dinsdag 6 oktober 2015

Dialoogsessie van CNVO met NVAO & Onderwijsinspectie over Eigenaarschap van Kwaliteitszorg in Accreditatiestelsel 3.0

Dinsdag 6 oktober 2015
Presentatie van Paul Zevenbergen van de NVAO













Naar een nieuw Accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs
In haar beleidsbrief van 2 juni 2015 kondigt Minister Jet Bussemaker van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een grondige herziening aan van de verschillende kwaliteitskeuringen van het hoger onderwijs. Ze wil bijvoorbeeld de administratieve lasten van het huidige accreditatiestelsel aanzienlijk verlagen. De Minister wil vooral uitgaan van het zogenoemd ‘verdiend vertrouwen’, en ze wil naast de ‘verantwoording’ vooral het accent leggen op ‘verbeteringen’ van de kwaliteit van het onderwijs. Zij wil breken met de huidige trend van alsmaar uitgebreider controles in het onderwijs.
Deze beleidsbrief van de Minister heeft gevolgen voor het huidige accreditatiestelsel. De Sector Hoger Onderwijs van CNV Onderwijs (CNVO) is betrokken bij het uitwerken van dit nieuwe accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs in Nederland. CNV Onderwijs, de Inspectie voor het Hoger Onderwijs en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) willen in dit stadium graag onze mening horen over de verschillende thema’s die nu en in de toekomst spelen bij een goede kwaliteitskeuring in het hoger onderwijs, dus van hogescholen en universiteiten.

Oproep van de Minister
Dat is de aanleiding en de reden dat de Sector Hoger Onderwijs van CNVO haar sectorleden en overige belangstellenden heeft uitgenodigd om vandaag in het hoofdkantoor van het CNV te Utrecht in een Dialoogsessie met elkaar in gesprek te gaan over allerlei vragen en wensen die momenteel in het hoger onderwijs leven met betrekking tot het huidige en het toekomstige accreditatiestelsel.
De centrale vraag voor deze Dialoogsessie is de oproep van Minister Bussemaker in haar zomerse Kaderbrief: “Ik roep instellingen op om het eigenaarschap over kwaliteitszorg meer naar zich toe te trekken”. Aan deze oproep geeft CNV Onderwijs graag gehoor, door die oproep vandaag centraal te stellen in deze bijeenkomst, die wordt bijgewoond door medewerkers en sectorleden van CNVO, van de NVAO en van de Inspectie voor het Hoger Onderwijs. Aan deze oproep en aan deze uitnodiging geef ook ik graag gehoor, want bij eigenaarschap hoort ook actieve participatie.

Kwaliteit door balans
De aanwezigen worden welkom geheten door Myriam Lieskamp, beleidsmedewerker onderwijsinhoudelijke zaken bij CNVO, die daarna direct het woord geeft aan Tiny Hekkenberg, die als voorzitter van de Sectorgroep Hoger Onderwijs van CNV Onderwijs een korte inleiding verzorgt op deze bijeenkomst. Tiny Hekkenberg opent met een statement over kwaliteit van het hoger onderwijs: ‘Kwaliteit door balans’. Ze geeft ons in haar intro ook even een doorkijkje in de afzonderlijke taakstellingen van de Onderwijsinspectie en de NVAO voor wat betreft het item ‘Kwaliteit’. Naast de beide sprekers van de NVAO zijn bij deze bijeenkomst van de zijde van de onderwijsinspectie ook Geus Hardeveld en Erik Martijnse aanwezig.

Inleiding van Paul Zevenbergen (NVAO)
NVAO-bestuurder Paul Zevenbergen begint zijn inleidende toespraak met een overzicht van de sterke punten en de knelpunten met betrekking tot het huidige accreditatiestelsel. Deze genoemde items zijn het resultaat van de evaluatie van het huidige accreditatiestelsel, zoals die periodiek onder andere door de Inspectie voor het Hoger Onderwijs op stelselniveau wordt gedaan. Na deze evaluatie werden een Stuurgroep en een Projectgroep opgericht, en is er in het afgelopen jaar veel samenwerking en afstemming geweest met alle belanghebbende partijen in het hoger onderwijsveld. De zogenoemde Expertmeetings van het Ministerie zijn daar een voorbeeld van.
Dan passeren een aantal karakteristieken van het huidige accreditatiestelsel de revue, waaronder de Instellingstoets Kwaliteitszorg, opleidingsaccreditatie, peer review, differentiatie en clustergewijs beoordelen. Daarna volgt een opsomming van de kerndoelstellingen van de actuele accreditatiestelselvernieuwing, waarin met name vertrouwen, administratieve lasten, eigenaarschap en borging richtinggevende elementen zijn. De NVAO zou daaraan ook graag nog de kwaliteitscultuur willen toevoegen.

Paul Zevenbergen:
“De slager mag best zijn eigen vlees keuren,
maar hij moet niet de enige zijn die zijn vlees keurt.”

Presentatie van Lisette Meijer (NVAO)
De nu voorliggende voorstellen zijn verwoord in een advies van de eerder genoemde Stuurgroep en in de ‘Kamerbrief’ van juni 2015 van de Minister. Naast de optimalisatie van het huidige accreditatiestelsel komt er ook ruimte voor een pilot met betrekking tot Instellingsaccreditatie.
NVAO-beleidsmedewerker Lisette Meijer verzorgt het vervolg van de NVAO-presentatie. Ze legt de vorm en inhoud uit van de door de Minister aan de Kamer voorgestelde pilot ‘Instellingsaccreditatie’, en wat de voorstellen zijn met betrekking tot de optimalisatie van het huidige accreditatiestelsel. Zo is het bijvoorbeeld de bedoeling dat op termijn de arbeidsintensieve dubbelingen zoveel mogelijk uit het Nederlandse accreditatiestelsel worden gehaald, opdat de beoordelingen voortaan zo beperkt mogelijk – en toch goed - gaan plaatsvinden. Vooral de scheiding van ‘verantwoorden’ en ‘verbeteren’ krijgt momenteel volop aandacht. Voor de NVAO is het daarbij van essentieel belang dat de NVAO ten behoeve van haar taakstelling van het accrediteren wel voldoende en goede informatie krijgt aangedragen om op volledige en goede gronden te kunnen beoordelen of een opleiding een accreditatie verdient. Inzicht bieden in diverse vormen van samenhang-  zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de resultaten van samenwerking met internationale organisaties - kunnen bij visitaties door evaluatiebureau’s en bij accreditaties door de NVAO ook helpen om een verantwoord oordeel te vellen.
De door de Minister beoogde pilot Instellingsaccreditatie moet van de Tweede Kamer nu eerst terug naar de tekentafel. Over één à twee maanden gaat er dan waarschijnlijk een nieuw - enigszins aangepast - voorstel van de Minister naar de Kamer.
Presentatie van Lisette Meijer van de NVAO
Die ruimte is er nu al
Tot opluchting van velen in de zaal vertellen Paul Zevenbergen en Lisette Meijer dat er ook in het huidige accreditatiestelsel nu qua visitatieprotocol al veel meer mogelijk is dan wat momenteel in de visitatiepraktijk van het hoger onderwijs wordt gedacht en gedaan. Zo kun je tijdens een opleidingsvisitatie bijvoorbeeld nu ook al de visitatiedag heel anders indelen dan dat momenteel te doen gebruikelijk is. En ook een knip in de visitatiedag aanbrengen - waarbij je de verantwoordingsgesprekken voorafgaande aan een overall kwaliteitsoordeel scheidt van zogenoemde verbetergesprekken - is nu binnen het huidige accreditatiestelsel zonder meer ook al mogelijk. Hogescholen en opleidingen en evaluatiebureau’s zouden nu al wel veel meer vrijheid in visitatievormen mogen en kunnen hanteren, aldus de aanwezige NVAO-vertegenwoordigers. Alternatieve vormen en inhouden van een opleidingsvisitatie kunnen derhalve ook nu al heel goed onderwerp van de voorbereidingsgesprekken zijn tussen een te visiteren opleiding en haar visiterende en beoordelende instantie. Kortom, neem en benut alle ruimte die er wel degelijk is.

Dialoogronde Papierwerk
Na de broodjesmaaltijd zijn er twee Dialoogtafels met twee verschillende onderwerpen. Per tafel is er een gespreksleider, die ook zorgt voor een goede samenvatting van de opbrengsten van de dialoogronde. De samenvatting van de eerste dialoogronde vormt de basis voor de daarop volgende gespreksronde met de volgende groep.
Het thema van de eerste Dialoogtafel is: ‘Papierwerk bij de accreditatie moet teruggedrongen tot een minimum’
Minister Bussemaker schrijft in haar Kamerbrief de administratieve lasten bij een accreditatie te willen terugdringen tot een minimum. Dat vraagt om meer verduidelijking over wat hoger onderwijsinstellingen dienen aan te leveren in het kader van visitatie en accreditatie. De Minister treedt hierover in overleg met de NVAO. Aan ons als deelnemers van deze dialoogronde wordt gevraagd welk advies wij de NVAO mee willen geven op dit punt. Wat moet en wil je als docent, als opleiding en als instelling bij een visitatie en accreditatie in elk geval en vooral laten zien om aan te tonen dat de kwaliteit van je onderwijs is geborgd? We proberen op die vraag een antwoord te formuleren, en hanteren daarbij als uitgangspunt een inhoudsopgave van een Kritische Reflectie van een collega-hogeschool, om dan een voorkeurslijst van aan te leveren items op te stellen, die kan worden gebruikt bij een opleidingsvisitatie en -accreditatie.

Dialoogronde Docenten
Daarna wisselen we allen van tafel en thema. De gespreksleider geeft eerst een korte samenvatting van de opbrengsten uit de eerste ronde. Vervolgens kunnen we in de tweede dialoogronde die items aanvullen, verbeteren, verdiepen en desgewenst ook doorpraten over dit thema. Aan het eind van deze tweede ronde zijn dan puntsgewijs de opbrengsten van de dubbele dialoog genoteerd, die in de ogen van de deelnemers van beide dialoogrondes relevant zijn voor het nieuw in te richten accreditatiestelsel.,
Het thema van de tweede Dialoogtafel is “We moeten nóg meer toe naar een kwaliteitscultuur waarin de Docent als Professional in de ‘Lead’ is”
Minister Bussemaker zegt in haar juni-brief aan de Tweede Kamer dat ze ervan overtuigd is dat wanneer docenten en bestuurders meer eigenaarschap ervaren over de kwaliteit en over de kwaliteitszorg van het onderwijs, het accreditatiestelsel ook aanzet tot verbeteringen. Ook vindt ze het essentieel dat de docenten het gevoel hebben eigenaar te zijn van hun onderwijs en dat er nog meer een kwaliteitscultuur ontstaat waar de docent als professional in de lead is. De kern van de accreditatie is volgens Bussemaker: het inhoudelijk gesprek met ‘peers’ (vakcollega’s) over de kwaliteit van het onderwijs. Ook hier is weer de vraag welke adviezen wij de NVAO op dit punt mee willen geven. Wat kunnen docenten bijvoorbeeld doen om het eigenaarschap naar zich toe te trekken voor wat betreft het onderwijs, de kwaliteit en de kwaliteitszorg?

Interactief ontwerpproces
Zo geldt bij beide dialoogtafels vandaag de basisvraag op welke manier het accreditatieproces in de plannen voor het nieuwe accreditatiestelsel vooral een stimulerende invloed heeft. Na deze dag zal CNV Onderwijs de opbrengst van beide Dialoogrondes bundelen en het resultaat daarvan voorleggen aan de NVAO, met het verzoek om daar bij het ontwikkelen van het nieuwe kader van het nieuwe accreditatiestelsel rekening mee te houden,
Voorts stelt de Sector Hoger Onderwijs van CNV Onderwijs een Klankbordgroep samen om zoveel mogelijk leden te betrekken en inbreng te laten leveren ten behoeve van alle vragen en adviezen die CNV Onderwijs nog kan en gaat geven gedurende het ontwerp- en ontwikkelproces van ons aanstaande Nederlandse Accreditatiestelsel 3.0

Geen opmerkingen: