woensdag 1 juni 2011

De oerpolder

Woensdag 1 juni 2011

Voor mijn verjaardag kreeg ik vorig jaar van mijn vier naaste collega’s van Stenden hogeschool het ‘tsjokke’ boek “De oerpolder’, geschreven door Hylke Speerstra. De ondertitel van dit boek luidt: ‘Het boerenleven achter de dijken’. In dit boek beschrijft Speerstra het boerenleven in Het Heidenschap (Frysk: It Heidenskip); gelegen ten zuidoosten van het Friese stadje Workum, aan de oostzijde begrensd door het Friese meer “De Fluessen’. Speerstra schreef het boek in het Fries. Ik kreeg en las derhalve de Nederlandse vertaling.

Dit moerassig gebied, een polder in Zuidwest-Fryslân, is door de eeuwen heen ontworsteld aan de zee. Tot in de 20e eeuw liep het grasland in deze polder ‘s winters vaak onder water. Toch vestigde zich in deze ‘oerpolder’ een boerenbevolking; doorzetters die met veel geploeter het land tot vruchtbare grond omtoverden en het gebied ging bedijken. Met de komst van de bewoners en alle anderen die voor lange of korte tijd in dit gebied verblijven, wordt langzamerhand de oerstilte in de oerpolder verbroken.

De Friese auteur Hylke Speerstra brengt in zijn documentaire roman dit platteland en zijn bewoners uit het verleden weer tot leven. Hij interviewde daartoe twee jaar lang meer dan tweehonderd (oud) Heidenskipsters, en diepte luisterend en lezend familiegeschiedenissen uit aan de hand van privédagboeken en documenten van officiële instanties. Zo ontdekte Speerstra wie die mensen waren, mensen die zich niet lieten afschrikken om meters onder de westelijk gelegen zeespiegel te gaan wonen. Het boek beschrijft hun doorzettingsvermogen in de strijd tegen de natuur, met tegelijkertijd liefde voor het landschap.

Het boek verhaalt niet alleen over feitelijke gebeurtenissen, want Speerstra laat zich ook meevoeren in de verhalen en in de tijd; gaat daarin verder waar het geheugen van de huidige generaties verstek laat gaan. Hij vult de verhalen aan, zoals het toen was of zoals het had kunnen zijn. De auteur probeert zo een werkelijkheid te verbeelden die het dichtst bij de realiteit ligt. Er is al teveel verdwenen om geheel volgens de feiten te vertellen, dus je moet soms flinterdunne feiten met fictie mengen om dicht bij de realiteit van toen te komen. Tijdens het schrijfproces zit de vergankelijkheid Speerstra op de hielen, want veel oude mensen die hij interviewde sterven gedurende de jaren dat het boek wordt geschreven, gedrukt en uitgegeven.
Dood en ellende voeren de boventoon in de oerpolder. Het boek vertelt over geloof en over bijgeloof. Het was een zwaar leven in een zware tijd, in natte polders, in mysterieuze buurtschappen met namen als ‘De Hel’ en ‘Klein Walhalla’. Speerstra schrijft over boerderijen die achter zeventien hekken lagen en over zieken die soms op de keukentafel geopereerd moesten worden omdat vervoer over land, water of ijs niet meer verantwoord of niet meer mogelijk is.

Achterin het boek verantwoordt Hylke Speerstra zijn bronnen: doorvertelde verhalen, dagboeken, boeken, familiearchieven en een gebedenboek. Een uitgebreide bibliografie laat zien dat ook veel lezen aan schrijven vooraf gaat om zo’n boek te schrijven.

Geen opmerkingen: