Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Vignonnet naar Cluis
Vrijdag 30 juli 2010 – 19 km.
Dag 78: 1626 – 1645 km.
De temperatuur van 12 graden Celsius begint vandaag lager dan de afgelopen dagen, maar komt met zijn 23 graden Celsius als hoogst gemeten waarde één graad hoger uit dan gisteren. Het is nagenoeg onbewolkt als vanmorgen om 6.30 uur de wekker gaat. Na het ontbijt brengen Durkje en ik de fietsen met de auto eerst naar Cluis. Dan fietsen we in een klein uurtje terug van Cluis naar Vignonnet. Om 9.15 uur begint onze wandeltocht hier in Vignonnet vandaag.
Via de D51a en een klein asfaltweggetje stijgen we in de richting van een hoger gelegen boerderijtje met een aangebouwde donjon. Buiten Vignonnet nemen we een graspad omhoog om daarna via twee asfaltwegen te arriveren in het gehucht Bellevue; eigenlijk niet meer dan twee boerderijen, tegenover elkaar, elk aan een kant van de weg. Via een volgende onverharde weg en een asfaltweg komen we op de D19, waarover we door het gehucht Montabin lopen.
Voorbij Montabin verlaten we een andere asfaltweg, om via een onverharde weg af te dalen naar de grote abdij van Varennes. Deze abdij is al in het midden van de 12e eeuw gesticht door de Cisterciënzer kloosterorde. De abdij was onder de bescherming geplaatst van Hendrik II van Plantagenet, de toenmalige koning van Engeland, die toen tot aan deze regio de baas was. We lopen om de abdij heen en zien aan de voorzijde dat het momenteel een hotel is. Tegenover de hoogbouw aan de voorzijde van de abdij steken we de rivier de Gourdon over via een brug, om aan de overzijde rechtsaf evenwijdig aan de rivier en het rivierdal verder te lopen. Bij een modern ogende “gite rural” gaan we scherp linksaf en dan omhoog, naar een onverharde veldweg tussen akkers en weilanden door. Op een graanveld staat een momenteel niet in gebruik zijnde combine.
Daarna passeren we de boerderij Le Sachet en lopen we over een stenige weg tussen de velden door naar een spoorviaduct van de voormalige spoorlijn van La Châtre naar Argenton. Dit spoorviaduct gaat over een beekje heen, evenals een oude, gammele loopbrug, die wij passeren om deze smalle beek hier over te steken. We lopen op enige afstand langs het gehucht Les Entes. Dan verlaten we de asfaltweg om over een veldweg verder te gaan. Dit pad kruist de oorspronkelijke spoorweg, die geheel overwoekerd tussen rijen bomen nog verlaten in dit landschap ligt. We gaan linksaf de D51 op. In een weiland links van de weg loopt een klein aantal koeien. Eén daarvan heeft verkoeling gezocht in de meters brede waterpoel onder een boom. De koe staat bijna tot aan de onderbuik toe in het grotendeels met eendenkroos bedekte water. Als we passeren, kijkt ze achterom naar ons, maar blijft rustig in het water staan.
Voorbij Montabin verlaten we een andere asfaltweg, om via een onverharde weg af te dalen naar de grote abdij van Varennes. Deze abdij is al in het midden van de 12e eeuw gesticht door de Cisterciënzer kloosterorde. De abdij was onder de bescherming geplaatst van Hendrik II van Plantagenet, de toenmalige koning van Engeland, die toen tot aan deze regio de baas was. We lopen om de abdij heen en zien aan de voorzijde dat het momenteel een hotel is. Tegenover de hoogbouw aan de voorzijde van de abdij steken we de rivier de Gourdon over via een brug, om aan de overzijde rechtsaf evenwijdig aan de rivier en het rivierdal verder te lopen. Bij een modern ogende “gite rural” gaan we scherp linksaf en dan omhoog, naar een onverharde veldweg tussen akkers en weilanden door. Op een graanveld staat een momenteel niet in gebruik zijnde combine.
Daarna passeren we de boerderij Le Sachet en lopen we over een stenige weg tussen de velden door naar een spoorviaduct van de voormalige spoorlijn van La Châtre naar Argenton. Dit spoorviaduct gaat over een beekje heen, evenals een oude, gammele loopbrug, die wij passeren om deze smalle beek hier over te steken. We lopen op enige afstand langs het gehucht Les Entes. Dan verlaten we de asfaltweg om over een veldweg verder te gaan. Dit pad kruist de oorspronkelijke spoorweg, die geheel overwoekerd tussen rijen bomen nog verlaten in dit landschap ligt. We gaan linksaf de D51 op. In een weiland links van de weg loopt een klein aantal koeien. Eén daarvan heeft verkoeling gezocht in de meters brede waterpoel onder een boom. De koe staat bijna tot aan de onderbuik toe in het grotendeels met eendenkroos bedekte water. Als we passeren, kijkt ze achterom naar ons, maar blijft rustig in het water staan.
Even later komen we aan in Neuvy-Saint-Sépulcre. Als we langs de D38 naar het centrum van deze stad lopen, passeren we op het voetpad tweemaal een op het voetpad bevestigde metalen Jacobsschelp, zoals we die ook in andere steden eerder zagen. Dit is een teken dat we op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela lopen.
Op het kruispunt in het centrum van het stadje aangekomen, zien we vlak naast het kruispunt de grote basiliek Saint Jacques. Deze basiliek is door de Heer van Déols hier gebouwd, nadat hij terugkeerde uit het Heilige Land (Israël). De basiliek heeft hij laten bouwen naar het voorbeeld van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Eerst bekijken we deze indrukwekkende basiliek. In de kerk is een speciale kapel gewijd aan enkele relieken. Als we deze unieke kerk binnen hebben bezichtigd, maken we ook nog een rondje om de kerk.
Nadat we de kerk hebben bezichtigd, drinken we een kop koffie op het terras van het café hier op dit centrumkruispunt. Een bont gezelschap van voertuigen en mensen trekt aan ons voorbij. Op een gegeven moment komt een oudere man van zo’n 60 jaar met ontbloot bovenlijf voorbijlopen. Hij steekt de weg over en ontmoet daar een oudere vrouw met een wandelstok. Zij spreekt de man stevig aan op zijn ontbloot bovenlijf. De man reageert uitermate verontwaardigd op dit aanspreken en loopt zichtbaar geagiteerd verder zoals hij kwam. Wij gaan weer verder over de D38. Vlak voorbij de basiliek vinden we een kunstig mozaïek op een buitenmuur, waarop de basiliek op een formaat van ongeveer 3 bij 5 meter is afgebeeld.
Buiten Neuvy-Saint-Sépulcre steken we een beekje over en komen we bij een vijverdam van een grote vijver. We lopen rechts om de vijver heen. Bij een horecagelegenheid met minigolfterrein ligt een brug over het aanvoerkanaal van de vijver. Daar zit een man te vissen. Rechts van ons komen drie begeleiders met ongeveer 15 kleine kinderen. Petjes op, rugzakjes op de rug of met schoudertas of plastic zak en in tweetallen hand in hand in ganzenpas in de richting van de brug. Eén van de jongetjes heeft een buitenproportioneel grote Spiderman-rugzak op zijn rug. De onderzijde van de rugzak hangt ter hoogte van zijn knieholte. Het is duidelijk: zij zijn voor ons bekijks, maar wij zijn voor deze kinderen ook bekijks. Na veel vrolijke groeten over en weer lopen wij de kinderschare voorbij aan de overzijde van de brug.
Na een asfaltweg en brug zijn we van plan conform de routebeschrijving een onverharde weg rechts omhoog te nemen. Maar op dat punt wijst de routemarkering ons niet rechtsaf, maar linksaf. We bestuderen de kaart dus maar even. Een Citroën komt van rechts ons tegemoet. De bestuurder wijst dat we rechts moeten. Als we niet onmiddellijk doorlopen, stopt hij en stappen de man en een vrouw uit. Als zij ook zien dat de routebeschrijving afwijkt van de routemarkering, weten ze het ook niet meer, maar ze blijven volhouden dat de pelgrimsroute toch echt rechtsaf gaat. Tegen de bewegwijzering in volgen we toch de routebeschrijving en al na enkele meters zien we bij de loopbrug over de rivier de Bouzanne weer de aloude rood-witte wegwijzers. We zitten dus toch goed. Een asfaltweg voert ons langs de helling van het links van ons liggende dal, tot aan het gehucht Les Tilets.
In Les Tilets dalen we links af naar de Bouzanne, laag in het dal gelegen. Via een loopbrug steken we de rivier over en daarna lopen we over een breed graspad tussen twee akkers door naar de bovenzijde van de heuvelrug aan de andere zijde van de vallei van de Bouzanne. Over het pad op de heuvelkam gaan we rechtsaf verder. Op een oude boom zien we een routeplaatje dat wijst naar Santiago de Compostela. Het hangt op de kop, maar geeft wel de goede richting aan. Verderop passeren we weer zo’n oude boom. Het is - zoals zoveel andere bomen hier in de buurt - een holle boom. De boomholte van deze enorme boom is zo groot dat ik er met rugzak en al ruim rechtop in kan staan. Op veel plaatsen waar vroeger takken hebben gezeten, kun je nu zo van binnenuit naar buiten kijken.
Via een asfaltweg komen we al snel bij de eerste boerderij van Vineuil. We lopen helemaal door dit karakteristieke gehucht heen, dat hier en daar bijzondere boerenhoeven heeft. Dan volgen we een lang stenig pad, parallel boven langs een dal. In het verlengde van dit pad gaan we parallel aan dit dal verder over twee asfaltwegen. Links in het dal zien we het dorpje Mouhers liggen, met haar opvallend ranke, hoge kerktorenspits.
Dan gaan we rechtsaf het rechts van ons liggende Bouzanne-dal in. In de verte zien we het veel lager gelegen gehucht Chanrot liggen. We wandelen het dal in tot aan de brug over de Bouzanne. Daar pauzeren we zittend op de brugleuning om weer even wat te eten en te drinken. Voorbij de Bouzanne gaan we weer het dal uit naar Chanrot. Daar gaan we linksaf over een asfaltweg in de richting van Cluis. We komen op een gegeven moment langs de ruïne van een oude smidse. Ook aan de overzijde van de Bouzanne zien we een ruïne, waarschijnlijk van een boerderij. De voormalige smederij ligt hier echter aan de asfaltweg die wij bewandelen.
Bij de binnenkomst in het dorpje Cluis-Dessous zien we ver vóór ons de ruïne van het 12e eeuwse kasteel van dit dorp. De ruïne ligt op een grillige helling, boven de Bouzanne gelegen. We steken de D38 over en lopen rechts om de ruïne heen door de voormalige slotgracht van het kasteel. De toegang tot de ruïne is verboden. Hier en daar zien we affiches voor het theaterfestival “Dracula”, dat hier van 22 juli tot en met 2 augustus 2010 wordt gehouden op het binnenterrein van deze kasteelruïne.
Op het kruispunt in het centrum van het stadje aangekomen, zien we vlak naast het kruispunt de grote basiliek Saint Jacques. Deze basiliek is door de Heer van Déols hier gebouwd, nadat hij terugkeerde uit het Heilige Land (Israël). De basiliek heeft hij laten bouwen naar het voorbeeld van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Eerst bekijken we deze indrukwekkende basiliek. In de kerk is een speciale kapel gewijd aan enkele relieken. Als we deze unieke kerk binnen hebben bezichtigd, maken we ook nog een rondje om de kerk.
Nadat we de kerk hebben bezichtigd, drinken we een kop koffie op het terras van het café hier op dit centrumkruispunt. Een bont gezelschap van voertuigen en mensen trekt aan ons voorbij. Op een gegeven moment komt een oudere man van zo’n 60 jaar met ontbloot bovenlijf voorbijlopen. Hij steekt de weg over en ontmoet daar een oudere vrouw met een wandelstok. Zij spreekt de man stevig aan op zijn ontbloot bovenlijf. De man reageert uitermate verontwaardigd op dit aanspreken en loopt zichtbaar geagiteerd verder zoals hij kwam. Wij gaan weer verder over de D38. Vlak voorbij de basiliek vinden we een kunstig mozaïek op een buitenmuur, waarop de basiliek op een formaat van ongeveer 3 bij 5 meter is afgebeeld.
Buiten Neuvy-Saint-Sépulcre steken we een beekje over en komen we bij een vijverdam van een grote vijver. We lopen rechts om de vijver heen. Bij een horecagelegenheid met minigolfterrein ligt een brug over het aanvoerkanaal van de vijver. Daar zit een man te vissen. Rechts van ons komen drie begeleiders met ongeveer 15 kleine kinderen. Petjes op, rugzakjes op de rug of met schoudertas of plastic zak en in tweetallen hand in hand in ganzenpas in de richting van de brug. Eén van de jongetjes heeft een buitenproportioneel grote Spiderman-rugzak op zijn rug. De onderzijde van de rugzak hangt ter hoogte van zijn knieholte. Het is duidelijk: zij zijn voor ons bekijks, maar wij zijn voor deze kinderen ook bekijks. Na veel vrolijke groeten over en weer lopen wij de kinderschare voorbij aan de overzijde van de brug.
Na een asfaltweg en brug zijn we van plan conform de routebeschrijving een onverharde weg rechts omhoog te nemen. Maar op dat punt wijst de routemarkering ons niet rechtsaf, maar linksaf. We bestuderen de kaart dus maar even. Een Citroën komt van rechts ons tegemoet. De bestuurder wijst dat we rechts moeten. Als we niet onmiddellijk doorlopen, stopt hij en stappen de man en een vrouw uit. Als zij ook zien dat de routebeschrijving afwijkt van de routemarkering, weten ze het ook niet meer, maar ze blijven volhouden dat de pelgrimsroute toch echt rechtsaf gaat. Tegen de bewegwijzering in volgen we toch de routebeschrijving en al na enkele meters zien we bij de loopbrug over de rivier de Bouzanne weer de aloude rood-witte wegwijzers. We zitten dus toch goed. Een asfaltweg voert ons langs de helling van het links van ons liggende dal, tot aan het gehucht Les Tilets.
In Les Tilets dalen we links af naar de Bouzanne, laag in het dal gelegen. Via een loopbrug steken we de rivier over en daarna lopen we over een breed graspad tussen twee akkers door naar de bovenzijde van de heuvelrug aan de andere zijde van de vallei van de Bouzanne. Over het pad op de heuvelkam gaan we rechtsaf verder. Op een oude boom zien we een routeplaatje dat wijst naar Santiago de Compostela. Het hangt op de kop, maar geeft wel de goede richting aan. Verderop passeren we weer zo’n oude boom. Het is - zoals zoveel andere bomen hier in de buurt - een holle boom. De boomholte van deze enorme boom is zo groot dat ik er met rugzak en al ruim rechtop in kan staan. Op veel plaatsen waar vroeger takken hebben gezeten, kun je nu zo van binnenuit naar buiten kijken.
Via een asfaltweg komen we al snel bij de eerste boerderij van Vineuil. We lopen helemaal door dit karakteristieke gehucht heen, dat hier en daar bijzondere boerenhoeven heeft. Dan volgen we een lang stenig pad, parallel boven langs een dal. In het verlengde van dit pad gaan we parallel aan dit dal verder over twee asfaltwegen. Links in het dal zien we het dorpje Mouhers liggen, met haar opvallend ranke, hoge kerktorenspits.
Dan gaan we rechtsaf het rechts van ons liggende Bouzanne-dal in. In de verte zien we het veel lager gelegen gehucht Chanrot liggen. We wandelen het dal in tot aan de brug over de Bouzanne. Daar pauzeren we zittend op de brugleuning om weer even wat te eten en te drinken. Voorbij de Bouzanne gaan we weer het dal uit naar Chanrot. Daar gaan we linksaf over een asfaltweg in de richting van Cluis. We komen op een gegeven moment langs de ruïne van een oude smidse. Ook aan de overzijde van de Bouzanne zien we een ruïne, waarschijnlijk van een boerderij. De voormalige smederij ligt hier echter aan de asfaltweg die wij bewandelen.
Bij de binnenkomst in het dorpje Cluis-Dessous zien we ver vóór ons de ruïne van het 12e eeuwse kasteel van dit dorp. De ruïne ligt op een grillige helling, boven de Bouzanne gelegen. We steken de D38 over en lopen rechts om de ruïne heen door de voormalige slotgracht van het kasteel. De toegang tot de ruïne is verboden. Hier en daar zien we affiches voor het theaterfestival “Dracula”, dat hier van 22 juli tot en met 2 augustus 2010 wordt gehouden op het binnenterrein van deze kasteelruïne.
Ter hoogte van de voormalige ophaalbrug staan opvallende evenemententoiletten. Voor het handenwassen na afloop van het toiletbezoek is een ingenieus systeem bedacht. Je draait de kraan open die op een houten krat is bevestigd. Het water stroomt in een melkkan. Het water stroomt dan onder uit de melkkan door een tuitje. Uit de zeepdispenser haal je zeep en dan was je je handen onder die melkkantuit. Het water valt dan onder in een ouderwetse, geëmailleerde wasbak en het afvalwater wordt dan door de gootsteen keurig afgevoerd met een tuinslang die afwatert in ….. het gras verderop.
Als we onder om de donjon van het kasteel heen lopen, zien we een kerkje achter de donjon op een verhoging staan. Vóór de kerk staat ook een informatiepaneel van het kasteel, waarop je middels een tekening kunt zien hoe het kasteel er vroeger uit heeft gezien met alle vestingwerken zoals donjon, torens, ophaalbrug en de rondgang van de kasteelmuren. We wandelen nu door naar Cluis en passeren ondertussen aan onze linkerzijde een nog in gebruik zijnde steenmijn, waar uit de rotsen puinsteen wordt gewonnen.
Even later wandelen we Cluis binnen. Voorbij het gemeentehuis komen we achter de kerk Saint-Paxent. Achter de kerk staan enkele bijzondere huisjes. Aan de overzijde van het kerkplein achter de kerk is een refugio. Wie er gebruik van wil maken, kan zich op het aangegeven adres elders in Cluis melden. Aan de andere zijde is een hotel, waar pelgrims ook kunnen overnachten.
De kerk is gelukkig open, dus die gaan we eerst bezichtigen. Tot onze verrassing ligt er midden in de kerk voor pelgrims ook een pelgrimsstempel van deze kerk voor ons klaar met een bijbehorend stempelkussen. Op het stempel staat behalve de naam van de kerk ook een Jacobsschelp. We zetten nu een stempel in onze pelgrimspaspoorten.
Als we buiten zijn gekomen, gaan we op zoek naar het beeld van Sint Jacobus, want die schijnt zich hier in de gevel te bevinden van de pastorie. Bij onze eerste rondgang vonden we hem niet, maar bij de tweede rondgang zien we toch nog een beeldje boven een tuinmuur uitsteken. Op die tuinmuur staat een kruis. Dat zou dus de pastorie kunnen zijn. Het beeldje staat in een nis in de gevel en lijkt in het geheel niet op de gebruikelijke voorstellingen van Sint Jacobus. Als we voorzichtig de tuindeur openen, beginnen in de tuin twee honden te blaffen. Als we de tuindeur weer dicht doen en even wachten, komt een vrouw bij de tuindeur. We vertellen haar waar we naar op zoek zijn, maar zij kan ons niet bevestigen of dit het beeld van Sint Jacobus is in de gevel van deze woning. Als ik dan vraag of dit de pastorie (presbytère) is , bevestigt ze dat dit de voormalige pastoriewoning is. Op ons verzoek mogen we in de binnentuin om een foto te maken van dit beeldje in de gevelnis.
Tenslotte wandelen we om 14.40 uur om de kerk heen, waar onze auto op het kerkplein vóór de kerk staat. We halen onze fietsen weer op uit Vignonnet en rijden terug naar de camping in Montgivrant. We hebben vandaag weer 19 mooie kilometers aan ons pelgrimspad toegevoegd.
Als we onder om de donjon van het kasteel heen lopen, zien we een kerkje achter de donjon op een verhoging staan. Vóór de kerk staat ook een informatiepaneel van het kasteel, waarop je middels een tekening kunt zien hoe het kasteel er vroeger uit heeft gezien met alle vestingwerken zoals donjon, torens, ophaalbrug en de rondgang van de kasteelmuren. We wandelen nu door naar Cluis en passeren ondertussen aan onze linkerzijde een nog in gebruik zijnde steenmijn, waar uit de rotsen puinsteen wordt gewonnen.
Even later wandelen we Cluis binnen. Voorbij het gemeentehuis komen we achter de kerk Saint-Paxent. Achter de kerk staan enkele bijzondere huisjes. Aan de overzijde van het kerkplein achter de kerk is een refugio. Wie er gebruik van wil maken, kan zich op het aangegeven adres elders in Cluis melden. Aan de andere zijde is een hotel, waar pelgrims ook kunnen overnachten.
De kerk is gelukkig open, dus die gaan we eerst bezichtigen. Tot onze verrassing ligt er midden in de kerk voor pelgrims ook een pelgrimsstempel van deze kerk voor ons klaar met een bijbehorend stempelkussen. Op het stempel staat behalve de naam van de kerk ook een Jacobsschelp. We zetten nu een stempel in onze pelgrimspaspoorten.
Als we buiten zijn gekomen, gaan we op zoek naar het beeld van Sint Jacobus, want die schijnt zich hier in de gevel te bevinden van de pastorie. Bij onze eerste rondgang vonden we hem niet, maar bij de tweede rondgang zien we toch nog een beeldje boven een tuinmuur uitsteken. Op die tuinmuur staat een kruis. Dat zou dus de pastorie kunnen zijn. Het beeldje staat in een nis in de gevel en lijkt in het geheel niet op de gebruikelijke voorstellingen van Sint Jacobus. Als we voorzichtig de tuindeur openen, beginnen in de tuin twee honden te blaffen. Als we de tuindeur weer dicht doen en even wachten, komt een vrouw bij de tuindeur. We vertellen haar waar we naar op zoek zijn, maar zij kan ons niet bevestigen of dit het beeld van Sint Jacobus is in de gevel van deze woning. Als ik dan vraag of dit de pastorie (presbytère) is , bevestigt ze dat dit de voormalige pastoriewoning is. Op ons verzoek mogen we in de binnentuin om een foto te maken van dit beeldje in de gevelnis.
Tenslotte wandelen we om 14.40 uur om de kerk heen, waar onze auto op het kerkplein vóór de kerk staat. We halen onze fietsen weer op uit Vignonnet en rijden terug naar de camping in Montgivrant. We hebben vandaag weer 19 mooie kilometers aan ons pelgrimspad toegevoegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten