donderdag 13 februari 2014

Hersteltrajecten in het nieuwe accreditatiestelsel: ervaringen en eerste conclusies

Donderdag 13 februari 2014
V.l.n.r.: Mirjam Koster & Tim Lamers & Paul Thijssen & Paul van Deursen






















Herstel na onvoldoende opleidingsbeoordeling
Het nieuwe accreditatiestelsel, dat sinds 1 januari 2011 van kracht is, biedt de Nederlands-Vlaamse  Accreditatieorganisatie (NVAO) de mogelijkheid de bestaande accreditatie te verlengen en een zogenoemde ‘Herstelperiode’ van bruto ten hoogste twee jaar toe te kennen. Dit is het scenario indien tijdens een opleidingsvisitatie blijkt dat de opleiding niet voldoet aan de wettelijk vereiste kwaliteitsstandaarden, die gelden voor een opleiding in het Hoger Onderwijs, aan hogescholen en universiteiten. De NVAO kan bij het verlenen van zo’n herstelperiode de nodige voorwaarden stellen, waaraan bij een herbeoordeling voldaan moet zijn om daarna wel voor accreditatie in aanmerking te komen.
In de jaren 2011 tot en met 2013 werden door de NVAO al 58 herstelperiodes toegekend.
Vanmiddag komen we als vertegenwoordigers van Nederlandse hogescholen bijeen in Utrecht, om in het Platform HBO van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK) de ervaringen met de eerste Nederlandse hersteltrajecten - en ook de eerste conclusies over het effect van deze trajecten - met elkaar te delen.

Grote opkomst voor een spannend traject
Zo’n veertig deelnemers hebben zich voor deze netwerkbijeenkomst opgegeven, hetgeen veel meer is dan te doen gebruikelijk. Dit deelnemersaantal maakt wel duidelijk dat het spannende onderwerp van hersteltrajecten in het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) aanspreekt, en alle aanleiding is om vandaag vanuit het hele land naar Utrecht te komen.
Netwerkvoorzitter Paul Nieuwenhuis opent deze middagbijeenkomst in het Utrechtse Cursus- en Vergadercentrum Domstad. De mede-organisator Paul van Deursen introduceert het thema, de perspectieven en de sprekers van vanmiddag. Van Deursen  constateert dat de grootste geheimzinnigheid er zo langzamerhand wel af is. Hogescholen en opleidingen zijn - na hun aanvankelijke aarzeling - inmiddels wel bereid om openlijk te spreken over hun hersteloperaties; zo blijkt ook vandaag.
Vanmiddag zullen veel aspecten van hersteloperaties aan de orde komen. Het is de bedoeling dat dit onderwerp vandaag zal worden besproken vanuit drie verschillende perspectieven, zijnde: vanuit het perspectief van de NVAO (Accreditatie-organisatie), van het Evaluatiebureau (Visiterende en Beoordelende Instantie) en van de Opleiding (die herstelt en heraccreditatie aanvraagt).

Tim Lamers over het perspectief van de NVAO
De eerste spreker is Tim Lamers, beleidsmedewerker van de NVAO. Hij belicht de Hersteltrajecten, gezien vanuit het perspectief van de NVAO, de organisatie die voor de Nederlandse en voor de Vlaamse hoger onderwijs-markt besluit op alle accreditatieaanvragen. Lamers is al veel betrokken geweest bij herstelperiodes, o.a. bij Journalistiek van Windesheim, één van de eerste hersteltrajecten in Nederland.
  • Eerst worden aanleiding, doel en procedure van een herstelperiode genoemd, zulks conform de WHW.
  • In een Herstelplan volstaat het niet om alleen acties op lange termijn te noemen; ook de acties voor de kortere termijn dienen daar in te staan, want de resultaten daarvan kunnen dan binnen de duur van de herstelperiode bij hervisitatie worden beoordeeld. Na de hersteloperatie moet de opleiding voldoen aan alle accreditatiestandaarden. Beoogde resultaten moeten bij de herstelvisitatie zichtbaar zijn, en als dat dan onverhoopt deels nog niet mogelijk is, moeten de waarborgen voor dat beoogd voldoende resultaat wel aantoonbaar zijn.
  • Herstel op herstel is niet mogelijk.
  • De hersteltermijn van ten hoogste 2 jaar gaat in op de datum van het betreffende NVAO-besluit. Uiterlijk een half jaar voordat de hersteltermijn afloopt, moet de opleiding het herstelvisitatierapport met de nieuwe heraccreditatieaanvraag indienen bij de NVAO. De heraccreditatietermijn van 6 jaar gaat in op de datum van het NVAO-heraccreditatiebesluit.
  • De aanleiding van hersteltrajecten is meestal gelegen in een te laag gerealiseerd eindniveau, en bij het HBO heeft dat veelal te maken met de onderzoekscomponent richting afstuderen. Bij de helft van de hersteloperaties behoeft het niveau van de eindwerken verbetering; bij de andere helft is verbetering van het programma nodig.
  • De aanvankelijke hersteltermijn van één jaar bleek vaak te krap.
  • Het HBO heeft kwalitatief inmiddels een inhaalslag gemaakt.
  • De rol van Examencommissies was vaak een pijnpunt.
  • Instellingen gaan heel verschillend om met hun mediabenadering, als ze in een herstelperiode geraken.
  • Volgens Lamers is het nu nog te vroeg voor het verbinden van conclusies aan de opbrengsten. Wel meent hij dat het huidige herstelarrangement ‘een laagdrempelige en transparante methode’ is voor het borgen van onderwijsverbeteringen.
  • Een herstelplan moet vooral onderdeel uitmaken van het kwaliteitszorgsysteem van de betreffende opleiding/instelling.
Paul Thijssen over het perspectief van het Evaluatiebureau
De tweede spreker is Paul Thijssen, directeur van de Netherlands Quality Agency (NQA), het Evaluatiebureau met het grootste marktaandeel in de Nederlandse onderwijsmarkt van visiterende en beoordelende instanties. Hij belicht de Hersteltrajecten, gezien vanuit het perspectief van het Evaluatiebureau, dat de opleidingsvisitatie faciliteert.
  • Thijssen benoemt de rol van het herstelplan. Het huidige accreditatiestelsel biedt ruimte voor de verbeterfunctie, en visitatiepanels kunnen - gemakkelijker dan in het oude stelsel - discrimineren op een Onvoldoende of een Voldoende.
  • Thijssen constateert dat het herstelproces nu nog niet gestandaardiseerd is, en dat het nog een relatief intensief proces is. Er is momenteel nog veel afstemming nodig tussen NVAO, Evaluatiebureau, Visitatiepanel en Opleiding. Zo’n traject is in alle opzichten momenteel dan ook maatwerk. De NVAO is nog onduidelijk over welk panel het herstel zal gaan beoordelen. Het is nog maar de vraag of het verstandig is dat er een nieuw panellid wordt toegevoegd aan het voorgaande visitatiepanel. Paul Thijssen vraag aan de NVAO om hierover vooral duidelijkheid te scheppen in het aanstaande, nieuwe accreditatiekader.
  • De oorzaak van een herstelplan is veelal gelegen in een gegeven onvoldoende op het behalen van eindkwalificaties. Er wordt geen onvoldoende gegeven als bij de student alleen een onderzoekende houding ontbreekt. Vaak gaan de geconstateerde problemen gepaard met tekortkomingen in de uitvoering van de beoordelingssystematiek. Meestal is het zo dat een onvoldoende op Standaard 3 gelegen is in een probleem bij Standaard 2.
  • Volgens Paul Thijssen komt een herstelplan nooit als een verrassing.
  • De NVAO is nog niet afgeweken van de beoordelingen in de visitatierapportages van de NQA.
  • Herstelbeoordelingen zijn qua systematiek identiek aan de initiële beoordeling. De NVAO stelt doorgaans aanvullend nog wel een aantal voorwaarden. Bij de herbeoordeling worden de eindwerken beoordeeld waarvan de opleiding aangeeft dat het herstel daarin redelijkerwijs zichtbaar is. Als een onvoldoende op de combinatie van NVAO-Standaard 2 en 3 wordt gegeven, is een herstelperiode van zelfs 2 jaar in de praktijk waarschijnlijk te kort om tot voldoende succes te leiden.
  • Hoe voorkom je een herstelplan? Opleidingen beloven vaak teveel. Zorg er als opleiding in elk geval voor dat de eindkwalificaties worden gerealiseerd, dat ze ook realiseerbaar zijn. De opleiding moet een duidelijk beeld hebben van het niveau van de opleiding, en doet er verstandig aan dat niveau tussentijds ook kritisch extern te laten toetsen.
  • Vervolgens gaat Paul Thijssen in op de verantwoordelijkheden van NVAO, opleiding en Evaluatiebureau. Hij pleit ervoor dat het Evaluatiebureau wordt betrokken in alle communicatie tussen NVAO en opleiding/instelling.
  • Een herstelplan moet ‘SMART’ worden geformuleerd. “Less is more: minder proces, maar meer professionals erbij betrekken, want die docenten moeten het uiteindelijk waarmaken. Zorg ervoor dat je (her)visitatiepanel optimistisch is over de aanpak van je herstelplan.
  • Schrijf een herstelplan vooral voor jezelf. Notuleer alle verbeteracties. Houd alle verbeteringen bij, registreer ze tijdens de herstelperiode. Stel vast wat klaar is, en wat nog niet. De essentie moet aan het eind van de periode klaar zijn,; enkele losse snippers en open eindjes mogen er echt nog wel zijn.
  • Het hoger onderwijs zou zelfkritisch moeten zijn. Is de sector momenteel wel weerbaar in de acceptatie dat sommige opleidingen onvoldoende zijn?
  • Evaluatiebureau’s zijn naar hun visitatiepanels niet dicterend in oordeelsvorming. Het zijn vooral de ‘peers’ van de visitatiepanels, die je als opleiding de spiegel voorhouden. Het is een zegen dat we in het hoger onderwijs tegenwoordig de gelegenheid krijgen om tekortkomingen op een bedrijfsmatige wijze weg te werken.
  • Paul Thijssen constateert tenslotte dat de bureaucratische last in zijn geheel wel is toegenomen.
Mirjam Koster over het perspectief van de HBO-opleiding
Derde spreekster is Mirjam Koster, directeur van de Hospitality Business School, tevens voorzitter van de Stuurgroep Kenniscentrum Hospitality, van Saxion Hogescholen. Zij belicht de Hersteltrajecten, gezien vanuit het perspectief van de inmiddels herstelde opleiding die accreditatie aanvraagt voor de komende jaren.
  • Mirjam Koster geeft aan dat haar opleiding na de eerste schrik, boosheid en verdriet direct aan de verbeterslag is gegaan. Ze wisten immers wel wat er verbeterd moest worden. Direct werd begonnen met de gewenste verbeteringen, dus toen de uitslag van de NVAO op de toekenning van het herstelplan binnen kwam, was de opleiding al nagenoeg zover dat de resultaten van het herstel beoordeeld zouden kunnen worden. Haar advies: begin direct met verbeteringen, zodra je weet dat je een onvoldoende krijgt/hebt gekregen bij visitatie.
  • Houd als management zelf het stuur in handen. Houd de voorzitter van de Examencommissie heel dicht bij je. Denk goed na over wie je in het herstelvisitatiepanel wilt hebben. Een wisseling in het oude panel kan heel goed werken. Laat vooral de opleidingsdocenten de stukken schrijven, ook het herstelplan, want zij zullen het ook moeten waarmaken. Houd er rekening mee dat het herstelplan ook op de website van de NVAO wordt gepubliceerd.
  • Praat er met elkaar over wat beter moet, en ga het dan ook doen. Zorg voor checks & double checks; laat werkveld en examencommissies steekproeven houden; en zorg voor een klachtencommissie, waarbij in elk geval ook de opleidingsdirecteur betrokken is. Zorg ervoor dat er geen onrust ontstaat. Breng studenten op de hoogte van de status waarin je je als opleiding op dat moment bevindt.
  • Ga af en toe ook eens buurten bij interne en externe collega-opleidingen, die ook in een herstelperiode zitten.
  • Zorg voor rolvastheid van met name docenten, examencommissie en management. Examencommissies moeten vooral hun wettelijke rol pakken en dicht op de docenten gaan zitten, als waren ze de scheids- en grensrechter. Houd ook oog voor docenten die ergens nog kritische vragen stellen; kennelijk zit er dan ergens toch nog iets niet goed.
  • Als er iets aan de hand is met de kwaliteit van je opleiding, grijp dan je kans: verbeter je opleiding en wees trots op de resultaten.
Vragenronde en Discussie
Diverse vragen worden gesteld aan het panel van de drie sprekers van vanmiddag. Een kleine greep daaruit:
  • Tip van NQA: laat je concept-herstelplan eerst even checken door het Evaluatiebureau, alvorens het ter beoordeling naar het herstelpanel gaat.
  • Paul Thijssen adviseert ook je Herstelplan - met een positief advies van het visitatiepanel - alvast naar de NVAO mee te zenden met het Visitatierapport bij je heraccreditatieaanvraag. Tim Lamers reageert daarop: het risico is dan wel dat het herstelplan nog geen rekening heeft gehouden met de aanvullende voorwaarden die de NVAO stelt. Daarnaast kun je in die versie van het herstelplan ook nog geen rekening houden met de hersteltermijn, die pas later door de NVAO wordt toegekend. Hobéon: wij zien geen winst in het eerder aanbieden van het herstelplan; maar natuurlijk kun je wel alvast met je plan en de uitvoering ervan beginnen. Hogeschool Rotterdam geeft aan dat men er wel veel waarde aan hecht om je Herstelplan al zo snel mogelijk bij de NVAO te deponeren. Tim Lamers: je kunt beide scenario’s wel hanteren, maar we moeten dan wel de consequenties van beide scenario’s onder ogen zien als je kiest voor het al dan niet tegelijk inzenden van het herstelplan. Omdat deze procedure in het accreditatiekader nog niet is geprotocolleerd, verzoek ik Tim Lamers om bij de NVAO beide scenario’s eens nader uit te werken, en erin te voorzien dat hogescholen – de scenario’s en hun consequenties overziend – gegeven hun eigen situatie zelf kunnen kiezen om al heel vroeg (bij de eerste heraccreditatieaanvraag) of (en) pas veel later (na toekenning van een herstelperiode met voorwaarden) een Herstelplan aan de NVAO aan te bieden.
En dan is het aan het eind van de middag al weer de hoogste tijd om het plenaire programma van deze netwerkbijeenkomst af te sluiten. Netwerkvoorzitter Paul Nieuwenhuis bedankt de sprekers en rondt deze bijeenkomst af.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

"De oorzaak van een herstelplan is veelal gelegen in een gegeven onvoldoende op het behalen van eindkwalificaties. Er wordt geen onvoldoende gegeven als bij de student een onderzoekende houding ontbreekt. "

Wordt er geen of wel een onvoldoende gegeven als een onderzoekende houding ontbreekt?

Daan Andriessen

Wiep Koehoorn zei

Dag Daan,
De NQA meldde in deze bijeenkomst het volgende, waarbij ik citeer uit de sheet van de NQA-Powerpoint-presentatie: "Geen onvoldoende wanneer alleen de onderzoekende houding ontbreekt".
vr. gr.
Wiep Koehoorn
sh17feb14