maandag 3 augustus 2015

Pelgrimeren van Melide naar Arzúa

In de kerk van Boente krijgen we een kerkstempel in onze pelgrimspaspoorten



















Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela

Camino Primitivo van Melide naar Arzúa
Woensdag 22 juli 2015 – 13,6 km.
Dag 36: 764,1 – 777,7 km

De dag van de volmaaktheid
Na de rustdag van gisteren, hervatten we vandaag onze pelgrimage op de Camino Primitivo. We hebben nog drie dag-etappes te gaan van Melide via Arzúa en Pedrouzo naar Santiago de Compostela. Vanuit Melide trekken de Camino Primitivo (van de Camino del Norte) en de Camino Francés samen op naar Santiago de Compostela. Dit betekent ook dat de geringe stroom pelgrims vanuit het noorden van de Camino Primitivo zich samenvoegt met de grote stroom pelgrims vanuit het westen van de Camino Francés. Vanaf vandaag is het met de betrekkelijke rust op de camino voor ons dus gedaan, want dit ritsen van beide pelgrimsstromen betekent dat het vanaf vandaag druk wordt op de camino. Dat is overigens geen straf, want het betekent ook dat het reuze gezellig wordt met al die mensen – jong en oud van over de hele wereld – die nu samen verwachtingsvol optrekken naar het bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Vandaag beginnen we deze driedaagse finale met de korte etappe van 13,6 kilometer van Melide naar Arzúa. Aan het eind van deze dag staat onze kilometerteller van de Camino del Norte & Primitivo op 777,7 km. Nu is in bijbels perspectief gezien het getal 777 het getal van de goddelijke volheid en het getal 7 het getal van de volmaaktheid, dus dan zouden we – kort door de bocht - vandaag toch wel een volmaakte dag moeten krijgen. Daar zit dan wel iets in, want we gaan een prima pelgrimsdag tegemoet, zo blijkt later.


Herkenning en herinnering
Ondanks het feit dat we vandaag maar een kort traject lopen, staan we toch al om 6.45 uur op, zodat we om 7.45 uur met auto vanaf onze camping in Monterroso met onze auto naar Melide kunnen rijden. Om 8.15 uur staan we in het stadscentrum van Melide dan ook klaar om onze 36e dag op deze pelgrimsroute te gaan lopen. Het is mooi helder weer. Met een  starttemperatuur van 11 graden Celsius is het buiten nog lekker fris, en daar profiteren we vanmorgen dan ook graag van. Tijdens onze etappe loopt de temperatuur op tot 20 graden Celsius, dus erg warm hebben we het vandaag niet op deze kleine etappe. Durkje en ik hebben overigens dit traject van Melide naar Arzúa al eens gelopen op 18 augustus 2012, op de 150e dag van onze eerste pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Het is dus een dag van herkenning en herinnering, en toch is het ook weer anders, omdat het drie jaar later is, en er vandaag een volkomen andere stoet pelgrims richting Santiago de Compostela trekt.

Van Melide naar Santa María
Wat we hadden verwacht, gebeurt inderdaad ook. Het valt ons direct op hoe druk het is op de camino. Al bij het vertrek uit Melide lopen we in een behoorlijke stoet de stad uit. Een grote groep jongeren – vanmorgen vroeg al lopend nog druk met elkaar in gesprek – loopt onder begeleiding van enkele oudere jongeren in een goede stemming vóór ons. Tussen de jongeren door laverend halen we de groep al spoedig in, om met zijn tweeën Melide uit te lopen.
Direct buiten Melide lopen we al het dorpje Santa María in.
Daar staat een 14e eeuws kerkje, dat een bezoek wel waard is. Gelukkig staat de kerkdeur open, en zien we een actieve jongeman in de deuropening druk bezig om een kerkstempel in pelgrimspaspoorten te zetten, en onderwijl de pelgrims in de kerk ook nog iets te vertellen over de ins en outs van deze romaanse kerk. In het houtsnijwerk boven de deur zie ik enkele Jacobsschelpen.
We lopen door het gebouw om de kerk te bezichtigen.
Als we weer buiten komen, staat er al een behoorlijke groep pelgrims in de rij om allemaal een parochiestempel te krijgen van deze kerk van Santa María. Dit beeld van rijen wachtende pelgrims zullen we de komende drie pelgrimsdagen nog veel zien.

Fotogeniek oversteken
Over veelbelopen paden gaat het voorwaarts voorbij Santa María. We zullen af en toe een riviertje moeten oversteken. De ene keer gaat dat via een brug, maar als het om kleine stroompjes gaat, gaat dat ook heel goed via een aantal grote stapstenen die men vroeger heeft geplaatst op redelijk gemakkelijk doorwaadbare plaatsen. Op de een of andere manier hebben die overgangen over waterlopen op de camino altijd wel iets bijzonders, en zijn ze meestal ook wel fotogeniek.

Bijzonder Boente
Na 5,6 kilometer komen we aan in Boente. Een bijzondere plaats op de camino. Eerst moeten we voorzichtig de drukke verkeersweg tussen Melide en Arzúa oversteken, maar dan komen we bij een heel bijzonder kerkje dat in Boente langs de kant van deze verkeersweg staat.
Je kunt gerust stellen dat de heilige Jacobus – Sint Jacob, of Santiago – in deze kerk een centrale plaats inneemt. Bij binnenkomst staat een gastvrouw in het voorportaal om een kerkstempel in het pelgrimspaspoort te plaatsen.
Dan kom je in de kerkzaal en kun je de patroonheilige van de pelgrims en diens pelgrimssymbolen in allerlei vormen aanschouwen.
Boven in het koor – onder het zogenoemde Alziend Oog – staat een beeld van Sint Jacobus als Morendoder, ofwel: Santiago Matamoros.
Onder in het koor zie je boven de pelgrimssymbolen van de pelgrimsstaf, het zwaard en de Jacobsschelp een beeld van Sint Jacobus als pelgrim en als apostel.
En in één van de nissen is een glas-in-lood-raam van het zwaardkruis, met daarop een Jacobsschelp afgebeeld midden op de pareerstang, op de overgang van heft naar lemmet.

Een prettig gesprek van pelgrims onderweg
In Boente is voldoende gelegenheid om in een café te pauzeren, maar wij besluiten om nog even door te lopen naar Castañeda, om daar op een caféterras een kop koffie te drinken.
Na de koffiepauze komen we in Castañeda langs een boerderij, waarvan de staldeur open staat. Binnen staat een aantal koeien op stal.
Verderop komen we door het gehucht Rio.
Daarna ontmoeten we twee pelgrimerende dames, met wie we een eind verder wandelen. Het zijn twee Zweedse zussen, waarvan de één in Stockholm woont, en de ander in het Canadese Vancouver. Ze lopen nu voor het eerst de hele Camino Francés, zijn vanuit het Franse Saint-Jean-Pied-de-Port de Pyreneeën overgestoken, en zijn nu nog slechts enkele etappes verwijderd van Santiago de Compostela. We wandelen bij Rivadiso (Ribadiso da Baixo) met zijn allen via de oude stenen boogbrug de rivier de Iso over.
Aan de overzijde wordt even gepauzeerd om ook te genieten van deze mooie plek van de camino.

Arzúa
Daarna nemen we afscheid van de twee Zweeds-Canadese pelgrims en gaan Durkje en ik weer op volle kracht vooruit. Iets voor half twaalf wandelen we de bebouwde kom van Arzúa binnen.
In het wegdek van Arzúa wijzen metalen Jacobsschelpen je de weg, maar ook de metalen putdeksels dragen de beeltenis van de Jacobsschelp. Zo staat ook het wegdek van de straten van Arzúa geheel in het teken van de camino.
Over het smalle trottoir wandelen we van de stadsrand naar het drukke stadscentrum van deze gezellige doorgangsplaats voor pelgrims.
In de winkels van Arzúa kun je te kust en te keur allerlei soorten souvenirs uitzoeken met betrekking tot de camino en het pelgrimeren.
In het stadscentrum staat een stenen beeld van Santiago als pelgrim.

Wachten op een plek in de herberg
We halen een stadsstempel bij de VVV van Arzúa en vervolgen dan onze camino door de stad. Het is hier een drukte van belang. Honderden pelgrims arriveren vandaag in Arzúa, allen op zoek naar een herberg voor de komende nacht.
Omdat de meeste herbergen pas zo tussen 12.00-14.00 uur open gaan, wachten nu al veel pelgrims bij de ingang van de herbergen, om zich zo voor de komende nacht nu alvast van een slaapplek te verzekeren in één van de plaatselijke refugio’s. Wie het eerst arriveert, is straks ook als eerste aan de beurt om zich in te schrijven en om een bed toegewezen te krijgen. Niet voor niets zitten er hier en daar dus al tientallen pelgrims geduldig bij de ingang van de herbergen te wachten, om straks een bed voor de komende nacht te krijgen.

Kerkbezoek in Arzúa
Wij lopen nog even door naar de centrumkerk van Arzúa. Aan de voorzijde en achterzijde van de kopgevels van deze kerk is een gevelsteen ingemetseld met daarop de pelgrimssymbolen van het zwaardkruis en de Jacobsschelp.
Gelukkig is vandaag de kerk open, dus we kunnen naar binnen, om een kerkstempel te verkrijgen in onze pelgrimspaspoorten. Naast het vaandel van de kerk – met daarop de beeltenis van Sint Jacobus – staat een beeld van Santiago als pelgrim en als apostel.
Drie oudere dames zijn naast het koor bezig om aan de voet van het beeld van Santiago met een bloemstuk enige frisse kleur aan te brengen in de kerk.
Links van het koorstuk zien we een beeld van Santiago Matamoros, en aan de voorzijde van het altaar zien we de gekruiste pelgrimssymbolen van het zwaardkruis, het zwaard en de pelgrimsstaf.
Eén van de glas-in-lood-ramen toont ons een mooie beeltenis van Sint Jacobus als pelgrim.

Vroeg uit en thuis
Nadat we het kerkinterieur van de kerk van Arzúa goed hebben bekeken, gaan we naar buiten. We verlaten nu de doorgaande camino, en buigen af naar rechts, naar het stadsparkje van Arzúa, waar ook de taxistandplaats is. Daar staat een taxi klaar, dus we kunnen direct instappen en worden dan in een kwartier van Arzúa weer terug gereden naar Melide.
Vanuit Melide rijden we met onze auto weer terug naar de camping in Monterroso, waar we iets na 13.00 uur al arriveren. Zo vroeg zijn we eigenlijk nooit weer terug op de camping, dus we hebben deze dag nog de hele middag en avond beschikbaar voor alles wat vandaag nog gedaan moet en kan worden. Met een goed gevoel omdat we toch weer bijna 14 kilometer verder zijn op de camino, en omdat vandaag alles zo voorspoedig verliep, kunnen we toch ook wel stellen dat dit al weer één van onze zo volmaakte pelgrimsdagen is.

Geen opmerkingen: