Terwijl we op de autoradio dreigende berichten horen over zwaar winterweer met ernstige verkeershinder (er staat in Flevoland een file van 53 kilometer) in het westen en het zuidwesten van Nederland, rijd ik met Durkje haar vader in het donker door een winters Fries landschap, over de landwegen van Franeker naar Lollum. We zijn op weg naar de “Katedraal fan'e Greidhoeke”, ofwel de “Grifformearde Tsjerke fan Lollum”, waar we vanavond zullen kunnen genieten van “Stamppot Zelle”. In deze markante kerk van Lollum aangekomen, ontmoeten we acteur Freark Smink, die ons vertelt dat we voor het theaterdiner worden verwacht in het dorpshuis van Lollum, een eindje terug in het dorp. Daar voegen we ons bij Durkje, haar moeder en Berinda. Rond 18.00 uur zit de grote zaal behoorlijk vol. We schuiven aan bij de lange tafels in de hiertoe omgetoverde eetzaal.
Initiator van dit Fries-culturele evenement dorpspredikant Liuwe Westra opent het programma. Hij vertelt dat maar liefst 130 gasten vanavond aanschuiven aan de maaltijd en dat er straks in de kerk nog veel meer mensen zullen komen om alleen de theatervoorstelling bij te wonen. Maar wij gaan hier eerst genieten – geheel in de culinaire stijl van wijlen dominee Zelle – van een buffet met bruine bonensoep, twee soorten stamppot, rookworst, gebakken spekjes, kruidige jus, met als nagerecht vier soorten kookpudding met een flinke schep slagroom erop. Want, zo vertelt Liuwe Westra, “Zelle hield van een goede maal van stamppot boerenkool, met pudding (in een visvormpje) als nagerecht”. De aanwezigen laten het zich allemaal goed smaken in een gezellige entourage aan de lange dinertafels.
Rond 20.00 uur zit de kerkzaal bomvol; zelfs enkele stoelen worden nog bijgeplaatst om iedereen een goede zitplaats te bieden rond het houten kerkpodium tussen de preekstoel en de kerkbanken. Onze gastheer dominee Westra heet iedereen hartelijk welkom en laat de voorstelling “Zelle” van start gaan. Dan volgt een schitterende voorstelling over de eigenaardige dominee Zelle, die in en rond Fryslân aanleiding heeft gegeven tot de meest fantastische verhalen, die tot op de dag van vandaag in Fryslân nog steeds de ronde doen. Tryater-acteur Freark Smink speelt Zelle (1907-1983). Smink kruipt in de huid van deze markante Leeuwarder, om te weten en te vertonen wat deze opvallende kanseltijger ons ook vandaag de dag nog heeft te zeggen.
De muzikale ondersteuning wordt verricht door de in Fryslân ook welbekende organist-componist Hoite Pruiksma. Hij bespeelt tussen de bedrijven door twee harmoniums, waaronder de “gereformeerde psalmenpomp”, een Liebig, die vroeger vooral voor huiselijk gebruik werd bespeeld. Natuurlijk passeren Zelles favoriete Psalm 42 (’t Hijgend hert der jacht ontkomen …) en het door Zelles moeder zo geliefde “De Heer is mijn Herder”. Maar niet alleen het muzikale talent van Pruiksma schittert; ook zijn acteertalenten komen aan bod in de uiteenlopende tegenspelers, die in dit stuk de revue passeren.
De materiaalverzameling en het vooronderzoek van Bearn Bilker en Freark Smink leiden ertoe dat hier en nu in het theaterlicht op het liturgisch centrum zichtbaar wordt wat enerzijds de triomfen en anderzijds ook de tragiek van deze buitengewone prediker zijn geweest. Vanzelfsprekend komen vanavond de verhalen op de bühne van Zelle, zoals bijvoorbeeld: zijn sportmentaliteit, het extreme eetgedrag, zijn wijze van communiceren, diens kanselboodschap over hel en verdoemenis, zijn zuinigheid, de wijze van “fraachleare” tijdens catechesatie, zijn stemvolume tijdens spraak en zang, zijn eigengereidheid omdat hij zich de wet niet liet voorschrijven, en zo rijgen de verhalen zich in de voorstelling aaneen. Het is schitterend om te zien hoe Freark Smink - samen met Hoite Pruiksma – steeds van vertel- en acteerperspectief wisselen. Uniek mooi zijn de snelle rol- met taalwisselingen, waar Zelle, zijn zorgbehoeftige moeder en de bezorgde buren zo snel in spelen en tegenspelen. Knap gedaan en voortdurend boeiend bovendien!
Na vanavond volgen nog negen vervolgvoorstellingen, waarvan de voorlaatste plaatsvindt in Rockanje, waar Zelle op latere leeftijd gemeentepredikant werd. Zelle preekte na zijn vertrek uit Rockanje veel in Fryslân, soms wel vijf keer op een zondag. ’s Zomers fietste hij dan wel in korte broek van dorpskerk naar dorpkerk, want – zo zou Zelle desgevraagd verklaren – “er staat nergens in de Bijbel dat God verbiedt dat je op zondag in je korte broek naar de kerk fietst”. Regisseur Hans Man in’t Veld droeg ertoe bij dat het een theatervoorstelling vol dramatiek is geworden, vol begrip en onbegrip, vol tragiek, maar ook humor. Voor de kijker is het een uitdaging om dwars door al die dramatische expressie heen iets van het ware karakter van deze buitengewone evangelist te vangen. En hoeveel zouden we daar niet van kunnen leren als wij - geholpen door deze voorstellingsoefening - proberen om in onze huidige tijd ook het ware gezicht en karakter te leren te verstaan van hedendaagse beroepsbeoefenaars, zoals bijvoorbeeld predikanten, politici, leraren, medici, ambtenaren, boeren, kunstenaars en captains of industry.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten