En de boeren van Piedratecha, zij hooiden voort |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela
Camino Primitivo van Tineo naar Pola de Allande
Vrijdag 10 juli 2015 – 25,7 km.
Dag 28: 573,3 – 599 km
Hoog, ver en heet
Om 6.45 uur gaat de wekker weer, want we willen vanmorgen wederom om 8.00 uur klaar staan om op het moment dat de campingpoort open gaat, vanuit San Pedro de la Ribera naar Tineo te rijden. Enkele minuten vóór 8.00 uur verlaten we de camping. Het is dan al onbewolkt, dus die helderblauwe lucht is de vooraankondiging van een warme dag, die later op de dag zelfs een hete dag blijkt te zijn. De temperatuur loopt tijdens onze vierde wandeldag op van 15 (op de camping) naar nota bene 37 (in het centrum van Pola de Allande) graden Celsius; dus een wel heel hoge temperatuur voor weer zo’n prachtige etappe met veel klimmen en dalen in het onherbergzame en dunbevolkte Asturische bergland. Het is een prachtige wandeldag, maar door de combinatie van hoogteverschillen, lengte en hoge temperatuur geen lichte etappe.
Aandacht voor de Camino Primitivo in Tineo
Iets na 9.00 uur hebben we
onze auto geparkeerd in een publieke parkeergarage onder de plaatselijke
supermarkt in Tineo. Langs het busstation lopen we naar het gemeentehuis waar
we gisteren onze etappe beëindigden.
In de winkelstraat van Tineo
passeren we een kledingwinkeltje met een etalage, waarin allerlei artikelen zoals
pyama’s en babykleren hangen. Daar tussenin wordt opvallend veel aandacht
besteed aan de Camino Primitivo. Er hangt een pelgrimspop met een Jacobsschelp,
en ik zie een pelgrimsstaf met een kalebas, en daarbij een collage met foto’s
van de Camino del Norte en van de Camino Primitivo.
Aan de overzijde van de straat,
waar wij via een opgang Tineo zullen verlaten, hangt een grote keramiek
plaquette met daarop allerlei figuren die met de Camino Primitivo te maken
hebben. Zo bevat deze plaquette bijvoorbeeld ook een afbeelding van het
pelgrimsmonument dat wij gisteren al bij de entree van Tineo passeerden.
We verlaten Tineo via een
behoorlijke klim bergopwaarts. Als we al enige tijd over het hellingpad lopen,
krijgen we linksachter ons een mooi uitzicht over de dan veel lager liggende
stad Tineo.
Hoog over langs het stroomgebied van de Narcea
De zon schijnt al volop, maar
we hebben het geluk dat wij voor het overgrote deel van dit hellingpad
voornamelijk in de schaduw lopen van de berg en haar begroeiing rechtsachter
ons. Wetende dat je in het open veld nu in de volle, warme zon zou lopen, voelt
het als een kadootje om hier zo heerlijk in de koele schaduw te kunnen lopen.
We lopen hier overigens over
een bijzonder oud hellingpad, want deze weg is eeuwen geleden op bevel van
koning Alfonso IX over deze heuvelrug aangelegd ten behoeve van de
pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. We krijgen ook een prachtig uitzicht
over het stroomgebied van de rivier de Narcea. De route die we nu lopen, is onlangs
ook al helemaal bewegwijzerd voor een terreinfietstocht, die hier een dezer
dagen zal worden gehouden. Op bepaalde plaatsen worden de komende fietsers geattendeerd
op het feit dat ze dan fietsen op de camino, waar ze regelmatig wandelende
pelgrims zullen ontmoeten. Na een lang stuk bebost gebied komen we in meer open
veld. Tegen een heuveltop zien we op een gegeven moment allemaal geel- en
paarsbloeiende heide. Dat hadden we hier nog niet gezien in de afgelopen dagen.
Als we een hoog punt hebben
bereikt, krijgen we boven op die piek een prachtig panoramisch uitzicht over
het Asturische bergland rondom. Zo verstild mooi, om er stil van te worden.
En de boer, hij hooide voort
Tijdens de afdaling over een
asfaltweggetje komen we langs een weiland waar een boer met een oude tractor
het lange gras maait.
Een andere man loopt achter
de tractor aan om het gemaaide gras zoveel mogelijk over het veld te
verspreiden, zodat het zo snel en goed mogelijk kan drogen in de volle zon.
Mooi om zo het samenspel van
die twee boeren te zien.
Als ze dichterbij ons komen,
groeten ze ons vriendelijk. Dan gaan we weer verder.
We komen uit op een groot
kruispunt vlak vóór het dorpje Piedratecha.
Gastvrije Asturiërs
We lopen een eindje langs een
drukkere verkeersweg, en dan duikt het pad naar links bergafwaarts de beboste
berghelling over. Wederom lopen we heerlijk in de koele schaduw van het bos.
Direct bij de weg passeren we een in de boom hangende rode handdoek. Er hangt
een briefje bij van een refugio, waarop het pelgrimsechtpaar erop wordt gewezen
dat zij hun handdoek hebben laten liggen in de herberg. Zoiets tekent nu de
gastvrijheid en de vriendelijkheid van de Asturische bevolking. Ook wij ervaren
onderweg keer op keer hoe hartelijk en vriendelijk de mensen langs het
pelgrimspad zijn. Ze doen echt hun best om ons te helpen waar het maar kan.
Iets verderop heeft iemand op een boomstam waar de schors ontbreekt, een
pelgrimsgroet achtergelaten voor volgende pelgrims met de woorden: Buen Camino.
Langs het klooster van Obona
Op de boshelling komen we bij
een splitsing van paden. Rechts kunnen we even van de route afwijken om naar
het oude klooster van Obona te gaan. Als Durkje en ik besluiten om dit al
gesloten en vervallen klooster niet te bezoeken, maar om ons doorgaande pad
linksaf te vervolgen, komt van rechts een vrouwelijke pelgrim aanlopen. Ze komt
net terug van het klooster van Obona, en is enthousiast over haar bezoek
aldaar. Ze is afkomstig uit het Amerikaanse California en pelgrimeert in haar
eentje van Oviedo naar Santiago de Compostela. We lopen gedrieën verder en maken
vanaf de helling een eind verderop van bovenaf nog mooie foto’s van het
klooster van Obona.
Naar een dorp met één huis
De Amerikaanse vertelt dat ze
opgroeide in Duitsland, en dat ze als vierjarige met haar ouders en broers en
zusters vroeger op vaarvakantie in Fryslân is geweest, en dat ze daar hele
fijne vakantie-ervaringen aan over heeft gehouden: de kanalen, het vele varen,
het overnachten in de Friese dorpen en steden, en het zwemmen in de vaarten en
meren.
We komen het hellingbos uit
in het dorpje Villaluz.
Als we Villaluz uit lopen,
wandelen we Vega de Rey binnen.
Bij een woning op de grens
van deze twee dorpen zien we aan een hórreos lange trossen maïskolven hangen.
We wandelen Vega de Rey in.
Daarna wandelen we door
Berrugoso.
En daarna volgt Las Tiendas.
Een wel heel bijzonder dorp, want dit dorp kent welgeteld slechts één huis.
Supergrote Café Americano in Campiello
Dan richten we onze blik op
het volgende dorp, waar we volgens onze pelgrimsgids tenminste twee bars zullen
aantreffen, waar we een welverdiende koffiepauze kunnen nemen. Dat is het dorp
Campiello.
Met zijn drieën wandelen we
naar Casa Herminia in Campielo, waarvan zowel de Amerikaanse als onze
Nederlandse wandelgids vermeldt dat je toch echt moet pauzeren bij Herminia,
omdat zij het zo goed voor heeft met de passerende pelgrims.
En dat klopt, want bij Casa
Herminia ben je van alle gemakken voorzien. Er is een bar met terras, een
levensmiddelenwinkel, een restaurant, een hotel, en enkele panden verderop
heeft Herminia ook nog een pelgrimsherberg. We worden vriendelijk bediend door
de dochter van Herminia, die ons alles keurig in het Engels vertelt wat we
graag willen weten.
Na een heerlijke koffiepauze
– met hele supergrote koppen Café Americano – nemen
Durkje en ik afscheid van de
Amerikaanse pelgrim. Ze blijft hier nog even, omdat ze haar Ipad hier oplaadt,
en straks niet verder zal lopen dan naar het nabije Borres.
Borres
Wij gaan het hete asfalt weer
op, en komen dan eerst door het dorpje El Fresno.
Daarna volgt het dorpje El
Espín.
We verlaten het asfalt en
gaan over een mooi landelijk karrenspoor tussen de velden door naar het dorpje
Borres. We zien het vóór ons liggen tegen de bergwand.
Vlak vóór de bebouwde kom van
Borres komen we ter hoogte van de afslag naar de pelgrimsherberg langs een
waterbron. Een passerende pelgrim heeft een mooie cartoon op de witte muur
getekend van een Jacobsschelp, met daaronder een caminopijl in de goede
richting.
In Borres komen we eerst langs
de dorpskerk.
Daarna moeten we de drukke
verkeersweg diagonaal oversteken, ter hoogte van een hoger gelegen woning, met
een lange rij dikke hortensia’s, die over de hoge bermmuur hangen. In deze
streek zien we regelmatig hele grote bossen prachtig veelkleurig bloeiende
hortensia’s.
Kies je variant
Voorbij Borres moet de
pelgrim kiezen of hij/zij de standaardroute via Pola de Allande loopt, of dat
hij/zij ervoor kiest om de variant via Los Hospitales te lopen. Op de plaats
waar de beide varianten splitsen, staat een groot informatiebord over deze
beide alternatieven.
Daarnaast staat op het
gebruikelijke betonnen paaltje met twee Jacobsschelpwegwijzers aangegeven welke
route via Los Hospitales (rechtsaf) loopt, en hoe je (eerst links en dan pas
rechts) via Pola de Allande loopt.
Durkje en ik nemen de route
naar Pola de Allande, en komen dan eerst door de dorpjes Samblismo en La
Mortera.
De camino-tunnel naar Colinas de Arriba
Bij een grote verkeersweg
moeten we oversteken, om dan met een grote boog over een smal hellingpad naar
een betonnen tunnel te lopen, die in de andere richting onder die weg doorgaat.
Deze tunnel is speciaal voor de camino-gangers gebouwd, om het lager gelegen
smalle pad aan beide zijden van deze verkeersweg met elkaar te blijven
verbinden.
We komen dan in en door het
dorpje Colinas de Arriba.
Voorbij dit dorp gaan we weer
bergafwaarts, nu over een smal en zeer rotsachtig pad. Op dit steile pad moet
je voorzichtig stapje voor stapje naar beneden om te voorkomen dat je tijdens
de afdaling zou vallen, want vallen zou hier een pijnlijke aangelegenheid
worden.
Bergop naar Porciles
Dan gaat het weer
bergopwaarts naar de Alto de Porciles, een top op een hoogte van 773 meter.
Langs de weg lopen we door
naar Porciles.
Vlak vóór Porciles staat een
huisje langs de weg, met daarbij een terrasje met enkele parasols. Twee ons
bekende Franse pelgrims en ook een andere pelgrim zijn hier neergestreken voor
een verkoelende drank, want deze hoge temperatuur vraagt om regelmatig drinken,
en een koud drankje is op zo’n dag een ware traktatie.
De cafébaas-winkelier staat
in de deuropening, en vraagt ons of wij ook een stempel van hem in onze
pelgrimspaspoorten wensen.
We gaan naar binnen, krijgen
zijn stempel in onze pelgrimspassen, en kopen dan twee flesjes koude
citrusdrank. Heerlijk!
Spaanse conversatie in het huiskamercafé-winkeltje
In dit huiskamercafé-winkeltje
raken we aan de praat met een oudere Spaanse mevrouw. Met onze nodige kennis
van de Spaanse taal kunnen we elkaar redelijk goed verstaan en het een en ander
vertellen, althans wij begrijpen wat zij bedoelt, en zij laat merken te
begrijpen wat wij haar vertellen. Als we haar vertellen dat we verderop een
taxi gaan zoeken in Pola de Allande, geeft ze ons het telefoonnummer van de
plaatselijke taxicentrale. Dat nummer kunnen we daar bellen, maar zij wil voor
ons ook wel bellen. Dat hoeft niet, vertellen we haar. Wij zien straks wel hoe
een en ander verloopt als we daar aankomen. We nemen afscheid van elkaar en
lopen verder door Porciles.
Casa Boto
Iets verderop komen we langs
het beroemde winkeltje van José Manuel Boto, ofwel: Casa Boto.
Hier moet je als passerende
pelgrim toch echt even naar binnen, want dat is al een belevenis op zich. De
hele winkel is door en door bont versierd met de meest uiteenlopende
handelswaar, en Manuel wil je graag te woord staan – in perfect Engels – en je
alles vertellen wat je maar wilt weten. Als Manuel van ons hoort dat wij straks
een taxi willen nemen in Pola de Allande, duurt het maar even of hij heeft al
een geschikte taxichauffeur aan de lijn om dat voor ons te regelen. Als Manuel
vertelt dat we dan straks nog wel een half uur in Pola de Allande moeten
wachten, zeggen we dat we dat te lang vinden. Direct belt hij een tweede
taxichauffeur, en regelt dat die straks voor ons klaar staat in Pola de Allande
als wij daar over ongeveer vijf kwartier arriveren. We kopen nog enkele flesjes
koud drinken van Manuel, bedanken hem voor zijn hulp en nemen afscheid.
Alto de Lavadoira
Manuel wijst ons nog waar we
naast zijn huis de helling af moeten dalen, en dan gaan we verder. Verderop
krijgen we een steile klim, maar daar heeft men enkele stapstenen gelegd, zodat
we als het ware via een soort trap met stenen treden het grote en steile
hoogteverschil kunnen overbruggen.
Langs een verkeersweg lopen
we naar Lavadoira.
Hoger en hoger klimmend komen
we dan uiteindelijk op het hoogste punt uit, op de Alto de Lavadoira, gelegen
op een hoogte van 806 meter.
Feroy
Daarna gaat het nog enkele
kilometers lang bergafwaarts. Op een gegeven moment zien we diep vóór ons de pastelgroene
huizen van Pola de Allande, en tussen ons en dit stadje ook nog het dorpje Feroy.
Eerst lopen we naar en door
Feroy, ook al weer zo’n dorpje met grote hoogteverschillen, zoals dat in deze
regio zoveel het geval is.
Vanuit Feroy zetten we in de
brandende zon de afdaling verder in naar Pola de Allande.
Vlot terug van Pola de Allande naar Tineo
Manuel had ons al uitgetekend
hoe wij via de camino-route door de hoofdstraat van Pola de Allande zouden
moeten lopen, om dan ook uit te komen bij de standplaats van de taxi’s in het
dorp. We moeten op zoek naar een grote auto, zei Manuel.
Op het centrumkruis van Pola
de Allande zien we de grote witte taxibus staan.
Omdat Manuel zojuist al aan
de taxichauffeur had uitgelegd dat wij in blauw en in rood gekleed gaan, stapt
chauffeur Luis direct vanuit het café naar buiten, als wij in de richting van
zijn taxi lopen. Met Luis rijden we terug van Pola de Allande naar Tineo.
Op het moment dat we Casa
Boto passeren, staat Manuel ons toe te zwaaien vóór de ingang van zijn winkel.
En als we het andere café passeren, vertelt Luis ons dat de Spaanse vrouw van
dit huiskamercafé hem óók al had gebeld met de mededeling dat er twee
Nederlandse pelgrims onderweg waren naar Pola de Allande, en dat zij daar een
taxi nodig zouden hebben. Met zoveel lieve en goede ondersteuning komen wij dus
weer vlot terug in Tineo. Het is dan al tegen 18.00 uur, en wij rijden dan
direct met onze auto weer terug naar onze camping in San Pedro de la Ribera.
We hebben de eerste vier
wandeldagen er nu op zitten. Morgen is een rustdag, en dan willen we de caravan
verplaatsen naar A Fonsagrada, dat onze volgende uitvalsbasis is voor volgende
week.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten