zaterdag 17 februari 2024

Dwarsliggers in Appelscha

Zaterdag 17 februari 2024
 
Lezing van Marianne Kootstra in Tresoar te Leeuwarden

















Verrassende familieverhalen
  • Honderd jaar geschiedenis van een rood veendorp.
  • Vijf generaties dwarsliggers, die opkwamen voor hun rechten.
  • Veertig verrassende familieverhalen. 
Eén dorp en één familie, maar exemplarisch voor een eeuw geschiedenis van arbeidersfamilies, die zich proberen te ontworstelen aan hun armoedige bestaan. 
Marianne Kootstra interviewde de oudste generatie van haar familie - tachtig en negentig plus - en deed uitgebreid archiefonderzoek. De stamboom van één tak van haar familie bleek terug te voeren tot in 1629. 
Door persoonlijke anekdotes over veenstakers, vrouwenstrijd, verzet tegen militarisme en tegen drankmisbruik gaat de geschiedenis leven. 
Je leeft mee met de onverzettelijke stakingsleider Roel Jacobs, de drankbestrijdster en Domela-fan Baukje, met de dromen van de mooie Sara, en met dienstweigeraar Jaap. 

Lezing over de dwarsliggers van Appelscha
Vanmiddag verzorgt Marianne Kootstra een lezing voor de afdeling Friesland van de Nederlandse Genealogische Vereniging in Tresoar te Leeuwarden, waarin haar bovengenoemde ontdekkingstocht uitgebreid voorbij komt. Deze lezing ondersteunt ze met beeldmateriaal van archief- en familiefoto’s.
Spreekster-schrijfster Marianne Kootstra (1958) groeide op in Appelscha. Ze studeerde sociologie in Groningen.
Verhalen vertellen is het allerliefste wat ze doet. Als kind stuurde ze verhaaltjes in voor de Friese Koerier, en was het haar droom om een echte schrijfster te worden. Met het uitkomen van haar boek ‘Dwarsliggers in Appelscha’ kwam die kinderdroom uit.

Historisch familie-onderzoek
Marianne Kootstra begint te vertellen over het feit dat familieverhalen doorgaans van generatie op generatie worden doorgegeven. Dat was voor haar de aanleiding om al die familieverhalen op schrift te stellen, wat uiteindelijk geleid heeft tot haar boek.
Als je de familieverhalen opvraagt bij je familieleden, blijkt dat je heel verschillende verhaalversies krijgt te horen. Zij heeft geprobeerd om de waarheid van die verhalen te achterhalen, om dat wat het meest waarschijnlijk is, op te schrijven. 
Ze heeft in het kader van haar historisch onderzoek allerlei interviews gehouden, met name onder de broer en de neven en nichten van haar vader, die vaak al in de negentig waren. 
Informatie over de eerste generaties moet je meestal al uit archieven halen. Verder doe je stamboomonderzoek. Kranten, tijdschriften, dagboeken, aantekenboekjes en familiefoto’s werden geraadpleegd.
Haar focus lag daarbij op de honderd jaren van 1880-1980, op 5 generaties, en op 40 familieverhalen.
Domela Nieuwenhuis (1846-1919) had ook in haar familie een rol gespeeld. Door de generaties heen zijn daar verhalen over doorverteld. Het zijn na zoveel generaties nog steeds verhalen van respect en bewondering. Domela had iets tegen op het Kapitaal, op de Kerk, op de Kroeg (vanwege alcoholmisbruik), op de Koning(het koningshuis) en op de Kazerne (militarisme). Marianne noemt dat de 5K’s.
Mariannes grootvader kocht een stuk land aan de rand van het Fochteloërveen, om daar in het veen te gaan werken. 
Aan de hand van verhalen vertelt ze vandaag indirect over de familiemoraal van haar familie.

Betovergrootvader Roel Jacobs de Jong (1841-1918)
  • Roel Jacobs was in 1878 de eerste van de familie die naar Appelscha trok, toen eigenlijk de beste tijd in het veen al voorbij was. Mensen hadden het er toen slecht. De lonen waren al omlaag gegaan.
  • De eerste staking in het veen kwam hier in 1880. Een grote aanhang deed mee, maar het lukte de veenarbeiders om dat rustig en netjes te houden. Het ging er overigens wel hard aan toe, want soldaten kwamen, stakingsbrekers kwamen ook, maar die hielden al snel op met het verzet tegen de staking. Deze staking heeft vier dagen geduurd, en werd een groot succes. Roel deed hier ook aan mee. Hij werd secretaris van de Sociaal Democratische Bond. Hij beheerde de strijdpenningen voor het zogenoemde ‘Recht voor allen’, om daarmee de zwakken te ondersteunen.
  • Beroemd werd het zogenoemde Hongerproces in Appelscha in 1893. Dat was in een strenge winter. Mensen hadden honger, hadden het koud. Veenarbeiders kwamen bij het armenbestuur, kregen geen brood, maar eisten het toen wel op. Ze kregen niets, en het arbeidersbestuur vroeg het daarom daarna dringend(er) aan het armenbestuur, en met succes. Veldwachters pakten toen echter de drie vertegenwoordigers van de arbeiders op, die werden voorgeleid aan de rechtbank, in het zogenoemde Hongerproces. Deze mannen zijn veroordeeld, en hun vrouwen/gezinnen werden uitgesloten van de armenzorg.
Kerkbelasting leidt tot demonstratie
In 1906 vond er een demonstratieve uitschrijving (uittocht) plaats uit het kerkgenootschap van Appelscha. Het kerkbestuur wilde namelijk kerkbelasting heffen, ook voor de arbeiders. Ondertussen was het al een tijd van veel misstanden. De arme arbeiders wilden en konden die kerkbelasting niet betalen, waarna een deurwaarder bij hen langskwam. Ze hielden echter voet bij stuk en betaalden niet, en zeiden dat ze om deze reden uit de kerk zouden stappen. Het kerkbestuur gaf aan dat ze zich dan allemaal maar persoonlijk moesten afmelden, denkend dat ze dat niet durfden te doen. Resultaat was dat meer dan honderd protesterende arbeiders zich inderdaad lieten uitschrijven uit de kerk. Deze uitschrijving kreeg het karakter van een demonstratie, want ja: zo'n honderd mannen in een lange rij vóór de kerk van Appelscha. Ook Roel Jacobs schreef zich uit. Dit is één van de oorzaken dat Mariannes familie streng-atheïstisch werd en bleef.

Overgrootmoeder Baukje Pool (1870-1952)
  • Baukje Pool was een hele strenge, rechtlijnige vrouw; niet aardig, niet gezellig, en te druk met van alles.
  • Ze had een hele sterke overtuiging en kwam daar voor op. Dat had vooral te maken met haar kracht.
  • Marianne is trots op haar, want Baukje deed als twintigjarige al mee aan de vrouwenstaking ten behoeve van gelijk loon voor gelijk werk. De veenbazen gingen tijdens die vrouwenstaking thuis langs de mannen, om hen op te roepen om hun eigen vrouwen weer aan het werk te sturen. Maar ook de mannen gingen toen staken. In vakbondsverband spraken ze af door te gaan tot het bittere einde. Maar dat duurde slechts drie weken, want toen gaven ze het op, en gingen ze weer aan het werk. Toch hebben de werkgevers een jaar later de lonen wel omhoog gebracht, dus kennelijk werd met deze staking wel iets bereikt.
  • De veenarbeiders organiseerden in de winter eens een demonstratieve schaatstocht tussen Oosterwolde en Appelscha, vlak vóór de luxe woningen van de veenbazen langs. Ze riepen in het voorbij schaatsen leuzen, zongen liederen, hadden rode vlaggen en banieren, hetgeen toch wel afschrikwekkend moet zijn geweest voor de aanwonende veenbazen.
  • Ook was er eens een optocht van de vrouwen, zingend onderweg naar het gemeentehuis, om te protesteren tegen de misstanden van die tijd.
  • Baukje was ook geheelonthoudster, en lid van de Blauwe Knoop, fel tegen alcohol. Er wordt beweerd dat drie van haar broers waren gestorven aan alcoholmisbruik. Baukje ging bij de deuren langs om de veenarbeiders op te roepen te stoppen met alcoholmisbruik, met als doel: drankonthouding. Daarbij nam ze overigens bij die huisbezoeken ook de boodschap van geboortebeperking mee.
Terug tot 1629
Door stamboomonderzoek kon Marianne bij Baukje haar familie terug gaan tot wel 1629, in Tsjechië, waar ze uitkwam bij Bartholomeus Dopckewitz, die waarschijnlijk door de godsdienstoorlog van die tijd het land uit is gevlucht, en die later studeerde aan de Lutherse Universiteit van Franeker. 
Diens zoon was chirurgijn in Beetsterzwaag. 
Diens zoon was veenbaas, die achtereenvolgens vier vrouwen had. 
Diens zoon was veenbaas.
Diens zoon werd van schipper later arbeider. 
Diens zoon was arbeider, die naar Appelscha trok. 
Diens zoon was veenarbeider in Appelscha.
En dan: diens dochter was de hierboven genoemde Baukje Pool.
Marianne ontdekte dat de ene helft van deze familie de oorspronkelijke naam behield, en dat een ander deel van deze familie op zeker moment de naam Pool aannam. 

Grootmoeder Sara de Jong (1902-1989)
  • Oma wilde bij een inzamelingsactie voor het koningshuis geen cent geven voor het koningshuis: het koningshuis kostte veel te veel geld, ze hadden geen verstand van zaken, en ze waren ook niet gekozen, dus, Mariannes grootmoeder was heel kritisch op het koningshuis. 
  • Jongens gingen in die tijd doorgaans naar de ambachtsschool, en de meisjes bleven arm als dienstertje in het veengebied. Dienstertjes in de Randstad verdienden meer, dus Sara - ambitieus als ze was - werd dienstertje in Haarlem. Ze werd daar verliefd op Oebele Koonstra. Die was stoer, sterk, een grapjas, en zat bovendien in het wielrijdersbataljon als een toch wel wat dwarse dienstplichtige. Oebele ging er vandoor uit dienst, met alle gevolg van dien. Na militaire dienst trouwde Sara met Oebele, maar dat bleek geen ideaal huwelijk. 
Vader Jaap Kootstra (1927-2016)
  • Jaap moest na de Tweede Wereldoorlog in dienst, maar dat wilde hij niet. Hij moest zich wel melden, en heeft toen zijn standpunt tegen militaire dienst verdedigd. Zijn ideeën heeft hij voorgelegd aan de keuringsafdeling, met als gevolg dat hij werd afgekeurd voor militaire dienstplicht.
  • De jongens van zijn leeftijd gingen toen naar Indië om daar te vechten, maar dat wilde Jaap al helemaal niet.
  • Marianne heeft veel rechtlijnige types in haar familie, maar Jaap was daarentegen wel heel tolerant. Jaap gaf aan dat je moest staan voor je overtuiging, en dat je daarvan dan ook de gevolgen moet accepteren.
  • Toen Jaap van school ging, is hij eerst boer geweest, heeft later een beroepsopleiding gedaan, en toen werd hij beroepskracht (welzijnswerker) in de zorg. 
  • Onderwijs werd in die tijd wel belangrijk geacht, maar men (bijvoorbeeld de ouders) wist in die tijd niet zo goed hoe je onderwijsgaande kinderen moest begeleiden (met name als het met de kinderen niet goed ging op school; dan moesten ze maar het werk, zo werd gedacht).
  • Sommige andere familieleden weigerden dienst als dienstplichtige, of voor Indië, of als totaalweigeraar, en die kregen - in tegenstelling tot Jaap - daarom allen gevangenisstraf.
  • Jaap was aanvankelijk trouw lid van de coöperatieve Boerenleenbank (later Rabobank). De banken vonden in die tijd echter dat te kleine boerenbedrijven moesten stoppen, dus de bank verstrekte die kleine boeren geen lening. Maar toen Jaap geen lening kreeg voor een grote tractor, en toen hij zich - tot zijn grote verbazing - later moest gaan legitimeren bij ‘zijn eigen’ bank, èn toen hij later geen kleine, tijdelijke lening kreeg, was de maat voor hem vol, en ging Jaap zijn banksaldo in baar geld zelf afhalen bij de Rabo, en bracht dat als dissident bankverenigingslid onmiddellijk naar een andere bank, in Oldeberkoop.
Marianne Kootstra (1958)
Na de pauze vertelt Marianne over zichzelf dat ze een links hart heeft, en een dwarskop is, dus een dwarsligger met principes, die vanuit overtuiging iets doet of laat.
Ze heeft - in tegenstelling tot haar voorgeslacht - veel kansen op school gehad, om op haar eigen nivo onderwijs te volgen. 
Verder - vertelt Marianne - is ze opgegroeid met:
  • Zelfbewustzijn;
  • Verantwoordelijkheidsgevoel;
  • Een sociaal geweten;
  • En is ze maatschappelijk actief.
Voorts voegt ze - in aanvulling op de 5K's van haar voorgeslacht - graag de zesde K van Klimaat toe.
  • Na de brugklas wilde Marianne wel naar het gymnasium in Assen, ondanks dat ze – volgens de conrector - uit een ander milieu kwam. Dat ze daar eigenlijk niet welkom was, was voor haar de doorslaggevende reden om er dan juist wel naar toe te gaan. Ze merkte daar dat ze inderdaad maar heel gewoontjes was qua cijfers, en deed erg haar best, met als gevolg dat ze zich er na een jaar toch tussen had gewurmd. Ze had echter geen interesse voor Latijn en Grieks, en in groep 5 heeft ze uiteindelijk toch de overstap naar het atheneum (zonder Latijn en Grieks) gedaan, wat ze ook in Oosterwolde wel had kunnen doen.   
  • Als twintigjarige werd Marianne in Groningen actief in de werkgroep Zuid-Afrika en bij de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). In 1978 heeft ze een toespraak gehouden voor de PSP. 
  • Over haar K van klimaat: als je ergens iets van vindt, moet je er ook maar iets voor doen, vindt ze. Marianne en haar echtgenoot hebben inmiddels de auto weggedaan, wat een leuk avontuur blijkt te zijn, alhoewel ze nu vanuit de stad Groningen vrij gemakkelijk kan reizen. Ze eet vegetarisch en gaat elke eerste maandag van de maand om 12:00 uur als activiste samen met anderen voor dood neervallen op de Vismarkt in Groningen, om te protesteren, om mensen te laten weten dat er echt iets moet gebeuren. Dan ligt ze dus letterlijk dwars - als dwarsligger - op straat.
Ontdekkingen uit Marianne haar historisch onderzoek
  1. Marianne vertelt dat ze met de verhalen van haar vijf familiegeneraties een geschiedenis boven tafel gekregen, die representatief is voor het hele veengebied.
  2. De stamboom van Baukje Pool was ook een mooie ontdekking.
  3. Van het huis waarin ze geboren is, ontdekte ze later pas dat daarin vijf generaties (vanaf Roel Jacobs de Jong, vanuit De Hemrik) van haar familie hebben gewoond. De aankoop van dit huis betekende het begin van de opbouw in de familie; in de schuur konden ze bijvoorbeeld een paar koeien houden.
Dit is wat Marianne haar zoektocht - naar eigen zeggen - heeft opgeleverd:
  • Ze verkreeg inzicht in haar eigen familiegeschiedenis.
  • Ze kreeg hernieuwd contact met haar familie (met heel veel nieuwe familieverhalen van dien). En bovendien herkent ze bij al die familieleden hetzelfde: ze zijn trots op hun afkomst, ze zijn zelfbewust en ze hebben een links hart.
  • Ze verkreeg inzicht in de succesfactoren voor vooruitgang (deels heeft dat ook wel met geluk te maken, maar ook met ondernemingszin, en haar voorgeslacht waagde tenminste iets, waarmee ze ook wel eens iets extra’s kreeg, door de generaties heen). En natuurlijk is ook onderwijs een belangrijke succesfactor geweest. Verder heeft ook de tijdgeest wel iets gedaan, want iedereen kreeg het beter, waarop haar familie meevoer. Ook solidariteit, samen opstaan voor je idealen was van belang, evenals dat je elkaar hielp als familie.  
  • Napret (daarbij behoren bijvoorbeeld ook lezingen, zoals hier vandaag).

Geen opmerkingen: