zondag 18 april 2021

Op hoge hakken naar Santiago

Zaterdag 17 april 2021

Zes weken verdieping
Cover van 'Op hoge hakken naar Santiago'
Pelgrim-auteur Cathelijne Paulus van Pauwvliet woont in Amsterdam en is makelaar. Deze succesvolle dertigjarige wil verdieping in haar overvolle leven. 
Ze gaat in haar eentje op pelgrimstocht naar Santiago de Compostela: een route van 900 kilometer, te voet door de weidse natuur van Oost- naar West-Spanje. Haar tocht verandert langzaam van een slopende onderneming in een spirituele reis ... met ook de nodige doses hartstocht! 
Pelgrim Cathelijne maakt je als lezer deelgenoot van alle facetten van haar reis. Want wat stop je eigenlijk in een rugzak die maar vijfeneenhalve kilo mag wegen? 
Ze beschrijft de plaatsen en dorpjes die ze passeert, de stress die het dagelijks regelen van een slaapplaats met zich meebrengt, de snurkers op de slaapzalen, de pijn en het afzien tijdens het wandelen. Maar natuurlijk zijn er ook de bijzondere ontmoetingen met medepelgrims en het louterende effect dat wandelen op haar heeft. Het wordt een spannende tocht en de afloop blijft lang onzeker. 
Terug in Amsterdam moet ze haar draai weer zien te vinden, na een nomadenbestaan in Spanje van ruim zes weken. 
Deze jonge vrouw beleeft een periode waarin ze zichzelf echt leert kennen, en ze laat de lezer meekijken. 

Bang voor het onbekende
Cathelijne Paulus van Pauwvliet gaf haar reisverslag de titel: 'Op hoge hakken naar Santiago' (2011). Haar Italiaanse medepelgrim Mouro maakte van Cathelijne de foto die op de cover van haar boek staat.
Haar boek begint ze met enkele inleidende hoofdstukken, waarin ze onder andere beschrijft wat de aanleiding is geweest voor haar pelgrimstocht, en wat er qua voorbereiding allemaal aan vooraf is gegaan.
  • Waarom ben ik niet rustig thuisgebleven?
  • Ik was zoekende in die tijd.
  • Ik was nog niet klaar om de tocht alleen af te leggen.
  • Ik wilde veilig en afgeschermd in de bewoonde stadswereld zitten.
  • Ik bleef mij een vreemde eend in de bijt voelen.
  • Ik leerde Spaans.
  • We waren allemaal buitenlanders in Spanje, ver weg van huis.
  • Waarom hebben mensen toch zo'n behoefte om onderscheid te maken?
  • Opeens was ik uitgesproken en passioneel.
  • Om dan te blijven staan en het juiste pad te bewandelen ... dat was een ware uitdaging.
  • Er klopte toch iets niet. Ik was niet echt gelukkig.
  • Ik was altijd meer bezig geweest met de buitenkant.
  • De binnenkant was voor mij een relatief onbekende, of laten we zeggen tot dan toe onbewuste wereld.
  • Mijn motivatie raakte na verloop van tijd ver te zoeken.
  • Ik zou de Camino gaan lopen.
  • Het was de juiste tijd, het juiste moment. De aangewezen manier om mezelf eens helemaal te zien zoals ik was.
  • Waar zou ik beginnen en vooral, hoe zou ik lopen.
  • Er is geen startdatum of iets dergelijks. De dag die jij kiest, is goed. Het startpunt van de pelgrimstocht is eveneens een eigen keus; elk vertrekpunt is een goed begin.
  • Ik was niet bepaald een geoefende wandelaar en al helemaal niet met bagage.
  • Ik wilde mijn aandacht op iets anders richten. Op bewust bekijken.
  • Ik wilde het moment daar juist meemaken en in me opnemen.
Cathelijne op de Camino Franchés
  • Hier gaat het beginnen. Ik loop mijn bergen tegemoet. Wat zal ik tegenkomen? Zal ik het redden? Voorwaarts, mijn toekomst tegemoet.
  • Een machtig, ontroerend moment.
  • Ik stel mijn idee van die ochtend radicaal bij en overtuig mezelf ervan dat ik niet per se alleen hoef te wandelen.
  • Ik kan ook gewoon doen waar ik zin in heb.
  • Ik wil deze tocht op mijn gevoel lopen, doen wat goed voelt en allesbehalve vasthouden aan een zogenaamde planning.
  • Deze tocht is een tocht die ik voor mezelf loop.
  • De pijn wordt steeds erger.
  • Om na de denken. Om stil te zijn. Om te genieten. Ik hoef niet daadwerkelijk alleen te lopen om op momenten alleen te zijn.
  • Pelgrims beginnen elkaar te herkennen en lijken blij te zijn elkaar na trajecten terug te zien. Wat is dat fijn, dat samenzijn met pelgrims!
  • Ik ben kapot.
  • Ook ben ik bang. Bang om de anderen kwijt te raken.
  • De verbondenheid groeit.
  • Een bijzonder vrijgevige gift, gezien de noodzaak van energie, en dus voedsel, op elk moment.
  • Aan morgen denken, doet niemand.
  • Alcohol vloeit rijkelijk onder de pelgrims.
  • Ik word emotioneel.
  • Een oude angst: ik ben alleen.
  • Opeens voelde ik rust. Rust om dingen los te laten.
  • Ik houd hiervan, van deze momenten van stilte en bezinning. Het zijn momenten die me kracht geven om verder te gaan.
  • De mis geeft me ruimte om te luisteren naar mezelf.
  • Mijn lichaam kan niet meer, ik heb overal pijn.
  • Iets wat wel meer pelgrims doen: zij leggen hun pelgrimstocht in delen af en starten het volgende deel waar zij het vorige deel geëindigd zijn.
  • Er hangt een bijzondere sfeer, er wordt veel geproost en er zijn tranen. Voor dat wat is geweest en voor dat wat komen gaat. Voor dat wat deze pelgrimstocht is.
  • We zijn allemaal moe, maar we gaan door.
  • Zingen is fijn als je pelgrim bent.
  • Het belang om de tocht af te maken, is ongemerkt steeds groter geworden. Stoppen voelt als onafgemaakt geheel.
  • Ik bedenk me dat ik ontzettend ben gaan houden van alles wat deze pelgrimstocht is.
  • Ik ben bang voor het ooit naderende einde van deze bijzondere tocht.
  • Ik dwing mezelf alleen aan de dag van vandaag te denken. Morgen is iets anders.
  • Een pelgrimstocht gaat niet om het alleen maar lopen door prachtige natuur, maar gaat ook door de minder charmante delen.
  • Het is moeilijk om samen met iemand anders te lopen, zeker met iemand die je al kent. Samenlopen betekent de bereidheid om je op ieder moment aan te passen en dat is zwaar tijdens een tocht die al het uiterste van jezelf vergt.
  • Verdwalen is het laatste waar je zin in hebt als je nog een volle dag lopen te wachten staat.
  • Het is bijzonder dat ik hier mijn verjaardag mag vieren.
  • Ik zie hoe mooi ik ben als ik echt, helemaal en geheel mezelf ben. Deze pelgrimstocht, dat ben ik.
  • Het enige waar ik op gericht ben, is het hier en nu.
  • Een mens kan zoveel meer dan hij denkt dat hij kan.
  • Als iets niet te veranderen is, pieker er dan niet langer over en zet de teleurstelling van je af.
  • Het moet toch mogelijk zijn om naast jezelf ook voor een ander te zorgen tijdens deze tocht?
  • Ik wil helemaal geen 'schedule' hebben tijdens deze tocht. Dat past niet bij een pelgrimstocht. Dat is het slechtste wat je kan doen tijdens je pelgrimstocht. Het verpest de onbevangen ervaring  van alles wat de tocht je hier op dit moment te bieden heeft.
  • Ik wil niet alleen maar vooruit kijken. Op die manier mis je zo veel werkelijks naast je.
  • Je hoeft niemand te overtuigen.
  • Een pelgrimstocht gaat over iets anders dan een planning.
  • Ondanks het minimale aantal uren slaap per nacht en de behoorlijke fysieke inspanning overdag, lijkt de tocht me een onuitputtelijke dosis energie te geven.
  • Een pelgrimstocht gaat niet over het eindigen in Santiago, maar over alles wat daaraan voorafgaat. Het daadwerkelijke eindpunt of doel van een pelgrimstocht bepaalt iedereen voor zichzelf. Iedereen kiest zijn eigen Santiago.
  • Dat ik al zoveel dagen 24 uur per dag in dichte nabijheid met iemand samen kan zijn, zie ik als een bijzonder iets.
  • We kennen onze grenzen blijkbaar niet altijd.
  • Ik weet inmiddels dat dingen naast èn met elkaar kunnen blijven bestaan.
  • Ik voel hoe mijn lichaam mij naar Santiago toebrengt.
  • Tijdens deze pelgrimstocht doe ik alles van binnenuit. Ik voel. Ik bepaal. Ik maak op basis daarvan mijn keuze.
  • De magie is weg.
  • Hiermee is een bijzonder punt op onze camino bereikt: we zijn compleet.
  • Het afleggen van de pelgrimstocht is voor veel Zuid-Amerikanen een vanzelfsprekend onderdeel van hun leven.
  • Iedereen is oprecht en ontroerd door wat de pelgrimstocht hem tot dusver heeft gebracht.
  • Als ik in staat ben mezelf naar Santiago te brengen, dan kan ik alles.
  • De pelgrimstocht is in staat om ieder een zeer heldere spiegel van zijn eigen werkelijkheid voor te houden.
  • Teruglopen is bij uitstek waar je geen zin in hebt als je op weg bent naar Santiago.
  • Ik vind het prettig om voor iemand te zorgen en mijn verantwoordelijkheid te nemen.
  • Ieder loopt zijn eigen pelgrimstocht.
  • De stad (Santiago de Compostela) ligt vóór ons. We lopen de stad uiteindelijk langzaam binnen. Dit gevoel is zo gek! Zo groot. Zo machtig. Zo niet te bevatten. Ik weet niet waar ik het moet zoeken. Ik weet niet wat ik moet denken.
  • Om de paar meter kom ik andere oude bekenden tegen.
  • Ik heb zeker geen bewijs nodig om te weten wat ik gevoeld heb tijdens de tocht - dat bewijs draag ik in me,
  • Deze mis (na aankomst in de kathedraal van Santiago de Compostela) is de kroon op mijn werk.
  • Een terugkeer naar het normale leven onmiddellijk na het bereiken van Santiago voelde niet prettig, niet kloppend. De overstap zou te groot zijn. De weg naar Finisterre zou ik goed kunnen gebruiken om rustig uit te wandelen.
  • De zonsondergang op Fago - de kaap van Finisterre - zal het moment zijn waarop onze pelgrimstocht officieel zal eindigen.
  • Het mooiste heb ik bij me en zal altijd bij me blijven: mezelf.
  • Ik kan moeilijk mijn hele leven lang een pelgrimstocht blijven lopen.
  • Wat kunnen mensen elkaar een blijdschap, genot en liefde schenken.

Nu liep ik naar Santiago. 
Een indrukwekkende tocht 
met een bijzondere invloed op mijn leven.

Geen opmerkingen: