Gesprek met Amerikaanse evangelist bij dorpsfeest van San Román da Retorta |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela
Camino Primitivo van Lugo naar San Román da Retorta
Zondag 19 juli 2015 – 19 km.
Dag 34: 714,3 – 733,3 km
Met geduld doorstarten
Gisteren hebben Durkje en ik tijdens onze rustdag de caravan verplaatst van A Fonsagrada naar Monterroso, gelegen op de hoogte van Palas de Rei ten zuiden van de Camino Francés. Deze mooie Municipal Camping zal vanaf vandaag onze uitvalsbasis worden voor de laatste vijf etappes op de Camino Primitivo, voor de ruim honderd kilometers van Lugo naar Santiago de Compostela.
Om 6.45 uur gaat de wekker en om 8.00 uur verlaten Durkje en ik vanmorgen onze camping in Monterosso. We rijden met onze auto naar San Román da Retorta, want daar willen we vandaag naar toe lopen vanuit Lugo. Vanuit San Román da Retorta willen we met de taxi naar Lugo. Dat dát een uitdaging zou worden, vermoedden we al, want dit is een heel klein dorpje, waar bijna zeker geen taxi zal zijn. Voorts is het vroeg op de zondagochtend, en dan zijn er doorgaans niet veel mensen buitenshuis, die ons aan een taxi zouden kunnen helpen.
Toch wagen we het er maar op dat het goed zal komen, want in al die jaren is het altijd goed gekomen, dus er zal ook vandaag wel weer een oplossing komen.
Nu wil het geval dat er daar wel twee herbergen zijn. Als daar nu beheerders/eigenaars van aanwezig zijn, zouden die ons allicht aan een taxi kunnen helpen. We parkeren onze auto tussen enkele Zweedse auto’s bij de pelgrimsherberg O Cándido, net buiten San Román da Retorta.
Als ik de herberg binnen ga, ontmoet ik enkele Amerikaanse pelgrims, die vanmorgen de refugio-eigenaar nog niet hebben gezien. Dus hier gaat het niet lukken om een taxi te regelen.
De publieke herberg, die iets verderop staat, is gesloten, en daar zal – getuige het briefje op de deur – pas om 13.00 uur een beheerder komen, dus ook hier gaat het niet lukken om een taxi te regelen.
Dan maar verder zoeken.
Het komt altijd goed
Bij een huis verderop staat
een auto. Als ik het erf op loop, begint binnen een hondje te keffen en de
bewoner hoor ik hem corrigeren. Hij ziet me het erf op komen, en komt naar de
deur. Nadat ik hem heb gevraagd of hij een taxi kan regelen, krijg ik te maken
met een inzet en doorzettingsvermogen om u tegen te zeggen. De man haalt alle
paperassen in huis overhoop om een telefoonnummer van een taxibedrijf te
vinden. Visitekaartjes, adresbriefjes, doosjes, mappen, de Gele Gids en de
Witte Gids, geen moeite wordt gespaard, en ja hoor, na een half uur heeft hij
een nummer van een taxibedrijf in Lugo. Als hij dat belt, moet hij
gedetailleerd uitleggen hoe de taxichauffeur bij de herberg in dit gehucht kan
komen. Om er zeker van te zijn dat het goed komt, loopt de man met zijn twee
honden met ons mee naar de herberg om daar samen met ons de taxi af te wachten.
Ruim een half uur later
arriveert de taxi. Het eerste wat de man aan de taxichauffeur vraagt, is een
visitekaartje van het taxibedrijf, wat hem een volgende keer zo’n lang
zoekproces zal besparen. Deze man heeft zich echt super ingezet om ons aan een
taxi te helpen, en nadat we hem groots hebben bedankt voor zijn toegewijde
inzet, brengt de taxichauffeur ons in een half uurtje naar de kathedraal in
Lugo.
Kathedraal en Plaza Mayor
De chauffeur zet ons af bij
de Sint-Jacobspoort van Lugo, dus we kunnen zó door de poort en dan de
kathedraal in wandelen. We vragen een geestelijke in een pij of wij een
kathedraalstempel in onze pelgrimspassen kunnen krijgen, maar dan blijkt dat
dat pas kan na de mis, die straks nog zal aanvangen. Omdat we al laat zijn en
graag snel van start willen gaan, verlaten we de kathedraal. Buiten lopen we
eerst langs het bisschoppelijk paleis, en langs het Romeinse bad, dat je daar
buiten kunt bezichtigen, verdiept in het wegdek.
Bij het grote standbeeld van
de twee Romeinse soldaten lopen we het Plaza Mayor op.
Bij één van de café’s langs
dit plein drinken we een kop koffie. Daarna lopen we langs de marktkramen onder
de arcade het plein af.
Op één van de marktkramen
ligt een prachtige Jacobsschelp, in hout uitgesneden. De twee helften zijn met
een scharnier aan elkaar verbonden, en in het deksel aan de binnenkant is een
zwaardkruis uitgesneden. De verkoopster vraagt maar liefst honderd euro voor
dit klein, maar fijne houtsnijwerk. Echt iets voor de liefhebber dus.
Daarna lopen we door de
Santiago-stadspoort – de Puerta de Santiago - de binnenstad uit.
Vertrek uit Lugo
Via de goed bewegwijzerde
route wandelen we naar beneden, naar de Rúa Santiago.
Bij de herberg aldaar halen
we nog een pelgrimsstempel van Lugo.
Dan zijn we klaar om via de
oude stenen boogbrug – de Ponte Velle - over de Río Miño de stad te verlaten.
Bijzonder is het dat deze inmiddels gerestaureerde brug nog steeds rust op de
Romeinse fundering, die dateert van de 1e eeuw na Christus.
We lopen langs het standbeeld
van de geharnaste Romeinse soldaat de oude brug op om de rivier over te steken
naar de stadswijk Da Ponte.
Aan de overkant van de rivier
gaan we rechtsaf langs de rivier, om vervolgens langs de kerk van San Lázaro
het stedelijk gebied uit te lopen.
Sint Johannes vernoemd in plaatsnamen
Buiten de stad klimmen we
naar de toegangspoort van een villa langs de camino.
Deze poort bevalt twee
decoraties die verwijzen naar de camino.
Bij het dorpje San Vincenta
da O Veral moeten we een verkeersweg oversteken.
Eerst lopen we enkele
kilometers over asfaltwegen, maar verderop is een smal voetpad in de berm langs
de asfaltwegen ontstaan doordat duizenden pelgrims hier door de berm langs de
weg hebben gelopen. We komen zo door het hoger gelegen dorpje San Xóan do Alto.
In deze regio stond vroeger
een Sint-Johannesklooster. Na de eerste 8,4 kilometer komen we door het dorpje
Seoane.
Het hele oude kerkje van dit
plaatsje ligt vanaf de weg gezien ingeklemd in een boerenbedrijf.
Lunchen in San Vincente do
Burgo
Via het plaatsje Carrigueiros
komen we in San Vincente do Burgo.
Midden in het dorp staan zo’n
twintig dorpsbewoners gezellig op straat met elkaar te praten. Het ziet er naar
uit dat de kerk zojuist uit is gekomen. We lopen groetend tussen de mannen en
vrouwen door naar de 18e eeuwse kerk, die bijna 200 meter van de weg
af staat.
Tegenover de kerk is een bar,
waar we naar toe lopen om te kijken of die open is. De cafébaas zit alleen binnen,
en die heeft voor ons in een ommezien een paar koppen thee met daarbij koud
bronwater geregeld. We genieten buiten aan een natuurstenen tafel in de schaduw
van onze lunch.
Over oude holle bospaden
Toen we vanmorgen vertrokken,
was de temperatuur 15 graden Celsius. Die loopt vandaag op tot 23 graden
Celsius. Het is behoorlijk bewolkt, met af en toe zonnige perioden, en zodra we
weer iets hoger lopen in het landschap, krijgen we te maken met een heerlijk
verkoelende wind.
Na San Vincente do Burgo
worden ook de paden een stuk aangenamer. Regelmatig verlaten we nu het asfalt
en de wegberm voor prachtige trajecten door oude beboste gebieden, met
schitterende holle bospaden. Sprookjesachtig mooi zijn dergelijke bospaden af
en toe.
Bacurín
Een karakteristiek Galicisch
dorpje waar we ook doorheen komen, is Bacurín. We lopen hier door smalle
dorpsstraatjes tussen boerenschuren, boerderijwoningen en bermmuurtjes, die
alle zijn gebouwd van grote blokken natuursteen, die hier waarschijnlijk in
deze regio vroeger in ruime mate beschikbaar waren.
In de bocht van een weg komen
we langs een hoog op een bermmuur gebouwde houten hórreos.
Buiten het dorp volgt weer
zo’n prachtig bospad, tussen velden en door beboste percelen. Verbazingwekkend
zijn de enorm dikke oerbomen, die hier – zoals op zoveel plekken in Galicië –
nog langs de eeuwenoude paden staan. We passeren een plek waar langs het pad
drie van die reusachtige bomen staan.
Een eind verderop komen we
pas langs de San Miguel-kerk van Bacurín.
Dorpje in, door en uit
En alsmaar gaan we verder
over deze 19 kilometer lange route van Lugo naar San Román da Retorta. We komen
door het dorpje Hospital.
En dan door San Pedro de
Baixo, vanwaar we een prachtig uitzicht hebben over het Galicische
heuvellandschap aan onze rechterzijde. De lucht is helder, dus we kunnen
kilometers verder de heuvels in kijken.
Het laatste dorpje waar we
nog doorheen komen alvorens we onze bestemming bereiken, is Taboeiro.
Dorpsfeest in San Román da
Retorta
Al vóór Taboeiro horen we de
luidsprekers van het verderop gelegen dorpsfeest van San Román da Retorta. Hoe
dichter we bij het dorp komen, hoe sterker de geluiden van de aankondigingen en
van de Spaanse muziek klinken van de band die daar op het podium staat. Bij de
Romaanse kapel van San Román da Retorta komen we het dorp, en daarmee ook het
dorpsfeest binnen.
Als we ons tussen de
drinkende en dansende dorpsbewoners begeven, worden we op het feestterrein al
snel aangesproken door een uit Amerika afkomstige man, die vertelt dat hij
jaren geleden als evangelist naar het Spaanse Lugo is geëmigreerd om in deze
regio te evangeliseren.
We ontmoeten even later ook
zijn Spaanse echtgenote en haar broer. De kinderen van dit Amerikaans-Spaanse
echtpaar moeten ook in de buurt zijn, maar die zijn ze al enige tijd uit het
zicht verloren, dus die ontmoeten we niet.
Ze zijn hier in dit dorp
vandaag op familiebezoek, en wonen nu een deel van dit dorpsfeest bij. Tot onze
verrassing zien we ineens ook onze taxichauffeur van vanmorgen het feestterrein
op komen. Ten & Eva Marshall vertellen dat ze deze chauffeur kennen van het
taxibedrijf uit Lugo, en ze weten dat de chauffeur in een dorpje iets verderop
woont. We spreken nog kort even met de chauffeur, die ook verrast is dat wij nu
al weer in San Román da Retorta zijn. Het is inmiddels 14.30 uur, dus we hebben
de 19 kilometer afgelegd in ongeveer vijf uren.
Terug naar de herberg
Ons resteert nu nog terug te
wandelen naar onze auto bij de refugio van San Román da Retorta, om dan weer
naar onze camping terug te rijden. We lopen door San Román da Retorta, en komen
dan langs de replica van de originele mijlpaal, die hier in het jaar 40 na
Christus al door de Romeinen is geplaatst.
Het oorspronkelijke exemplaar
is een museumstuk in Astorga, maar de replica is hier tegenover een hórreos in
het dorp te bezichtigen.
Als we bij de private
pelgrimsherberg O Cándido komen, zien we een kind in de hangmat schommelen in
de grote tuin vóór de refugio. Dat blijkt de Nederlandse achtjarige Felix te
zijn, die wij in de afgelopen dagen regelmatig met zijn Spaans-Nederlandse
moeder Agata hier op het pelgrimspad ontmoetten. Zijn moeder komt vanuit de
herberg ook naar ons toe, en dan wisselen we nog enkele ervaringen van de
afgelopen pelgrimsdagen uit.
Daarna rijden Durkje en ik
weer terug naar onze camping in Monterroso.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten