woensdag 17 juni 2020

Je keek te ver

Dinsdag 16 juni 2020
Cover van 'Je keek te ver'

Een wandeling

Marjoleine de Vos (1957) is redactrice kunst en columniste bij NRC Handelsblad, en tevens dichteres en essayiste. Ze schrijft over kunst, literatuur en koken, en heeft een tweewekelijkse column op de opiniepagina.
Ze wandelt elke dag een rondje vanuit haar huis in het Noord-Groningse dorp Zeerijp. Onder een strakblauwe hemel, een grijs wolkendek of genadeloze regen. Ze zijn er altijd: de akkers in bloei of kaal, de kraaien, de bomen in alle stadia van blad of niet blad, het oude dorpskerkje van Eenum. soms uien op het land, soms dollende hazen – en alles is altijd hetzelfde, en toch ook altijd weer anders.

Dat wat je zoekt, is hier
Wat is het toch dat je zo kunt verlangen naar wandelen, vraagt De Vos zich af. Ze denkt na over het verschil tussen stad en platteland, over de plek van cultuurlandschap in Nederland, over de kunst van het verliezen, en over landschapsleescursussen. En ook over hoe het hoofd zich verhoudt tot het lichaam: immers, vaak zijn gedachten maar al te druk bezig, alsof je helemaal niet door een landschap loopt, maar uitsluitend door je eigen bange, drukke hoofd.
Kijk om je heen, moet je dan tegen jezelf zeggen.
Kijk niet de tijd in, maar kijk over het land.
Je keek te ver. Dat wat je zoekt, is hier.
Over dergelijke zaken publiceerde Marjolein de Vos in april 2020 een boekje, dat ze de titel 'Je keek te ver' gaf, met als subtitel: 'Een wandeling'.

Lees maar. Wij hebben bestaan

  • Het kan lang duren voor je weet wat je ziet. Het kan zelfs lang duren voor je weet dat er iets te zien is. Zo gaat het met landschappen ook.
  • Natuur is in Nederland gaan betekenen.
  • Aan in cultuur gebracht landschap heeft niemand veel boodschap.
  • Het is voor de meesten van ons onmogelijk geworden een landschap te lezen.
  • Soms denk je alleen maar eenvoudige onnozele gedachten als je wandelt, en dat is precies wat het wandelen zo prettig maakt.
  • Ook op het Groninger Hogeland zijn percelen vergroot en kronkelende waterlopen rechtgetrokken, maar op allerlei plaatsen is er toch nog iets gebleven.
  • Op de Noord-Nederlandse slibwallen ontstonden vestigingen.
  • Over de spectaculaire hoogteverschillen van Groninger wierden (terpen): Niks vlak.
  • Zien moet je leren.
  • Je moet de sporen van het middeleeuwse Groningen leren herkennen, anders zijn er eenvoudigweg geen sporen.
  • Misschien zouden we op de basisschool ook nog een ander soort leesles moeten krijgen: landschapsleesles.
  • Het verleden kun je niet bevatten.
  • Wie het landschap niet leest, die ziet niets wat in stand gehouden moet worden.
  • Het is fijn om iets te weten, zodat het oude landschap enigszins te lezen blijft.

The art of losing

  • Je hoofd is tijdens de wandeling niet steeds de baas.
  • Gemis is niet dat er niemand is tegen wie je iets kunt zeggen, maar dat je niet langer door een specifieke ene begrepen kunt worden zoals je het liefst begrepen wilt worden.
  • Je bestaat minder als iemand die je heel nabij was, gestorven is.
  • Elke kerk is zijn eigen schatkaart: overal aanwijzingen voor wat er is geweest.

Het echte leven

  • Pas als je hardnekkig blijft kijken naar steeds maar hetzelfde, doe je ontdekkingen, dan zie je gebeurtenissen in kleine veranderingen.
  • Groningen? Wat moet ik dáár nu?
  • Het zou ook vreselijk zijn als de vooruitgang geen kansen kreeg.
  • Platteland is vooral een heel ander gevoel dan stad. Een andere beleving.
  • Als wij op het platteland stadsbewoners uitzwaaien, blijven we achter, niet in de echte wereld, maar in het echte leven.

Het leven op aarde

  • Alles is echt heel anders dan vroeger.
  • Voor het verwerken van pijnlijke dingen moeten ze steeds weer herhaald worden, vaak tot in veel details ook nog. Om er greep op te krijgen.
  • In ieders persoonlijk leven veranderen gevoelens wel.
  • We leven nu wel, bij voorkeur volop.
  • Het leven op aarde: Niet te bevatten.
  • Hoe ver vooruit in de toekomstige generaties de werken der mensen ook stralen, er moeten wel mensen zijn.
  • Barbaren interesseren zich zelf totaal niet voor zoiets als geschiedenis.
  • Als iemand vergeten is wat je samen hebt meegemaakt, voelt dat alsof je het net zo goed niet zou kunnen hebben meegemaakt. Iemand die niet meer kan onthouden, door een hersenbeschadiging, en steeds maar weer in het heden leeft, is tragisch ook bijna onverdraaglijk.
  • We hebben bespottelijk veel tijdsbesef - veel meer dan nodig.
  • Als we iets gedaan hebben gekregen, mag dat van ons weer niet verloren gaan. Niets uit ons leven mag eigenlijk verloren gaan.
  • Al die sporen. Het terugvinden van wat er was, geeft een gevoel van rijkdom, diepte, betekenis.
  • Over rouw: Als er iemand weg is, of een manier van leven weg is, dan moet je de inrichting van je hoofd en hart aanpassen.
  • Je kunt ook niet leven alleen maar voor 'later', voor je eigen geschiedenisboek.

Geen sprietje mag ik behouden

  • Taal is niet wat je zintuigen waarnemen.
  • Soms kun je met z'n tweeën ergens zijn en weten dat je hetzelfde ondergaat - ieder op eigen manier uiteraard.
  • Over een foto: De zintuiglijke harmonie ontbreekt en die moet, blijkbaar, de basis zijn.
  • Het noorden van Nederland ligt er zo allervriendelijkst bij met zijn rode bakstenen dorpen, zijn zadeldaktorens die hoog over het land uitkijken.

Dat er niets te begrijpen valt

  • De vraag is natuurlijk: Hoe moeten we leven?
  • Het gaat erom voldoening te hebben in wat je doet en in harmonie te leven met je omgeving.
  • We moeten niet teveel denken, niet te veel moeten zoeken naar zoiets als betekenis. De dingen laten zoals ze zijn. Er niet van alles bij halen.
  • Bestaan is heel vreemd, onberekenbaar, geweldig en verschrikkelijk.
  • Er is die sensatie, bij het lopen over het land, van volheid; van schoonheid vaak.
  • Buiten lopen geeft je de sensatie te bestaan.
  • Wat is het toch dat je zo kunt verlángen naar wandelen. Wat verlang je dan?
  • Wandelen bevrijdt je uiteindelijk van jezelf.
  • Ook vermoeidheid kan een vorm van geluk zijn, lichamelijke vermoeidheid en dan de rust daarna.
  • En zolang je op doortocht bent, niet aangekomen, zonder haast, zo lang is het leven eigenlijk altijd wel uit te houden.

Geen opmerkingen: