & John, dat
we in de afgelopen pelgrimstocht enkele malen hebben ontmoet. Zij zijn gisteren
in Santiago de Compostela gearriveerd en zullen morgen de stad weer verlaten.
We nemen plaats bij hen op het terras en zitten zo nog weer gezellig ruim een
uur met hen na te praten over onze pelgrimstocht van de afgelopen weken. De
camino en de stad blijven toch beide heel bijzonder, mede vanwege de bijzondere
en vaak ook repeterende toevallige ontmoetingen die je onderweg op de camino en
in deze inspirerende pelgrimsstad hebt. De camino en de stad zullen ons altijd
bijblijven als waarde(n)volle plaatsen van zich veelvuldig herhalende (en)
fijne ontmoetingen.
Terug naar O Pedrouzo
Maar dan is het toch echt
tijd om afscheid te nemen van dit ervaren pelgrimsduo. Daarna lopen we door
naar een bij het stadspark gereedstaande taxi. De perfect Engelssprekende
taxichauffeur – zoon van een Britse moeder en een Spaanse vader – vertelt ons
onderweg over zijn internationale werkervaring in Hilton-hotels in diverse
continenten en over zijn Spaanse familie, waaronder zijn beide ouders die al
bijna honderd jaar oud zijn. De taxirit terug van Santiago de Compostela naar O
Pedrouzo is voor je gevoel dan ook in een ommezien om, en dan staan we al weer
bij onze auto in O Pedrouzo, waar we vanmorgen onze etappe aanvingen. We rijden
met de auto terug van O Pedrouzo naar onze camping in Méson da Cabra,
terugkijkend op alweer zo’n buitengewoon bijzondere aankomstdag in Santiago de
Compostela.
Terugblik op deze pelgrimstocht
Hiermee sluiten we onze
pelgrimstocht af. Een tocht die in de zomer van 2013 begon in de Franse
pelgrimsplaats Le Puy-en-Velay, die eerst over de Via Podiensis liep naar Saint-Jean-Pied-de-Port.
Vanuit dit Zuid-Franse
pelgrimsstadje aan de voet van de Pyreneeën liepen we in het voorjaar van 2014 aan
de noordzijde van de Pyreneeën via Hendaye (Frankrijk) over de grens naar Irún
(Spanje) en toen nog een dag door naar San Sebastián.
In de zomer van 2014 vervolgden
we die tocht via de Camino del Norte van San Sebastián naar de kathedraal van
Oviedo.
In de zomer van 2015 hebben
we vanuit Oviedo via Grases de Camino Primitivo gelopen naar Santiago de
Compostela. Die Camino Primitivo is de ene variant van de Camino del Norte, die
door het bergachtige, onherbergzame binnenland van Noord-Spanje gaat.
Omdat we toch ook nog de
andere variant wilden bewandelen, hebben we deze zomer de Camino de la Costa
gelopen vanuit Grases (de splitsing van beide varianten) naar Santiago de
Compostela, die eerst nog enkele dagen de Noord-Spaanse kust volgt, om dan
vanaf Ribadeo in zuidwestelijke richting door het binnenland van Galicië af te
buigen naar Santiago de Compostela.
Deze Camino de la Costa
hebben we vanaf 19 juli 2016 in de afgelopen weken in 17 dagen gelopen, over
een afstand van 383 kilometers.
De Camino Primitivo liepen we
in 15 dagen over een afstand van 353 kilometer.
Daarmee duurde de hele Camino
del Norte via de Camino Primitivo 38 dagen over 817 kilometer en de Camino del
Norte via de Camino de la Coste 40 dagen over 848 kilometer.
De hele route over de Via
Podiensis en de Camino del Norte samen duurden voor ons daarmee respectievelijk
73 (Primitivo) en 75 (Costa) dagen, over een afstand van 1637 (Primitivo) en 1668
(Costa) kilometer.
Daarbij constateerden we dat
dit traject dan wel de Costa-route wordt genoemd, maar dat je op het reguliere
tracé betrekkelijk weinig kilometers dicht op de kust loopt. Op het eerste deel
van de Camino del Norte is dat beduidend meer. Maar als je dan vanaf Ribadeo de
kust echt achter je laat, kom je in en door een wel heel bijzonder stuk
Galicië, waar het op veel delen van de route lijkt alsof de tijd daar
tientallen jaren heeft stilgestaan. Dit is een streek van doorgaans
kleinschalige veehouderij en akkerbouw, waar nog nauwelijks met moderne
machinerie wordt gewerkt. De eenzame Galicische wandelpaden van de Camino de la
Costa brengen je een aantal malen op tamelijk geïsoleerde plekken – bij boerderijen
en in buurtschappen – waar de vriendelijke en behulpzame bevolking op eigen traditionele
wijze woont en werkt, af en toe geconfronteerd met de vreemdeling –
peregrino/pelgrim – die langzaam langs en over deze (hun) verstilde boerenerven
voortgaat over soms nog middeleeuwse paden in de eeuwenoude voetsporen van al
die pelgrims die je voorgingen naar het graf van de heilige Jacobus de Meerdere;
de pelgrim voor pelgrims, en/of de morendoder voor de Spanjaarden, en/of de
apostel voor wie gelooft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten