woensdag 29 oktober 2025

Vier visies op de dood

Woensdag 29 oktober 2025
 
Cover van 'Vier visies op de dood'

STYX - leven en dood in de letteren
De dood (en het leven) was het tamelijk brede thema van de Nederlandse Boekenweek van het jaar 2003.
De dood hoort bij het leven, en daarmee dus ook bij de literatuur.
De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek heeft ter gelegenheid van die 68ste Boekenweek vier auteurs gevraagd hun literaire visie te geven op het thema 'STYX - leven en dood in de letteren'. 

Vier visies op de dood
Het resultaat van die actie is een set van vier essays van Nico ter Linden, Bert Keizer, Kristien Hemmerechts en Boudewijn Büch. 
Die vier essays zijn in 2003 verschenen in één verzamel-cassette, met als titel 'Vier visies op de dood'.
  • De arts Bert Keizer baseert zijn betoog op zijn praktijkervaringen als arts in een verpleegtehuis.
  • De schrijver Boudewijn Büch schrijft over de plaats van de dood in de literatuur. 
  • De schrijfster Kristien Hemmerechts zegt dat ze heeft aanvaard dat de dood haar thema is. Zij beziet de dood vanuit het persoonlijk perspectief. 
  • De dominee Nico ter Linden belicht de levensbeschouwelijke kant van de dood.

Impressie van vier essays
Van alle vier essay's uit deze verzamelcassette heb ik een blog op deze weblog online gezet, als impressie, om een beeld te geven van de inhouden van deze vier essays.
Die vier blogs zijn via onderstaande weblinks in te zien:

dinsdag 28 oktober 2025

De Turfroute voor Fietsers wandelen van Canada naar Ravenswoud

Dinsdag 28 oktober 2025
 
Bospad tussen Amerikaanse eiken in herfsttooi

















Wandelen & fietsen vanaf de Turfroute in Zuidoost-Friesland
De turfvaarten in Zuidoost-Fryslân zijn eeuwenoud en vaak met de hand gegraven. 
De zogenoemde 'Turfroute' verbindt sinds 1974 al die vaarten met elkaar. De kanalen met haaks daarop sloten, bossen, elzensingels, heide, weiden en beekdalen geven het gebied een eigen charme. 
In twintig pakkende verhalen en routes slaan de journaliste Janneke Donkerlo en de schrijver van routegidsen Fokko Bosker als het ware bruggen tussen de vaart en het omliggende landschap. Zij nemen het water als vertrekpunt voor hun rondwandelingen en fietstochten door dit rijk geschakeerde landschap van coulissen van elzen- en eikensingels, in een fijnmazig patroon van vaarten en wijken.
Resultaat van hun werk is de in 2024 uitgegeven routegids 'Wandelen & fietsen vanaf de Turfroute in Zuidoost-Friesland'.

23 tochten met een totale lengte van 746,9 kilometer
Deze routegids bestaat uit 11 fietstochten en 12 wandeltochten, die Durkje en ik van plan zijn om alle te gaan wandelen. 
  • Tien fietstochten hebben een totale lengte van 387,4 kilometer, waarvan de kortste 13,7 km en de langste 63,4 km lang is.
  • De twaalf wandeltochten hebben een totale lengte van 134,5 kilometer, waarvan de kortste 4,6 km en de langste 15,9 km lang is.
  • De veel langere 'Fiets-Turfroute' door Zuidoost-Fryslân heeft een totale lengte van 225 kilometer.
De 23 tochten hebben derhalve een totale lengte van 746,9 kilometer. We zijn van plan die afstand te bewandelen in 36 dagetappes, variërend tussen de 15 en 33 kilometer per dag, zo mogelijk in combinaties van (delen) van die wandeletappes en fietsetappes.

Eerst van Ravenswoud naar Canada
Vandaag zijn we van plan om onze achtste etappe van de 225 kilometer lange 'Turfroute voor Fietsers' te bewandelen, van Canada naar Ravenswoud, met een lengte van 17,8 kilometer.
We vertrekken daartoe vanuit Feinsum om 9:45 uur, en rijden dan met de auto naar Ravenswoud.
Onze auto laten we daar achter bij de brug over de Boksloot, en dan rijden we met de andere auto naar het buurtschap Canada, waar we de auto parkeren op de parkeerplaats bij het Aekingerzand ofwel de Kale Duinen.
Bij vertrek vanmorgen in Feinsum was het 13 graden Celsius, en in Ravenswoud is de temperatuur bij aankomst om 15:40 uur inmiddels gedaald naar 12 graden Celsius.
Het weer was eerder vanmorgen nogal regenachtig. We zijn vanmorgen later dan voor ons te doen gebruikelijk vertrokken, omdat de weersvoorspelling laat zien dat het pas vanaf 11:00 uur droog is. En dat klopt ook, want onderweg krijgen we geen regen. Af en toe schijnt de zon aangenaam; het waait af en toe behoorlijk, maar al met al is het goed wandelweer.

Over het Aekingerzand
We gaan van start op de parkeerplaats van het Aekingerzand in het buurtschap Canada.
Dan volgen we het fietspad in zuidelijke richting. 
Op de Fries-Drentse provinciegrens draaien we naar het oosten als we het Aekingerpad op gaan. Langs het pad staat een afgezaagde boomstam die geheel is omgeven door zwammen.
Langs het pad liggen lang geleden omgezaagde bomen, die al helemaal geen schors meer hebben. Ze liggen witblinkend in het zonlicht tussen het struikgewas.
Het slingerende Aekingerpad gaat zuidelijk om de Grenspoel heen.
Met een grote bocht wandelen we over bospaden rondom de Aekingerbroek. In de berm langs het bospad zien we hele kleine witte zwammen.
Even later passeren we over het bospad de Meeuwenpoel.
Op een picknickbank op de grens van bos en open veld nemen we onze koffiepauze. We raken daar in gesprek met een man die zijn hondje uitlaat. Hij is net drie maanden geleden met pensioen gegaan. Deze ex-chauffeur is - zo vertelt hij - echt nog aan het zoeken op welke wijze hij zijn overvloed aan vrijetijd nu in zal gaan vullen.

Naar Appelscha
Na deze pauze, verderop, staan links en rechts van het geasfalteerde pad veel Amerikaanse eiken, waarvan de grote eikenbladeren vuurrood zijn, die prachtig worden beschenen door het zonlicht.
Ook hier weer zien we veelvuldig groepen zwammen in de bermen langs het bospad.
We wandelen in een rechte lijn naar het Bospaviljoen Appelscha, waar we even van de route afwijken om een kijkje te nemen op dit recreatieterrein van de boscamping, de groepsaccommodaties en het bospaviljoen.
Daarna vervolgen we de bospaden door het Aekingerzand in de richting van de provinciale weg N381.
Die provinciale weg steken we over, om dan over de Bosberg naar Appelscha te lopen. 
Om 14:20 uur arriveren we bij de VVV bij de rotonde van de Boerestreek, waar we onze lunchpauze houden op een picknickbank naast de VVV.


Door Willemstad langs de Boksloot naar Ravenswoud
Over de Van Emstweg lopen we naar de vaart die Appelscha doorsnijdt. Bij de supermarkt aan de Vaart-Zuidzijde halen we enkele boodschappen voor morgen, en dan steken we via de Smidsdraai de vaart over.
Daarna vervolgen we onze route over de Vaart-Noordzijde in noordwestelijke richting.
Ter hoogte van de sluis in de Appelschester Vaort slaan we rechtsaf, het Zuideinde op.
Even later gaan we nog eens rechtsaf, om dan door het buurtschap Willemstad te wandelen.
Waar we verderop de Boksloot bereiken, nemen we het pad langs de hier nog smalle Boksloot, door een mooie singel.
Bij de Bokslootsweg aangekomen, nemen we die linksaf, en dan wandelen we langs de hier brede Boksloot naar Ravenswoud.
In de bebouwde kom van Ravenswoud aangekomen, steken we op de Compagnonsweg via de ophaalbrug de Boksloot over, en dan arriveren we bij onze hier geparkeerde auto.
Met deze auto halen we de andere auto af uit Canada, waarna we tot slot terug rijden naar huis.
Onderweg in de auto krijgen we nog even te maken met een regenbui, maar die is ons wandelend gelukkig bespaard gebleven vandaag.

maandag 27 oktober 2025

De dag zal komen, Janus

Maandag 27 oktober 2025
 
Cover van 'De dag zal komen, Janus'

STYX - leven en dood in de letteren
De dood (en het leven) was het tamelijk brede thema van de Nederlandse Boekenweek van het jaar 2003.
De dood hoort bij het leven, en daarmee dus ook bij de literatuur.
De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek heeft ter gelegenheid van die 68ste Boekenweek vier auteurs gevraagd hun literaire visie te geven op het thema 'STYX - leven en dood in de letteren'. 

Vier visies op de dood
Het resultaat van die actie is een set van vier essays van Nico ter Linden, Bert Keizer, Kristien Hemmerechts en Boudewijn Büch. 
Die vier essays zijn in 2003 verschenen in één verzamel-cassette, met als titel 'Vier visies op de dood'.
  • De arts Bert Keizer baseert zijn betoog op zijn praktijkervaringen als arts in een verpleegtehuis.
  • De schrijver Boudewijn Büch schrijft over de plaats van de dood in de literatuur. 
  • De schrijfster Kristien Hemmerechts zegt dat ze heeft aanvaard, dat de dood haar thema is. Zij beziet de dood vanuit het persoonlijk perspectief. 
  • De dominee Nico ter Linden belicht de levensbeschouwelijke kant van de dood.
De dag zal komen, Janus
Nico ter Linden schrijft dat de hemel stellig een product is van onze verbeelding, maar dat dit niet betekent dat die hemel louter fantasie is.
Zijn essay kreeg als titel 'De dag zal komen, Janus' en het essay kreeg als subtitel: 'Gedachten over de dood en over de fantasie van hemel en hel'.
Nico ter Linden in zijn essay:
  • Ik kom tot het besluit dat ik niet één van mijn ouders en broers & zussen kan missen.
  • De dood hoeft mij geen vrees in te boezemen, want als hij er is, ben ik er niet meer, en zolang ik er ben, is hij er nog niet.
  • Alle kwesties rond leven en dood kunnen je een behoorlijke depressie bezorgen. Je moet niet al te veel tijd besteden aan dit soort onoplosbare kwesties. Ze staan een gelukkig leven in de weg.
  • Van de tragedie van de dood is alleen de mens zich bewust. Wij worden door niets zo in beslag genomen.
  • Als ik straks weg ben, kun je nog heel even zien dat ik daar stond, maar dan gaat de regen eroverheen, en even later staat er weer een ander.
  • De dood is te verschrikkelijk voor woorden.
  • 'De liefde maakt de dood dragelijk. Sterk als de dood is de liefde', zing het Hooglied.
  • Memento mori: Gedenk te sterven.
  • In ons levensontwerp is voor dood en vergankelijkheid slechts een marginale plaats ingeruimd.
  • Carpe diem: Pluk de dag.
  • De joodse traditie leert stervelingen met een paar passen bij een begrafenisstoet aan te sluiten, als teken van solidariteit.
  • We hebben de dood aan instituten gedelegeerd (ziekenhuis, verzorgingshuis, verpleeghuis, hospice; op nodige afstand van ons). Maar wie nog nooit iemand heeft zien sterven, lijdt wel aan een ernstige vorm van maagdelijkheid.
  • Het drong tot me door dat eens de dag zal komen dat het ook met deze Janus (met mij) voorgoed gedaan is. Dat ik net bedacht heb dat ik doodga, is een hele ontdekking.
  • Een mens staat boven de natuur, maar hij maakt er ook hopeloos deel van uit.
  • Een mens kan niet bestaan zonder acht te slaan op zijn lot, en hoe hij ook probeert dat lot in eigen hand te nemen en er over te triomferen, zijn pogingen zijn tot mislukking gedoemd.
  • Wij willen zin geven aan ons leven, en er wat van maken. En er is ook zo veel goedheid en schoonheid om van te genieten.
  • Als je alleen bent zonder meester, zonder God, dan is het gewicht van de dagen loodzwaar. Je bent dan wel gedwongen een meester te zoeken, nu God uit de mode raakt.
  • Het mág niet waar zijn, dat onze toeverlaat tegen de dood zèlf doodgaat en ons onbeschermd achterlaat.
  • De pijn zoekt zich een uitweg, een zondebok wordt snel gevonden.
  • Het wordt moeilijk om aan je woede en droefheid uiting te geven wanneer god uit de mode is, en je geen Psalmen kent.
  • Rituelen zijn zinvol; ze helpen je uit het eigen leven te verwerken wat minder verkrampt met de dood te verkeren.
  • Synagoge en kerk boden ons de ruimte om onze doodsangst te bezweren, onze woede en droefheid uit te zeggen, onze verdringing onder ogen te zien en onze projecties uit te zuiveren of terug te nemen.
  • Het maakt nogal wat uit of je je in tijd en eeuwigheid bij God geborgen weet, of dat je gelooft dat je maar één keer leeft.
  • Een mens moet een tegenover hebben, die hem uit zijn dodelijke eenzaamheid verlost. Wanneer God is opgehouden zo'n tegenover te zijn, kun je het alleen nog hier beneden zoeken. Je ziet dat mensen dan driftig gaan leven.
  • Velen voor wie het religieuze domein weinig of geen betekenis meer heeft, zoeken hun heil in de religie van het lichaam.
  • Menig mens heeft niet langer een doel voor ogen dat dit leven overstijgt.
  • Ik besta tegenover een levende God voor wie alles mogelijk is.
  • Wij hebben de God die hemel en aarde schiep niet zelf gemaakt.
  • Komt geloof niet uit wensdenken voort? Mij dunkt van wel. Wij hebben een Vader die een zelfde wens in gedachten heeft. 
  • Geen sterveling kan zeggen dat het geloof van de ander niet deugt. 
  • Zowel het ene geloof als het andere kan van hoog niveau zijn, maar evengoed ondermaats. Zo wil het geloof dat iets van ons de overkant van het graf haalt.
  • Wij spreken uit, in tastend geloof, dat dit het einde niet is, aldus Huub Oosterhuis. Hiermee legitimeert en ritualiseert Oosterhuis de twijfel.
  • Eenmaal dom is dom, tweemaal dom is bisdom.
  • Velen blijven Paasverhalen als journalistieke verslagen lezen, in plaats van als geloofsreflectie.
  • In een doodsontkennende cultuur levend, zijn wij slecht voorbereid op de eigen dood en op die van een ander.
  • Wij zijn in onze dagen slecht geprepareerd op de dood, voelen ons bij voorbaat te zwak het stervensproces door te maken, en onvoldoende toegerust om anderen daarbij te helpen. 
  • De vraag naar euthanasie is altijd een vraag om hulp, maar of die hulp altijd in levensbeëindiging moet worden gezocht, staat nog te bezien.
  • Een kerk die weigert de mens die voor euthanasie koos te begraven, is onbarmhartig, en verdient het te verdwijnen.
  • Geloof disfunctioneert wanneer het de werkelijkheid van de dood versluiert of ontkent; het is heilzaam wanneer het ons met onze eindigheid verzoent, en tot een levenslange 'meditatio mortis' inspireert.
  • Geloof kan helpen om met 'zuster dood' op vertrouwelijke voet te geraken, het nodigt je uit je levensconflicten op te lossen,  het sticht of herstelt gemeenschap en het bewerkt overgave.
  • Sterven is niet alleen maar ophouden met leven. Het is ook onze laatste, beslissende verrichting, het is de laatste taak die wij hebben te vervullen.
  • De medicijnman moet ook weer de priester van de polder worden, als de priester niet meer wil dokteren.
  • Woorden en riten geven vorm aan ons verdriet.
  • Slechts weinigen zijn in staat een eigen expressie te geven aan hun, niet zelden tegenstrijdige, gevoelens, en dat geldt eens temeer wanneer je door de dood bent overvallen en door verdriet overmand.
  • Er is tijd om overmorgen iets te hebben achtergelaten. Daar moet je vandaag voor zorgen. (Herman de Coninck)
  • De psychiater Rümke pleitte voor een eerherstel van de cultus van de dood.
  • Het leed moet geleden worden.
  • Voor stevig gelovende nabestaanden heeft het ter aarde bestellen in de dodenakker symboolwaarde.
  • Het echte geloof zegt: ik weet niets van de dood, maar ik weet dat God eeuwigheid is en ik weet ook dat hij mijn God is.
  • Voorstellingen (van gelovigen) van hemel en hel zijn beelden van een werkelijkheid die wij ons fantaseren.
  • Hel en hemel zijn 'slechts beelden'. Wij komen niet verder dan in symbolen te spreken. De hemel is een beeld voor de vrome fantasie dat wij ook na onze dood bij God geborgen zijn. Je mag niet vragen of die beelden bestaan. Ze zijn namelijk een geloofsuitspraak, ofwel een beeld waarmee ik iets probeer te zeggen. Vraag dus nooit of hemel en hel echt bestaan, want wij zijn aan de vrome fantasie ontsproten. Deze beelden, deze symbolen van hel en hemel zijn om er beneden mee te spelen.
  • De bijbelse hoop op een hiernamaals is geboren uit compassie voor de ander.
  • Moslims die bereid zijn zichzelf op te blazen, wordt twaalf maagden in de hemelse gewesten in het vooruitzicht gesteld. Het zou heilzaam zijn wanneer hun geestelijke leidslieden erbij zouden zeggen dat zij er ook hun slachtoffers zullen aantreffen.
  • God geve dat ik eens van mijn verdriet, mijn verbittering, mijn wrok zal worden bevrijd, verlost van alles wat mij in dit ingewikkelde leven in de weg staat om een vrij mens te zijn.
  • Paus Johannes 23 wilde niet dat de angst voor de hel een mens verlamt. En hij wilde ook niet dat wij onze wraakgevoelens blijven koesteren.
  • Uit een gebed van de dichter Bredero op zijn sterfbed:

    "Want Ghij hebt my gemaeckt
     en mooght mij weer ontmaken."

zondag 26 oktober 2025

Musical Jona yn de Meniste tsjerke fan Ljouwert

Snein 26 oktober 2025
 
Hindrik van der Meer liedt Jona en it Kwartettekoar

















Oer in ferdoarne stêd en in barmhertich God
Yn 2008 waard it sjongspul 'Jona' mei de lietteksten fan Folkert Verbeek, de sprekteksten fan Jeltsje Gerbrandy en op muzyk fan Hindrik van der Meer yn talrike tsjerken yn Fryslân útfierd troch it doe krekt troch Hindrik oprjochte Kwartettekoar
Hindrik van der Meer hat lange jierren tige warber west foar it Fryske tsjerkeliet yn Fryslân. 
De prachtige lietteksten fan Folkert Verbeek en de faak humoristyske teksten fan fertelster ‘frou fan Jona’ jouwe op in humoristyske en befrijende wize in byld fan in God dy ’t it opnimt foar minsken dy ’t ynsjogge dat it sa net langer kin, en dy't ek net langer rinne wolle op it paad fan ‘Sa hat it altyd west’, sa ’t de diktators en harren folgelingen it yn ‘e holle hawwe. 
De God yn dit Jona-ferhaal is barmhertich en sparret de ferdoarne stêd Ninevee. 
De kening fan Ninevee ropt: ‘It moat oars!’. En sjochris: it wurdt oars.

Jona moat nei Ninevee 
Yn de oerfolle tsjerke fangt it middeiprogramma oan mei it wolkom fan muzikus Hindrik van der Meer. 
De musical wurdt iepene mei in ynlieding fan de frou fan Jona, dy't in tal fan kearen yn de musical wer werom komt as fertelster fan it trochgeande ferhaal fan Jona.
Yn it Prolooch sjongt it koar oer de ynwenners fan de stêd Ninevee:
"boargers libje yn in kâlde
sfear fan helje, hawwe, hâlde,
frauduleus en dekadint,
dêr't bezit en macht it wint,"

Troch it Godsbefel fan God moat Jona mei syn sittend gat oerein komme, en warber wurde:
"Meitsje dy mar hastich ree
moast foar my nei Ninevee!
Jona, sis de lju dêr oan:
jimme stêd is djip bedoarn,
asosjaal, bestjoer fan neat,
dit komt op 'e kop ferkeard!
Harkje wat myn God jim seit, 
't roer moat om, in oare wei."

Mar Jona flecht foar God en Ninevee
Jona fljocht wol oerein, en set ek útein, mar net nei Ninevee. 
Hy wol nei Tarsis farre.
"De kape ticht
foar elk út sicht
kin hy him stikem smeare
en wa sil him noch keare?"

Jona bliuwt sa trije dagen 'ûnder wetter', op wei nei Tarsis.
Hy sjongt sels mei yn't matroazekoar:
"Op Tarsis oan,
ahoy matroazen, ahoy!
Dêr binne de fammen waarmbloedich en skoan,
en sa alderivichste moai."

Mar de see is it plak fan de grutte gefaren, en de stoarm set op.
Oerstjoere seelju wekje Jona yn syn koai:
"Wat bliksem man,
toe sis ús dan,
wer komsto wei,
wêr pielsto mei, 
wat is dyn lân,
dyn steat en stân,
hast spul mei God?
of soksawat?"
 
En dan antwurdet Jona de seelju:
"It ûnwaar falt my te ferwiten,
ik bin myn God ûntrou.
Troch my yn de djipsee te smiten,
komme jim fan 't wyldwaar ôf."

Dêr wol it skipsfolk ynearsten net oan.
Mar dan heger brûst de see, en de drinkeldea bedriget har lea.
Hja smite Jona bûtenboard.
"De see falt stil, 
de loft wurdt klear,
en seelju freezje no net mear."
 
In mânske fisk set dan sturtswypkjend heech it krop, en lit Jona yn syn liif besakje.
Jona ferdwynt yn de mage fan in grutte fleisberch, swart en yslik.
"Gjin noflike útfanhuzerij,
ûnhuere oanfal op it libben,"

Wanhopich bidt Jona yn syn deadlik libbene finzenis:
"'k Bid lûd op tsjin de klippen,
mei't wetter oan'e lippen.
Stryk Hear de hege weagen sljocht
bring my oan't ljocht!"

Dirigint Hindrik van der Meer hat de feart deryn, en sil úteinsette foar it folgjend lied. 
Mar syn frou Beitske wit him noch krekt yntiid sêft op te kearen mei in tikje fan in blokfluit tsjin syn hân.
Earst noch de fertelster oan it wurd: de frou fan Jona.

Mar dan is it wol safier: it grouwe bist spuit Jona út.

En Hindrik van der Meer is wol tige skerp, want as de pianist in te hege toan ynset foar it folgjend liet, ropt Hindrik linich nei de man: "Bes G", en dan set it koar wer goed útein.

Jona is oanspield, alhiel lytsman, fertuteaze op in stiennich strân.
"en Jona wit ferromme,
wylst hy leit te bekommen,
de Machtige ferhearde myn gebed."

De lytsman komt wer thús by de frou, it seewier en de skulpen noch yn 't hier.
Hy sil no dochs nei Ninevee, en rapt syn preek foar de Nineveeërs, ynearsten as priuwke foar syn frou:
"Dyn maskerade en skyn fertoan,
is yn 'e grûn folslein bedoarn!"





Jona yn Ninevee 
't Is merkedei yn Ninevee.
Folk yn 'e strjitten, hinnen yn in traaljekoer.
"Allerhande diggelguod, 
it spul moat fuort."

Jona docht mei in hert fol eangst en mei de moed yn de sandalen de oansizzing fan God oan it folk fan Ninevee:
"Nei fjirtich dagen, folk fan Ninevee,
giet jimme megastêd ûndersteboppen!"
in djippe stilte falt oer 't merkestee."

De minsken fan Ninevee laken Jona net út, mar lústerden tige goed mei de fraach of der noch hope foar harren is. 
Der is panyk, reboelje, opskuor, alteraasje.
"boete dwaan is fierwei 't bêste,
lyk as de kening harren ek seit.
De kening sels, alhiel ferbûke, 
ropt mei syn folk de himel oan."



De stêdsdichter dichtet in smeekliet, in gebed, in boetepsalm as oprop ta demonstraasje fan goede wil; in rop om generaal pardon.
"harkje nei it kjirmjen
fan in wanhopich folk.
Wês lankmoedich en barmhertich.
Wol it fjoer fan lôgjende grime dwêste,
mei de mylde rein fan Godlike ûntferming."

Mei sa'n oprjocht berou, sjocht God fan't oardiel ôf.
Poerrazend lilk en dwers sjit Jona yn'e stress, want dat Ninevee hat hy gjin boadskip oan. 

Jona giet út dy rotstêd wei, sit ûnder in wûnderbeam, dy't him beskadet as in sluier.
Mar in dei letter:
"it beamke stiet ferjamme,
Natoer giet bûten eigen wet,
en Jona snapt it wûnder net.
skroeid fan glandich kwea:
hy wol mar ien ding, hy wol dea."



Dat mei dy beam, Jona koe de humor der net fan ynsjen. 
Dán klinkt de stim fan God:
"'sa bist mei ien beamke begien,
soe Ik dan om tûzenen net weine?
om harren yn grut Ninevee?
Al wurdt de stêd gjin wite do,
Ik sparje har mei leafde no!"
Slotliet 
Jona, nidich, wol op hûs oan.
Mar de minsken fan Ninevee roppe Jona ta: 'Jona kom! Jona kom'.
Hja rjochtsje in stânbyld op foar harren eareboarger Jona.
En dan klinkt folút it slotliet fan it koar: 'In stêd fol freugdeklanken'.
 
As de lêste klanken fan muzikanten en koar klonken hawwe, folget in lang en tankber applaus en jûchhee út de folle tsjerkeseal.
Hindrik van der Meer - dy't mei dizze útfiering syn sesjes foar it grutte publyk ôfslút wurdt op it lytse poadium tilt, en mei syn frou Beitske wurde hja tegearre mei grut entûsjasme en wolfertsjinne betanke foar alle moaie en goede wurk fan tsientallen jierren krewearjen foar de muzyk yn Fryske kontekst.

Mar Hindrik soe Hindrik net wêze as wy as minsken yn dizze folle seal net mei him sjonge moatte, dat wy lústerje nochris in kear nei it slotliet, en sjonge dan twa kear mei fleur en faasje mei it Kwartettekoar, it grut jûchhee:

"In stêd fol freugdeklanken,
om God optein te danken,
foar Syn barmhertichheid.
It folk kin no wer laitsje,
gjin ûnheil sil har reitsje:
Syn leafde wûn it pleit.


Bazunen en trompetten,
kinn'no de toan mar sette
fan tankber Ninevee!
De bekkens skille skeller!
De ritme's wurde feller!

It is IN GRUT JÛCHHEE!!"
 


De krater

Zaterdag 25 oktober 2025
 
Cover van 'De krater'

Novellewedstrijd 2025
De 90ste Nederlandse Boekenweek vond plaats in de week van 12 tot en met 23 maart 2025.
'De krater' - geschreven door Gerwin van der Werf - is het winnende verhaal van de Boekenweek Novellewedstrijd 2025.
Net als in de jaren 40 en 50 en 60 van de vorige eeuw mochten schrijvers uit Nederland en Vlaanderen een novelle insturen. 
Uit de 149 geanonimiseerde inzendingen koost een jury het - in haar ogen - beste verhaal. 
En dat verhaal is het Boekenweekgeschenk van het jaar 2025 geworden.

Eden in het midden
Eden is met haar twee broers Johnny en Benjamin op weg naar een meteorietkrater, ergens in Duitsland. 
Eden heeft een missie: haar jongste broer Benjamin redden. 
Benjamin heeft een depressie, en Johnny een rijbewijs. 
Benjamin weet alles van sterren en meteorieten, en Johnny weet de weg hopelijk. 
En Eden? 
Eden zit ertussenin. 
Altijd ertussenin.

Gerwin van der Werf in 'De Krater'
  • We hadden een plan en zouden morgen in alle vroegte vertrekken en verder zagen we wel.
  • Niets doen was gewoon geen optie meer.
  • Ik ben wel bang dat Benjamin er een keer een eind aan maakt.
  • Achter ieder ding die je niet weet, schuilen weer honderd andere dingen die je niet weet en nooit zult weten, het is afschuwelijk.
  • Ik schrijf omdat ik bang ben, ik denk dat iedereen die schrijft dat doet omdat hij bang is, bang om verkeerd begrepen te worden.
  • Ooit stop ik ermee om voor anderen te denken. Ze moeten het zelf maar zeggen als er iets is, ik heb aan mezelf meer dan genoeg.
  • Het gaat nooit over mij, en dat is prima, zo heb ik het graag.
  • Ik zat vol goede hoop, en van die stomme hoop werd steeds een plakje afgeschaafd.
  • Ik moet niet beginnen over dingen waar ik liever niks over zeg en ook nauwelijks iets van weet.
  • Soms moet je iemand iets gunnen.

Koud liggen

Vrijdag 22 oktober 2025

Cover van 'Koud liggen'
STYX - leven en dood in de letteren
De dood (en het leven) was het tamelijk brede thema van de Nederlandse Boekenweek van het jaar 2003.
De dood hoort bij het leven, en daarmee dus ook bij de literatuur.
De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek heeft ter gelegenheid van die 68ste Boekenweek vier auteurs gevraagd hun literaire visie te geven op het thema 'STYX - leven en dood in de letteren'. 

Vier visies op de dood
Het resultaat van die actie is een set van vier essays van Nico ter Linden, Bert Keizer, Kristien Hemmerechts en Boudewijn Büch. 
Die vier essays zijn in 2003 verschenen in één verzamel-cassette, met als titel 'Vier visies op de dood'.
  • De arts Bert Keizer baseert zijn betoog op zijn praktijkervaringen als arts in een verpleegtehuis.
  • De schrijver Boudewijn Büch schrijft over de plaats van de dood in de literatuur. 
  • De schrijfster Kristien Hemmerechts zegt dat ze heeft aanvaard, dat de dood haar thema is. Zij beziet de dood vanuit het persoonlijk perspectief. 
  • De dominee Nico ter Linden belicht de levensbeschouwelijke kant van de dood.
Koud liggen
Bert Keizer schrijft dat je al gauw zo verstrikt raakt in afschuwelijke of mallotige verwikkelingen, als je je een leven na de dood in alle duidelijkheid gaat voorstellen, dat je je aardse leven ineens als prettig overzichtelijk gaat ervaren.
Zijn essay kreeg als titel 'Koud liggen'.
Bert Keizer in zijn essay:
  • Tegenwoordig plaatsen we onszelf niet meer zo ver van het dier.
  • Ook in de kerk treffen we merendeels apen, zij het met een ongemeen onderlinge dan wel angstige oogopslag.
  • Sommige dieren registreren de pijnlijke aanwezigheid van de afwezigheid bij de dood van een jong.
  • De conclusie van dieren dat zij zelf eens op een dag afwezig zullen zijn, is hen bespaard gebleven. Dieren leven doodloos. De mens niet.
  • Als men onder eeuwigheid niet oneindige tijdsduur verstaat, maar tijdloosheid, dan leeft diegene eeuwig die in het heden leeft (Witgenstein).
  • Waar ik ben, daar is de dood niet. Waar de dood is, daar ben ik niet (ws. Epicurus).
  • Ik weet nooit of u hetzelfde voelt als ik.
  • Je hebt een onmiddellijke toegang tot je eigen geestelijke inhoud, en je moet maar gissen naar wat er in anderen omgaat. Dàt weet je alleen indirect.
  • Het beste beeld van de menselijke ziel IS het menselijk lichaam!
  • De ziel zit in het lichaam, als de stemming in het feestje.
  • Het is onzinnig om te stellen dat de ziel zich na de dood los zou maken van het lichaam.
  • Volgens Oscar Wild: 'Most people ar other people': de meeste mensen bestaan uit opinies, literaire voorkeur, politieke en filosofische ideeën van andere mensen. Dat is overigens geen oordeel, maar een inzichtvolle mededeling over onze binnenwereld.
  • Mensenkinderen worden geen mens als ze niet gedurende hun eerste jaren vanuit de hen omgevende mensen het mens-zijn naar binnen werken. Wij ONTstaan, en daarna BEstaan we, uit andere mensen.
  • De meeste mensen sterven geleidelijk; ze zijn al uren kopje onder voordat ze definitief naar de bodem wegzakken. Sterven is als flauwvallen. Na het uitdoven van het bewustzijn, vallen stuk voor stuk de 'lagere' organen stil. De dood klimt langs de evolutionaire ladder omlaag het lichaam in, en één voor één worden de verschillende machines stilgezet. De trilharen van de cellen die de luchtpijp bekleden blijven wel tot 36 uur na de dood aan de gang met het naar boven zwepen van slijm.
  • Mensen gaan wel dood, maar moleculen niet, ze slijten niet en worden niet ouder. Zij leven niet en ze zijn niet dood.
  • Voor omstanders is het gadeslaan van sterven vaak een marteling.
  • Omdat mensen sterven als een bezigheid zien, menen ze in het stervende lichaam allerlei activiteiten waar te nemen.
  • Pratend doodgaan (bijvoorbeeld bij euthanasie) is heel zeldzaam. Het is een zeer gemengde zegen, die de omstanders met angst vervult.
  • Het meest sprekende gezicht van de dood is het lijk. Ook een dood lichaam blijft op de een of andere manier als mens in de weer.
  • Er zijn geen zielen zonder lichaam. Zielen gaan wel ergens heen na de dood. Want er valt niet te leven met wat je dan met eigen ogen ziet. Over deze afgrond moet een (gedroomde) brug.
  • Weinigen zullen onmiddellijk doorstoten naar de verstikkende zekerheid dat je elkaar echt helemaal nooit weer zult zien.
  • De gedachte aan voortgezet leven is niet bedoeld als troost voor de stervenden. Het werkt alleen maar voor degenen die verder moeten leven.
  • Wie zou je na je dood willen terugzien?
  • Er is geen begrijpelijke zijnstoestand voorstelbaar daarginds. Er ligt geen tijdsas onder het gebeuren daar.
  • Heel zelden zie je een rouwadvertentie waarin de stilte na een overlijden op stijlvolle wijze wordt uitgedrukt.
  • Wat in een grafschrift nooit gebeurt, maar wel in de krant, is dat de dode het woord voert.
  • Na het rumoer van de rouwadvertentie, waarvan de tekst wordt opgemaakt in de fase van verbijstering, is er het meer bezonken proza op grafstenen dat pas maanden later bedacht wordt. Al zijn de woorden gericht tot de dode, ze moeten lavend zijn voor de overlevenden.
  • Voor ons allemaal blijft er precies dezelfde pijn over: wij staan hier, elk in eigen onmacht, bij de scherpste rand die er op aarde is.

vrijdag 24 oktober 2025

Rondje wandelen in Noord-Brabant

Donderdag 23 oktober 2025
 
Cover van 'Rondje wandelen in Noord-Brabant'




















De mooiste plekjes van ons land
In het jaar 2019 heeft uitgeverij De Lantaarn de wandelgids 'Rondje wandelen in Noord-Brabant' uitgegeven. 
Deze wandelgids kreeg ik als afscheidskado van mijn Brabantse hogeschool-collega Gea, toen ik wegens pre-pensionering afscheid nam van het landelijk HBO-platform van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement.
De subtitel van deze routegids luidt: '13 prachtige wandelingen door het Noord-Brabantse landschap'.
Dit boek bevat naast de genoemde 13 wandelroutes ook zeven picknickrecepten.
De ronde vorm van dit routeboekje past prima bij de titel van de gids.
De routes die in deze wandelgids staan beschreven, zijn eigendom van Mooisteroutes.nl, een website met meer dan duizend routes door heel Nederland, voor wandelaars, fietsers en kanoërs.
Van vrijwel alle routes is een gps-versie beschikbaar, óók voor de app Organic Maps op smartphones, die wij onderweg als back up gebruiken.
De 13 beschreven wandelroutes worden in vijf van de 13 routes ook in een verkorte versie beschreven, en daarnaast in één geval zelfs met twee verkorte varianten. De kortste verkorte route heeft een lengte van 5 kilometer, en de twee langste volledige routes zijn elk 16 kilometer lang.
Elke routebeschrijving begint met een topografische routekaart in kleur, gevolgd door een korte routebeschrijving, met hier en daar enige aanvullende praktische informatie of een korte toelichting bij wat je onderweg ziet. De tekst wordt verlevendigd met hier en daar een mooie kleurenfoto van een representatieve plek op de betreffende route.

Gevarieerd Noord-Brabant te voet leren kennen
De door Durkje en mij gebruikte wandelgids voor de provincie Noord-Brabant bevat 13 gevarieerde wandelroutes door landschappelijk fraaie gebieden. Hiermee ontdek je mooie plekjes van deze prachtige provincie, want ook Noord-Brabant heeft zo zijn eigen bezienswaardigheden en mooie landschappen.
Met deze wandelgids ontdek je bijvoorbeeld de bossen, de heide, de waterlopen, de velden en de landerijen in Noord-Brabant, en door de aanvullende informatie kom je ook meer te weten over de geschiedenis en de karakteristieke elementen van het Noord-Brabantse landschap.

De 13 rondjes in Noord-Brabant
De 13 Brabantse rondjes van deze wandelgids hebben we in 2021 (2 rondjes) en in 2025 (11 rondjes) in totaal 7 dagen gelopen.
Van alle rondjes hebben we de langste variant gelopen, indien er sprake was van één of twee kortere varianten.
De totale afstand van de 13 rondjes zoals wij die hebben gelopen. is 124 kilometer. Daarmee komt een rondje op een gemiddelde afstand van circa 9,5 kilometer. Omdat we de 13 rondjes in 7 dagen hebben gewandeld, haalden we per wandeldag een gemiddelde afstand van ongeveer 17,7 kilometer.
De 13 rondjes hebben we achtereenvolgens op de volgende 7dagen gelopen:

woensdag 22 oktober 2025

Hotel Terminus

Woensdag 22 oktober 2025
 
Cover van 'Hotel Terminus'

STYX - leven en dood in de letteren
De dood (en het leven) was het tamelijk brede thema van de Nederlandse Boekenweek van het jaar 2003.
De dood hoort bij het leven, en daarmee dus ook bij de literatuur.
De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek heeft ter gelegenheid van die 68ste Boekenweek vier auteurs gevraagd hun literaire visie te geven op het thema 'STYX - leven en dood in de letteren'. 

Vier visies op de dood
Het resultaat van die actie is een set van vier essays van Nico ter Linden, Bert Keizer, Kristien Hemmerechts en Boudewijn Büch. 
Die vier essays zijn in 2003 verschenen in één verzamel-cassette, met als titel 'Vier visies op de dood'.
  • De arts Bert Keizer baseert zijn betoog op zijn praktijkervaringen als arts in een verpleegtehuis.
  • De schrijver Boudewijn Büch schrijft over de plaats van de dood in de literatuur. 
  • De schrijfster Kristien Hemmerechts zegt dat ze heeft aanvaard, dat de dood haar thema is. Zij beziet de dood vanuit het persoonlijk perspectief. 
  • De dominee Nico ter Linden belicht de levensbeschouwelijke kant van de dood.
Hotel Terminus
Kristien Hemmerechts schreef dat 'Dood is dood is dood' het mooie is van de dood. Volgens haar is niets zo helder en ondubbelzinnig. Kristien: "Als het leven zo eenduidig was als de dood, zou er minder zelfmoord worden gepleegd". 
Haar essay kreeg als titel 'Hotel Terminus'.
Kristien Hemmerechts in haar essay:
  • Mijn geroemde bereidheid om zelfs de pijnlijkste ervaringen met u te delen, is de ongeschreven afspraak die ons verenigt.
  • Onze tijd zweert bij ervaringsdeskundigen.
  • Wij kunnen ons niet gelukkig genoeg prijzen dat we in zulke luisterbereide en leergierige tijden leven.
  • De dood is de toestand waaruit niet wordt teruggekeerd.
  • Bijna dood is niet dood.
  • Hotel Terminus is een oase voor hen die verlangen naar rust, waar mensen rust zoeken en zelfmoord komen plegen.
  • Wie bij dat Hotel Terminus komt, heeft lang over zijn voornemen nagedacht. Hotel Terminus krijgt dus niet de impulsieve types over de vloer, die heethoofden die in hun auto springen en zich tegen een pijler te pletter rijden.
  • Het personeel van Hotel Terminus kan bij het binnengaan van haar hotelkamers zich alleen met onbewogenheid redden.
  • De zelfmoordenaar verraadt met elk gebaar dat ze er niet meer bij horen. Ze bevinden zich al in niemandsland.
  • Wie zelfmoord wil plegen, hou je niet tegen.
  • De meeste mensen zijn als de dood voor de dood. Ze wensen te redden en te worden gered. Het liefst zien we het leven als een eeuwigdurende rit, een tocht zonder einde.
  • Net zoals een leven niet op elk willekeurig moment kan worden afgebroken, kan iets niet op elk willekeurig moment worden verteld.
  • Aan het gefolterde gezicht van de man die zelfmoord wilde plegen, zag hij dat de goede bedoelingen van zijn broer het mes alleen maar dieper in de wond zetten. Zolang zijn broer niet tot inzicht kwam, had een gesprek geen enkele zin. Als zijn broer niet voor therapeut had willen spelen, was die man een serene dood gestorven. Dat is liefde. 
  • Een dier volgt zijn instinct, maar een mens kan dat instinct overstijgen of onderstijgen.
  • Het was verschrikkelijk om iemand te haten. Maar waarschijnlijk moet je iemand eerst hebben liefgehad om haar vervolgens te kunnen haten.
  • Vrouwen willen worden bemind om zichzelf.
  • Zeg me dat je niet dood wilt, toe.
  • Wat was de grootste hel: niet beminnen of niet bemind worden? Allicht het eerste. Het was beter om tegen beter weten in te beminnen, dan in liefdeloosheid rond te dolen.
  • Ze vraagt zich af waarom ze Hotel Terminus heeft bedacht. Ze weet waarom ze het heeft bedacht. Het leven zou draaglijker zijn indien ergens zo'n hotel bestond. Een plek waar het mocht.

Presentatie over pelgrimeren voor Passage in Appelscha

Dinsdag 21 oktober 2025
 
Presentatie over pelgrimeren in De Schutse te Appelscha



















Presentatie over pelgrimeren
Door het bestuur van de Christelijk-maatschappelijke vrouwenbeweging te Appelscha zijn Durkje en ik uitgenodigd om een lezing te verzorgen voor de oktoberbijeenkomst van haar vrouwenvereniging. Deze lezing vindt vanavond plaats in De Schutse te Appelscha, bijgewoond door zo'n 25 deelnemers van deze vrouwengroep.
Nadat de leden en wij door avondvoorzitster Pytsje Oosterloo welkom zijn geheten, wordt begonnen met bijbellezing, een bijpassende inspiratietekst ter overdenking en het openingsgebed. Na enkele officiële verenigingszaken krijgen Durkje en ik de gelegenheid om onze presentatie te verzorgen, waarvan een deel vóór en een deel na de koffiepauze.

Motieven om te pelgrimeren  
Na een korte kennismaking vertel ik over onze opeenvolgende pelgrimstochten naar Santiago de Compostela en in welke relatie die pelgrimages staan met Sint Jacobus, de patroonheilige voor de pelgrims.
Aansluitend vertelt Durkje wat voor pelgrims van vroeger en nu zoal de motieven waren en zijn om te pelgrimeren, en vertelt ze wat het jarenlang pelgrimeren voor ons ieder en voor ons samen heeft betekend.

Refugio Ultreia Feinsum
Het Passage-bestuur had ons vooraf gevraagd om ook iets te vertellen over onze Refugio Ultreia Feinsum, ons pelgrimsverblijf in Feinsum.
Daarom vertel ik na de pauze eerst iets over de geschiedenis van onze refugio, en welke functies zo'n pelgrimsonderkomen voor de voorbijgaande pelgrims heeft.
En Durkje sluit daar dan op aan, door een aantal voorbeelden te geven van pelgrims die in de afgelopen zeven jaren bij ons langs kwamen voor een refugio-stempel en/of voor hun overnachting in onze refugio tussen twee etappes op het Jabikspaad. 
Tijdens en ter afsluiting van onze lezing laten we nog twee korte filmfragmenten zien van een regionale en van een landelijke omroep, die indertijd bij en in onze refugio een mooie televisie-registratie hebben gemaakt.  

Pelgrimeer met God
Tot slot zingen we met zijn allen het lied 'Ga met God, en Hij zal met je zijn', het lied dat zo mooi vertolkt hoe je je als pelgrim steeds gedragen weet tijdens je levensveranderende pelgrimstocht naar Santiago de Compostela.
Na de avondsluiting door de voorzitster is er nog volop gelegenheid om bij onze pelgrimage-expositietafel na te praten over wat de aanwezige leden nog willen vertellen of vragen.

maandag 20 oktober 2025

De Turfroute voor Fietsers wandelen van Prikkedam naar Canada

Maandag 20 oktober 2025
 
Wandelend langs de Tjonger van Prikkedam naar Oosterwolde

















Wandelen & fietsen vanaf de Turfroute in Zuidoost-Friesland
De turfvaarten in Zuidoost-Fryslân zijn eeuwenoud en vaak met de hand gegraven. 
De zogenoemde 'Turfroute' verbindt sinds 1974 al die vaarten met elkaar. De kanalen met haaks daarop sloten, bossen, elzensingels, heide, weiden en beekdalen geven het gebied een eigen charme. 
In twintig pakkende verhalen en routes slaan de journaliste Janneke Donkerlo en de schrijver van routegidsen Fokko Bosker als het ware bruggen tussen de vaart en het omliggende landschap. Zij nemen het water als vertrekpunt voor hun rondwandelingen en fietstochten door dit rijk geschakeerde landschap van coulissen van elzen- en eikensingels, in een fijnmazig patroon van vaarten en wijken.
Resultaat van hun werk is de in 2024 uitgegeven routegids 'Wandelen & fietsen vanaf de Turfroute in Zuidoost-Friesland'.

23 tochten met een totale lengte van 746,9 kilometer
Deze routegids bestaat uit 11 fietstochten en 12 wandeltochten, die Durkje en ik van plan zijn om alle te gaan wandelen. 
  • Tien fietstochten hebben een totale lengte van 387,4 kilometer, waarvan de kortste 13,7 km en de langste 63,4 km lang is.
  • De twaalf wandeltochten hebben een totale lengte van 134,5 kilometer, waarvan de kortste 4,6 km en de langste 15,9 km lang is.
  • De veel langere 'Fiets-Turfroute' door Zuidoost-Fryslân heeft een totale lengte van 225 kilometer.
De 23 tochten hebben derhalve een totale lengte van 746,9 kilometer. We zijn van plan die afstand te bewandelen in 36 dagetappes, variërend tussen de 15 en 33 kilometer per dag, zo mogelijk in combinaties van (delen) van die wandeletappes en fietsetappes.

Eerst van Canada naar Prikkedam
Vandaag zijn we van plan om onze zevende etappe van de 225 kilometer lange 'Turfroute voor Fietsers' te bewandelen, van Prikkedam naar Canada, met een lengte van 20,3 kilometer.
We vertrekken daartoe vanuit Feinsum om 8:55 uur, en rijden dan met de auto naar Canada, dat tussen Appelscha en Elsloo ligt, iets ten westen van het Aekingerzand.
Onze auto laten we daar op de parkeerplaats van het Aekingerzand/De Kale Duinen, en dan rijden we met de andere auto naar Prikkedam, waar we de auto parkeren bij een boerderij nabij de brug over de rivier de Tjonger.
Bij vertrek vanmorgen in Feinsum was het 11 graden Celsius, en in Canada is de temperatuur bij aankomst om 15:00 uur inmiddels opgelopen naar 15 graden Celsius.
Het weer is vandaag wisselvallig. We zijn vanmorgen later dan voor ons te doen gebruikelijk vertrokken, omdat de weersvoorspelling laat zien dat het pas vanaf 10:00 uur droog is. En dat klopt ook, want onderweg krijgen we om kwart voor tien in de auto nog te maken met een regenbui, en als we rond 10:00 uur van start gaan in Prikkedam, is het droog. De buienradar laat zien dat het de komende uren droog blijft, en het ene hele lichte motregenbuitje dat we bij Oosterwolde nog krijgen, drukt de wandelpret niet, want daar worden we nauwelijks nat van. Halverwege en aan het eind van deze etappe krijgen we zowaar nog met enkele zonnige perioden te maken, dus al met al is het toch goed wandelweer vandaag binnen het tijdsvenster dat wij voor deze etappe hadden gekozen.

Langs de Tjonger van Prikkedam naar Oosterwolde
Bij de start om 10:05 uur trekt Durkje voor de zekerheid toch nog maar even de regenponcho aan. 
Dan gaan we het betonnen wandel-/fietspad op dat vanuit Prikkedam in oostelijke richting aan de noordzijde van de rivier de Tjonger ligt.
De regenponcho van Durkje kan dan al snel uit, want het blijft gelukkig droog, en de temperatuur is ook prima om te wandelen.
We kruisen de Balkweg bij de brug over de Tjonger, en lopen even later parallel aan de provinciale weg N381. 
Als we ter hoogte van de Derde Sluis van de Tjonger onder de N381 door zijn gegaan, komen we via de Vaart Westzijde ter hoogte van de Drie Tolhekken op de Nanningaweg, waar we onze route vervolgen langs de Opsterlandse Compagnonsvaart.
Om 11:30 uur wandelen we de bebouwde kom van Oosterwolde binnen.
Bij het Nanningaverlaat in de Opsterlandse Compagnonsvaart aangekomen, vinden we een aangename luwe en droge zitplaats in een abri aan de Nanningaweg, waar we onze koffiepauze houden.

Van Oosterwolde naar Langedijke
Van daaruit gaan we in zuidelijke richting over de Duistereweg en de Boelenkamp langs de Rioolwater Zuiverings Installatie van Oosterwolde naar de Zomerweg.
Verderop gaan we op de Duistereweg wederom onder de N381 door, om dan door het buurtschap Buttinga naar het buurtschap Hoogeduurswoude te gaan.
Dan komen we nog eens weer op de Duistereweg, die we volgen naar het buurtschap Laagduurswoude.
Na het kruisen van de N351 gaat de Laagduurswoude over in de Klokhuisdijk richting Langedijke. 
Voordat we Langedijke bereiken, brengen we een bezoek aan de plaatselijke begraafplaats, waarop enkele redelijk recente, maar vooral enkele hele oude grafstenen staan, aan de voet van een klokkenstoel. 
Een bord bij het toegangshek van deze begraafplaats maakt duidelijk dat de luidklok in deze klokkenstoel is gegoten in het jaar 1300, en dat het daarmee de oudste luidklok is van Noord-Europa.
Aan de overzijde van de Steenmaatsdijk wandelen we de bebouwde kom van Langedijke binnen.
Op de T-kruising met de Stokdijk staan we even stil bij het kunstwerk van De Melker, die vanuit de melkemmer de melk in de teems bovenop de melkbus schenkt.
Iets verderop bij de T-kruising met De Bult zien we vier lange rijen Anna Paulownabomen staan, de snelgroeiende bomen die onder andere nog herkenbaar zijn aan de enorme bladeren aan de boom. 

Veel paddenstoelen langs de Kloosterweg
We lopen Langedijke uit over De Bult, totdat we op de T-kruising met de Kloosterweg komen. Die volgen we in zuidwestelijke richting, in de richting van Elsloo.
Wandelend over het voet-/fietspad parallel aan de Kloosterweg valt ons op hoeveel verschillende soorten en aantallen paddenstoelen hier in de bermen aan weerszijden van het pad staan.
Verderop, bij de groepsaccommodatie De Vrije Vogel, vinden we een zitbank, waarop we plaatsnemen voor onze lunchpauze. Deze accommodatie kan momenteel door toeristen of door groepen gasten met een beperking niet worden geboekt, omdat deze groepsaccommodatie sinds enkele weken wordt gebruikt voor de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen. Een moeder met twee jongetjes komt even naar buiten om iets uit een auto van de parkeerplaats te halen.

Van de Oekraïeners naar Canada
Net voorbij De Vrije Vogel gaan we een fietspad in zuidelijke richting op, waarmee we een lang traject door het bosgebied ten westen van het Aekingerzand en Canada maken.  
We passeren onder andere het zogenoemde Canadameer.
Het verharde pad langs het Canadameer komt uit in Canada, waar we de gelijknamige straat oversteken, waarna we al direct arriveren op de parkeerplaats van het Aekingerzand/de Kale Duinen, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd. 
Het is nu 15:00 uur en we stappen in, om dan met deze auto onze andere auto op de terugweg op te halen vanuit Prikkedam. Dan rijden we vanuit Prikkedam weer terug naar huis.

zondag 19 oktober 2025

Zingende botten

Zondag 19 oktober 2025
 
Cover van 'Zingende botten'

STYX - leven en dood in de letteren
De dood (en het leven) was het tamelijk brede thema van de Nederlandse Boekenweek van het jaar 2003.
De dood hoort bij het leven, en daarmee dus ook bij de literatuur.
De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek heeft ter gelegenheid van die 68ste Boekenweek vier auteurs gevraagd hun literaire visie te geven op het thema 'STYX - leven en dood in de letteren'. 

Vier visies op de dood
Het resultaat van die actie is een set van vier essays van Nico ter Linden, Bert Keizer, Kristien Hemmerechts en Boudewijn Büch. 
Die vier essays zijn in 2003 verschenen in één verzamel-cassette, met als titel 'Vier visies op de dood'.
  • De arts Bert Keizer baseert zijn betoog op zijn praktijkervaringen als arts in een verpleegtehuis.
  • De schrijver Boudewijn Büch schrijft over de plaats van de dood in de literatuur. 
  • De schrijver Kristien Hemmerechts zegt dat ze heeft aanvaard, dat de dood haar thema is. Zij beziet de dood vanuit het persoonlijk perspectief. 
  • De dominee Nico ter Linden belicht de levensbeschouwelijke kant van de dood.
Zingende botten
Boudewijn Büch schreef over de plaats van de dood in de literatuur. 
Nog net vóór zijn overlijden heeft Büch zijn essay over dode schrijvers kunnen schrijven en aanleveren.
Büch hield zich bij leven graag met dode schrijvers en dode popzangers bezig, dus dit thema was hem op het lijf geschreven.
Büch wilde graag dichter bij de dichter(es) komen, en stond daarom aan hun graf, sprak met hun weduwe/weduwnaar, of kroop door een woning waar zij soms tientallen jaren daarvóór nog een laatste voet hadden gezet, èn Boudewijn wilde ook weten aan welke muziek zij voorkeur gaven.
Zijn essay kreeg als titel 'Zingende botten', met als subtitel 'Over gedichten, dood en souvenirs'.
Boudewijn Büch in zijn essay:
  • Thuis bewaar ik de dood in mapjes.
  • De schoonheid van de dood, de schittering van het sterven, huizen in de verzen van de Britse dichter John Keats.
  • Het literaire werk is het mooiste wat een schrijver zijn lezers kan geven. 
  • Literaire extra's kunnen het lezen en genieten van literatuur tot een feest maken.
  • Dode dichters en zangers reis ik al mijn hele leven achterna. Het liefst wil ik heel dichtbij komen.
  • Met zijn begrip 'Krankheit zum Tode' wilde Goethe (diametraal tegenover het christelijke geloof) zeggen dat het leven is voorbestemd voor de dood, en dat er niets anders op zit dan - hoe dan ook  - dood te gaan. 
  • Ik (zo schrijft Büch) houdt het meeste van de zelfgekozen dood.
  • Close Reading is de enige manier om verantwoord met teksten om te gaan.
  • Naar het schijnt is de weduwe de postume plaag voor het werk van elke auteur.
  • Ik wil meer dan alleen de mens achter de dichter.
  • De niet te overbruggen kloof tussen leven en poëzie bij de dichter Gerrit Achterberg is het werkelijke 'raadsel-Achterberg'.
  • Het beste is om dichter Novalis zijn leven na te lopen. Op die manier komt men het dichtst bij de dichter.
  • Blijkbaar durft niemand het aan om een biografie van de dichter Novalis te schrijven. Zoveel dood past niet in één boek.
  • Eén keer heb ik de ring van Novalis vast mogen houden en ik beefde, want met dit object kan de Novalis-liefhebber het dichtst bij zijn held en bij zijn verloofde komen.
  • Toen Novalis zijn geliefde stierf, was hij ontroostbaar, schreef ontroerende dagboekfragmenten en verzen over zijn gestorven meisje, maar zou het zelf ook niet al te laat maken in het leven.
  • Het is mijn diepste overtuiging dat je ook via een object, een landschap of een grafsteen tot het diepste wezen van de letterkunst door kunt dringen.
  • Dichtkunst verdient een beter lot dan uitsluitend exegese. Poëzie is meer dan grammatica, beeldspraak en metrum.
  • De mooiste poëzie gaat over de dood.
  • Wanneer je het vers nareist, wanneer je het opgraaft, wanneer je het beweent en wanneer je het in zijn landschap (context) herbeleeft, kan het vers meer bewerkstelligen.
  • Gedichten verdienen het om uit het papier te ontsnappen.

donderdag 16 oktober 2025

De Turfroute voor Fietsers wandelen van De Hoeve naar Prikkedam

Donderdag 16 oktober 2025
 
Vier reusachtige reuzenzwammen langs de IJkenweg

















Wandelen & fietsen vanaf de Turfroute in Zuidoost-Friesland
De turfvaarten in Zuidoost-Fryslân zijn eeuwenoud en vaak met de hand gegraven. 
De zogenoemde 'Turfroute' verbindt sinds 1974 al die vaarten met elkaar. De kanalen met haaks daarop sloten, bossen, elzensingels, heide, weiden en beekdalen geven het gebied een eigen charme. 
In twintig pakkende verhalen en routes slaan de journaliste Janneke Donkerlo en de schrijver van routegidsen Fokko Bosker als het ware bruggen tussen de vaart en het omliggende landschap. Zij nemen het water als vertrekpunt voor hun rondwandelingen en fietstochten door dit rijk geschakeerde landschap van coulissen van elzen- en eikensingels, in een fijnmazig patroon van vaarten en wijken.
Resultaat van hun werk is de in 2024 uitgegeven routegids 'Wandelen & fietsen vanaf de Turfroute in Zuidoost-Friesland'.

23 tochten met een totale lengte van 746,9 kilometer
Deze routegids bestaat uit 11 fietstochten en 12 wandeltochten, die Durkje en ik van plan zijn om alle te gaan wandelen. 
  • Tien fietstochten hebben een totale lengte van 387,4 kilometer, waarvan de kortste 13,7 km en de langste 63,4 km lang is.
  • De twaalf wandeltochten hebben een totale lengte van 134,5 kilometer, waarvan de kortste 4,6 km en de langste 15,9 km lang is.
  • De veel langere 'Fiets-Turfroute' door Zuidoost-Fryslân heeft een totale lengte van 225 kilometer.
De 23 tochten hebben derhalve een totale lengte van 746,9 kilometer. We zijn van plan die afstand te bewandelen in 36 dagetappes, variërend tussen de 15 en 33 kilometer per dag, zo mogelijk in combinaties van (delen) van die wandeletappes en fietsetappes.

Eerst van Prikkedam naar De Hoeve
Vandaag zijn we van plan om onze zesde etappe van de 225 kilometer lange 'Turfroute voor Fietsers' te bewandelen, van De Hoeve naar Prikkedam, met een lengte van 20,7 kilometer.
We vertrekken daartoe vanuit Feinsum om 8:15 uur, en rijden dan met de auto naar Prikkedam.
Onze auto laten we daar bij een boerderij nabij de brug over de Tjonger staan, en dan rijden we met de andere auto naar De Hoeve, waar we de auto parkeren bij het sportveld aan de Kontermansweg.
Bij vertrek vanmorgen in Feinsum was het 12 graden Celsius, en in Prikkedam is de temperatuur bij aankomst om 14:15 uur inmiddels opgelopen naar 16 graden Celsius.
Het weer is vandaag een beetje wisselvallig. Het is de hele dag voornamelijk bewolkt, met af en toe een hele korte zonnige periode. Er wordt wel lichte motregen verwacht, maar die valt pas op het moment dat we bij aankomst in Prikkedam in de auto stappen.

Van De Hoeve naar de Linde
Onze etappe begint om 9:25 uur bij het korfbalveld van De Hoeve. 
Buiten De Hoeve gaan we aan het eind van de Kontermansweg de IJkenweg op, waar we al snel even de pas moeten inhouden om een overstekende kudde koeien de gelegenheid te geven om in eigen tempo de weg over te steken van het ene naar het andere weiland.
Iets verder zien we tot onze grote verrassing vier reusachtige reuzenzwammen in de berm staan. Zoveel en zulke grote reuzenzwammen hebben we nog nooit bij elkaar gezien. 
Op de IJkenweg lopen we tot aan de Noordwolder-vaart. Daar gaan we bij de oude sluis het IJkenverlaat-pad op.
Langs de Noordwolder-vaart lopen we naar de plek waar die uitstroomt in de Friese rivier de Linde.
Dan gaat het langs de Linde een klein eindje naar de brug over de Linde.

Naar Nijeholtpade
Daar steken we de Linde over, om dan aan de overzijde op Lolkema's Laene langs Tjasker De Hoeve te wandelen.
Vóór ons uit loopt een man die zojuist waarschijnlijk een gevangen rat uit de rattenval in de sloot aan onze linkerzijde heeft gehaald.
Bij de N351 aangekomen moeten we een eind over de parallelweg langs die Stellingenweg lopen, totdat we ter hoogte van Nijeholtpade de N351 kunnen oversteken. Daar lopen we de bebouwde kom van Nijeholtpade binnen
Links van de weg passeren we de Nicolaaskerk van Nijeholtpade.
In het dorpscentrum nemen we plaats op een zitbank bij het kunstwerk van De Takkemaeker, waar we onze koffiepauze houden.

Hekkelen
Over de Hoofdweg wandelen we Nijeholtpade uit. Links van de weg is een man in het veld bezig de sloten te hekkelen. Zo'n twintig blauwe en witte reigers staan aan weerszijden van de sloten in de hoop nog enige prooi te vangen uit de pas gehekkelde sloten.
De bomen langs de weg en de struiken en bomen van boerenerven links en rechts van de weg staan in kleurrijke herfsttooi.
Op de Hoofdweg komt ons een dragline tegemoet die ook wordt ingezet om de sloot langs de Hoofdweg te hekkelen.

Langs de Tjonger
We verlaten de Hoofdweg, en gaan linksaf de Meulereed op. In de berm staan prachtige vliegenzwammen, rood met witte stippen.
Links van ons is een boer bezig om in lange rechte rijen een akker om te ploegen.
Bij de Meulestuw aangekomen, steken we via de brug de rivier de Tjonger over.
Aan de overzijde van de rivier begint de bebouwde kom van het buurtschap Oudehorne.
We gaan Oudehorne echter niet in, maar gaan het pad op langs de rivier de Tjonger.
Halverwege het traject naar de volgende brug staat links van ons in het weiland ter hoogte van een boerderij een klein vliegtuigje geparkeerd.
Dan komen we aan bij de Tolbrugschans, op de plek waar de brug van de Oldeberkoperweg over de Tjonger ligt.

Door de Tjongervallei
We gaan onder de brug door en vervolgen het pad langs de Tjonger.
Waar het fietspad van de Tjonger weg draait, vervolgen we het fietspad naar de Tjongervallei. Die brede weg volgen we, en als we ter hoogte zijn van De Kleikervennen zien we verderop in het grasland tussen de Tjongervallei en de Tjonger drie reeën lopen te grazen. Als ze ons opmerken, rennen ze van ons af in de richting van de bomen langs de Tjonger.
In de sloten langs de weg van de Tjongervallei zien we ook al de prachtige herfstkleuren van de planten in de sloot en in de slootswal. 
Dan verlaten we de Tjongervallei om over een smal fietspad weer terug te lopen naar de Tjonger. Waar het open veld over gaat in een bosperceel zien we grote aantallen vuurrode bramen in de braamstruiken in de berm.

Tot slot naar Prikkedam
Bij de Tjonger aangekomen, hebben we geluk dat daar een picknickbank staat. Heerlijk in de herfstzon zitten we hier aan het water tijdens onze lunchpauze.
Daarna gaat het pad verder langs de noordoever van de Tjonger.
Om 14:10 uur arriveren we bij de rivierbrug over de Tjonger ter hoogte van Prikkedam.
Hier eindigt onze etappe van vandaag, en dan lopen we linksaf de Prikkedam op naar onze auto die verderop staat geparkeerd.
Met deze auto rijden we dan terug naar De Hoeve, waar we de andere auto afhalen, waarna we terug rijden naar huis. Op de terugweg krijgen we te maken met enige licht neerslag, en dit betekent dat we mooi op tijd aan zijn gekomen in Prikkedam, want onderweg hebben we vandaag helemaal geen regen gehad.