maandag 17 maart 2014

Vervolgbijeenkomst Clustergewijze Accreditatie in het Hoger Onderwijs

Maandag 17 maart 2014
Presentatie van Roeland Smits

Clusters & Visitatiegroepen
Rond het avonduur komen we als genodigden van de Vereniging Hogescholen vandaag bijeen in Vergadercentrum Domstad te Utrecht. Het thema dat in deze bijeenkomst centraal staat, is: ‘Clustergewijs Accrediteren’. Op 11 februari 2014 vond in dit verband de eerste informatiebijeenkomst plaats, nadat door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op grond van de ‘Wet Versterking Kwaliteitswaarborgen Hoger Onderwijs’ (2013) bekend was gemaakt dat met ingang van 1 januari 2014 trapsgewijs wordt ingevoerd dat opleidingen in het door haar (on)bekostigde hoger onderwijs clustergewijs gevisiteerd,  geaccrediteerd en vergeleken zullen worden, waarbij de feitelijke invoering met ingang van 1 januari 2015 volledig in werking zal treden.
Vóór 15 april 2014 dienen alle hoger onderwijsinstellingen aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) door te geven met welke clusters en/of visitatiegroepen zij in de toekomst het traject van visiteren en accrediteren in wensen te gaan. Daarna zal de NVAO een besluit nemen over de visitatiegroepen, waarin deze opleidingen voor de komende jaren worden ingedeeld.
Vereniging Hogescholen faciliteert het proces
In verenigingsverband van de Vereniging Hogescholen is afgesproken dat de Vereniging Hogescholen ten tijde van de voorbereiding de procesregie zal voeren, om waar nodig en/of gewenst op verenigingsnivo te coördineren, teneinde de invoering centraal te faciliteren. De Vereniging Hogescholen adviseert, informeert, behartigt de belangen van de aangesloten hogescholen en zorgt voor het monitoren van de voortgang.
Namens het bestuur van de Vereniging Hogescholen heet Taskforce-voorzitter Leendert Klaassen ongeveer veertig hogeschoolcollega’s hartelijk welkom, en in het bijzonder ook de directeuren van drie Evaluatieburo’s, en Henri Ponds, die als beleidsmedewerker van de NVAO vanavond ook aanwezig is om ons te informeren en om onze vragen te beantwoorden.
Sprekers en inhoud
Vier mensen zullen vanavond het woord voeren. Eerst Roeland Smits als adviseur namens de Vereniging Hogescholen, daarna Barbara  Schaefers namens de Hogeschool Arnhem en Nijmegen & Paul Nieuwenhuis namens Saxion Hogescholen, en na de pauze Henri Ponds namens de NVAO.
Enkele zaken die vanmiddag en vanavond aan de orde komen, zijn:
  • Enkele van de doelstellingen van de beoogde clustergewijze accreditatie is het verkrijgen van een nog beter inzicht in de kwaliteit van de opleidingen in het hoger onderwijs, zulks door het doen vergelijken van aan elkaar verwante (inhoudelijk vergelijkbare) opleidingen, op grond van dezelfde maatstaven. Verwacht mag worden dat er op den duur ook richtlijnen zullen komen voor het onderling vergelijken van gevisiteerde en geaccrediteerde opleidingen. In hun Landelijk Opleidingsoverleg zouden opleidingen bijvoorbeeld ook bij de collectieve opdrachtverlening van visitaties in hun visitatiegroep aan de gecontracteerde evaluatieburo’s nadere gezamenlijke aandachtspunten kunnen meegeven, die het onderling vergelijken van opleidingen vergemakkelijkt, en doet aansluiten bij de behoeften en wensen die die opleidingen daaromtrent gevoelen.
  • Geadviseerd wordt om bij het groeperen in visitatiegroepen een praktische insteek te kiezen, inzake die aspecten waar de opleiding op dat moment belang bij heeft. Een aspect zoals de (uitslag van de) Instellingstoets Kwaliteitszorg is een voorbeeld van een niet relevant indelingscriterium.  Het vormen van een visitatiegroep van een aantal opleidingen binnen één hogeschool wordt als niet wenselijk beschouwd, want dan mis je onder andere de optie tot vergelijking tussen verschillende instellingen.
  • Zorg ervoor dat visitatiegroepen niet te groot worden. Een omvang van 5 tot 10 opleidingen wordt doorgaans als passend geacht, alhoewel vanavond ook doorklinkt dat de praktijk al heeft uitgewezen dat een groepsomvang van acht opleidingen al een forse werklast (ook voor een Evaluatieburo) geeft.
  • Allerlei praktijkproblemen dienen zich aan. Hoe moet je bijvoorbeeld omgaan met opleidingen die momenteel al in een hersteloperatie zitten, of die momenteel daar al voor in aanmerking komen. Hun accreditatietermijnen zullen uit de pas gaan lopen bij landelijk gebruikelijke accreditatietermijnen. Tot nader order lijkt het verstandig om voor al die opleidingen uit te blijven gaan van de oorspronkelijke, landelijke accreditatietermijn, want de kans is groot dat bij latere accreditatie na een hersteloperatie de NVAO uiteindelijk weer uit zal gaan van de landelijke, originele accreditatietermijnen, zulks om alle opleidingen qua temporisering weer met elkaar in lijn te brengen.
  • Uit de diverse presentaties blijkt vandaag hoever bij wijze van voorbeeld twee hogescholen en landelijk alle sectoren van het bekostigde hoger beroepsonderwijs momenteel zijn met het samenstellen van visitatiegroepen voor de opleidingen die tot deze sectoren behoren. Een behoorlijk deel is klaar, een aanmerkelijk deel zal deze en volgende week tot besluiten komen, en er resteert nog een deel van het hele opleidingenaanbod waarvoor het om uiteenlopende redenen moeilijk is om tot toetreding tot een bepaalde visitatiegroep te komen. Een uitdaging is het bijvoorbeeld nog wel om een passende oplossing te vinden voor het groot aantal lerarenopleidingen dat enkele hogescholen in huis hebben; die enerzijds wel overlap vertonen, maar op hun vakgebied weer aanmerkelijke verschillen vertonen. Vroeger konden die gecombineerd worden gevisiteerd op instellingsnivo, maar nu moeten al die opleidingen wellicht worden gegroepeerd met inhoudelijk vergelijkbare collega-opleidingen van (enkele? of alle?) collega-hogescholen?
  • Deze week volgt nog overleg tussen de NVAO en de verenigde onbekostigde instellingen over de wijze waarop onbekostigde opleidingen hun aansluiting zoeken en vinden op deze landelijke clusteroperatie. De Vereniging Hogescholen geeft haar opleidingen ruimte om in het vormen van visitatiegroepen ook onbekostigde opleidingen/instellingen mee te nemen, maar de Vereniging Hogescholen heeft daarin geen regierol gekregen en genomen.
  • In de tweede helft van deze week ontvangen alle hogescholen van de NVAO een format en een procedure, die alle bekostigde en onbekostigde hogescholen moeten hanteren bij het individueel of collectief doorgeven van de gevormde visitatiegroepen.
  • Als opleidingen zich aansluiten bij een visitatiegroep uit een ander Cluster verdient het aanbeveling dat de betreffende opleiding/hogeschool bij de NVAO meldt op grond van welke argumenten men aansluiting zoekt bij die opleidingen in dat andere cluster.
  • Vraag aan alle hogeschoolcollega’s is ervoor te zorgen dat alle Collegevoorzitters op 28 maart 2014 – de dag van de Algemene Vergadering  van de Vereniging Hogescholen - weten bij welke visitatiegroepen alle opleidingen van hun hogeschool zich wensen aan te sluiten, en dat zij weten waar op dat moment nog de resterende knelpunten zitten.
  • Het is de bedoeling dat we als hogescholen op 1 april 2014 in beeld hebben welke visitatiegroepen zich in de voorgaande weken landelijk hebben gevormd.
  • Als het gezien de ontwikkelingen in de komende weken gewenst en/of noodzakelijk is dat we in dit verband nogmaals een afstemmingsbijeenkomst hebben, dan zal de Vereniging Hogescholen die organiseren in de periode tussen 1 en 14 april 2014.
  • Opleidingen(clusters)  die in 2015 of 2016 moeten worden geaccrediteerd, dienen in april 2014 bij de NVAO exact aan te geven tot welke visitatiegroep zij wensen te behoren. Opleidingen(clusters) die pas in 2017 of later moeten worden geaccrediteerd, kunnen in april volstaan met een globale indicatie van de visitatiegroepen waartoe zij te zijner tijd wensen te behoren. Zodra de eerste tranche van 2015 en 2016 bij de NVAO concreet en finaal in beeld is, wordt dan nader ingezoomd op concrete besluitvorming met betrekking tot visitatiegroepen van opleidingen die in 2017 en daarna worden geaccrediteerd.
  • Alle hogescholen moeten erin voorzien dat rechtstreeks of via hun samenwerkingsverbanden vóór 15 april 2014 van alle opleidingen aan de NVAO is doorgegeven bij welke visitatiegroep die opleidingen zich wensen aan te sluiten.
  • Als na deze landelijke operatie in ons Verenigingsverband uiteindelijk toch nog een aantal restopleidingen overblijven die geen aansluiting hebben gezocht of gevonden bij de gecreëerde visitatiegroepen, behoudt de NVAO zich het recht voor om die opleidingen zelf toe te delen aan de door hen nader aan te wijzen visitatiegroepen. Overigens ligt het in de veronderstelling dat een heel klein aantal opleidingen onomstotelijk zó uniek is dat het voor die opleidingen niet mogelijk en ook niet wenselijk is dat zij aansluiting zouden moeten zoeken bij bepaalde visitatiegroepen, met name waar de inhoudelijke vergelijkbaarheid te ver te zoeken is.
  • Op 1 juni 2014 zullen de visitatiegroepen zijn vastgesteld door de NVAO.
  • De NVAO heeft de bevoegdheid om ten behoeve van een goed verloop van dit clustergewijs vergelijken de geldende accreditatietermijn van opleidingen met zo’n twee jaar (en desnoods meer) te verkorten. De Minister is bevoegd om voor datzelfde doel de accreditatietermijn van een opleiding met ten hoogste twee jaar te verlengen.

Geen opmerkingen: