zaterdag 26 april 2025

Pelgrimeren van Grimaldo naar Galisteo

Pelgrimsroute van Sevilla (S) naar Santiago de Compostela (S)
Vía de la Plata van Sevilla naar Astorga
Van Grimaldo naar Galisteo
Zondag 6 april 2025 – 18,5 km.
Dag 17: 338,9 – 357,4 km.
 
Oversteek door de snelstromende Arroyo Bouquerón

Spaanse Vía de la Plata
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes die Durkje en ik in 2024 richting Santiago de Compostela al liepen, is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de ‘Vía de la Plata’, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om dit jaar (2025) te beginnen met de Vía de la Plata, ook vanuit het zuiden van Spanje, en ook richting Santiago de Compostela. De ‘Vía de la Plata’ is de ongeveer 680 kilometer lange pelgrimstocht van Sevilla naar Astorga.
Vandaag lopen we daarvan onze 17e etappe, over een afstand van 18,5 kilometer, van Grimaldo naar Galisteo. We dalen daarbij van ongeveer 420 naar 283 meter hoogte.

Vertrek vanuit de pelgrimsherberg in Grimaldo
Onze wekker gaat vanmorgen af om 6:15 uur in de pelgrimsherberg van Grimaldo.
Voor zover ons bekend, waren er naast ons nog drie andere pelgrims die hier hebben overnacht, namelijk de Franse Martine, de Chinese Robert en een Spanjaard. 
Om 7:00 uur ontbijten we in het halletje van deze pelgrimsherberg, en dan maken we ook een lunchpakket voor onderweg gereed van de belegde bocadillo’s die we gisteravond in de bar naast de pelgrimsherberg alvast hebben gekocht.
Om 7:35 uur verlaten we de pelgrimsherberg van Grimaldo. De Franse pelgrim Martine loopt vóór ons uit. De Chinese pelgrim Robert staat buiten zijn tanden nog te poetsen, maar ook hij zal spoedig vertrekken. We lopen door de hoofdstraat het dorp uit, naar de afslag richting Holguera. 
Dan lopen we een klein eindje richting Holguera, onder de autosnelweg A-66 door, totdat we bij een etappebord van de Vía de la Plata komen.
Op deze plek kruist onze asfaltweg de Vía de la Plata die hier van links komt, en rechts verder gaat. Hier stappen wij derhalve weer op de camino, en gaan dóór het toegangshek.

Plasdras lopen
Als we het smalle veldpad op gaan, begint het goed licht te worden. Het ochtendgloren is nog duidelijk zichtbaar. 
Even later halen we Martine in en lopen samen verder over een tamelijk drassig veldpad.
We gaan hogerop, en genieten dan van de zonneschijn. 
Het is trouwens wel één en al water op het veldpad en soms hele brede delen ernaast ook. Je kunt het vergelijken met het lopen door een plasdras weiland, met overal graspollen in het water, en daar moet je dan door heen. Dit betekent dat onze schoenen en sokken binnen de kortste keren nat zijn.
Tot onze verrassing zien we in de verte nog sneeuw op de bergtoppen liggen.
We volgen keurig de caminopijlen, ook als we rechtdoor moeten bij de afslag van de variant naar Riolobus.

Terug naar de camino
Martine loopt voorop, wij erachteraan. Dan roept ze op een splitsing van paden ineens terug dat we niet meer op de camino lopen, dat we het hele stuk tot de afslag naar Riolobus weer terug moeten, om dan die afslag te nemen. Dat lijkt me geen goed idee, dus we kijken eerst even op Organic Maps waar we zijn ten opzichte van de camino. Dan blijkt dat we de eerste mogelijkheid terug rechtsaf moeten nemen, omdat wij nu parallel lopen aan de camino, ten oosten van de route. Bij een verlaten boerderij keren we om, teneinde een doorgang in westelijke richting te vinden.
Als we nog maar net teruglopen, komt de Franse pelgrim Michel uit Bretagne ons tegemoet. Hem hebben wij nog niet eerder ontmoet, maar Martine kent hem al wel. Ook hij was in de veronderstelling nog steeds de bewegwijzerde route te lopen. Hij gaat met ons mee.
Dan zie ik een hek naar een weiland waar we doorheen zouden kunnen gaan. Dat doen we, en dan lopen we in westelijke richting door het natte weiland. Verderop zie ik een bulldozer staan op een ander weiland. Die moet daar toch ergens via een pad zijn gekomen, en bovendien zie ik ver vóór ons een bermmuur, dus dat wordt ons doel. Bij die bermmuur aangekomen, zie ik dat in het weiland rechts van ons een caminowegwijzer staat. Dan zijn we hier dus precies op de goede plek gearriveerd. De enige uitdaging is nu nog om over die hoge bermmuur te klimmen. Ik vind een iets lagere plek waar we een boomstam als opstap kunnen gebruiken. De rugzakken af, en ik klim als eerste over de muur, om dan aan de andere kant de rugzakken van de anderen aan te pakken over de muur heen.  
Daarna klimmen achtereen-volgens ook Michel, Martine en Durkje over de muur, en zijn we weer ‘en route’.
Durkje en ik nemen even een drinkpauze, en Michel en Martine staan in het andere weiland op ons te wachten.
Ik zeg ze dat ze alvast door kunnen lopen, dat wij straks na iets te drinken zullen volgen, waarna zij samen verder lopen.

Over de dehesa naar Embalse de Arroyo Boquerón
Nu volgt een prachtige route van een smal paadje door een dehesa.
Ook hier is het pad af en toe tamelijk drassig, maar daar kunnen we in alle gevallen prima omheen lopen, om zo gemakkelijk verder te gaan.
Verderop staat een kudde koeien op de dehesa.
Dichterbij gekomen,  zie ik dat het een aantal koeien met kalveren en enkele stieren zijn. Ze staan ons nieuwsgierig aan te kijken.
We storen ze zo weinig mogelijk door met een boogje om ze heen te lopen, en zo kunnen we zonder elkaar te verstoren prima verder met waar beide partijen mee bezig zijn.
Zo langzamerhand zijn we ook al weer behoorlijk hoger gekomen, waardoor we een prachtig uitzicht krijgen over het langgerekte stuwmeer van Embalse de Arroyo Boquerón.
En dan zetten we de afdaling in naar de beek Boquerón, waar ons een uitdagende – zij het verwachte - verrassing wacht.

Uitdaging voor zes pelgrims
We  weten dat we de Arroyo Boquerón straks moeten oversteken. Van de Deense pelgrim Henriëtte die hier gisteren al passeerde, kregen we gisteravond een mooi filmpje toegezonden van een tamelijk brede en bovenal snel stromende beek. Die ligt nu vóór ons.  
De beide Franse pelgrims gaan voorop naar beneden, en Durkje en ik komen er achteraan. Onderweg komt mij een Spaanse pelgrim tegemoet. Hij maakt me duidelijk dat we de snelstromende beek niet over kunnen steken, en dat hij terug loopt om een alternatief te zoeken. Ik zeg hem dat we er met zijn allen doorheen gaan, omdat het wel kan, en ik nodig hem uit om toch met ons mee te komen. Tussen Durkje en mij loopt hij met ons mee. Bij de beek aangekomen, zie ik dat de anderen zich al klaarmaken voor de overtocht, maar ik kijk voor de zekerheid nog even links of we wellicht daar een eind met de rotsblokken over kunnen steken. Het kan wel, en dan zouden we de oversteek met meer dan de helft kunnen inkorten, maar het is daar wel dieper, dus dat is ook geen optie. 
Als ik weer terug kom bij de anderen, is er nog een ander pelgrim bij gekomen. 
Die gaat pardoes met schoenen en al door de beek. De Spanjaard heeft zijn schoenen uitgetrokken en gaat op sokken over, steun zoekend met zijn lange paraplu in het water. De Franse Martine loopt op blote voeten in haar open sandalen er doorheen, en de Franse Michel gaat op blote voeten over.
Onze schoenen en sokken zijn van de afgelopen uren door plasdras weiland lopen toch al helemaal doorweekt, dus Durkje en ik kiezen ervoor om maar gewoon met sokken en schoenen aan er doorheen te gaan. Voordeel is dan in elk geval dat we zonder verwondingen aan onze voeten over de rotsstenen door het water kunnen lopen.
Ik zie dat de Fransman zijn sokken per ongeluk op onze kant heeft laten liggen, dus die neem ik mee, en zo steek ik de beek over, steunend op één van de wandelstokken van Durkje.  
Daarna volgt Durkje, steunend op haar andere wandelstok. En zo komen alle zes pelgrims nat maar veilig over.
Martine zegt dat ze dit niet had gedurfd als ze alleen voor de beek had gestaan, en dat gold natuurlijk ook voor de Spanjaard; heel begrijpelijk, want als je valt, word je meegesleurd door de stroming van de beek, en kun je je behoorlijk verwonden over de rotsstenen, om maar niet te spreken van het feit dat dan alles – je kleren en de inhoud van je rugzak – doorweekt nat is.
Ik geef de Fransman zijn sokken terug – hij blij - en zie dan dat de Spanjaard zonder zijn natte sokken verder loopt. Die hangen nog over het prikkeldraad, want hij heeft droge sokken aangetrokken. Ik roep hem terug, en geef hem zijn vergeten sokken terug (hij ook blij).
Wij trekken onze schoenen en sokken uit, laten het water uit onze schoenen lopen, wringen de sokken zo droog mogelijk en gaan dan weer verder, een ervaring rijker, met mooie foto’s en een mooi filmpje van Martine over onze oversteek.

Geniet-moment voor pelgrims
We klimmen vanuit de beekvallei omhoog, en moeten dan een eindje langs de asfaltweg vanuit Riolobos lopen. Daarna gaan we over een eindje Romeinse weg stevig klimmend heuvelopwaarts.  
Op de top vinden we een wegwijzerkubus, waarop Durkje en Martine plaatsnemen, want hier willen we onze koffie-lunchpauze nemen. Het is nu 11:45 uur, dus we zijn nu zo’n vier uren zonder te pauzeren onderweg, dus dan hebben we een pauze zo langzamerhand ook wel verdiend.
We genieten van een heerlijke rustpauze, met zelf gemaakte oploskoffie, met de heerlijke bocadillo’s van de bar van Grimaldo, en zowaar nu al een schitterend uitzicht over Galisteo in de verte, en bovendien heerlijk in de zon op deze prachtige zondag op de camino. Dit zijn bij uitstek de geniet-momenten van het pelgrimeren.
 
Boerenlandpaden
Na deze pauze gaan we verder langs een boerderij die hoog op een heuvel staat, met onderaan de heuvel in het dalletje een behoorlijk waterbekken. Dan begrijp je heel goed waarom deze boerderij hier staat: er is water in het bekken.
Iets verderop passeren we een aantal grazende schapen van deze boerderij.
En nog een eindje verder zien we links in de verte een lange – waarschijnlijk middeleeuwse – brug door het dal lopen.
We moeten volgens de routekaart nu nog vier riviertjes passeren, en de eerste ervan blijkt een gekanaliseerd afvoerkanaal te zijn.
Dan volgt een mooi karrenspoor door akkers en weilanden, en zien we rechts van het pad een oud landbouwvoertuig staan, van waaruit de planten al hoog opschieten.
We komen ook langs het karkas van een koe, die al heel lang geleden dood is gegaan. Het is al de tweede keer vandaag dat we zo’n karkas passeren. Kennelijk laten de Spaanse boeren zo’n dode koe gewoon liggen.
We steken weer een rivier over, met de brug die hier over de Arroyo de las Monjas ligt.

Met Martine klimmen en dalen naar Galisteo
Om 13:00 uur halen we Martine weer in op de plek waar de splitsing is van de reguliere route naar Galisteo en de variant richting San Gil. Nog een half uur te gaan.
Wij gaan het halfverharde karrenspoor richting Galisteo op.
Daar wacht ons een hele steile en lange klim heuvelopwaarts.
Maar het aangename resultaat daarvan is dat we nu een prachtig uitzicht krijgen over de stad Galisteo, bestaande uit een oude burcht met enorme burchtmuren, en er omheen gedrapeerd allemaal woningen van later datum; wel indrukwekkend mooi om te zien.
En dan volgt nu de afdaling richting Galisteo.
Om 13:30 uur wandelen we met zijn drieën de stad Galisteo binnen.

Overnachten in La Pensión del Posada in de burchtstad Galisteo
We lopen onder langs de burcht naar ons overnachtingsadres voor de komende nacht. Daarbij ontmoeten we verderop de Chinese pelgrim Robert, die vanuit een hele andere richting Galisteo komt binnenlopen. Bij navraag vertelt Robert dat hij een andere route heeft genomen, namelijk via doorgaande geasfalteerde verkeerswegen, want – dat hadden wij gisteravond tijdens ons avondeten al van hem ingeschat – hij wilde de spannende doortocht door de beek Arroyo Boquerón vermijden. Hij loopt nu met ons mee.
We moeten in Galisteo nog een klim maken, en dat doen we dus met zijn vieren.
Dan arriveren we om 13:35 uur bij La Pensión del Parador, waar Durkje en ik en ook Martine en ook de Franse pelgrim Michel gaan overnachten.
Robert vertelt dat hij naar de andere overnachtingsaccommodatie in het stadje gaat, dus we nemen voor vandaag afscheid van hem. Wellicht dat we hem vanavond bij het avondeten nog ontmoeten.
Dan checken we met zijn drieën in in het pension, en installeren we ons in onze twee kamers naast elkaar in dit pension.
We kunnen douchen, de was doen, die op een wasrek vóór het pension op straat in de zon hangt te drogen. Onze natte wandelschoenen staan de hele middag in de vensterbank van onze pensionkamer in de zon, en we hebben volop tijd voor onze fotoverwerking en voor de dagelijkse verslaglegging voor Polarsteps en Blogspot. 
Vanavond blijven we na een stadswandeling in de binnenstad voor het avondeten in één van de twee geopende restaurants.
Einde van een ware pelgrimsdag, van veel belevenissen, volop gezelligheid van andere pelgrims, mooi weer en prachtige foto’s en verhalen.

Geen opmerkingen: