Uitzicht vanaf de bergpas naar Escamplero |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela
Dinsdag 7 juli 2015 – 26,5 km.
Dag 25: 506,3 – 532,8 km
Pelgrimeren in de voetsporen van koning Alfonso II de
Kuise
Na een jaar wachten, en de
drie reisdagen van afgelopen vrijdag, zaterdag en zondag, met aansluitend nog de
rustdag van gisteren, is het dan eindelijk weer zover dat we onze tweede
pelgrimage naar Santiago de Compostela kunnen vervolgen. We hebben een
prachtige kampeerplaats gevonden in de Noord-Spaanse kustplaats San Pedro de la
Ribera, en die camping willen we voor de eerstvolgende wandeldagen gebruiken
als uitvalsbasis.
Vorig jaar hebben we de
Camino del Norte gelopen van Irún naar Oviedo. Vandaag gaan we in Oviedo
starten met de Camino Primitivo. Dat is het klassieke pelgrimspad van Oviedo
naar Santiago de Compostela, en feitelijk de allereerste pelgrimsroute naar
Santiago de Compostela, die door Alfonso II de Kuise, de koning van Asturië, in
de 9e eeuw voor het eerst werd ondernomen, ook van Oviedo, en naar
Santiago de Compostela, waar deze koning van Asturië het in het jaar 820 door
de Galicische priester Pelayo ontdekte graf van de apostel Jacobus wilde
bezoeken. Met deze tocht van Alfonso II de Kuise was de eerste Spaanse pelgrimstocht
(de Camino Primitivo) geboren.
Nu, in 2015 – eeuwen later –
gaan Durkje en ik in de voetsporen van koning Alfonso II volgens dezelfde route
van Oviedo via A Fonsagrada en Lugo door de binnenlanden van Asturië en Galicië
ook op bedevaart naar het graf van Sint Jacobus, in de kathedraal van Santiago
de Compostela.
Buen Camino Peregrino
Om 6.45 uur gaat de wekker,
want we willen vanmorgen om 8.00 uur klaar staan om op het moment dat de
campingpoort open gaat, vanuit San Pedro de la Ribera naar Grado te rijden. Om
9.00 uur nemen we een in Grado gereedstaande taxi, die ons in een half uurtje
naar treinstation Noord in Oviedo brengt. Hier begint om 9.30 uur het vervolg
van onze pelgrimage, op de plek waar we vorig jaar de tocht van Irún naar
Oviedo beëindigden.
In de buurt van het station
drinken we in een café eerst een kop koffie, en dan wandelen we - na enig
padzoeken en padvinden - de stad Oviedo uit. Bij de rand van de bebouwde kom
passeren we een standbeeld van Sint Jacobus, dat hier in 2009 is geplaatst door
de Spaanse ‘Vrienden van de Camino van Santiago’. Onze Spaanse pelgrimsvrienden
groeten ons op de plaquette met de Spaanse pelgrimsgroet ‘Buen Camino Peregrino’.
Begin van onze pelgrimage 2015
Aan de overzijde van de weg
komen we in het ‘Park van de Camino van Santiago’, waar een informatiepaneel en
een wegwijzer ons de weg wijzen, de stad Oviedo uit.
We zijn weer op pad. Onze
pelgrimage in 2015 op deze Spaanse camino is nu begonnen. Op naar Santiago de
Compostela; maar vandaag eerst naar de stad Grado, dat op een afstand van 26,5
kilometer van Oviedo ligt.
De dag begint met mooi zomers
weer, bij een temperatuur van 21 graden Celsius. De maximumtemperatuur ligt
deze pelgrimsdag zo ongeveer tussen de 25 en 30 graden, met bijna de hele
wandeldag volop zon, en aan het eind van de middag een opkomende bewolking, die
vanavond voor enige motregen zorgt, maar daar hebben wij vandaag tijdens onze
wandeldag geen last van. Wij krijgen vandaag een warme dag, waarop we regelmatig
de vele meters schaduwrijk pad met grote dank aanvaarden.
Van San Lazáro de Paniceres via Las Campas naar
Llampaxuga
Het eerste dorpje waar we
doorheen komen, is San Lazáro de Paniceres, waarvan de naam verwijst naar het
ziekenhuis voor melaatsen dat hier al in het jaar 1331 bestond. Bij de entree
van het dorp staat een hórreos, een oude graanopslagplaats, zoals die hier in
deze Spaanse streek vroeger in allerlei maten en uitvoering is gebouwd en
gebruikt.
Verderop komen we door het
dorpje Las Campas.
Binnen de kortste keren zijn
Durkje en ik weer helemaal gewend aan alle vormen van bewegwijzering, die hier
langs de camino zijn geplaatst om de pelgrims goed de weg te wijzen. Vanaf de hoog
gelegen paden over de flank van de berg Naranco krijgen we prachtige vergezichten
over het bergachtige landschap van Asturië.
Vlak vóór het dorpje Llampaxuga
komen we langs de kapel van El Carmen.
Er is een kastje waarin we
het kapelstempel zouden moeten vinden, om onze pelgrimspassen daarmee te
stempelen, maar het kastje is leeg, en ernaast hangt een mededeling dat dit
stempel van El Carmen door een of andere vandaal is gestolen, zodat wij nu geen
stempel in ons pelgrimspaspoort kunnen plaatsen. Op de witte muren van het
voorportaal van de kapel staat het stempel veelvuldig afgedrukt, dus we kunnen
in elk geval even bekijken hoe het pelgrimsstempel van El Carmen er uitziet.
Loriana
Achter de kapel van El Carmen
gaat het pelgrimspad verder. We dalen een korte, steile helling af. Daar
passeren we een plek, waar een bermbrand heeft gewoed. Hier en daar zie je dat
de afgebrande boomstronken van Eucalyptusbomen toch al weer voor nieuwe
uitlopers hebben gezorgd.
Vlak vóór Loriana passeren we
de traditionele wasplaats.
In Loriana komen we langs de
Santa María-kerk.
Naast deze kerk is een
waterbron, waar voortdurend koel stromend water uit komt. Een mooie plek om je
even op te frissen tijdens deze toch wel behoorlijk warme dag.
De gele camino-hand van de pelgrims Simon & Ytje
gevonden
En nu moeten we opletten,
want van onze Friese pelgrimsvrienden Simon & Ytje weten we dat zij op hun
doortocht door het dorpje La Bolguina een klein pelgrimshandje-sleutelhanger
voor ons hebben achtergelaten tussen enkele grote stenen, die zijn opgemetseld
in een muur aan de dorpsgrens van La Bolguina.
We passeren eerst het
informatiebord, waarop staat dat het vanaf hier nog 296 kilometer is naar
Santiago de Compostela. We weten dat we nu op de plaats waar het halfverharde
pad bij de doorgaande asfaltweg komt, moeten opletten om het gele caminohandje
te vinden.
Met de hulp van de
beschrijving van Simon & Ytje hebben we het caminohandje snel gevonden. Tot
onze verrassing ligt het nog op de plaats waar zij het indertijd voor ons als
pelgrimsgroet hebben achtergelaten.
Na deze korte zoek- en
vind-actie wandelen we La Bolguina binnen, om aan de rand van de bebouwde kom
een lunchpauze te nemen op het terras van het plaatselijke dorpscafé. Een
heerlijke kop hete thee erbij doet ons goed.
Fabarin en Gallegos
Na deze pauze lopen we door
het dorpje Fabarin.
Het pad voert ons verderop
naar de middeleeuwse brug van Gallegos.
Het autoverkeer steekt de
rivier de Nora over via een nieuwe brug, maar wij mogen als wandelaars de
rivier oversteken over de parallelle oude stenen boogbrug. Al in de 13e
eeuw was dit de oversteekplek over de rivier, vanuit Oviedo naar de Spaanse
provincie Galicië.
Aan de overzijde van de Nora
lopen we het dorpje Gallegos binnen.
De bergpas van Escamplero
Dan ligt de eerste bergpas
van de Camino Primitivo vóór ons. Voorbij Gallegos nemen we eerst enkele meters
een aanloop over de doorgaande asfaltweg, maar al spoedig verlaten we de
asfaltweg om over de flank van de berg steeds hoger en hoger te klimmen. Het
eerste deel gaat over een bergpad over de beboste berghelling. Een prachtig pad
om te bewandelen.
Hoe hoger we komen, hoe
mooier ook de vergezichten over bergen en dalen worden vanaf de bergflank.
De bergpas voert ons naar
Escamplero. In een woonwijk staat grof vuil langs de weg, om op afzienbare
termijn te worden afgevoerd. Daar ligt ook een hele grote spiegel bij, die
schuin tegen een stenen muurtje staat. Die spiegel biedt ons een gelegenheid
bij uitstek om een mooi fotoportret van ons samen te maken, met op de
achtergrond de lichtbewolkte, helderblauwe zomerlucht.
De woonstraat komt uit op de
brede doorgaande verkeersweg. Een stop-signaal op het wegdek maant ook ons als
wandelende pelgrims om eerst halt te houden, goed uit te kijken, om dan veilig de
weg over te steken.
We lopen dan Escamplero
binnen.
Boven op de bergpas van
Escamplero staat een café-restaurant, waar we een pelgrimsstempel in onze
pelgrimspaspoorten krijgen, en waar we onszelf verwennen met een fles ijskoud
sprankelend bronwater. Op zo’n warme zomerse dag is dat een ware traktatie,
waarvan we vinden dat we die bij zo’n hoge temperatuur en bij deze fysiek
inspannende bergwandeling ook ten volle verdienen.
Schilderachtig Asturië
Na deze koele drinkpauze
passeren we verderop de kapel van Fátima. In de kapel staat een beeldje van de
heilige Fátima.
Daarna gaan we verder over
goed bewegwijzerde asfaltweggetjes door agrarisch gebied. Langs de weg groeien
veel prachtig roodbloeiende klaprozen, en we passeren zowaar ook een kleine
kudde zwartbonte koeien.
Daarna volgt een heel mooi
traject over een middeleeuws karrenspoor, tussen met dik mos begroeide
muurtjes, door een schitterend bosachtig bergterrein. Dit pad biedt alle
gelegenheid om te genieten van het prachtige Spaanse landschap van Asturië.
We lopen ook door een
rotsachtig bergweidegebied. De met gras begroeide berghellingen liggen bezaaid
met dikke rotsblokken, stenen en uit de grond oprijzende rotspartijen. Een
schilderachtig gezicht met veel wit van de rotsen en groen van het gras.
Allerlei Asturische dorpjes
Vervolgens doorkruisen we een
aantal kleine dorpjes. Eerst komen we door Premoño.
Daarna door La Fuente.
In La Fuente passeren we een
hele oude Asturische boerderij, gebouwd van grote rotsstenen, die
waarschijnlijk afkomstig zijn uit deze streek.
Het volgende dorpje dat we
doorkruisen, is Paladin.
En dan komen we in en door
Puerma.
Over een brede doorgaande
verkeersweg passeren we het dorpje L’Arache.
Peñaflor
Als we Peñaflor in wandelen,
is het inmiddels 16.15 uur.
We zijn dan al ruim zes uren
onderweg, en we merken dat we ook weer even iets moeten eten en drinken. Daarom
nemen we een behoorlijke rustpauze op het terras van een café-restaurant bij de
brug over de rivier de Nalón.
Na deze pauze steken we via
de imposante stenen boogbrug de rivier de Nalón over.
Aan de overzijde van de
rivier gaan we door een achterafgelegen woonstraat door de oudere wijk van
Peñaflor, langs de spoorlijn in de richting van Grado.
Grado
Buiten Peñaflor volgt dan een
lang slingerend grindpad richting Grado. Verderop zien we al de bebouwde kom
van Grado. We lopen in de richting van een bontgekleurd fabriekscomplex.
Inmiddels hebben we ook al
enkele andere pelgrims ontmoet, die in tweetallen of solo dezelfde
pelgrimsroute volgen. Vóór ons lopen twee mannen met zware bepakking, die zich
met zichtbare moeite nog voortbewegen in de richting van Grado.
Vlak vóór Grado halen we hen
in, en dan wandelen we ter hoogte van het treinstation van Grado deze plaats
van bestemming binnen.
Door de hoofdstraat van Grado
lopen we naar het stadscentrum, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Daar arriveren we om ongeveer 17.15 uur, dus we hebben de eerste 26,5
kilometers van deze zomerpelgrimage afgelegd in ongeveer zeven uren.
We zien terug op een
schitterende wandeldag, met prachtig weer, met een gevarieerde route, en door
een schilderachtig mooi landschap. Als dit het beeld wordt voor de komende
pelgrimsdagen op de Camino Primitivo, gaan we een hele mooie zomerpelgrimage
tegemoet.
Met onze auto rijden we terug
naar onze caravan op de camping van San Pedro de la Ribera. Onderweg begint de
motregen, die de rest van de middag en avond regelmatig terugkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten