zondag 9 november 2014

Pilgrimaazje fan Sytse van der Werf & Tsjirmerij

Zondag 9 november 2014
Sytse van der Werf met Tsjirmerij in de Dorpskerk van Huizum














Pilgrimaazje
Singer-songwriter/verteller Sytse van der Werf geeft vanmiddag samen met de Friese folkgroep Tsjirmerij (Bert Otten, Wim Hobers, Piet Herrema) een concert in de Dorpskerk van Huizum. Thema van dit zondagmiddagconcert is 'Pilgrimaazje'.
Het leven is een pelgrimstocht. Dit thema loopt als een rode draad door het programma over pelgrims die fietsen of lopen naar Santiago de Compostela, over enkele bijzondere ontmoetingen, over de diepe indrukken die de pelgrimstocht achterlaat, over de tocht wel of niet afmaken, en over het leven dat soms rake klappen uitdeelt.
Zo vormen de liedjes, de gedichten en de verhalen als het ware een staalkaart van lief en leed, uitgedrukt in beeldende teksten, maar ook in verstilde en swingende instrumentale nummers. Samen vertellen, zingen en musiceren de mannen over hun eigen ervaringen in een wereld die steeds gekker lijkt te worden.

Een fietsende pelgrim vertelt
Om enige stemming te kweken in een publiek van ongeveer 60 belangstellenden begint Tsjirmerij met - noem het maar - 'Wasbord Opus 1', waarbij Piet Herrema het wasbord er danig van langs geeft.
Het tweede nummer 'Druk, Druk, Druk' gaat over het werken en sterven van een hardwerkende  Leeuwarder raam-ambtenaar, als prototype van de hardwerkende Nederlander.
Daarna volgt 'Lyts is moai', met als boodschap dat "de wierheid yn it lytse leit", aldus Sytse van der Werf.
Dan volgt een verhalend gedicht van Van der Werf, met achtergrondmuziek van Tsjirmerij, over zijn fietspelgrimage naar Santiago de Compostela; "oer fytse, en oer sliepe yn in tint, yn it oare ryk".
Over zijn reis naar Indonesië volgt dan Sytses lied 'oer har eagen as 'Donkere Kralen'.
Daarop volgt een ode aan de Friezen, die Sytse van der Werf typeert als "sa bysûnder gewoan".
Deze anekdote wordt afgesloten met enkele instrumentale liedjes uit de Balkan.
Dat verdriet ook zijn functie heeft, blijkt uit het volgende liedje, waarin wordt aangegeven dat je pas hebt geleefd als je in je leven ook hebt gehuild: "Wat is er mooier dan verdriet?"
Een vrolijk-muzikale waarschuwing volgt daarop, als antigif tegen het korte lontje van sommige mensen, en om in je leven vooral niet te verzuren: "Must der hier wat fan make, want foordast it weest, hest it al had".
En dan is het tijd voor pauze.

Der falt oan de rest net te ûntkommen
De koffiepauze eindigt met een instrumentaal intermezzo van Tsjirmerij.
Sytse van der Werf en Tsjirmerij beginnen met het lied 'Underweis', over het verlaten van je 'kristallen paradijs'.
Pelgrim Sytse vertelt dan een kort verhaal in dichtvorm, over zijn reis van Kubaard naar Santiago de Compostela en naar Cabo Fisterra. Ook hij noemt de voor pelgrims zo herkenbare ervaring, als je eenmaal bent begonnen aan je pelgrimsreis: "Der falt oan de rest net te ûntkommen".
Daarna wordt het lied Vera Icon gezongen.

Een wandelende pelgrim vertelt
Wim Hobers, die verschillende snaarinstrumenten bespeelt in Tsjirmerij, vertelt over zijn 17 jaar geleden vanuit Huizum zo hoopvol begonnen en direct al zo bijzondere wandelpelgrimage. Het is het verhaal van de pelgrim die niet 'in' zijn eentje loopt, maar 'met' zijn eentje. Hij verhaalt bijvoorbeeld over een bijzondere ontmoeting (op een vroege ochtend in een Belgisch cafeetje in Luik) met een uit Santiago de Compostela afkomstige Spanjaard, die hem vraagt: "Wil je voor me bidden, als je aankomt in Santiago de Compostela?".
Helaas kwam Wim Hobers niet verder dan de Franse plaats Sedan, net voorbij de grens met België. "Iens wie der jong", zo sluit Sytze dit pelgrimsverhaal van Wim af, en dan volgt een prachtig bijpassend lied, deels solo op doedelzak, mooi vertolkt door Piet Herrema, waarbij je even wegdroomt naar de doedelzakmuziek die iedere pelgrim zich nog herinnert, die ooit eens in Santiago de Compostela arriveerde. Maar de twinkelende snaren van Wim en de gevoelige uithalen met de accordeon van Bert Otten doen daar niet voor onder. Je waant je zwijmelend voor even weer in Santiago de Compostela.

Het einde van een pelgrimage
Sytse vertelt over zijn aankomst op Cabo Fisterra, over de idylle van de Atlantische Oceaankust, die jaren geleden (in 2002) zo wreed werd verstoord door de schipbreuk van de olietanker 'Prestige', die door de immense hoeveel olie die daardoor in zee stroomde de prachtige Noord-Spaanse kust - de Costa Morte nabij Cabo Fisterra - zo destructief vervuilde, tot grote schade voor natuur en visserij. "De fiskerij, jierrenlang bedoarn".
Dan volgt weer een lied, over het onbegrip van de mensen die de pelgrims naar Santiago de Compostela niet begrijpen: "Fytse nei Santiago, wat in útsloverij, ok nog wel sonder froutjse derby".
Tsjirmerij beantwoordt dit met de instrumentale vertolking 'Us thús' van het Friese begrip 'mankelyk', over de heimwee van de pelgrim onderweg.
Dan sluit Sytse zijn pelgrimstocht af met het verhaal van zijn terugreis, met de fiets als bagage mee in het vliegtuig. Na zo'n lange heenreis al in elke uren weer thuis in Nederland. Het laatste lied van dit concert heet dan ook met reden: 'Feurby'.
Na een lange staande ovatie, en als vervolg op de woorden en blijken van dank van organisatiewege, sluiten Sytse van der Werf en Tsjirmerij hun muzikale pelgrimsreis af met een lied dat Sytze 35 jaar geleden al eens zong: 'Bist net allinne'.

Geen opmerkingen: