| Impressie van de Bildtse Ferhale-avend in The Friezinn |
Ferhale-avend in The Friezinn
Dut jaar hout 'Bildts Aigene' fenavend de provinsjale ferhale-avend in 'e Westhoek.
Op deuze avend sille echte Bilkerts prachtige streekferhalen hore late.
Dat Durkje en ik binne na de Waddenherberg The Friezinn in 'e Westhoek kommen en beleve ’t Bildt deur de ogen fan de inweuners sels.
Wij geniete fan inspirerende, tragise en mankelike ferhalen, die’t deuze landstreek ant leven bringe.
In The Friezinn in 'e Westhoek is ’t jaarthema: ‘Doe’t ik dapper waar’.
De houtkachel is an, de herberg is sfeerfol ankleed, en wij make d’r metnander 'n onfergeetlike avend fan.
Tot zover de inleiding op deze verhalenavond, in het Bildts, mijn moedertaal, de voertaal waarin deze avond wordt gehouden.
Bij de woorden van welkom wordt het avondthema toegelicht, want ja wat is 'dapper' en wanneer ben je dapper?
In sommige gevallen is alleen al het maken van een keuze dapper, en zo is het ook dapper - en ben je moedig - als je op zo'n avond als vandaag je persoonlijke verhaal vertelt aan zo'n zaal vol mensen.
Na deze inleiding luisteren we met onderbreking van een pauze naar zes heel verschillende verhalen, over en van vertellers en vertelsters die dapper waren.
Janny Bouma over de Zwarte Cross
Janny Bouma vertelt over de Zwarte Cross, momenteel het grootste festival van Nederland, dat door zo'n 200.000 mensen wordt bezocht.
Janny kwam enkele jaren geleden op het festivalterrein bij een leeg podium. Ze kon al wel een klein beetje gitaarspelen, maar durfde dat toen (2018 en 2019) nog niet op een podium, en zeker niet op zo'n festival.
Maar ja, als invaljuf in het basisonderwijs voelde ze zich toch wel een beetje dapper, want daarin stond ze al wel bekend als 'de juf met de gitaar', dus waarom dan niet op zo'n klein podium op het festivalterrein?
De eerste keer op het festivalpodium - samen met haar zoon Arjen - vond ze het eigenlijk nog maar niks, maar op de tweede dag had ze er al een beter gevoel bij. En zo ging het elk festivaljaar een beetje beter, en dit jaar vond ze het zelfs al prima gaan.
Als toegift trakteert ze ons tot slot nog met een lied van haar zang bij de gitaar, een liedje van vier regels, in het Bildts, tweemaal gezongen, met applaus als waardering van de aanwezigen in de zaal. Dapper dus.
Piet Hoekstra over Dik Trom-splitorten
Piet Hoekstra koppelt direct 'dapper' en 'lef' aan elkaar, want - zo zegt hij - "dapper en lef horen bij elkaar, want dan gebeurt er iets".
Hij constateert dat er in de afgelopen decennia veel oude Friese gewassen zijn verdwenen. Zo was hij noodgedwongen destijds al gestopt met het verbouwen van groene erwten, want die verbouw leverde geen rendement meer op. Toen daar subsidie voor werd verleend, kon het nog wel, maar bij het stopzetten van die subsidie was het nodig om de verbouw stop te zetten.
In 2005 had hij een tuin met allerlei oude gewassen, en ging hij met de club van oude Friese gewassen op excursie naar de universiteit van Wageningen, naar het centrum dat zich specialiseert in oude Nederlandse gewassen. Daar vroeg hij om zogenoemd Dik Trom-spliterwten ('orten'), waarvan hij toen uit de zadenbank zes zaden meekreeg om ermee te gaan kweken. Al na drie jaar kon hij van de opbrengst voor het eerst gaan eten.
Dergelijke projecten vragen zomaar om een investering van zo'n twintigduizend euro, maar dat is bij dergelijke lage rendementen vanzelfsprekend niet te doen.
Piet Hoekstra ging verder met kweken, kon meeliften op reclame van onder andere Waddengoedproducten en op de activiteiten van onder andere de eiwitboeren van Nederland. Dapper dus.
Dieuwke Sinnema is útfaartbegelaidster
Na het overlijden van haar moeder, kreeg Dieuwke Sinnema te maken met het vak van uitvaartbegeleidster.
Ze volgde daartoe een opleiding van een jaar en deed daarin werkervaring op in een ziekenhuis en bij een uitvaartzorgorganisatie.
De combinatie van dit werk met haar gezin met kinderen bleek echter niet haalbaar, dus ging ze eerst elders aan het werk.
Toen een familie haar eens vroeg om een uitvaart te begeleiden, heeft ze dat gedaan, en dat ging goed.
Nu inmiddels vijf jaar later wordt ze gevonden, en doet ze dit werk van uitvaartbegeleiding. Van de gunfactor ben je afhankelijk bij het verkrijgen van zo'n opdracht.
Vooral de klik met de naaste familie van een overledene is van belang.
Ze benadrukt dat haar invalshoek in haar werk vooral is dat ze zaken graag zo open en luchtig mogelijk bespreekbaar wil maken en houden in het contact met de naaste familie van een overledene.
De praktijk wijst uit dat de familiewensen of ook de wensen van de overledene zelf steeds persoonlijker worden. Zo kan bijvoorbeeld een uitvaart in hele kleine krijg ook heel waardevol zijn.
Dieuwke sluit af met de mededeling dat het in de contacten met naaste familie niet alleen maar verdrietig is, want in zo'n week voorafgaand aan een uitvaart wordt doorgaans ook wel veel gelachten. Dapper dus.
Jan Syds Jensma over de Survivalklup
Na het pypskoft (de pauze) krijgt Jan Syds Jensma het woord. Deze bouwboer gaat ons met passie vertellen over survival. Daarbij toont hij ons tijdens zijn verhaal enkele foto's van de survivalbaan aan de Oudebildtdijk.
Doorgaans traint hij twee keer per week, vaak eerst buitendijks op het Wad, en aansluitend op zijn boerenerf of bij de buren.
Niet zozeer de kracht is van belang bij survival, maar de techniek ervan is belangrijk.
Jan Syds doet graag aan survival, omdat hij het mooi vindt; het is de kick, het is het doorzetten, het inspannen en ook het ontspannen. Die combinatie spreekt hem aan.
Verder beleef je ook van alles als je in het donker aan survival doet. Zo kun je bijvoorbeeld tijdens je buitensport in het duister zomaar eens een uil, een groep ganzen of zelfs een zeearend gewaarworden.
Met name in de tachtiger jaren van de vorige eeuw is het survivallen ontstaan, en inmiddels doen er al zo'n 500-2.000 deelnemers mee aan survivalwedstrijden.
In de corona-tijd was hij genoodzaakt om zich bij het survivallen te beperken tot het beoefenen van zijn sport op een circuit dat hij op zijn eigen boerenerf bouwde, waar ze dan ook wel als groep konden trainen. Hun survivalgroep noemen ze De Wadlopers, omdat ze tijdens het survivallen ook het Wad wel opgaan, waar je ook van alles kunt doen, en soms bijvoorbeeld scheepstouw en balken vindt, die thuis gebruikt kunnen worden voor het bouwen van nieuwe survivalobjecten.
Meedoen is belangrijker dan winnen, en daarom sluit Jan Syds in het Bildt af met zijn roep door de zaal: "Jim kin gewoan metdoen!" Dapper dus.
Geert Boersma over Plisywerk
Geert Boersma is twee jaar geleden gestopt met zijn werk bij de politie.
Hij is aanvankelijk begonnen bij Defensie, maar stapte later over op de politiemotor, en daarna werd hij wijkagent in Sint-Annaparochie.
Je maakt veel mee als politieagent, en het is altijd weer onvoorspelbaar wat je de komende dag meemaakt. Dat gaat van een onwelwording naar het gebruik van pepperspray, en van een reanimatie naar vuurwapengebruik bij een meisje van 14 jaar die haar moeder het mes letterlijk op de keel zette; een heel raar voorval trouwens.
Eens moesten ze binnendringen bij een boerderij, waar ze schrokken van een paspop die ze in de douche aantroffen, en even later bleek de vermiste bewoner gewoon thuis te zijn. Schade bij binnendringen liep echter op tot zo'n 9.000 euro, die dan in zo'n geval door de politieorganisatie moet worden betaald.
Een afgevoerde vermoedelijk stomdronken oude man die ze op straat vonden, die onderweg bij het afvoeren naar Franeker tot overmaat van ramp ook nog achter in de auto op de autobank poepte, bleek bij aankomst in Franeker niet dronken te zijn, maar zwaar suikerziekte-patiënt, aldus zijn verplegers.
Verder moet je als agent ook vaak een woning binnen gaan, als bijvoorbeeld wordt vermoed dat de bewoner is overleden. Ondanks het feit dat je dan vaak de eerste bent die de overledene aantreft, ga je daar in de loop der dienstjaren wel steeds nuchterder, koeler naar kijken.
Verder moet je weten dat wij als politieagenten vaak dingen meemaken, waarvan je geen ander mens gunt dat ze daarmee te maken krijgen. Dapper dus.
Rick de Vries over zijn Poadiumerfarings
De jonge muzikant - gitarist en zanger - Rick de Vries vertelt als laatste verteller vanavond dat je bij veel zaken - bijvoorbeeld als je muzikant wilt worden - pas erachter kunt komen of je er geschikt voor bent, door het maar gewoon te gaan doen. Dat was dan ook de reden dat hij er als zestienjarige indertijd toe besloot om maar eens mee te doen met het Bildts Songfestival, onder het motto van 'YOLO' (You Only Live Once).
Dat Bildts Songfestival bleek voor hem toch wel 'Next Level' te zijn. Hij deed mee - begeleid door een echte band - met het lied 'Sexy als ik dans' (van Nielson). Daarmee won hij overigens de tweede prijs, met als gevolg dat hij zich begon te realiseren dat er dus meer mensen zijn dan alleen maar 'myn mim', die zijn performance mooi vinden.
Een podcast-vriend gaf hem eens op voor het tv-programma 'First Date', en na de opnames daarvan, werd dit programma onlangs in oktober 2025 op tv uitgezonden. Dat vond hij overigens wel een leuk proces met een leuke ervaring in de tv-wereld.
Rick vindt zijn inspiratie vooral in de muziek van Nielson en van Ed Sheeran. Vooral de wijze waarop Ed Sheeran zich zo kwetsbaar opstelt, spreekt Rick bijzonder aan.
Aanvankelijk had Rick de Vries nog een band, maar in de coronatijd is die gestopt, omdat het toen niet mogelijk was om samen op te treden. Daarom en toen kocht Rick een zogenoemd 'loop station', waar hij met vallen en opstaan mee heeft leren werken, en 'je leert er wel van'.
Zijn verhaal sluit hij af met een song over dapper zijn, ontleend aan Typhoon.
En nadat de laatste klanken van zijn song met het 'loop station' hebben geklonken, en alle vertellers door de organisatie van Bildts Aigene zijn bedankt, zingt hij in het gezellig samenzijn in The Friezinn nog een aantal songs. Dapper dus.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten