Presentatie van Ellen Hilhorst over DAS |
Werkveldperspectief
De rol van het werkveld is in het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) traditioneel sterk, vanwege de stages, gastdocentschappen, werkveldcommissies, opstellen van landelijke beroeps- en opleidingsprofielen, et cetera. De veranderingen in het werkveld en op de arbeidsmarkt krijgen zo hun doorwerking in de opleiding. Niet alleen de werkveldontwikkelingen, ook moderne onderwijsvisies en didactische werkwijzen leiden tot veranderingen in de samenwerking. We belichten vandaag de betrokkenheid van werkveld en alumni vanuit verschillende perspectieven.
Structurele landelijke samenwerking tussen werkveld en opleidingen
Uit contact met werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB kreeg het HBO de opleidingen Applied Science aangereikt, als een goed voorbeeld van jarenlange en geïnstitutionaliseerde afstemming om de aansluiting tussen werkveld en opleiding te borgen. Deze opleidingen werken samen in DAS (Domein Applied Science), van waaruit zij een structurele samenwerking met het werkveld kennen.
• Waar richt deze samenwerking zich op?
• Wat levert het op voor de bedrijven en wat voor de opleidingen?
• Wat zijn de trends en hoe speelt DAS daarop in?
Co-creatie in een hybride leeromgeving
Bij de ontwikkeling van hybride leeromgevingen (zoals ateliers, social labs, professionele werkplaatsen, innovatiecentra, e.d.) kun je spreken van co-creatie van hogescholen met maatschappelijke stakeholders. Bij Hanzehogeschool Groningen promoveerde Petra Cremers op onderzoek naar innovatiewerkplaatsen: “Een sociale praktijk waarin partners uit onderzoek, bedrijfsleven, overheden en/of maatschappelijke organisaties samenwerken aan complexe vraagstukken, waarvan de oplossing vraagt om het co-creëren van kennis, op een manier die de grenzen van traditionele structuren, sectoren, disciplines en vormen van leren overstijgt.” De onderzoeksbevindingen resulteerden in zeven ontwerpprincipes.
• Wat zijn de ervaringen met de toepassing van deze ontwerpprincipes?
• Hoe dragen ze bij aan (de borging van) de kwaliteit?
Alumni-informatie en de trends in werkveld en arbeidsmarkt
Resultaten van onderzoek onder alumni (HBO-afgestudeerden) vormen een belangrijke bron van informatie over het werkveld en de arbeidsmarkt. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voert al meer dan twintig jaar de HBO-Monitor uit. Het gebruik van het instrument en de resultaten passen zich aan, aan gewijzigde behoeften, aan (digitale) mogelijkheden en wettelijke eisen rondom informatievoorziening.
• Wat zeggen de resultaten over de gewijzigde arbeidsmarkt?
• Hoe worden trends geïnterpreteerd in arbeidsmarktvoorspellingen en meegenomen in de (recente) discussie over breed opleiden?
Netwerkbijeenkomst Platform HBO
Over dit thema, deze onderwerpen en over bovenstaande vragen gaat vanmiddag de netwerkbijeenkomst van het Platform HBO van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement. Deze bijeenkomst vindt plaats in het Cursus- en Vergadercentrum Domstad te Utrecht. Ongeveer 30 deelnemers wonen deze sessie bij.
De woorden van welkom en een introductie op ons middagprogramma worden verzorgd door Frits Kamps. Mede-organisator Gea van Zutven verbindt de presentaties aan elkaar.
Domein Applied Science
De eerste presentatie wordt verzorgd door Ellen Hilhorst, directeur van het Institute for Life Sciences & Chemistry van de Hogeschool Utrecht. Zij spreekt over het zogenoemde ‘Domein Applied Science’ (DAS).
Ellen Hilhorst van Hogeschool Utrecht |
DAS is een samenwerkingsverband van 15 hogescholen, met Bachelor-opleidingen, Master-opleidingen en lectoraten. DAS staat en gaat voor kwalitatief hoogstaand onderwijs en onderzoek, dat is afgestemd op het werkveld en met oog voor maatschappelijke ontwikkelingen. DAS heeft een meerjarenbeleidsplan en werkt met activiteitenjaarplannen. Op verschillende items wordt samengewerkt, zoals bij clustervisitaties en voor wat betreft onderwijsorganisatie. Met werkgroepen voor bijvoorbeeld Kwaliteit, Onderwijs, Digitalisering en Voorlichting. Verder is er ook een landelijk werkveldoverleg, waarin van elke hogeschool-werkveldadviesraad een vertegenwoordiger zit. Verder staat er een landelijke atlas op internet, met daarin informatie over alle deelnemende hogescholen en opleidingen. Resultaat is transparantie van het aanbod voor bijvoorbeeld studenten en bedrijven.
Hoe overleggen wij met het werkveld
Gewerkt wordt met een Raad van Advies, voor strategisch overleg met onder andere brancheorganisaties en beroepsverenigingen. Men werkt met een Kennisinfrastructuurplan, dat men gezamenlijk wil realiseren. Daarin werkt DAS aan herkenbaarheid, transparantie, regionale inbedding, gezamenlijk aanbod van flexibel onderwijs, aantrekkelijkheid van het onderwijs en het versterken van de positie van haar HBO-onderzoek.
Trends in het werkveld
DAS organiseerde een Werkveldconferentie over de Professional van de toekomst, over bijvoorbeeld trends in dit werkveld. Resultaten daarvan: Let op je fundament: houd je basis op orde; Automatisering en digitalisering: management en interpretatie van data; Duurzaamheid, veiligheid en circulaire economie; Laboratoria in verschillende verschijningsvormen; en Talent blijven ontwikkelen. Zo verkreeg men een Top 5, waaruit in overleg met het werkveld prioriteiten worden gekozen.
Succes
Succesfactoren volgens het werkveld zijn: het overleg is ingericht: goed georganiseerd; DAS weet duidelijk wat ze wil en resultaten worden aantoonbaar geboekt; verder een constante samenstelling qua deelnemers en betrokkenheid van het werkveld; DAS is een landelijk orgaan: efficiënt; en last but not least wordt het als een plezierig overleg ervaren.
Ervaringen met nieuwe manier van co-creëren
De tweede spreekster vanmiddag is Mirjam Post. Ze is projectleider en betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van Innovatiewerkplaatsen bij Hanzehogeschool Groningen. Ze spreekt vanmiddag met betrekking tot innovatiewerkplaatsen over het verkrijgen en behouden van werkveldbetrokkenheid, als kwestie van kwaliteit.
Mirjam Post van Hanzehogeschool Groningen |
Partners van kennisinstellingen (onderwijs en onderzoek, waaronder ook lectoren) en beroepspraktijk (kan ook burgerparticipatie zijn) werken in de ongeveer 90 innovatiewerkplaatsen van de Hanzehogeschool. Studenten werken gedurende hun opleiding multidisciplinair met een minimum van zo’n 15-30 credits in een innovatiewerkplaats. Het zijn professionele leeromgevingen, omdat alle participanten daarin leren. Innovatiewerkplaatsen mogen niet exclusief aan een opleiding zijn gekoppeld. Participanten met hun eigen, verschillende belangen nemen deel aan een innovatiewerkplaats, en komen in zo’n lerend netwerk tot een gezamenlijk aanpak of benadering van een maatschappelijke opgave.
Meerdimensionaal scoren
Innovatiewerkplaatsen bieden studenten in een authentieke werkomgeving (met echte opdrachten, in wat beschouwd wordt als een bedrijf, werkend met senior- en junior-medewerkers, in een professionele werkcultuur) een goede voorbereiding op de multidisciplinaire beroepspraktijk en dragen bij aan het onderzoekend vermogen van de studenten.
De 5 dimensies - in combinatie met 3 aspecten - waaraan een innovatiewerkplaats moet voldoen, zijn: Complexiteit van de vraagstukken, Betrekken van bepaalde vakgebieden, Learning community (leren en co-creëren), Diversiteit van partners, en Positionering en organisatie. Met deze dimensies en aspecten kun je ze ook scoren, en doorontwikkeling aantonen. Dat helpt je om ook de kwaliteit te beoordelen.
Faciliteer gekanteld onderwijs
Facilitair roept dit ook wel vragen op, want wat betekent deze werkwijze bijvoorbeeld voor benodigde en beschikbare ruimtes en faciliteiten? Voldoen die bijvoorbeeld wel aan de kwaliteitscriteria die voor de Hanzehogeschool gelden?
In zo’n innovatiewerkplaats wordt gewerkt met verschillende rollen, zoals: manager, acquisiteur, procesmanager en werkplaatsbeheerder, die kunnen worden vervuld door docenten, studenten, opdrachtgevers en/of medewerkers van lectoraten.
Innovatiewerkplaatsen worden op termijn geïntegreerd in de curricula. Hanzehogeschool denkt momenteel na over de scenario’s voor onderwijsvernieuwing, waarin bijvoorbeeld het huidige onderwijs wordt gekanteld.
Monitor en model
Ook wordt gewerkt met een Monitor om in kaart te brengen wat al die innovatiewerkplaatsen allemaal doen, en er wordt gebruik gemaakt van een Ontwikkelingsmodel voor innovatiewerkplaatsen, ziende op: Onderbouwing (ontwerpprincipes), Vormgeving (kenmerken van deelnemers en inrichting), Processen (kennisproductie) en Opbrengsten (bv. producten).
HBO-Monitor: nu en in de toekomst
Derde spreker - na de pauze - is Jim Allen, onderzoeker van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). In een notendop vertelt hij eerst iets over de HBO-Monitor; voor wie de monitor is en waarvoor (bijvoorbeeld kwaliteitszorg, alumnibeleid) die wordt gebruikt. Ongeveer 90% van de hogescholen doet er aan mee. Elk najaar vindt de dataverzameling plaats onder alumni die anderhalf jaar eerder afstudeerden.
Jim Allen van Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt |
Thema’s die in dit instrument en hier vandaag relevant zijn: kans op werk, baankenmerken, loopbaanontwikkeling, competenties, afgestudeerdentevredenheid achteraf, wenselijkheid van breed of smal opleiden, de feitelijke versus gewenste contacten met de hogeschool na afstuderen.
Resultaten van werkeloosheidscijfers van afgestudeerde HBO-ers wijzen uit dat we de economische crisis van de afgelopen jaren wel achter de rug hebben, eigenlijk al vanaf 2015. Ook de kwaliteit van de banen wordt voor hen beter, zeker ook vergeleken met jongeren in het algemeen. Tijdelijke aanstellingen worden sneller weer omgezet in vaste aanstellingen. Verder werken steeds meer afgestudeerde HBO-ers voor zichzelf. Zelfs gemiddeld 10% van de afgestudeerden richtte al tijdens de HBO-studie een eigen bedrijf op.
Uitwijkmogelijkheden
De HBO-Monitor geeft ook zicht op de behaalde competenties, afgezet tegen de vereisten die in het werkveld gelden. Zo krijg je zicht op hoe de matching tussen opleiding en werkveld is. Ook laat de HBO-Monitor zien dat de meeste afgestudeerden tevreden blijven met hun opleidingskeuze. De cijfers laten ook zien hoe eenvoudig afgestudeerden van verschillende opleiding vrij gemakkelijk qua werk kunnen uitwijken naar andere vakgebieden. Afgestudeerden van bredere opleidingen verdienen aanvankelijk iets minder, maar dat verschil halen ze in de opeenvolgende jaren al snel in. De baantevredenheid van die groep breed opgeleiden blijft doorgaans iets lager dan van smal opgeleiden. Vooral opleidingen waarvan afgestudeerden veel uitwijkmogelijkheden naar andere sectoren (dan waarvoor opgeleid) hebben, worden door de respondenten als te breed betiteld.
Alumni
Iets minder dan 30% van de afgestudeerden zegt dat ze na afstuderen al weer contact met de opleiding hebben gehad. Daarentegen geeft 90% van de afgestudeerden aan dat ze na hun afstuderen toch wel graag contact (hadden) willen hebben met hun opleiding. Daar hebben hogescholen dus nog wel een lange weg te gaan.
Interactie
De HBO-Monitor blijft zich doorontwikkelen. Daarbij kun je denken aan de ontwikkeling en uitbreiding van een HBO-Monitor-website, iets wat betrekkelijk laat tot stand is gekomen, waar echter toch wel behoefte aan is, en wat ook interessante kansen biedt voor wat betreft interactieve mogelijkheden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten