Aankomst bij het kloostercomplex van San Salvador in Cornellana |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela
Camino Primitivo van Grado naar Salas
Woensdag 8 juli 2015 – 21,4 km.
Dag 26: 532,8 – 554,2 km
Mooi wandelweer in Asturië
Om 6.45 uur gaat de wekker
weer, want we willen vanmorgen om 8.00 uur klaar staan om op het moment dat de
campingpoort open gaat, vanuit San Pedro de la Ribera naar Grado te rijden. Enkele
minuten vóór 8.00 uur verlaten we de camping. Het motregent licht, en dat blijft
het eerste deel van de ochtend zo. De temperatuur loopt tijdens onze tweede
wandeldag op van 17 naar 23 graden Celsius; een mooie temperatuur voor een
stevige etappe door het Asturische bergland. Het is de hele dag zwaar bewolkt,
en halverwege de ochtend wordt het droog. Pas tijdens de middag volgt nog een
hele korte en lichte bui, op het moment dat we door een dichtbebost hellingbos
lopen. Van de regen hebben we in het geheel geen last, dus uiteindelijk prima
weer voor deze tweede pelgrimsdag.
Grado
Nadat we onze auto hebben
geparkeerd op een veel lager gelegen groot parkeerterrein in het centrum van
Grado, wandelen we naar de hoofdstraat van Grado om daar onze pelgrimage verder
voort te zetten op de plaats waar we gisteren onze dagetappe beëindigden.
Durkje en ik lopen door de winkelpromenade, waar nu om 8.45 uur de warenmarkt
wordt opgebouwd over de volle lengte van dit langgerekte winkelgebied.
Aan het eind van de bebouwde
kom van Grado nemen we een smal straatje omhoog richting Acebedo. Als we over
dit smalle pad stijgen, krijgen we een mooi uitzicht over de stad Grado achter
ons.
Buurtschappen langs de A63
Nadat we de toegangsweg naar
de A63 met een viaduct over zijn gestoken, komen we in La Barrera. Daar moeten
we even stilstaan bij een boerderij, waar de boerin een aantal pas gemolken
koeien vanaf het boerenerf over laat steken naar het weiland.
Het volgende buurtschap dat
we doorkruisen, is El Cascayal.
Daarna komen we door El
Valle.
En vervolgens – nog steeds
parallel aan de A63 lopend – komen we door El Pelone.
Middeleeuwse pelgrimsroute over de bergpas van Freisnu
Inmiddels hebben we een
stevige klim ingezet over de smalle asfaltweg over de bergpas van El Freisnu. Deze
bergrug vormt de waterscheiding tussen de rivieren de Nalón (in het dal achter
ons) en de Narcea (in het dal vóór ons).
Een vrachtauto met laadbak
met daarin twee werklui rijdt over dit asfaltweggetje om hier en daar de gaten
in het asfalt te dichten met het asfalt uit de laadbak, dat ze in de gaten van
het wegdek gooien, om daarmee de weg te repareren.
Boven op de bergpas passeren
we de Hermitage van de Virgen del Fresno, die werd gebouwd op de plaats waar
vroeger al een onderkomen was van de hospitaalridders van Sint Jan van
Jeruzalem. In de Middeleeuwen liep de Camino Primitivo hier ook al over de
bergpas van Freisnu.
Een houten informatiebord op
de pas vertelt ons dat de camino aan de andere zijde van de bergtop weer
bergafwaarts gaat.
Samarciellu
We komen door het mooie
dorpje Samarciellu. Twee Franse pelgrims vergapen zich hier ook aan al het
moois van dit dorpje. In een nagenoeg lege boerenschuur zien we een hele oude
houten boerenkar staan.
De twee Franse dames wijken
even van de doorgaande route af om de kleine dorpskapel te bezoeken. We
passeren een oude houten hórreos langs de dorpsweg.
Net voorbij de bebouwde kom
van Samarciellu nemen we een smal veldpad.
Langs het veldpad dat afdaalt
naar een riviertje zien we een mooie variant op de altijd rechtlijnige gele
caminopijl. Deze caminopijl is vormgegeven met enkele zwierige krullen,
gelijkend op een krakeling. Ook verderop zien we deze alternatieve gele
caminopijl regelmatig.
In het buurtschap La Reaz
komen we langs een waterbron, zoals we die op de camino regelmatig aantreffen in
buurtschappen en dorpen, op pleinen en bij kerken.
Cá Pacita in Doriga
Tegen 11.00 uur arriveren we
in het dorpje Doriga. Daar zien we dat het grote voorportaal van de kerk van
Santa Eulalia de Dóriga helemaal in de steigers staat. Twee mannen zijn op het
dak bezig met het leggen van dakpannen. Ze roepen ons toe dat het akkoord is
dat we de kerk betreden. Tussen de steigers door komen we in het voorportaal,
en dan in de kerk van de heilige Eulalia. Het is binnen erg donker, maar als je
aan het duister bent gewend, kun je toch goed zien waaruit het kerkinterieur
bestaat.
We steken even later de weg
over naast de kerk en komen dan bij Cá Pacita, het café-restaurant en tevens de
pelgrimsherberg van dit dorpje. We bestellen twee grote mokken Café Americano,
en genieten dan op het overdekte buitenterras van onze koffiepauze. Even later
komen er ook nog twee Spaanse pelgrimsechtparen bij, die gevieren met elkaar op
stap zijn. We hadden hen onderweg ook al ontmoet.
Na de koffiepauze gaan we
verder over een mooie heuvelweg naast en achter het café. Als we achterom
kijken, zien we het dorpje met de beroemde kerk in de vallei liggen.
Hellingpad naar La Rodriga
Verderop slaan we vlak vóór
de steengroeve linksaf, en dan komen we op een smal hellingpad over de flank van
een beboste bergwand. Een prachtig natuurpad ligt vóór ons.
Bij een boerderij komen we
weer uit het hellingbos, en dan lopen we over het erf van deze boerderij naar
de drukke doorgaande weg van de N634, ter hoogte van La Ponte – Casas del
Puente.
Over een lager liggend
parallelpad lopen we naar en door La Rodriga. Daarbij passeren we een educatief
informatiecentrum over deze rivier-regio.
Klooster van San Salvador de Cornellana
Vlak buiten La Rodriga
wandelen we het stadje Cornellana binnen. Eerst moeten we via een lange en hoge
brug de rivier de Narcena oversteken.
Aan de overzijde van de
rivier gaan we direct linksaf langs de rivieroever, in de richting van het
grote kloostercomplex van San Salvador de Cornellana.
De kloosterkerk - die vroeger
ook nog eigendom is geweest van het invloedrijke klooster van het Franse Cluny
- is erg vervallen, maar er staat op het terrein van het klooster wel een hele
grote bouwkraan. Als we om het klooster heen lopen, en verderop over een
asfaltweg omhoog klimmen, zien we dat het grote gebouw naast de kloosterkerk
momenteel grondig wordt verbouwd. Dikke, witte betonnen pijlers steken hoog
boven het kloostergebouw uit. Daar zal wellicht een nieuwe verdiepingsvloer op
worden gelegd, en in elk geval ook een nieuw dak. Daardoor hoeven de
buitenmuren van het oude kloostergebouw waarschijnlijk geen dragende muren te
worden van de nieuw opbouw.
De pijlers en de tunnel van Suburriba
Wij klimmen over de weg
verder door naar het dorpje Suburriba.
Links van het dorp rijzen
tientallen meters hoge viaductpijlers op. Van enige wegenbouwactiviteiten is
hier echter geen sprake, dus we vragen ons af of hier ooit nog een grote
verkeersweg hoog over deze vallei zal worden gebouwd. Hier in Suburriba is
bovengronds ook al een betonnen tunnel gebouwd, waar de beoogde verkeersweg
waarschijnlijk over heen zal moeten gaan. Aan beide open zijden groeien
struiken metershoog op, dus ook van deze tunnel is het maar zeer de vraag of
hier ooit verkeer doorheen en over heen zal gaan.
We verlaten de doorgaande asfaltweg
om over een boerenerf naar een oud hellingpad te gaan.
Door de vallei van de rivier Nonaya
Dan volgt weer een prachtig hellingpad
over een beboste berghelling.
Vooral de dikke heldergroene
mossen op rotsen, bodem en boomstronken zorgen voor schilderachtige taferelen.
Dit pad komt uit bij een
grote zandgroeve.
Voorbij het buurtschap Llamas
komen we op een heel lang en recht halfverhard breed pad, dat in de
lengterichting door de bergvallei loopt. Links en rechts liggen graslanden en
akkers waarop onder andere maïs groeit.
Aan het eind van dit lange
valleipad passeren we ter hoogte van een ommuurde begraafplaats het hoger
gelegen kerkdorpje Quintana, waar we overigens niet doorheen komen.
In een buurtschap waar we
doorheen wandelen, zien we een hoge hórreos, waar nog een behoorlijke voorraad
gedroogde maïskolven onder hangt. Oogst van vorig jaar, of misschien nog wel
ouder.
Voor ons heel onverwacht –
want de wandelgids schrijft er niet over – komen we over een hele oude stenen
boogbrug over een ondiep, maar snelstromend riviertje. Een mooie locatie om
enkele prachtige foto’s te maken vanaf de rivieroever en vanaf enkele grote
stenen in de rivierbedding.
Santiago Apostol Peregrino in
La Devesa
Verderop komen we langs de plaats
Casazorrina, maar we komen er niet doorheen.
Wel gaan we door het
buurtschap La Devesa, waar we bij een tuinmuur van een huis een stenen bankje
vinden, dat we gebruiken voor een pauze, om wat te eten en te drinken.
In het portaal bij de
voordeur van dit huis is tegen de muur aan de straatzijde een grote geel-blauw
beschilderde wandtegel bevestigd met daarop de apostel Jacobus als pelgrim.
Buiten La Devesa is aan beide
zijden van een doorgaande verkeersweg een uitsparing gemaakt in de vangrails.
Daarbij staat een bordje, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat de passerende
pelgrims hier ter plekke de verkeersweg diagonaal moeten oversteken.
.
Door Mallecín naar Salas
Langzamerhand naderen we onze
bestemming voor vandaag. Maar voordat we Salas binnenwandelen, moeten we eerst
nog door het dorpje Mallecín.
Snel daarna arriveren we in
Salas. Dat blijkt een verrassend mooi stadje te zijn. We lopen langs de
schitterende kloosterkerk Collegiate de Santa María la Mayor.
Deze kerk is op dit moment helaas
gesloten, dus we lopen direct door naar de toegangspoort en de toren van het
vroegere kasteel van Salas.
Op het binnenterrein van het
voormalige kasteel is het gezellig. Op enkele terrasjes zitten de gasten iets
te eten en te drinken. Een enkele auto doorkruist het oude stadscentrum. Achter
de woningen aan onze rechterzijde ligt een laaggelegen riviertje, met aan beide
zijden een smal wandelpad. Alleszins een aangename plaats om te vertoeven. En
het weer werkt ook nog prima mee.
Het paleis van Salas
Naast de stadspoort en de kasteeltoren
gaan we het voormalige paleis van de familie Valdés-Salas binnen, omdat we bij
het inpandige toeristenkantoor willen vragen om een pelgrimsstempel van Salas,
en om hier een taxi voor onze terugreis te arrangeren.
Het toeristenkantoor is vandaag
helaas dicht, dus we lopen in het oude paleis door naar de receptie van het
hotel, dat ook in dit grote stadspand is gehuisvest. Daar krijgen we wel een
stempel in onze pelgrimspaspoorten, en de hotelreceptioniste belt voor ons een
plaatselijke taxi, waarmee we enkele minuten later al terugrijden van Salas
naar onze auto in Grado.
Om 15.00 uur arriveren we in
Salas, dus we hebben de prachtige etappe van vandaag afgelegd in ruim zes mooie
uren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten