woensdag 23 april 2025

Pelgrimeren van Zafra naar Villafranca de los Barros

Pelgrimsroute van Sevilla (S) naar Santiago de Compostela (S)
Vía de la Plata van Sevilla naar Astorga
Van Zafra naar Villafranca de los Barros
Vrijdag 28 maart 2025 – 20,5 km.
Dag 8: 148,3 – 168,8 km.
 
Bij de kerk van Los Santos de Maimona

















Spaanse Vía de la Plata
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes die Durkje en ik in 2024 richting Santiago de Compostela al liepen, is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de ‘Vía de la Plata’, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om dit jaar (2025) te beginnen met de Vía de la Plata, ook vanuit het zuiden van Spanje, en ook richting Santiago de Compostela. De ‘Vía de la Plata’ is de ongeveer 680 kilometer lange pelgrimstocht van Sevilla naar Astorga.
Vandaag lopen we daarvan onze 8e etappe, over een afstand van 20,5 kilometer, van Zafra naar Villafranca de los Barros. We dalen daarbij van ongeveer 515 naar 410 meter hoogte.

Vertrek vanuit het Hotel Victoria in Zafra
Om 6:20 uur gaat onze wekker af in Hotel Victoria in Zafra, waar wij vannacht hebben overnacht. Voor zover ons bekend, waren er naast ons nog twee andere pelgrims die hier hebben overnacht, namelijk in elk geval John & Kitty uit Londen. 
Om 7:00 uur ontbijten we in onze hotelkamer van de boodschappen die we gisteravond in de stad hebben gehaald. Ook ons lunchpakket voor onderweg maken we dan daarvan gereed.
Om 7:30 uur verlaten we onze comfortabele tweepersoons hotelkamer met uitzicht op het groene Plaza de España.
We pakken de route weer op aan het begin van de Calle Sevilla. Halverwege deze nu stille winkelpromenade is een man bezig de straat schoon te spuiten.
Aan het eind van de Calle Sevilla komen we bij het Plaza Grande, waar we een mooi zicht krijgen op de forse toren van de kerk verderop. De kerktoren wordt prachtig door het vroege zonlicht beschenen.
Bij de kerk zien we geen gele caminopijl, maar dat  is ook niet zo verwonderlijk, want twee schilders zijn bezig het muurtje langs de kerk over te schilderen. Waarschijnlijk hebben ze de gele caminopijl al overgeschilderd. Op onze vraag waar nu langs te gaan, geeft één van de schilders direct aan dat we langs de kerk verder dienen te gaan voor de juiste route. Dat doen we. 
Voorbij een rotonde gaan we verder heuvelopwaarts. Daar passeren we de Torre de San Francisco, dat wat nog rest van het voormalige klooster uit de 15e-19e eeuw.
Op het laatste huizenblok van de stad staat een kleurrijke muurschildering.
Links op deze muurschildering zien we enkele pelgrims, waarvan één op een fiets.

Over de pas van Sierra de San Cristobal naar Los Santos de Maimona 
Buiten Zafra gaat het voortdurend omhoog over een breed steenachtig pad. We gaan door een nieuw viaduct, op de plek waar een nieuwe weg of een nieuwe spoorlijn wordt aangelegd, maar wat het wordt, kunnen we van onderaf niet zien. We kunnen in elk geval door.
En zo gaat het alsmaar omhoog, langs enkele woningen links en rechts van het pad. We passeren een Spaanse pelgrim, die langs de weg op een steen zit uit te rusten.
Het brede veldpad stijgt, totdat we boven op de pas van Sierra de San Cristobal zijn aangekomen. 
Vanaf hier gaat het pad over ruwe betonstroken steil naar beneden, waarbij we een steeds beter zicht krijgen op het stadje Los Santos de Maimona.
Bij de ingang van het stadje passeren we het etappebord van vandaag.
Verrassend mooi is de aankomst op het stadsplein, met aan de overzijde de grote kerk.
Aan de muur van het gemeentehuis hangt een plaquette waarop staat dat dit gemeentehuis ook een stempelplaats is voor pelgrims.
We gaan naar binnen, en krijgen van de medewerkster aan de balie aan het eind van de hal een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten. Als ik haar – terecht – complimenteer over haar Engels taalgebruik, gaat ze stralend terug naar haar werkplek.

Koffie met pelgrims in Los Santos de Maimona
Op onze vraag aan haar of er een café open is op dit moment, vertelt ze dat er één aan het kerkplein is, en één achter de kerk. Die aan het kerkplein ziet eruit als dicht, maar als we de kerk voorbij lopen, komen we langs het andere café, waar met het bordje ‘abierto’ wordt aangegeven dat het café open is.
We gaan er naar binnen, en bestellen in het eigentijdse café koffie en een geroosterd broodje met olijfolie en tomatenpulp.
Als we daar heerlijk van zitten te eten, komen drie pelgrims binnen. Het zijn de ons welbekende Britse pelgrims Kitty & John en een pelgrim die we niet kennen. Maar Kitty meldt ons al heel snel dat het een Nederlander is. Dat blijkt pelgrim Paul te zijn uit het Brabantse Mill. Vorig jaar heeft hij zijn pelgrimage op de Vía de la Plata al vroeg in Monesterio moeten opgeven wegens ziekte, maar nu heeft hij zijn pelgrimstocht vanuit Monesterio hervat, om hem nu wel af te maken tot aan Santiago de Compostela.
Ondertussen komt ook de Italiaanse pelgrim Rosanne binnen, dus het wordt weer een gezellige ontmoeting van pelgrims in dit moderne café. Zij bestellen koffie, en Durkje en ik zijn al weer klaar voor het volgende deel van deze etappe, dus wij vertrekken.
Buiten ontmoeten we heel toevallig nog de twee Duitse pelgrims, die wij enkele dagen geleden ontmoetten in het hostal van Monesterio. Ze bedanken ons nog voor onze goede raad om wel verwarming te nemen in de hostalkamer, want ook in hun hostalkamer was het aanvankelijk tamelijk vochtig koud. 
Vlak voordat we Los Santos de Maimona uit gaan, passeren we nog een prachtig ornament met daarop de plaatsnaam en pelgrims-symbolen; heel mooi gemaakt voor met name al die passerende pelgrims.

Heuvelpaden
Buiten Los Santos de Maimona gaan we een stijgend veldpad op, met aan de linkerzijde prachtig geelbloeiende planten.
We lopen onder andere tussen olijfgaarden door. Af en toe passeren we de inmiddels welbekende kubussen van de camino, die hier in Extremadura als wegwijzer van de camino zijn geplaatst.
Het is een prachtig veldpad door de heuvels, met een prima begaanbare ondergrond.
Naarmate we hoger komen, verandert dat wel. De grond kleurt roodbruin.
Iets verderop is het pad gaandeweg drassiger geworden.
Af en toe moeten we even door de hogere bermen van het roodbruine veldpad.
Zodra we over de heuvelkam zijn gelopen, verandert het pad ten goede, en komen we door een nog opener landschap van voornamelijk graslanden.
Rechts loopt een kudde koeien te grazen.
Andere koeien liggen erbij te herkauwen.
Ook links van het pad zien we koeien, met ook hier een kalf.

Twee keer blauw
Tegen elf uur lopen we weer door olijfgaarden. Het blijft prachtig om hier door dit mooie open landschap te wandelen.
Rechts staat enigszins verscholen tussen de olijfbomen een ruïne, die wel lijkt op een voormalige kapel.
Je ziet ze op deze route niet zoveel, maar hier staat een wegwijzer met een gele en met een blauwe caminopijl. In Portugal is geel de kleur voor de camino naar Santiago de Compostela, en is blauw de kleur voor de bedevaartsgangers naar Fatima. Maar doorgaans, en  zo ook hier, is blauw de kleur voor de terugweg vanuit Santiago de Compostela.
Ook nog eens weer zien we twee ruïnes aan de linker- en rechterkant van het pad. Waarschijnlijk zijn dat voormalige boerenhoeves.
Vóór ons horen we een tractor door een olijfgaard heen en weer rijden. Boeren ploegen momenteel de grond tussen de olijfbomen, maar deze is bezig om pesticiden te spuiten.
Nog voordat we die tractor passeren, komen we langs een andere tractor, waar twee mannen bezig zijn om de pesticidevloeistof gereed te maken voor het spuitproces. 
Uit één van de tanks lekt de helderblauwe vloeistof van het pesticide.

Links en rechts van de A-66 naar Villafranca de los Barros
We zijn inmiddels de afslag gepasseerd, waar pelgrims tijdelijk van de route af kunnen gaan om te overnachten in de herberg Las Caballeras. 
Wij zijn daar echter rechtdoor gelopen, in de richting van Villafranca de los Barros.
Vlak voor de snelweg A-66 ten zuiden van die stad, gaan we rechtsaf langs de snelweg, om dan iets verderop een spoorlijn over te steken.
Daarna gaan we onder de A-66 door om dan enkele honderden meters over de N-630 te lopen in noordelijke richting, waar de automobilisten die ons tegemoet komen veel sneller rijden dan de toegestane 80 kilometer per uur.
Gelukkig kunnen we deze weg oversteken, om dan over een steenachtig pad naar een rustige asfaltweg te lopen.
Een automobilist komt ons tegemoet, en roept dat het nog vijf kilometer is. We hebben niet gepauzeerd, en hebben dan zo’n tien kilometer gelopen na onze koffiepauze, en we zijn van plan die laatste vijf kilometers er zonder lunchpauze aan toe te voegen. Maar gewoon door tot het eindpunt lijkt ons een prima oplossing.
Uiteindelijk komen we weer op zo’n breed steentjespad, en dan rond 12:00 uur krijgen we op grote afstand Villafranca de los Barros weer in zicht. 
Om 12:20 uur arriveren we bij de rotonde van de rondweg langs Villafranca de los Barros.
Iets verderop is ook voor pelgrims duidelijk aangegeven dat we de bebouwde kom van deze stad binnenwandelen.
Aan het begin van de stad komen we langs een kleurrijke muurschildering.

Bananen en een stempel in Villafranca de los Barros 
We lopen naar het centrum van Villafranca de los Barros, met het zicht op de kerk recht vóór ons.
Aan de rand van het centrum gaan we even de markthal binnen. 
Het aanbod bestaat vandaag voornamelijk uit aardappelen, groente en fruit, en in de andere hoek uit vis en vlees.
We kopen bananen en lopen dan naar buiten. Bij de uitgang vraagt een jongeman ons of wij ook een stempel in onze pelgrimspaspoorten wensen. Als hij het stempel zet, blijkt dat niet veel meer te zijn dan de figuur van een eenvoudig poortje, maar goed, het is een stempel.
Op de route bij de grote kerk aangekomen, maken we een knip in de doorgaande route, want hier moeten we van de route af om naar ons overnachtingsadres te gaan.
Vanuit het centrum is het nog ruim een kilometer lopen naar de N-630, want daar moeten we zijn.
In het hostal-restaurant kunnen we tegen betaling van 30 euro direct inchecken, en op ons verzoek krijgen we een kamer aan de zonzijde.

Een Spaans zonnige hostalkamer
Het blijkt een kleine kamer te zijn met een bed, een kast, een televisie en een radiatorkacheltje. In de badkamer hangt een wastafeltje en staat een toilet in – let wel - de douchecabine; nog nooit zoiets gezien.
Als ik onder de douche sta, blijkt er geen kap op de douchekop te zitten, en binnen de kortste keren komt er alleen koud water uit de kraan. Het toilet wil niet doorspoelen, en de koudwaterkraan van de wastafel doet het niet. Nagenoeg alles van de hostalkamer is klein, gebrekkig en defect. De wastafelafvoer is nagenoeg ook nog eens verstopt.
Toch is aan alles gedacht, want er zijn hele grote handdoeken, er is volop zeep en het is voorzeker een rokerskamer. Kortom, geen succes.
Durkje roept de baas erbij, en die probeert een en ander op te lossen. Het toilet spoelt weer door, er komt weer koud water, en heel even warm water, daarna weer koud.
De eigenaren vinden het kennelijk ook wat te gortig geworden, want we krijgen het aanbod om een andere kamer uit te zoeken. Ik kies een driepersoons kamer op de zonzijde uit de twee aangeboden opties. Het is nog niet veel soeps, maar wel zeker een verbetering op wat we aanvankelijk hadden.
Ik zit beneden in het lawaaierige café met onze laptop te werken, en als Durkje bezig is met het  overbrengen van onze spullen naar de naastgelegen kamer, krijgt ze het aanbod dat men de was voor ons wil doen. Dat aanbod accepteert Durkje graag, en een uur later krijgen we de was keurig schoon en droog weer terug.
Het is allemaal een zeer basaal Spaans hostal, maar de mensen die hier werken, zijn alleraardigst in de omgang, en bijzonder voorkomend. 
We hebben ondertussen beneden in de eetzaal ook al warm gegeten voor twaalf euro per persoon, en dat was prima voor elkaar.
Al met al is dit weer zo’n bijzondere ervaring op de Spaanse Vía de la Plata, en ook dit hoort er gewoon allemaal bij. Je moet wel flexibel zijn om hier te verblijven.
Vanavond halen we boodschappen bij de supermarkt verderop, en we kunnen dan volstaan met een broodjesmaaltijd alvorens we de nacht in gaan.

Spaanse reservering voor morgen geregeld
Intussen hebben we hier in het hostal-restaurant ook een Spaanse pelgrim met een grote hond ontmoet. Hij toonde ons trots zijn pelgrimspaspoort. Hij zit met een andere jongeman aan een tafeltje op het terras. 
Nu hadden we vanmorgen van pelgrim John al gehoord dat het buitengewoon moeilijk is om voor morgen een overnachtingsadres te vinden in Torremejía. Hij deed daar nog tamelijk paniekerig over, alhoewel hij al wel iets had geregeld in de plaatselijke herberg, bij gebrek aan beter. Volgens hem zouden wij hierbij ook allicht problemen ervaren.
Als we de beide jonge mannen op het terras vragen ons even te helpen om een plek te reserveren, bellen ze voor ons naar een hostal aldaar. Ze krijgen geen gehoor, maar beloven het over een uur voor ons weer te proberen.
Nog geen half uur later – als we in de eetzaal zitten – komt één van de mannen bij ons aan tafel, bellend, en meldt dat hij voor ons een kamer heeft gereserveerd in Torremejía. Zo is dat ook maar weer geregeld, en dan gaan we er nu maar van uit dat het morgen ook allemaal wel weer op zijn pootjes terecht komt.

Geen opmerkingen: