maandag 3 augustus 2015

Pelgrimeren van Oviedo naar Grado

Uitzicht vanaf de bergpas naar Escamplero



















Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela
Camino Primitivo van Oviedo naar Grado
Dinsdag 7 juli 2015 – 26,5 km.
Dag 25: 506,3 – 532,8 km

Pelgrimeren in de voetsporen van koning Alfonso II de Kuise
Na een jaar wachten, en de drie reisdagen van afgelopen vrijdag, zaterdag en zondag, met aansluitend nog de rustdag van gisteren, is het dan eindelijk weer zover dat we onze tweede pelgrimage naar Santiago de Compostela kunnen vervolgen. We hebben een prachtige kampeerplaats gevonden in de Noord-Spaanse kustplaats San Pedro de la Ribera, en die camping willen we voor de eerstvolgende wandeldagen gebruiken als uitvalsbasis.
Vorig jaar hebben we de Camino del Norte gelopen van Irún naar Oviedo. Vandaag gaan we in Oviedo starten met de Camino Primitivo. Dat is het klassieke pelgrimspad van Oviedo naar Santiago de Compostela, en feitelijk de allereerste pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, die door Alfonso II de Kuise, de koning van Asturië, in de 9e eeuw voor het eerst werd ondernomen, ook van Oviedo, en naar Santiago de Compostela, waar deze koning van Asturië het in het jaar 820 door de Galicische priester Pelayo ontdekte graf van de apostel Jacobus wilde bezoeken. Met deze tocht van Alfonso II de Kuise was de eerste Spaanse pelgrimstocht (de Camino Primitivo) geboren.
Nu, in 2015 – eeuwen later – gaan Durkje en ik in de voetsporen van koning Alfonso II volgens dezelfde route van Oviedo via A Fonsagrada en Lugo door de binnenlanden van Asturië en Galicië ook op bedevaart naar het graf van Sint Jacobus, in de kathedraal van Santiago de Compostela.

Buen Camino Peregrino
Om 6.45 uur gaat de wekker, want we willen vanmorgen om 8.00 uur klaar staan om op het moment dat de campingpoort open gaat, vanuit San Pedro de la Ribera naar Grado te rijden. Om 9.00 uur nemen we een in Grado gereedstaande taxi, die ons in een half uurtje naar treinstation Noord in Oviedo brengt. Hier begint om 9.30 uur het vervolg van onze pelgrimage, op de plek waar we vorig jaar de tocht van Irún naar Oviedo beëindigden.
In de buurt van het station drinken we in een café eerst een kop koffie, en dan wandelen we - na enig padzoeken en padvinden - de stad Oviedo uit. Bij de rand van de bebouwde kom passeren we een standbeeld van Sint Jacobus, dat hier in 2009 is geplaatst door de Spaanse ‘Vrienden van de Camino van Santiago’. Onze Spaanse pelgrimsvrienden groeten ons op de plaquette met de Spaanse pelgrimsgroet ‘Buen Camino Peregrino’.

Begin van onze pelgrimage 2015
Aan de overzijde van de weg komen we in het ‘Park van de Camino van Santiago’, waar een informatiepaneel en een wegwijzer ons de weg wijzen, de stad Oviedo uit.
We zijn weer op pad. Onze pelgrimage in 2015 op deze Spaanse camino is nu begonnen. Op naar Santiago de Compostela; maar vandaag eerst naar de stad Grado, dat op een afstand van 26,5 kilometer van Oviedo ligt.
De dag begint met mooi zomers weer, bij een temperatuur van 21 graden Celsius. De maximumtemperatuur ligt deze pelgrimsdag zo ongeveer tussen de 25 en 30 graden, met bijna de hele wandeldag volop zon, en aan het eind van de middag een opkomende bewolking, die vanavond voor enige motregen zorgt, maar daar hebben wij vandaag tijdens onze wandeldag geen last van. Wij krijgen vandaag een warme dag, waarop we regelmatig de vele meters schaduwrijk pad met grote dank aanvaarden.

Van San Lazáro de Paniceres via Las Campas naar Llampaxuga
Het eerste dorpje waar we doorheen komen, is San Lazáro de Paniceres, waarvan de naam verwijst naar het ziekenhuis voor melaatsen dat hier al in het jaar 1331 bestond. Bij de entree van het dorp staat een hórreos, een oude graanopslagplaats, zoals die hier in deze Spaanse streek vroeger in allerlei maten en uitvoering is gebouwd en gebruikt.
Verderop komen we door het dorpje Las Campas.
Binnen de kortste keren zijn Durkje en ik weer helemaal gewend aan alle vormen van bewegwijzering, die hier langs de camino zijn geplaatst om de pelgrims goed de weg te wijzen. Vanaf de hoog gelegen paden over de flank van de berg Naranco krijgen we prachtige vergezichten over het bergachtige landschap van Asturië.
Vlak vóór het dorpje Llampaxuga komen we langs de kapel van El Carmen.
Er is een kastje waarin we het kapelstempel zouden moeten vinden, om onze pelgrimspassen daarmee te stempelen, maar het kastje is leeg, en ernaast hangt een mededeling dat dit stempel van El Carmen door een of andere vandaal is gestolen, zodat wij nu geen stempel in ons pelgrimspaspoort kunnen plaatsen. Op de witte muren van het voorportaal van de kapel staat het stempel veelvuldig afgedrukt, dus we kunnen in elk geval even bekijken hoe het pelgrimsstempel van El Carmen er uitziet.

Loriana
Achter de kapel van El Carmen gaat het pelgrimspad verder. We dalen een korte, steile helling af. Daar passeren we een plek, waar een bermbrand heeft gewoed. Hier en daar zie je dat de afgebrande boomstronken van Eucalyptusbomen toch al weer voor nieuwe uitlopers hebben gezorgd.
Vlak vóór Loriana passeren we de traditionele wasplaats.
In Loriana komen we langs de Santa María-kerk.
Naast deze kerk is een waterbron, waar voortdurend koel stromend water uit komt. Een mooie plek om je even op te frissen tijdens deze toch wel behoorlijk warme dag.

De gele camino-hand van de pelgrims Simon & Ytje gevonden
En nu moeten we opletten, want van onze Friese pelgrimsvrienden Simon & Ytje weten we dat zij op hun doortocht door het dorpje La Bolguina een klein pelgrimshandje-sleutelhanger voor ons hebben achtergelaten tussen enkele grote stenen, die zijn opgemetseld in een muur aan de dorpsgrens van La Bolguina.
We passeren eerst het informatiebord, waarop staat dat het vanaf hier nog 296 kilometer is naar Santiago de Compostela. We weten dat we nu op de plaats waar het halfverharde pad bij de doorgaande asfaltweg komt, moeten opletten om het gele caminohandje te vinden.
Met de hulp van de beschrijving van Simon & Ytje hebben we het caminohandje snel gevonden. Tot onze verrassing ligt het nog op de plaats waar zij het indertijd voor ons als pelgrimsgroet hebben achtergelaten.
Na deze korte zoek- en vind-actie wandelen we La Bolguina binnen, om aan de rand van de bebouwde kom een lunchpauze te nemen op het terras van het plaatselijke dorpscafé. Een heerlijke kop hete thee erbij doet ons goed.

Fabarin en Gallegos
Na deze pauze lopen we door het dorpje Fabarin.
Het pad voert ons verderop naar de middeleeuwse brug van Gallegos.  
Het autoverkeer steekt de rivier de Nora over via een nieuwe brug, maar wij mogen als wandelaars de rivier oversteken over de parallelle oude stenen boogbrug. Al in de 13e eeuw was dit de oversteekplek over de rivier, vanuit Oviedo naar de Spaanse provincie Galicië.
Aan de overzijde van de Nora lopen we het dorpje Gallegos binnen.

De bergpas van Escamplero
Dan ligt de eerste bergpas van de Camino Primitivo vóór ons. Voorbij Gallegos nemen we eerst enkele meters een aanloop over de doorgaande asfaltweg, maar al spoedig verlaten we de asfaltweg om over de flank van de berg steeds hoger en hoger te klimmen. Het eerste deel gaat over een bergpad over de beboste berghelling. Een prachtig pad om te bewandelen.
Hoe hoger we komen, hoe mooier ook de vergezichten over bergen en dalen worden vanaf de bergflank.
De bergpas voert ons naar Escamplero. In een woonwijk staat grof vuil langs de weg, om op afzienbare termijn te worden afgevoerd. Daar ligt ook een hele grote spiegel bij, die schuin tegen een stenen muurtje staat. Die spiegel biedt ons een gelegenheid bij uitstek om een mooi fotoportret van ons samen te maken, met op de achtergrond de lichtbewolkte, helderblauwe zomerlucht.
De woonstraat komt uit op de brede doorgaande verkeersweg. Een stop-signaal op het wegdek maant ook ons als wandelende pelgrims om eerst halt te houden, goed uit te kijken, om dan veilig de weg over te steken.
We lopen dan Escamplero binnen.
Boven op de bergpas van Escamplero staat een café-restaurant, waar we een pelgrimsstempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen, en waar we onszelf verwennen met een fles ijskoud sprankelend bronwater. Op zo’n warme zomerse dag is dat een ware traktatie, waarvan we vinden dat we die bij zo’n hoge temperatuur en bij deze fysiek inspannende bergwandeling ook ten volle verdienen.

Schilderachtig Asturië
Na deze koele drinkpauze passeren we verderop de kapel van Fátima. In de kapel staat een beeldje van de heilige Fátima.
Daarna gaan we verder over goed bewegwijzerde asfaltweggetjes door agrarisch gebied. Langs de weg groeien veel prachtig roodbloeiende klaprozen, en we passeren zowaar ook een kleine kudde zwartbonte koeien.
Daarna volgt een heel mooi traject over een middeleeuws karrenspoor, tussen met dik mos begroeide muurtjes, door een schitterend bosachtig bergterrein. Dit pad biedt alle gelegenheid om te genieten van het prachtige Spaanse landschap van Asturië.
We lopen ook door een rotsachtig bergweidegebied. De met gras begroeide berghellingen liggen bezaaid met dikke rotsblokken, stenen en uit de grond oprijzende rotspartijen. Een schilderachtig gezicht met veel wit van de rotsen en groen van het gras.

Allerlei Asturische dorpjes
Vervolgens doorkruisen we een aantal kleine dorpjes. Eerst komen we door Premoño.
Daarna door La Fuente.
In La Fuente passeren we een hele oude Asturische boerderij, gebouwd van grote rotsstenen, die waarschijnlijk afkomstig zijn uit deze streek.
Het volgende dorpje dat we doorkruisen, is Paladin.
En dan komen we in en door Puerma.
Over een brede doorgaande verkeersweg passeren we het dorpje L’Arache.

Peñaflor
Als we Peñaflor in wandelen, is het inmiddels 16.15 uur.
We zijn dan al ruim zes uren onderweg, en we merken dat we ook weer even iets moeten eten en drinken. Daarom nemen we een behoorlijke rustpauze op het terras van een café-restaurant bij de brug over de rivier de Nalón.
Na deze pauze steken we via de imposante stenen boogbrug de rivier de Nalón over.
Aan de overzijde van de rivier gaan we door een achterafgelegen woonstraat door de oudere wijk van Peñaflor, langs de spoorlijn in de richting van Grado.

Grado
Buiten Peñaflor volgt dan een lang slingerend grindpad richting Grado. Verderop zien we al de bebouwde kom van Grado. We lopen in de richting van een bontgekleurd fabriekscomplex.
Inmiddels hebben we ook al enkele andere pelgrims ontmoet, die in tweetallen of solo dezelfde pelgrimsroute volgen. Vóór ons lopen twee mannen met zware bepakking, die zich met zichtbare moeite nog voortbewegen in de richting van Grado.
Vlak vóór Grado halen we hen in, en dan wandelen we ter hoogte van het treinstation van Grado deze plaats van bestemming binnen.
Door de hoofdstraat van Grado lopen we naar het stadscentrum, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd. Daar arriveren we om ongeveer 17.15 uur, dus we hebben de eerste 26,5 kilometers van deze zomerpelgrimage afgelegd in ongeveer zeven uren.
We zien terug op een schitterende wandeldag, met prachtig weer, met een gevarieerde route, en door een schilderachtig mooi landschap. Als dit het beeld wordt voor de komende pelgrimsdagen op de Camino Primitivo, gaan we een hele mooie zomerpelgrimage tegemoet.
Met onze auto rijden we terug naar onze caravan op de camping van San Pedro de la Ribera. Onderweg begint de motregen, die de rest van de middag en avond regelmatig terugkomt.

Geen opmerkingen: