zaterdag 27 augustus 2011

Pelgrimeren van Matot naar Moundy

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; GR65 > Montréal-du-Gers – Roncevaux
Van Matot naar Moundy
Vrijdag 19 augustus 2011 – 23,5 km.
Dag 111: 2349,5 – 2373 km.

Als Durkje en ik om 7.30 uur de auto van de Camping Les Ombrages de l’Adour in Aire-sur-l’Adour naar Moundy rijden, is het al zo’n 18 graden Celsius, zwaar bewolkt en enigszins mistig. We laten de auto achter op het kruispunt van Moundy en fietsen dan in twee uren van Moundy naar Matot, waarbij we twee hoge heuvelruggen moeten beklimmen. Als we om 10.45 uur zullen vertrekken vanaf de plaats waar we de fietsen in de greppel langs de weg hebben gestald, passeert Marjolein Zomer: een Nederlandse pelgrim, die in mei van dit jaar vanuit Deventer haar pelgrimage vanuit Nederland startte om na een doorgaande tocht over enkele weken aan te komen in Santiago de Compostela. Ze gaat alvast voor ons uit en wij maken ons klaar voor onze 23,5 kilometer lange wandeling van vandaag. Vlak buiten Matot gaan we in westelijke richting tussen de maïsvelden over een landbouwpad. Een eindje verder gaan we verder in een bosperceel, waarin we over een mooi bospaadje afdalen naar de rivier de Bahus, die we even later oversteken.

Tijdens de klim vanuit het rivierdal halen we even voorbij Les Monges medepelgrim Marjolein in. We lopen een eind met zijn drieën verder. Daarbij passeren we vlak vóór Miramont-Sensacq het gehucht Charitole.
Direct daarna wandelen we Miramont-Sensacq binnen.
We maken van de gelegenheid gebruik om Marjolein te vragen eens even een foto van Durkje en mij te maken, zodat we ook een mooie foto van ons beiden kunnen toevoegen aan de uitgebreide fotoreportage van onze pelgrimage.
Nabij de kolossale watertoren die hier bovenop de heuvel staat, bereiken we de oude bebouwing rondom de dorpskerk.
Vanaf deze hoogte is het bij helder weer al mogelijk de Pyreneeën te zien liggen. Daartoe is het weer op dit moment helaas niet geschikt. Marjolein neemt bij de kerk een rustpauze en wij bezichtigen de Romaanse kerk. In deze dorpskerk hangt een grote poster met daarop de Spaanse pelgrimsroute, aangevuld met enige andere informatie en illustraties.

Aangezien wij vanuit deze plaats de originele GR65-route blijven volgen en Marjolein vanuit dit dorp een binnendoorroute neemt, gaan Durkje en ik samen verder door het dorp. Daar passeren we nog een klein dorpswinkeltje, waar het ook mogelijk is om koffie te bestellen. Daar maken we graag gebruik van.
Na enige minuten draagt de jongen - die ons in dit winkeltje helpt - twee koppen koffie naar buiten. Ik loop daarmee een eindje door naar de picknickbank, die we verderop aantroffen. Hier lunchen we onder het genot van onze kop koffie.
Na deze rustpauze brengen we de koffiekoppen weer terug naar de winkel en wandelen wij het dorpje Miramont-Sensacq uit. We volgen twee kilometer asfaltweg van de D314 in zuidelijke richting en passeren enkele boerderijen, onder andere bij het gehucht Loustaou. Rond de boerderijen lopen en liggen de koeien en de kalveren bij elkaar.

Daarna slaan we rechtsaf naar het gehucht Galette. Daar vinden we een aanduiding dat het vanaf hier nog 953 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Eén van de huizen die we in Galete passeren, heeft een toegangshek, dat is gemaakt van ski’s en van snowboards. Een origineel idee en bovendien een kleurrijk hek.
We moeten verderop over het erf van de boerenhoeve van Galete. Daarbij lopen we langs een gedeeltelijk open koeienstal, waarin koeien en kalveren rondlopen.
Voordat we het langgerekte boerenerf verlaten, komen we nog langs een aantal hokken met een buitenruimte ervóór, waar enkele tientallen schapen rondlopen.

Via Lamagnagues en Piphane gaan we eerste heuvelafwaarts een dal in, om direct daarna weer heuvelopwaarts te gaan in de richting van Sensacq. Een markant gebouw is hier de 11e-12e-eeuwse Romaanse dorpskerk.
Deze kerk was vroeger aan de Heilige Jacobus gewijd. Om daar nog op enige wijze aandacht aan te besteden, hangt naast het koor een hoge poster van Sint Jacob, compleet in pelgrimstenue.
Bij de kerk ontmoeten we drie Franse pelgrims die vandaag nu eens voor, dan eens achter ons lopen.

Bij de kerk staat ook een kilometragepaal, waarop staat vermeld dat het vanaf hier nog 911 kilometer is naar Santiago de Compostela.
De hier lokale ‘Vrienden van Sint Jacob’ hebben bij deze kerk óók nog een informatiepaneel geplaatst, waarop ze hebben vermeld dat het vanaf hier nog 950 kilometer is naar Santiago de Compostela. Welnu, de waarheid zal wel ergens in het midden liggen.

We gaan langs het gehucht Hallet en steken na een stukje D111 deze weg over. Dan volgt eerst over een hol bospad en later over een veldpad tussen de velden door een mooie, sterk klimmende route naar Pimbo. In het bosperceel passeren we vier rustende Franse pelgrims. Drie van hen, een man en twee vrouwen, hebben we in de afgelopen dagen vaker ontmoet. Verderop in het bosperceel halen we de Nederlandse pelgrim Marjolein weer in. Zij had een binnendoorroute genomen en aangezien we iets sneller wandelen, zijn wij hier na een enigszins langer GR65-traject nu weer op dezelfde plaats.

We lopen voor haar uit en rusten samen met nog een tiental andere pelgrims boven op het dorpsplein bij de kerk in Pimbo. De plaats Pimbo is in het jaar 778 gesticht door Karel de Grote, toen hij terugkeerde van zijn veldtocht in Spanje. In de 12e eeuw hebben Benedictijnen hier de kerk gewijd aan de Heilige Bartholomeüs. Ze bouwden deze kerk als onderdeel van hun klooster alhier. In het jaar 1268 werd Pimbo versterkt tot een bastide, hetgeen tot op de dag van vandaag nog is te zien. Pimbo is een mooie pleisterplaats voor pelgrims, mede doordat de Mairie hier een informatiepunt heeft en daarbij ook enkele faciliteiten zoals toilet en enige eten en drinken aanbiedt. Het is hier een gezellige plek, met al die pelgrims, die elkaar hier weer of voor het eerst ontmoeten. In de voorhal van de kerk hangt diverse informatie voor en over pelgrims.

Na een lange pauze verlaten we Pimbo. Vlak buiten de vestingplaats krijgen we vanaf deze grote hoogte een schitterend uitzicht over het veel lager liggende dal van de rivier de Gabas.
Vlak buiten Pimbo nemen we weer afscheid van Marjolein en dan dalen wij snel af over een steile weg het rivierdal in. Beneden in het dal steken we de rivier de Gabas over.
Deze rivier vormt hier de departementale grens. Hier wandelen we het Franse departement ‘Pyrénées-Atlantique’ binnen, het laatste departement waar de Franse Jacobsroute nog doorheen gaat, alvorens de route over de Pyreneeën naar Spanje gaat. Bij deze departementengrens staat ook een mooie stenen (grens)paal met daarin in relièf een Jacobsschelp.

Bij Rousine zien we in de berm een aantal kleine Sint-Jacobsappelbomen staan. Het informatiepaneel meldt dat dit een geschenk is geweest van de ‘Vrienden van Sint Jacob’ in hun jubileumjaar 2010. De eerste appels hangen hier al aan de nog jonge vruchtbomen.
Vrij snel daarna passeren we het huis Loustaou, waar zich een kleine bron voor Jacobspelgrims bevindt.
Op het volgende kruispunt passeren we een kruis en dan gaan we over een asfaltweg tussen maïsvelden door. Vlak vóór ons lopen dan de twee Franse pelgrims – een man en een vrouw – en de Canadese pelgrim, die we alle drie zojuist in Pimbo hebben ontmoet.

We passeren voorbij Miquéou de Canadese pelgrim, juist op de plaats waar we goed moeten uitkijken voor een enorme waterstraal die bij tijd en wijle vanuit het Maïsveld deels over deze asfaltweg spuit. Alle drie komen we droog voorbij de waterstraal van deze beregeningsinstallatie. Op de D32 passeren we ook de twee Franse pelgrims, op de plaats waar ook een lange rij Sint-Jacobsappelbomen is geplant in het jubileumjaar 2010. Aan elke boom hangt een jubileumkaartje van de lokale Vrienden van Sint Jacob.

Na een flinke klim wandelen we de pelgrimsplaats Arzacq-Arraziguet binnen. In deze plaats staan passerende pelgrims al eeuwen in de belangstelling. In het stadhuis zien we dat in het stadswapen drie Jacobsschelpen zijn opgenomen.
In de kerk zien we een kerkraam met daarin de beeltenis van Jacobus de Meerdere.
We verlaten deze pelgrimsplaats via de straat met de naam: ‘Chemin de St Jacques’. Waarschijnlijk is dit de straat waardoor al eeuwen de pelgrims richting Santiago de Compostela deze plaats verlaten.

Buiten de stad kunnen we niet zomaar rechtdoor lopen. Particuliere borden wijzen ons dat we linksom verder moeten.
Ook een bordje met het opschrift GR65, inclusief een bijgeplaatste Jacobsschelp, geeft evenals de routegids aan dat we linksaf moeten.
Het feit dat we zo plots linksaf moeten, heeft te maken met de situatie dat hier vóór ons geruime tijd geleden een stuwmeer is aangelegd, waar wij als pelgrims nu met een grote boog links omheen moeten lopen, om aan de overzijde ons oude pelgrimspad te kunnen vervolgen. Zoals aangegeven gaan we dus links om het meer.

Aan de overzijde van het meer gaan we over een stijgend bospad door een bosperceel. Daarna volgen we een asfaltweg in de richting van Louvigny. We komen ter hoogte van Vignes langs een dikke boom, die de naam ‘Pelgrimsboom’ heeft gekregen. Een groot aantal pelgrimage-attributen hangt in deze boom. Een bonte verzameling van beeldjes, van wandelschoenen en –sokken, van blarenpleisterverpakking, zolen, petten, Jacobsschelpen, vlaggetjes, bloemen en halskettingen versieren deze pelgrimsboom.
Ook een beeldje van Sint Jacob staat in een holte van deze opvallende boom.

We komen langs boerenhoeven en nabij Cabirau langs een veld met een kleine kudde koeien.
We hebben dan al de afdaling naar het dal van de rivier Luy de France ingezet. Nadat we de rivier zijn overgestoken bij de in restauratie verkerende Le Moulin Diégou, arriveren we spoedig in het dorp Louvigny. Als we langs de Mairie lopen, worden we aangesproken door een medewerker van de Mairie. Hij vraagt naar onze herkomst en onze pelgrimageplannen en vertelt dat hier in zijn dorp ook een Nederlandse familie woont. Na een plezierig gesprek met de man, bezoeken we tegenover de Mairie de dorpskerk. Deze kerk heeft een kerkraam met daarin de pelgrimsattributen: Jacobsstaf, kalebas en Jacobsschelp.

Vlak buiten Louvigny volgt een behoorlijke stevige klim heuvelopwaarts naar het bijzonder hoog gelegen gehucht Lou Castet. Boven in het gehucht aangekomen, hebben we een schitterend uitzicht over het dal en over de heuvelrug, die we nu achter ons laten.
We lopen door Lou Castet en zetten dan de afdaling in naar onze bestemming voor vandaag: Moundy. We arriveren om 17.20 uur op het kruispunt, waar we vanmorgen onze auto parkeerden.

Met de auto rijden we weer terug naar de camping in Aire-sur-l’Adour. Onderweg halen we vanuit Matot onze fietsen weer op. Inmiddels is het zonnig en warm geworden met een temperatuur van 27 graden Celsius.

Geen opmerkingen: