woensdag 17 augustus 2016

Pelgrimeren van O Pedrouzo naar Santiago de Compostela (3e pelgrimage)

Aankomst bij de kathedraal van Santiago de Compostela

























Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino de la Costa > Irún – Santiago de Compostela
Camino de la Costa van O Pedrouzo naar Santiago de Compostela
Zaterdag 6 augustus 2016 – 20,1 km.
Dag 40: 827,9 – 848 km


Einde bedevaart in zicht
Voor een pelgrim is de dag van de aankomst in Santiago de Compostela een heel bijzondere dag. Je sluit een voor jou belangrijke periode vol van bijzondere ervaringen af; je realiseert je dat hier in dit bedevaartsoord je pelgrimage eindigt, en moet dan de knop omzetten naar wat daarop volgt. Alternatieven zijn er dan genoeg, en je zult hoe dan ook een keus moeten maken, want voor de meeste pelgrims is er ook een leven na de bedevaart.
Voor Durkje en voor mij is het vandaag zo’n bijzondere dag. We weten dat we – als alles goed gaat – vandaag Santiago de Compostela binnen zullen wandelen als pelgrims. Maar daarvoor moeten we vandaag eerst nog de 20,1 kilometer lopen van O Pedrouzo naar de kathedraal van Santiago de Compostela.

O Pedrouzo
In ons inmiddels gebruikelijke ochtendritme verlaten we vanmorgen om 7.20 uur onze camping in Méson da Cabra, en rijden we in onze auto naar O Pedrouzo. We beginnen vandaag aan de rand van de bebouwde kom van O Pedrouzo.
Het is 8.20 uur als we O Pedrouzo over de hoofdstraat binnenlopen. Onder een wolkenloze, blauwe lucht lopen we door dit doorgangsdorp bij een ochtendtemperatuur van 13 graden Celsius. Het belooft vandaag een warme tot hete dag te worden. Later op de dag blijkt dat het in Santiago de Compostela al 32 graden Celsius is tijdens onze aankomst, en als we aan het eind van de dag weer terug zijn bij de auto in O Pedrouzo is het daar nota bene 37 graden Celsius.
Onderweg hebben we overigens niet veel last van die warmte, want de temperatuur loopt langzaam op, we lopen vandaag veel door dichte en dus schaduwrijke eucalyptusbossen en waar we op de iets hoger gelegen delen meer in open veld lopen, worden we enigszins gekoeld door een zacht-koele bries. En omdat we ook wel zijn gewend aan lange dagen lopen bij hoge temperaturen, weten we uit ervaring hoe we daar qua tempo, rusten, eten en drinken mee om moeten gaan, dus deze laatste pelgrimsdag valt ons niet zwaar, integendeel, het wordt een hele mooie dag.

Donkere paden door eucalyptusbossen
Vlak buiten O Pedrouzo komen we na een donker bospad in San Antón. Door een gevarieerd coulissenlandschap lopen we door naar Amenal. Voorbij Amenal begint een eerste serieuze klim over één van de vele schilderachtige holle bospaden, die de camino rijk is hier in Galicië, een zogenoemd corredoire.
Op een splitsing van bospaden komen we langs een marktkraampje van twee jonge Spanjaarden, die met een pelgrimsstempel de pelgrims naar hun verkooptafel lonken, om vooral nog een souvenir van de camino te kopen. Vooral de camino-polsbandjes in allerlei uitvoeringen verkopen goed, zien we.

Santiago Airport zonder kruis
Waar we het bos uit komen, is de aansluiting van de uitvalsweg van Santiago de Compostela naar de nieuwe snelweg richting Lugo. Daar staat een grote gebeeldhouwde steen met daarop de stadsnaam Santiago, een plek die altijd geliefd is voor een mooie foto. Ook deze plek is inmiddels door een Spanjaard ‘bezet’ om er iets aan te verdienen. Hij heeft traditionele pelgrimskledij en –attributen bij zich, waarmee je jezelf kunt laten fotograferen door hem met je eigen fotocamera of telefooncamera. En of je dan natuurlijk ook even een kleine vergoeding daarvoor wilt betalen, want daar gaat het hem natuurlijk om.
Verderop komen we langs het vliegveld, ook op het eind/begin van de start- en landingsbaan. Helaas maken we het deze keer niet mee dat er een vliegtuig vlak boven ons de startbaan verlaat.
Tijdens onze twee voorgaande passages hier op deze plek in 2012 en in 2015 was het hek rond het vliegveld gedecoreerd met een grote variëteit aan kruisen, gevlochten met stokjes, linten, kledingstukken, en overige materialen, door het gaas van dit hekwerk. Ons valt nu op dat er dit jaar geen enkel kruis in het hekwerk is gevlochten. Kennelijk haalt het vliegveldpersoneel misschien wel elke dag het vlechtwerk uit het hek, wat de pelgrim die hier voor het eerst voorbij komt niet op de gedachte brengt om tijdens de passage hier een kruisje te vlechten.

Koffiepauze voor zes pelgrims in San Paio
Het verschil in drukte tussen onze Camino de la Costa en de Camino Franchés wordt vandaag ook maar weer duidelijk. Nu ook deze twee (of eigenlijk nog veel meer) camino’s samen verder gaan, hebben we bijna ieder moment van de dag één of meer pelgrims in het zicht vóór of achter ons lopen, zo druk is het hier op deze laatste etappe. Pelgrims die ervan houden om in stilte te wandelen, ergeren zich hieraan, maar je kunt het ook van de andere kant, die van de gezelligheid, bekijken. Velen zijn vandaag in een opperbeste stemming, want na al die kilometers lopen, is het eind in zicht, wat de meeste pelgrims vrolijk stemt. Het is dus vooral ook de etappe met onderweg veel vrolijke noten, kwinkslagen, en gezellige momenten tussendoor.
Omdat Durkje en ik de rustige Camino del Norte hebben gelopen, zien we bijna geen bekende pelgrims onderweg. Maar als we het dorpje San Paio binnenwandelen, zien we de Nederlandse pelgrim Paul op een terras staan. Daar blijkt dat het pelgrimsechtpaar Paul & Monique (uit Enschede) hier zojuist zijn gearriveerd met het Duitse pelgrimsechtpaar Bernd & Simone (uit Berlijn). Nadat we even hebben gewacht, is er een plek vrij op het terras, en drinken we met zijn zessen koffie, om op deze laatste pelgrimsdag nog even na te praten over onze ervaringen en over wat ons verder aan lief en leed vandaag de dag ook nog bezig houdt.
Voordat we San Paio verlaten, lopen we nog de plaatselijke dorpskerk binnen om daar een doortochtstempel in onze pelgrimspaspoorten te zetten.

A  Lavacolla
Het volgende dorpje waar we dan doorheen komen, is A Lavacolla.
Een dorpje met een hooggeplaatste kerk, waar prachtige bloemstukken naar binnen worden gedragen voor waarschijnlijk een huwelijksviering later op deze dag. We ontmoeten hier ook een pelgrimsduo, waarvan de man een soort bolderkar voorttrekt aan een om zijn middel gebonden riem. In het verleden hebben we wel eens pelgrims gezien met de eenwielige pelgrimsbagagekarren, maar een pelgrim die op deze route een bolderkar met bagage meeneemt, is voor ons een unicum. Niet erg handig op de soms slecht toegankelijke delen van het pelgrimspad, maar ja, je hoeft je bagage dan niet te dragen, wat voor sommige pelgrims fysiek wel de beste oplossing is.
Voordat we A Lavacolla verlaten, komen we nog over het bruggetje over de beek waarin de welriekende middeleeuwse pelgrims zich vroeger nog even wasten, alvorens ze het graf van de apostel Jacobus in Santiago de Compostela enkele kilometers verderop bezochten.

Behoeftige pelgrim voor één dag
Voorbij A Lavacolla begint een lange en tamelijk stevige klim over asfalt richting Villamaior. Uit tegenovergestelde richting passeert ons de bereden politie, een agent en agente te paard. Verderop komt ons nog een keer een politieauto tegemoet, en nog iets verder een emergentia-auto met EHBO-ers, dus er wordt goed toegezien op het welbevinden van de pelgrims op dit traject.
Op de hoogvlakte komen we eerst langs de zendmasten en de televisiestudio’s van TV Galicia en TV España.
Vlak hiervoor tijdens de klim haalde ons een tourbus in, waar tientallen toeristen uitstapten, die met zijn allen enkele kilometers camino gaan lopen. We lopen hier dus even in een combi-groep van pelgrims en toeristen, wat ook wel weer een bijzondere sfeer oproept.
Een oudere Spaanse dame is nog maar net uit de bus, of ze duikt al de bosjes in, broek naar beneden voor de hoognodige plas, en dan weer verder, dus die gelegenheidspelgrim voor één dag past zich zo direct al aan aan de nodige pelgrimsgebruiken op de camino. Welkom op de camino.

Hout en handel
Nabij San Marcos passeren we een grote houtfabriek. Ons valt op dat deze fabriek nu een plaquette aan de fabrieksmuur heeft gehangen, in mooi houtsnijwerk, waarin alle passerende pelgrims in diverse talen welkom worden geheten, en waar op staat vermeld dat het nog 7 kilometer is naar de kathedraal van Santiago de Compostela.
We passeren dan ook de camping van San Marcos, waar het in de bar en op het terras en bij de verschillende marktkramen overdag een drukte van belang is.
Hier kun je vlak voor binnenkomst van Santiago nog de nodige souvenirs kopen, zoals Jacobsschelpen, kalebassen, polsbandjes, ansichtkaarten, shirts, en nog veel meer.
In de afgelopen jaren, en ook dit jaar weer, valt ons op dat er zo weinig kampeergasten zijn op deze toch wel forse camping. Als deze campingeigenaar zijn terrein beter zou verzorgen, en er meer promotie voor zou maken, dan zouden er toch veel meer campinggasten kunnen komen, zoals passerende pelgrims en toeristen, die Santiago de Compostela willen bezoeken.

Monte do Gozo
En dan komen we op de Monte do Gozo, de berg van de vreugde. Bij de ingang van de kapel zetten we ons laatste doorgangsstempel in onze pelgrimspaspoorten, en binnen bezoeken we het beeld van Sint Jacob.
Dit is een plek waar ook aandacht wordt gegeven aan bijzondere mensen. Zo staat er bijvoorbeeld een herdenkingsmonument voor een pelgrim-priester.
Verderop, op een fikse verhoging, staat het forse gedenkteken, dat herinnert aan het bezoek van wijlen paus Johannes Paulus II in 1989 aan Santiago de Compostela.
We lopen het monument voorbij en zien dan rechts van ons in het dal de bedevaartsstad Santiago de Compostela liggen.
We wijken hier even van de doorgaande route af, omdat we ook de grote pelgrimsbeelden verderop willen bezoeken, alvorens we de stad in lopen.
Boven de bebouwing van de stad zien we ondertussen de hoge kerktorens van de kathedraal van Santiago de Compostela, waarvan een deel in de steigers staat.

De twee pelgrimsbeelden
Opmerkelijk is dat ondanks alle drukte op de camino wij de enigen zijn die op dit moment de twee grote pelgrimsbeelden bezoeken.
Het geeft ons de gelegenheid om ongestoord deze beelden van verschillende zijden te fotograferen.
De prachtige helderblauwe lucht maakt dat de twee beelden mooi contrasteren.
Even later komen er vier Spaanse toeristen aanlopen, en maken we van die gelegenheid gebruik om elkaar in groepjes te fotograferen op deze bijzondere plek.
Pas als we weg gaan, komen er drie fietsers naar boven. Het is jammer dat op Monte do Gozo nergens wordt bewegwijzerd dat en hoe je bij deze twee metershoge beelden kunt komen. Daarom weten velen niet dat ze iets verderop staan, en missen veel pelgrims de kans om er te gaan kijken, waarbij ze dan ook voor het eerst de stad en de kathedraal zien liggen en staan.

Santiago de Compostela
Vanaf deze pelgrimsbeelden lopen we via de parkeerplaats naar beneden, waarbij we iets verder over het uitgestrekte recreatieterrein van Monte do Gozo teruglopen naar de doorgaande camino. Op de splitsing waar we weer op de camino komen, lopen we langs een beeldentuin van een beeldhouwer, waarin enkele beelden staan met verwijzingen naar de camino.
Voorbij de beeldentuin zetten we de afdaling naar de stad verder in.
Als we over de brug met het ruwe houten wegdek de stad in zijn gelopen, komen we al spoedig langs het grote hekwerk waarop met grote rode letters de stadsnaam Santiago de Compostela staat geschreven.
We laten ons bij dit markante punt fotograferen door een in Amerika wonende Spanjaard, die vandaag ook met zijn twee zonen - vanuit Sarria komend - de stad binnenwandelt als pelgrim.
Dan volgt nog een lange tocht door de buitenwijken van Santiago de Compostela. Onderweg pauzeren we op een terras om daar nog iets te eten en te drinken alvorens we de binnenstad in gaan voor de komende uren. Daar ontmoeten we een Nederlandse universiteitsstudente uit Leiden, die met twee Duitse jongens als pelgrim vanuit Léon naar Santiago de Compostela is gelopen.
Na de lange tocht door de brede straten komen we in de oude binnenstad, en dan komt voor het eerste in de stad de kathedraal in zicht, aan het einde van de straat.

Aankomst bij de kathedraal van Santiago de Compostela
De gele caminoborden en de Jacobsschelpen op het wegdek volgend arriveren we aan de achterzijde van de kathedraal.
In tegenstelling tot de voorzijde van de kathedraal, wordt het plein aan de achterzijde opgefleurd door een mooie stadstuin met in vrolijke kleuren bloeiende planten. Aan deze zijde kun je als pelgrim de kathedraal binnenwandelen, maar dat is sinds enkele jaren voor de pelgrim moeilijk gemaakt, omdat je uit veiligheidsoverwegingen niet meer met je rugzak de kathedraal in mag. De terroristische aanslagen met bommen in rugzaken wereldwijd hebben het voor de pelgrim dus onmogelijk gemaakt om met je rugzak direct bij aankomst naar binnen te wandelen. Tijdens onze eerste aankomst in 2012 mocht dat nog wel, maar nu word je door de bewaker de toegang geweigerd als bepakte pelgrim. Voor pelgrims die dat nog niet wisten, is dat een teleurstellende constatering.

Plaza del Obradoiro
Durkje en ik wandelen om de kathedraal heen, en dan komen we door de poort – waar bijna altijd muzikanten musiceren – op het Plaza del Obradoiro, het immense stadsplein aan de voorzijde van de kathedraal.
Dit is de plek waar de aangekomen pelgrims zich altijd uitgebreid laten fotograferen, om een belangrijke foto mee naar huis te nemen en/of via social media aan familie en vrienden te sturen, waaruit blijkt dat je je pelgrimstocht na al die kilometers hebt volbracht. Er is altijd iemand bereid om je als pelgrim met de kathedraal op de achtergrond te fotograferen. Wij vragen een Spaanse fietspelgrim om enkele foto’s van ons beiden te maken. Hij doet dat graag voor ons en vertelt even later dat hij zojuist al zijn zesde pelgrimstocht op de mountainbike heeft voltooid, deze keer samen met zijn vriendin, vanuit Madrid.
Honderden mensen lopen hier op het plein, velen zijn pas gearriveerde pelgrim. Er zijn pelgrims bij die hier in stilte en inkeer alleen zijn gekomen, maar we zien bijvoorbeeld ook grote groepen jongeren die zich bij aankomst met veel gejuich en gezang als groep laten fotograferen. Wandelstokken, rugzakken, vlaggen, hoeden en wat men allemaal aan identiteitselementen heeft meegenomen komt nu triomfantelijk erbij op de foto. Maar aan de randen van het plein, en soms ook op het plein, zitten daar ook de enkelingen die als pelgrim in zichzelf gekeerd in stilte hun pelgrimage en/of hun aankomst gedenken. Iedere pelgrim had zo zijn eigen motieven, iedere pelgrim kreeg gaandeweg zijn eigen pelgrimage, en iedere pelgrim komt ook op eigen wijze, met diens eigen impressies, gevoelens en ervaringen aan. Dit hier is het plein waar bij aankomst de uitingen van emoties tussen vreugde en verdriet, tussen extravert en introvert gedrag samenkomen. Een heel bijzondere plek.

Pelgrims in de wacht
En dan is het moment gekomen dat je als pelgrim van het plein doorloopt naar het Pelgrimsbureau van de bisschop, om daar je pelgrimage te registreren en in ruil daarvoor je Compostela in ontvangst te nemen. Vorig jaar nog was het Pelgrimsbureau gevestigd in de Rúa do Vilar, maar tegenwoordig vind je het bureau aan de Rúa das Carretas, ook in de buurt van de kathedraal. Als we daar binnen stappen, mogen we pas doorlopen op vertoon van onze pelgrimspaspoorten. We komen op de binnenplaats en moeten dan aansluiten in de lange rij, die vanaf de binnenplaats naar de gekoelde binnen-rondgang rond de binnenplaats gaat. Het is 14.30 uur als we buiten aansluiten in die lange rij. Een kwartiertje later staan we al binnen in de rondgang.
Hier is het een kwestie van geduld oefenen, want iedere pelgrim wordt individueel in de gelegenheid gesteld de bewijzen van zijn of haar pelgrimage te tonen. Hier in deze binnen-omgang komen alle op voortbeweging ingestelde pelgrim van over de hele wereld tot stilstand in één lange rij.
Als we in de rondgang de laatste bocht om gaan, kunnen we zien hoeveel pelgrims ons nog voor zullen gaan, en daar krijgen we ook zicht op het beeldscherm waarop regelmatig zichtbaar wordt gemaakt welke van de 13 balies vrij is voor de volgende pelgrim.

Compostela en Afstandscertificaat
Na een uur wachten zijn Durkje en ik aan de beurt. Samen gaan we naar de vrijgekomen balie, waar we worden ontvangen door een medewerker van het Pelgrimsbureau.
Hij controleert onze pelgrimspaspoorten op geldigheid en op de vereiste pelgrimsstempels van onderweg.
Dan moeten we onze persoonlijke gegevens en pelgrimagemotieven noteren op een formulier van het pelgrimsregister.
Ondertussen maakt de bureaumedewerkers onze Compostela’s gereed, en vult hij voor ons beiden ook het Afstandscertificaat in, waarop hij onder andere schrijft welke camino we hebben gelopen (Camino del Norte/Camino de la Costa), waar we die camino aanvingen (Grases) en hoeveel kilometer we daartoe hebben gelopen (383 kilometer). Onze beide pelgrimspaspoorten worden afgestempeld en dan krijgen we de Compostela’s en de Afstandscertificaten mee in een kartonnen koker.

De Huiskamer van de Lage Landen
Durkje en ik zijn ook verenigingslid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, het pelgrimsgenootschap dat de belangen behartigt van Nederlandse pelgrims. Ons genootschap heeft naast het Pelgrimsbureau een ontvangstruimte, de zogenaamde ‘Huiskamer van de Lage Landen’.
Wij lopen door naar die Huiskamer en worden daar hartelijk ontvangen door de genootschapsvrijwilligers Thea en Henk, die in deze periode als gastvrouw en gastheer optreden om alle gearriveerde pelgrims te verwelkomen.
We worden verwend met koffie en een koekje, en zitten enige tijd gezellig met zijn vieren op het terras van de Huiskamer te praten over onze wederzijdse pelgrimservaringen, want ook Thea en Henk hebben pelgrimservaring.
Op de stamtafel in de Huiskamer ligt ook het register van de dit jaar binnengekomen Nederlandse pelgrims. Daar registreren wij ons ook in als dit jaar gearriveerde verenigingsleden.
Even later komt er nog een verdwaald Amerikaans pelgrimsstel aanlopen, dat op zoek is naar de uitgang van het Pelgrimsbureau. Zij krijgen ook drinken aangeboden, waar ze graag gebruik van maken, en ze komen er even gezellig bij zitten. Daarna komt nog een Nederlandse pelgrim uit Utrecht aan, die gisteren (vanuit Porto via de Camino Portugués) in Santiago de Compostela is gearriveerd en die zich hier nu ook meldt. En zo zitten we in elk geval nog tot na 17.00 uur gezellig bij elkaar, en beantwoordt de Nederlandse Huiskamer van ons genootschap door de gastvrijheid van de hospitalero’s Henk en Theo aan haar doel.

Weerzien met pelgrims in de stad
Nu waren Durkje en ik van plan om de rugzakken even in bewaring te geven in de Huiskamer, om dan nog de kathedraal te bezoeken, maar omdat we zo lang en gezellig zijn blijven zitten in de Huiskamer en we toch ook nog weer terug moeten naar onze camping, slaan we dat vandaag over en gaan we dat morgen nog wel doen, omdat we morgen weer terug komen hier in Santiago om meer uitgebreid te tijd te nemen voor een bezoek aan de kathedraal in/en aan deze bedevaartsstad.
Maar ja, het leven van een pelgrims is ook onvoorspelbaar, dus als we door de Rúa do Vilar lopen om verderop bij het stadspark een taxi te zoeken, ontmoeten we op het terras van één van de restaurants het Duits-Britse pelgrimsechtpaar Cordula & John, dat we in de afgelopen pelgrimstocht enkele malen hebben ontmoet. Zij zijn gisteren in Santiago de Compostela gearriveerd en zullen morgen de stad weer verlaten. We nemen plaats bij hen op het terras en zitten zo nog weer gezellig ruim een uur met hen na te praten over onze pelgrimstocht van de afgelopen weken. De camino en de stad blijven toch beide heel bijzonder, mede vanwege de bijzondere en vaak ook repeterende toevallige ontmoetingen die je onderweg op de camino en in deze inspirerende pelgrimsstad hebt. De camino en de stad zullen ons altijd bijblijven als waarde(n)volle plaatsen van zich veelvuldig herhalende (en) fijne ontmoetingen.

Terug naar O Pedrouzo
Maar dan is het toch echt tijd om afscheid te nemen van dit ervaren pelgrimsduo. Daarna lopen we door naar een bij het stadspark gereedstaande taxi. De perfect Engelssprekende taxichauffeur – zoon van een Britse moeder en een Spaanse vader – vertelt ons onderweg over zijn internationale werkervaring in Hilton-hotels in diverse continenten en over zijn Spaanse familie, waaronder zijn beide ouders die al bijna honderd jaar oud zijn. De taxirit terug van Santiago de Compostela naar O Pedrouzo is voor je gevoel dan ook in een ommezien om, en dan staan we al weer bij onze auto in O Pedrouzo, waar we vanmorgen onze etappe aanvingen. We rijden met de auto terug van O Pedrouzo naar onze camping in Méson da Cabra, terugkijkend op alweer zo’n buitengewoon bijzondere aankomstdag in Santiago de Compostela.

Terugblik op deze pelgrimstocht
Hiermee sluiten we onze pelgrimstocht af. Een tocht die in de zomer van 2013 begon in de Franse pelgrimsplaats Le Puy-en-Velay, die eerst over de Via Podiensis liep naar Saint-Jean-Pied-de-Port.
Vanuit dit Zuid-Franse pelgrimsstadje aan de voet van de Pyreneeën liepen we in het voorjaar van 2014 aan de noordzijde van de Pyreneeën via Hendaye (Frankrijk) over de grens naar Irún (Spanje) en toen nog een dag door naar San Sebastián.
In de zomer van 2014 vervolgden we die tocht via de Camino del Norte van San Sebastián naar de kathedraal van Oviedo.
In de zomer van 2015 hebben we vanuit Oviedo via Grases de Camino Primitivo gelopen naar Santiago de Compostela. Die Camino Primitivo is de ene variant van de Camino del Norte, die door het bergachtige, onherbergzame binnenland van Noord-Spanje gaat.
Omdat we toch ook nog de andere variant wilden bewandelen, hebben we deze zomer de Camino de la Costa gelopen vanuit Grases (de splitsing van beide varianten) naar Santiago de Compostela, die eerst nog enkele dagen de Noord-Spaanse kust volgt, om dan vanaf Ribadeo in zuidwestelijke richting door het binnenland van Galicië af te buigen naar Santiago de Compostela.
Deze Camino de la Costa hebben we vanaf 19 juli 2016 in de afgelopen weken in 17 dagen gelopen, over een afstand van 383 kilometers.
De Camino Primitivo liepen we in 15 dagen over een afstand van 353 kilometer.
Daarmee duurde de hele Camino del Norte via de Camino Primitivo 38 dagen over 817 kilometer en de Camino del Norte via de Camino de la Coste 40 dagen over 848 kilometer.
De hele route over de Via Podiensis en de Camino del Norte samen duurden voor ons daarmee respectievelijk 73 (Primitivo) en 75 (Costa) dagen, over een afstand van 1637 (Primitivo) en 1668 (Costa) kilometer.
Daarbij constateerden we dat dit traject dan wel de Costa-route wordt genoemd, maar dat je op het reguliere tracé betrekkelijk weinig kilometers dicht op de kust loopt. Op het eerste deel van de Camino del Norte is dat beduidend meer. Maar als je dan vanaf Ribadeo de kust echt achter je laat, kom je in en door een wel heel bijzonder stuk Galicië, waar het op veel delen van de route lijkt alsof de tijd daar tientallen jaren heeft stilgestaan. Dit is een streek van doorgaans kleinschalige veehouderij en akkerbouw, waar nog nauwelijks met moderne machinerie wordt gewerkt. De eenzame Galicische wandelpaden van de Camino de la Costa brengen je een aantal malen op tamelijk geïsoleerde plekken – bij boerderijen en in buurtschappen – waar de vriendelijke en behulpzame bevolking op eigen traditionele wijze woont en werkt, af en toe geconfronteerd met de vreemdeling – peregrino/pelgrim – die langzaam langs en over deze (hun) verstilde boerenerven voortgaat over soms nog middeleeuwse paden in de eeuwenoude voetsporen van al die pelgrims die je voorgingen naar het graf van de heilige Jacobus de Meerdere; de pelgrim voor pelgrims, en/of de morendoder voor de Spanjaarden, en/of de apostel voor wie gelooft.


Geen opmerkingen: