dinsdag 25 november 2025

Acute zorg van Ambulancezorg & GGZ Friesland voor mensen met psychische problemen

Dinsdag 25 november 2025
 
Inleiding in de 112-Meldkamer Noord-Nederland door Hendina de Jong

















Publieksacademie: Achter de schermen van de Meldkamer Ambulancezorg
Verkeersongelukken, hartinfarcten, mensen met onbegrepen gedrag: soms is er met spoed medische hulp nodig. 
Maar wat gebeurt er nadat je 112 hebt gebeld? 
Waarom komt er soms geen ambulance? 
En wat kun je zelf doen bij een noodgeval?
De LC-Publieksacademie, in samenwerking met de Leeuwarder Courant (LC) en met de theatergroep Pier 21, zoomt deze herfst van 2025 in op een deel van de zorg dat meestal in de schaduw staat, namelijk: de 112-meldkamer voor ambulancezorg. 
Maar weinig mensen weten hoe daar dag en nacht beslissingen worden genomen die letterlijk van levensbelang zijn.
Wie zijn de mensen achter 112? 
Hoe word je verpleegkundig centralist? 
En hoe gaan zorgverleners om met de emotionele kanten van hun werk? 
Journaliste en schrijfster Kirsten van Santen gaat in gesprek met de mensen van de ambulancezorg en met hun samenwerkingspartners. Samen geven zij een uniek kijkje achter de schermen. 
De volgende drie avond-thema’s komen hierbij achtereenvolgens aan de orde:
25 november 2025: Ontdek hoe de ambulancezorg, in samenwerking met de GGZ Friesland, acute zorg biedt aan mensen met psychische problemen.
Vanavond ben ik aanwezig bij deze derde LC-Publieksacademie-lezing, die plaats vindt op de Meldkamer Noord-Nederland aan het Noorderend in Drachten. 

112   
Het avondprogramma wordt met een theater-act geopend door actrice Hiske Oosterwijk van Pier 21 (als Floor) met een indringende 112-melding. Medisch meldkamer-centraliste Floor aan de lijn. We luisteren eerst naar een nagespeelde 112-melding voor wat betreft een moeder die de meldkamer belt om hulp. Haar zoon doet raar. "Waar bent u bang voor, mevrouw? In dit geval sturen we geen ambulance, mevrouw". 
Dit tweegesprek met de meldkamer wordt gevolgd door een song van Hiske Oosterwijk uit haar theatervoorstelling 'En ik dan?'
Dan spreekt het Hoofd Meldkamer Ambulance Hendina de Jong. Ze recapituleert nog even de thema’s van de voorgaande twee avonden. 
Daarna vertelt ze dat in het gebouw van deze multi-meldkamer ambulance, politie en brandweer werkzaam zijn, waar elke seconde wel iets plaatsvindt, waar nauw samen wordt gewerkt met politie, brandweer, en ambulance; en over het laatste gaat deze avond. Hier werken zo’n 80 centralisten en 20 andere medewerkers. Ze bedienen heel Noord-Nederland: Fryslân, Groningen en Drenthe". 
Op de zogenoemde 'Meldkamer Midden Complex' vindt de geplande inzet van medewerkers en middelen (zoals ambulancevervoer) plaats.
  • Per dienst krijgt een centraliste zo’n 70-80 telefoontjes van bijvoorbeeld 112 en van huisartsen.
  • Er zit een behoorlijke stijging in het aantal telefoontjes dat per jaar binnenkomt bij de meldkamer. 
  • Ze werken op de meldkamer met urgentiecodes van A0 (hoge urgentie, van bijvoorbeeld 4 tot 6 reanimaties per dag) tot C2 (alleen een adviesgesprek, en geen hulpverlening op locatie). 
Vandaag gaan we kijken naar de 'Rapid Responder GGZ', die in 2024 al 700 inzetten kende. Soms kun je op locatie adviseren en de eerste zorg verlenen, en hoef je niet iemand mee te nemen naar bijvoorbeeld een kliniek.
Daarna gaat Kirsten van Zanten in panelgesprek met drie medewerkers van de Meldkamer Noord-Nederland en met twee medewerkers van de Rapid Responder van de GGZ.
We luisteren eerst naar een nagespeelde (overigens wel echt gebeurde) meldkamermelding, van een man over zijn enkele dagen geleden bevallen vrouw, die zich nu na de bevalling totaal anders dan normaal gedraagt, en die zich nu in de badkamer heeft ingesloten met de baby. De kraamzorg is al weg, ze wil de deur niet opendoen, en de man weet niet wat hij moet doen. De meldkamer stelt enkele vragen. De man antwoordt. De man vertelt dat ze op heel verschillende manieren de laatste dagen reageert, uiteenlopend van normaal tot het huidige vreemde gedrag. De man en vrouw hebben in de afgelopen dagen nauwelijks geslapen, dus vermoeidheid speelt ook een rol. Inmiddels is er hulp onderweg en de man wordt gevraagd om zijn vrouw op afstand (aan de ander kant van de deur) goed in de gaten te houden. De man bedankt de meldkamermedewerkster voor haar ondersteuning. 
Hieronder volgt een impressie van hetgeen dan vanavond aan de orde komt, ook aan de hand van de vragen uit de zaal.

Acute zorg bij psychische problemen
Begonnen wordt bij de Aanname-centraliste Ingrid. Bij een melding krijgt ze een telefoontje toebedeeld. Eerst checkt men dan de locatie en het telefoonnummer van het noodgeval. Dan horen ze wat er precies is gebeurd, en wie er nog meer in de buurt is, hoe oud de persoon betreffende deze melding is en of de persoon van de melding bij kennis is en ademt, en daar wordt dan het passende protocol bij gezocht. Vanavond gaat het over personen met zogenoemd 'onbegrepen gedrag'.
  • Veiligheid speelt daarbij ook een belangrijke rol, voor de persoon zelf, voor zijn omgeving, en ook voor de in aantocht zijnde hulpverleners. De Meldkamer-centraliste geeft direct een rit uit aan de collega van de afdeling Uitgifte.  
  • Die collega – vanavond hier Inge Marije – van de afdeling Uitgifte stuurt de ambulance alvast op pad. Die kan zo nodig terug gaan naar de ambulancepost, maar de ambulance kan ook een hogere urgentiewaarde krijgen als dat nodig is. 
  • Op de meldkamer is het doorgaans heel rustig, en toch werken de centralisten van de verschillende afdelingen daar met behulp van hun computerschermen heel goed met elkaar samen. Afdeling Uitgifte moet elke regio voortdurend optimaal blijven dekken met ambulances, en daartoe moet soms een ambulance even naar een andere regio sturen om daar bij te staan als dat onverhoopt nodig is.
  • Op de meldkamer werken de medewerkers in uniform, op grond waarvan je dan echt in je rol terecht komt. 
  • Ook de politie werkt in de meldkamer. De politie-centralist doet de aansturing van alle drie regio’s in noord-Nederland, is daarin voortdurend bezig met het politieproces. Politie wordt heel breed ingezet, ook bij beveiliging en bij verkeersbegeleiding. 
  • Het zogenoemd Mobiel Medisch Team verplaatst zich met de ambulance-helicopter, vooral bij trauma’s, en zeker als er een arts ter plaatse moet komen.
  • De ambulance kan in diens melding de politie meenemen voor zover het gaat om de aard van de inzet van de politie, bijvoorbeeld bij verkeersbegeleiding en bij het garanderen van een zo veilig mogelijke werksetting voor de hulpdiensten.
  • De afdelingen kunnen elkaar inschakelen. Ze noemen dat 'warm doorverbinden', bijvoorbeeld dat de politie bij een melding doorgeeft aan de meldkamer dat er toch ook een ambulance moet komen op de meldingslocatie. Zo nodig kan ook de brandweer in die combinatie worden meegenomen, waarbij men elkaar voortdurend in de gaten houdt binnen dezelfde melding.
Bij onbegrepen gedrag
  • Bij een melding voor wat betreft 'onbegrepen gedrag' luistert de Meldkamer-centraliste goed naar wat de meld(st)er vertelt. Als het dan geen medisch probleem is, maar onbegrepen gedrag, wordt daarbij het juiste protocol gekozen, waarbij ook veiligheid een rol speelt. 
  • De Rapid Responder van de GGZ is heel goed in het in behandeling nemen van onbegrepen gedrag. Hindrik is psychiatrisch verpleegkundige, medewerker van de Rapid Responder, die in een zo onopvallend mogelijke personenbus rijdt, met daarin vier zitplekken achterin. Daar is niet veel materiaal in aanwezig, en ze werken zo onopvallend mogelijk, ook voor wat betreft de kleding die ze dragen. De standplaats voor Fryslân is Drachten, dus soms ben je dan wel een tijdje onderweg naar een meldingslocatie van onbegrepen gedrag.
  • Samen met de chauffeur gaat de Rapid Responder naar de melding, om daar eerst zo rustig mogelijk overzicht te krijgen, en contact te krijgen met de persoon over wie de melding gaat. Eventueel kan door de politie de deur open worden gemaakt. Maar meestal krijgt de Rapid Responder het wel voor elkaar om direct contact te krijgen met de persoon van de melding.
  • Het gaat bij onbegrepen gedrag vooral over mensen die op een of andere manier vastlopen, wat gelegen kan zijn in medische of anderszins fysieke problemen. Maar ook drugs en alcohol zorgen voor problemen in dezen.
  • In Nederland rijdt ook een zongenoemde 'psycholance', maar die is uitsluitend gericht op het vervoeren van patiënten met onbegrepen gedrag van psychische aard. 
  • De rapid responder gaat vooral in gesprek met de persoon van de melding. Hij/zij heeft geen medicatie bij zich, ze nemen geen mensen in de houdgreep, en proberen zoveel mogelijk te de-escaleren en hebben daartoe de tijd die nodig is om de rust erin te krijgen en te houden. 
  • De centralist(e) van de afdeling Aanname moet inschatten welke hulpdienst of welke diensten moeten uitrijden. Bij nood kan de ambulance en de politie al snel vooruit rijden, en ondertussen kan ook de Rapid Responder gaan rijden. 
  • De chauffeur van de Rapid Responder (vanavond aanwezig in het panel) heeft een achtergrond bij justitie in het gevangeniswezen. De chauffeur van de Rapid Responder doet op locatie de communicatie met de meldkamer om in te schatten wat er op locatie allemaal gedaan moet worden.
  • In de afgelopen jaren zie je dat het steeds vaker jongere mensen zijn die onbegrepen gedrag vertonen, soms nog heel jonge mensen, die ’s nachts nog op straat zijn, soms aan het dealen of onder invloed van drugs of alcohol.
  • De meldkamer krijgt te maken met een heel breed scala aan melders, van een zere vinger tot pijn op de borst. Daar moet je als centralist(e) in alle gevallen adequaat op reageren.
  • Politie komt vooral op locatie als er sprake is van agressie in de woning, om eerst de agressie of zo nodig de agressor uit huis te halen. 
  • We kijken naar een tv-filmpje over een melding van onbegrepen gedrag, van iemand die niet op een normale manier de spanning van zich af kan krijgen. 
  • Gedrag veranderen is het lastigste dat er is. 
  • Als psychiatrisch verpleger probeer je als Rapid Responder de cliënt er snel weer bovenop te krijgen. 
  • Voor de medewerkers van al deze diensten is er wel een hulpverleningsvangnet. Bij een heftig incident krijg je dan contact met het team van het bedrijfsopvangteam, heel professioneel, waar dan ook het hele proces wordt geëvalueerd. De nazorg hier bij meldkamermedewerkers is veel professioneler dan in het gevangeniswezen, zo leerde de ervaring van de afgelopen jaren. 
  • Bij al te vaak onnodig 112-melders wordt aangifte gedaan via de politie, want de meldkamer moet bereikbaar blijven voor de echte noodgevallen.
  • Werkend met veel protocollen blijft ook intuïtie en persoonlijke ruimte nodig om iets af te wijken van het protocol, mits dat goed gefundeerd is. 
  • Een vrouw in de zaal geeft de meldkamermedewerkers een groot compliment, omdat de medewerkers haar leven hebben gered door heel adequaat te handelen. 
  • De Rapid Responder triageert (urgentie-beoordeling) alleen direct ter plaatse. Als hij/zij zorg nodig acht, kan hij/zij direct de psychiatrische diensten inschakelen, bijvoorbeeld via een psychiater. 
  • Als het echt een kwestie van spoed is, en de Rapid Responder is er nog niet, dan gaat de politie en/of de ambulance heel snel ter plekke en handelt die naar verstand van zaken. De politie gaat dan bijvoorbeeld zo snel mogelijk de-escaleren, waarbij de agenten dan ook nog snel beoordelen wie van beiden (van het aanwezige agententeam) het beste kan worden ingezet in die situatie, om zo snel mogelijk en zo goed mogelijk de eerste hulp te kunnen bieden.
  • Als taal kan helpen, probeert men via taal (bijvoorbeeld in het Fries) toch iets bij te dragen, maar de meldkamercentralisten werken normaal gesproken Nederlandstalig.

maandag 24 november 2025

Memoriazondag 2025 in Broeksterwâld

Zondag 23 november 2025 - Eeuwigheidszondag
 
Alle kaarsen branden voor de mensen van voorbij

















Laatste zondag van het kerkelijk jaar
In onze protestantse kerken staan we elk jaar op de laatste zondag van het kerkelijk jaar stil bij de namen van hen die het afgelopen jaar zijn overleden. 
Vandaag is het die laatste zondag van het kerkelijk jaar. Ook op deze laatste zondag vóór Advent - de weken van verwachting en uitkijken naar de geboorte van Jezus Christus - kijken wij nog eens terug naar wat er achter ons ligt, en wie wij in het afgelopen kerkelijk jaar hebben verloren in onze gemeenschap van kerk, werk, familie en samenleving. Deze zondag wordt 'Eeuwigheidszondag' genoemd, of ook wel 'Memoriazondag'.
Als christenen geloven we dat geen mens voor niets leeft of heeft geleefd. Wij staan allen geschreven in de palm van Gods hand, en God blijft onze namen noemen, ook als wij niet meer onder de levenden zijn. 
Het blijven noemen van de namen van wie wij kennen en van wie zijn gestorven, is heel bijbels. Het bijbelboek Exodus begint daar bijvoorbeeld mee. En zo willen wij ook - dag in dag uit en jaar in jaar uit - de namen blijven noemen. 

Eeuwigheidszondag in Broeksterwâld
Vanmiddag zijn Durkje en ik, samen met haar zus en vijf broers en alle schoonzussen - met zijn dertienen - bij de middagkerkdienst van de Protestantse Gemeente van het Friese Broeksterwâld-de Falom.
Op deze Eeuwigheidszondag worden in de kerk van Broeksterwâld negen gemeenteleden herdacht, die in het afgelopen kerkelijk jaar zijn overleden. Eén van die overledenen is de moeder/mem van Durkje, mijn schoonmoeder/skoanmem, die overleed op 14 september 2025, en die vanuit deze kerk in Broeksterwâld werd begraven op 19 september 2025.
Voorganger van deze middagdienst is de heer Pieter Knijff, de pastor van deze Protestantse Gemeente.

Wij noemen de namen 
Voorafgaand aan de kerkdienst zingen we het lied 'Voor alle heiligen in de heerlijkheid', en daarna de psalm 121 'Ik sla mijn ogen op en zie', die wij ook zongen tijdens de dankdienst voor mijn schoonmoeders leven.
Na de Bemoediging, Groet en Gebed luisteren we naar de inleidende woorden op deze Eeuwigheidszondag.
Bij het vervolgens gedenken van negen overleden gemeenteleden noemt pastor Knijff per overledene eerst de naam van de overledene en zien we op het scherm diens naam met geboortedatum en overlijdensdatum. 
Daarna komen één of twee familieleden van deze overledene naar voren, om op het liturgisch centrum vóórin de kerk een herdenkingskaars aan te steken aan de grote Paaskaars, om vervolgens een rode roos naast de pas aangestoken kaars op de viertafel te leggen. Daarna voert iemand van de familie kort het woord, wordt naar een lied geluisterd, of wordt een lied gezongen dat door de familie is aangedragen. 
Broer Theo steekt voor mem Aukje de Jong-Boonstra de herdenkingskaars aan, die op de viertafel staat, en oudste broer Eelke legt de rode roos naast de brandende kaars.
De tiende kaars die door de ouderlinge van dienst wordt aangestoken, is voor alle andere - ook eerder - overledenen, die vandaag niet bij name worden genoemd.
Heel aangrijpend is dat dan ook een kaars wordt aangestoken voor de enkele dagen geleden stilgeboren baby van een gezin uit deze kerkelijke gemeente. De diep verdrietige grootouders die graag pake & beppe waren geworden, leggen daarna een witte roos naast de in de stilte brandende kaars. De sterren op het beamerscherm verwijzen in die stilte naar de naam van het stilgeboren meisje. Welk een groot verdriet; om stil van te worden.
De ouderlinge van dienst Trieny Jilderda leest ons voor alle overledenen het gedicht voor van 'De minsken fan foarby'.

Memoriazondag 2025
Volgend op de bijbellezing uit het eerste bijbelboek Genesis - als alle kaarsen branden - volgt de verkondiging door de voorgander, over 'Sterven in bijbels licht'.
Voorafgaand aan die verkondiging zongen we samen het lied 'Gods kinderen op aarde', en na afloop van de preek het lied 'God gaat zijn ongekende gang'.
Na het inzamelen van de gaven, het dankgebed en de voorbeden zingen we 'U zij de glorie', en dan worden we genodigd om in de zaal achter de kerkzaal met zijn allen koffie/thee te drinken, teneinde elkaar te ontmoeten en elkaar te bemoedigen op deze gedenkwaardige dag.
Vanuit het dorp zijn andere belangstellenden ook van harte welkom om aan te sluiten, en om evenals veel andere aanwezigen voorin de kerkzaal nog een kaarsje aan te steken op het liturgisch centrum, opdat een ieder die vandaag een geliefde wil herdenken dat vandaag in deze kerk van Broeksterwâld kan doen.

Zeg het met bollen in Feinsum

Zaterdag 22 november 2025
 
Bollen planten in het Flinterplein van Feinsum

















Voorjaarsboden in de bodem
In Feinsum prijzen we ons onder andere gelukkig met de zogenoemde Verfraaiingscommissie, die vanuit onze vereniging voor Dorpsbelang Finkum (Feinsum) zich van harte inzet voor de schoonheid van ons dorp, de thuisplek waar we het goed hebben met elkaar.
Op verzoek van deze Verfraaiingscommissie kreeg deze werkgroep ook dit jaar weer van het verenigingsbestuur een budget toegekend om voorjaarsbloembollen aan te schaffen.
Daarvan zijn inmiddels bloembollen gekocht, en op deze zaterdagochtend is het zover dat de bollen geplant kunnen worden. 
Met twee kruiwagen met bloembollen en scheppen uitgerust gaan vier dorpelingen vandaag ons dorp door om her en der bloembollen te planten. Hier op de foto zijn ze bijvoorbeeld aan het werk op het Flinterplein bij de westelijke entree van het dorp, op de plek waar de gemeente enkele weken geleden het hekwerk op de vissteiger bij It Kanael geheel heeft vervangen.
En nu gaan we afwachten, en laten we ons verrassen waar de bloembollen dit jaar allemaal zijn geplant, opdat we in het komende voorjaar kunnen genieten van een verfraaid en fleurig dorp.

Bildtse Ferhale-avend in 'e Westhoek

Frijdeg-avend 21 novimber 2025
 
Impressie van de Bildtse Ferhale-avend in The Friezinn

















Ferhale-avend in The Friezinn
Dut jaar hout 'Bildts Aigene' fenavend de provinsjale ferhale-avend in 'e Westhoek.
Op deuze avend sille echte Bilkerts prachtige streekferhalen hore late. 
Dat Durkje en ik binne na de Waddenherberg The Friezinn in 'e Westhoek kommen en beleve ’t Bildt deur de ogen fan de inweuners sels.
Wij geniete fan inspirerende, tragise en mankelike ferhalen, die’t deuze landstreek ant leven bringe. 
In The Friezinn in 'e Westhoek is ’t jaarthema: ‘Doe’t ik dapper waar’.
De houtkachel is an, de herberg is sfeerfol ankleed, en wij make d’r metnander 'n onfergeetlike avend fan.

Tot zover de inleiding op deze verhalenavond, in het Bildts, mijn moedertaal, de voertaal waarin deze avond wordt gehouden.
Bij de woorden van welkom wordt het avondthema toegelicht, want ja wat is 'dapper' en wanneer ben je dapper?
In sommige gevallen is alleen al het maken van een keuze dapper, en zo is het ook dapper - en ben je moedig - als je op zo'n avond als vandaag je persoonlijke verhaal vertelt aan zo'n zaal vol mensen.
Na deze inleiding luisteren we met onderbreking van een pauze naar zes heel verschillende verhalen, over en van vertellers en vertelsters die dapper waren.

Janny Bouma over de Zwarte Cross 
Janny Bouma vertelt over de Zwarte Cross, momenteel het grootste festival van Nederland, dat door zo'n 200.000 mensen wordt bezocht.
Janny kwam enkele jaren geleden op het festivalterrein bij een leeg podium. Ze kon al wel een klein beetje gitaarspelen, maar durfde dat toen (2018 en 2019) nog niet op een podium, en zeker niet op zo'n festival.
Maar ja, als invaljuf in het basisonderwijs voelde ze zich toch wel een beetje dapper, want daarin stond ze al wel bekend als 'de juf met de gitaar', dus waarom dan niet op zo'n klein podium op het festivalterrein?
De eerste keer op het festivalpodium - samen met haar zoon Arjen - vond ze het eigenlijk nog maar niks, maar op de tweede dag had ze er al een beter gevoel bij. En zo ging het elk festivaljaar een beetje beter, en dit jaar vond ze het zelfs al prima gaan. 
Als toegift trakteert ze ons tot slot nog met een lied van haar zang bij de gitaar, een liedje van vier regels, in het Bildts, tweemaal gezongen, met applaus als waardering van de aanwezigen in de zaal. Dapper dus.

Piet Hoekstra over Dik Trom-splitorten 
Piet Hoekstra koppelt direct 'dapper' en 'lef' aan elkaar, want - zo zegt hij - "dapper en lef horen bij elkaar, want dan gebeurt er iets".
Hij constateert dat er in de afgelopen decennia veel oude Friese gewassen zijn verdwenen. Zo was hij noodgedwongen destijds al gestopt met het verbouwen van groene erwten, want die verbouw leverde geen rendement meer op. Toen daar subsidie voor werd verleend, kon het nog wel, maar bij het stopzetten van die subsidie was het nodig om de verbouw stop te zetten.
In 2005 had hij een tuin met allerlei oude gewassen, en ging hij met de club van oude Friese gewassen op excursie naar de universiteit van Wageningen, naar het centrum dat zich specialiseert in oude Nederlandse gewassen. Daar vroeg hij om zogenoemd Dik Trom-spliterwten ('orten'), waarvan hij toen uit de zadenbank zes zaden meekreeg om ermee te gaan kweken. Al na drie jaar kon hij van de opbrengst voor het eerst gaan eten. 
Dergelijke projecten vragen zomaar om een investering van zo'n twintigduizend euro, maar dat is bij dergelijke lage rendementen vanzelfsprekend niet te doen.
Piet Hoekstra ging verder met kweken, kon meeliften op reclame van onder andere Waddengoedproducten en op de activiteiten van onder andere de eiwitboeren van Nederland. Dapper dus.

Dieuwke Sinnema is útfaartbegelaidster 
Na het overlijden van haar moeder, kreeg Dieuwke Sinnema te maken met het vak van uitvaartbegeleidster.
Ze volgde daartoe een opleiding van een jaar en deed daarin werkervaring op in een ziekenhuis en bij een uitvaartzorgorganisatie.
De combinatie van dit werk met haar gezin met kinderen bleek echter niet haalbaar, dus ging ze eerst elders aan het werk.
Toen een familie haar eens vroeg om een uitvaart te begeleiden, heeft ze dat gedaan, en dat ging goed. 
Nu inmiddels vijf jaar later wordt ze gevonden, en doet ze dit werk van uitvaartbegeleiding. Van de gunfactor ben je afhankelijk bij het verkrijgen van zo'n opdracht.
Vooral de klik met de naaste familie van een overledene is van belang.
Ze benadrukt dat haar invalshoek in haar werk vooral is dat ze zaken graag zo open en luchtig mogelijk bespreekbaar wil maken en houden in het contact met de naaste familie van een overledene.
De praktijk wijst uit dat de familiewensen of ook de wensen van de overledene zelf steeds persoonlijker worden. Zo kan bijvoorbeeld een uitvaart in hele kleine krijg ook heel waardevol zijn.
Dieuwke sluit af met de mededeling dat het in de contacten met naaste familie niet alleen maar verdrietig is, want in zo'n week voorafgaand aan een uitvaart wordt doorgaans ook wel veel gelachten. Dapper dus.

Jan Syds Jensma over de Survivalklup 
Na het pypskoft (de pauze) krijgt Jan Syds Jensma het woord. Deze bouwboer gaat ons met passie vertellen over survival. Daarbij toont hij ons tijdens zijn verhaal enkele foto's van de survivalbaan aan de Oudebildtdijk.
Doorgaans traint hij twee keer per week, vaak eerst buitendijks op het Wad, en aansluitend op zijn boerenerf of bij de buren.
Niet zozeer de kracht is van belang bij survival, maar de techniek ervan is belangrijk.
Jan Syds doet graag aan survival, omdat hij het mooi vindt; het is de kick, het is het doorzetten, het inspannen en ook het ontspannen. Die combinatie spreekt hem aan.
Verder beleef je ook van alles als je in het donker aan survival doet. Zo kun je bijvoorbeeld tijdens je buitensport in het duister zomaar eens een uil, een groep ganzen of zelfs een zeearend gewaarworden.
Met name in de tachtiger jaren van de vorige eeuw is het survivallen ontstaan, en inmiddels doen er al zo'n 500-2.000 deelnemers mee aan survivalwedstrijden.
In de corona-tijd was hij genoodzaakt om zich bij het survivallen te beperken tot het beoefenen van zijn sport op een circuit dat hij op zijn eigen boerenerf bouwde, waar ze dan ook wel als groep konden trainen. Hun survivalgroep noemen ze De Wadlopers, omdat ze tijdens het survivallen ook het Wad wel opgaan, waar je ook van alles kunt doen, en soms bijvoorbeeld scheepstouw en balken vindt, die thuis gebruikt kunnen worden voor het bouwen van nieuwe survivalobjecten.
Meedoen is belangrijker dan winnen, en daarom sluit Jan Syds in het Bildt af met zijn roep door de zaal: "Jim kin gewoan metdoen!" Dapper dus. 

Geert Boersma over Plisywerk 
Geert Boersma is twee jaar geleden gestopt met zijn werk bij de politie. 
Hij is aanvankelijk begonnen bij Defensie, maar stapte later over op de politiemotor, en daarna werd hij wijkagent in Sint-Annaparochie.
Je maakt veel mee als politieagent, en het is altijd weer onvoorspelbaar wat je de komende dag meemaakt. Dat gaat van een onwelwording naar het gebruik van pepperspray, en van een reanimatie naar vuurwapengebruik bij een meisje van 14 jaar die haar moeder het mes letterlijk op de keel zette; een heel raar voorval trouwens. 
Eens moesten ze binnendringen bij een boerderij, waar ze schrokken van een paspop die ze in de douche aantroffen, en even later bleek de vermiste bewoner gewoon thuis te zijn. Schade bij binnendringen liep echter op tot zo'n 9.000 euro, die dan in zo'n geval door de politieorganisatie moet worden betaald.
Een afgevoerde vermoedelijk stomdronken oude man die ze op straat vonden, die onderweg bij het afvoeren naar Franeker tot overmaat van ramp ook nog achter in de auto op de autobank poepte, bleek bij aankomst in Franeker niet dronken te zijn, maar zwaar suikerziekte-patiënt, aldus zijn verplegers.
Verder moet je als agent ook vaak een woning binnen gaan, als bijvoorbeeld wordt vermoed dat de bewoner is overleden. Ondanks het feit dat je dan vaak de eerste bent die de overledene aantreft, ga je daar in de loop der dienstjaren wel steeds nuchterder, koeler naar kijken.
Verder moet je weten dat wij als politieagenten vaak dingen meemaken, waarvan je geen ander mens  gunt dat ze daarmee te maken krijgen. Dapper dus.

Rick de Vries over zijn Poadiumerfarings 
De jonge muzikant - gitarist en zanger - Rick de Vries vertelt als laatste verteller vanavond dat je bij veel zaken - bijvoorbeeld als je muzikant wilt worden - pas erachter kunt komen of je er geschikt voor bent, door het maar gewoon te gaan doen. Dat was dan ook de reden dat hij er als zestienjarige indertijd toe besloot om maar eens mee te doen met het Bildts Songfestival, onder het motto van 'YOLO' (You Only Live Once).
Dat Bildts Songfestival bleek voor hem toch wel 'Next Level' te zijn. Hij deed mee - begeleid door een echte band - met het lied 'Sexy als ik dans' (van Nielson). Daarmee won hij overigens de tweede prijs, met als gevolg dat hij zich begon te realiseren dat er dus meer mensen zijn dan alleen maar 'myn mim', die zijn performance mooi vinden.
Een podcast-vriend gaf hem eens op voor het tv-programma 'First Date', en na de opnames daarvan, werd dit programma onlangs in oktober 2025 op tv uitgezonden. Dat vond hij overigens wel een leuk proces met een leuke ervaring in de tv-wereld.
Rick vindt zijn inspiratie vooral in de muziek van Nielson en van Ed Sheeran. Vooral de wijze waarop Ed Sheeran zich zo kwetsbaar opstelt, spreekt Rick bijzonder aan.
Aanvankelijk had Rick de Vries nog een band, maar in de coronatijd is die gestopt, omdat het toen niet mogelijk was om samen op te treden. Daarom en toen kocht Rick een zogenoemd 'loop station', waar hij met vallen en opstaan mee heeft leren werken, en 'je leert er wel van'.
Zijn verhaal sluit hij af met een song over dapper zijn, ontleend aan Typhoon.
En nadat de laatste klanken van zijn song met het 'loop station' hebben geklonken, en alle vertellers door de organisatie van Bildts Aigene zijn bedankt, zingt hij in het gezellig samenzijn in The Friezinn nog een aantal songs. Dapper dus.

vrijdag 21 november 2025

Petitie voor een Veiliger N357 aangeboden aan gedeputeerde Matthijs de Vries in Feinsum

Vrijdag 21 november 2025
Aanbieding van de 'Petitie Veiliger N357' aan gedeputeerde Matthijs de Vries


















Aanbieding petitie N357 in Feinsum
Vanmorgen is de petitie ‘Einde aan de dodenweg Leeuwarden – Holwert (N357)’ aangeboden aan de gedeputeerde verkeer en vervoer van de Provincie Fryslân Matthijs de Vries. Het inleidende programma daartoe begint halverwege de ochtend in de Sint-Vituskerk van Feinsum.  
Bij het aanbieden waren nota bene zo’n 65 mensen aanwezig, waaronder: vertegen-woordigers van de Fietsersbond Fryslân, bestuurders en leden van Plaatselijk Belang Stiens en van Dorpsbelang Feinsum, Hijum en Marrum, ondertekenaars van de petitie, aanwonenden en andere belangstellenden
De verenigingen voor dorpsbelangen van Stiens, Feinsum, Hallum, Marrum, Ferwert en Blije en de Fietsersbond Fryslân willen dat er 10 oversteken op de N357 (tussen Leeuwarden en Holwert worden aangepakt. En dat is dringend nodig, want de zorgen over de onveiligheid van deze provinciale weg zijn groot.

Gevaarlijke oversteek over de N357 
De voorzitter van de Vereniging Dorpsbelang Finkum (het tegenwoordige Feinsum) maakt in zijn toespraak duidelijk waarom de zorgen van de aanwonenden van de N357 zo groot zijn. Voorzitter Ate Reitsma illustreert dat in zijn toespraak aan de hand van enkele persoonlijke reacties die de ondertekenaars van de N357-petitie bij hun ondertekening hebben geschreven als persoonlijke noot en nood. 
Die illustraties komen uit de petitie die de Fietsersbond Fryslân in overleg met de verenigingen voor dorpsbelangen heeft aangeboden aan het publiek. 
Ate Reitsma verhaalt uit de petitie onder andere het volgende:
  • 1. Tijdens het dorpsfeest in Hijum dit jaar (2025) werd die feestvreugde abrupt beëindigd door een ernstig ongeluk met een overstekende fietsster op de kruising met de provinciale weg. Als dorpsgenoten hebben we samen hulp verleend, in afwachting van de hulpdiensten. Het duurde meer dan twintig minuten voordat ambulance en politie ter plaatse waren.
  • 2. Nog geen drie weken later (ook 2025) was het opnieuw raak; deze keer op de oversteek bij de brug van Hijum, en eveneens op de provinciale weg N357. Helaas is daarbij een dodelijk slachtoffer gevallen. Opnieuw werden we als dorp dus weer geconfronteerd met de harde realiteit van deze gevaarlijke verkeerssituatie. 
  • 3. Op 2 augustus 2008 is er een tiener geschept door een auto op deze weg, op de N357 bij Stiens. Deze tiener was de zoon van een collega en is daarbij omgekomen. De gevolgen voor alle betrokkenen waren groot. Heel groot! Elk nieuw ongeluk op deze weg, met dodelijke afloop, brengt me weer terug naar die dag. Het wordt tijd dat er nu eindelijk eens iets wordt gedaan om de weg veiliger te maken. Geen nieuwe fietsslachtoffers meer!
Van Zorg naar Hoop
Voorzitter van Plaatselijk Belang Stiens, Wiebe Nieuwsma, opent de bijeenkomst in de Sint-Vituskerk van Feinsum met de kernwoorden: Zorg & Hoop.
Wiebe Nieuwsma: Grote zorgen leven er al heel lang bij omwonenden en bij andere betrokkenen. De verkeersveiligheid blijft problematisch op deze N357. Het hoge aantal dodelijke ongelukken op deze provinciale weg is het meest trieste bewijs daarvan. De Fietsersbond Fryslân haalde maar liefst bijna 2.000 handtekeningen op met de door hen uitgeschreven petitie. Voor ons allen is dat een duidelijk signaal.’
Daarnaast - zo vervolgt Nieuwsma - is er de dagelijkse zorg van iedereen die de N357 wil oversteken, en die daarin dan aan den lijve ervaart hoe onoverzichtelijk sommige plekken zijn en hoe hard er wordt gereden op deze N357. Die zorg betreft niet alleen die van de ouderen, maar die leeft bijvoorbeeld ook bij ouders van wie hun kind deze drukke weg dagelijks over moet steken naar bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs. 

Zorg 
Wiebe Nieuwsma begint zijn toespraak tot de gedeputeerde en tot de volle kerkzaal daarom met het woord 'Zorg'. 
Omwonenden en andere betrokkenen bij de N357 hebben grote zorgen over de verkeersveiligheid van de provinciale weg N357, van Leeuwarden tot Holwert. 
Dat deze zorg terecht is, blijkt eens temeer uit die bijna 2.000 reacties op de petitie die de Fietsersbond Fryslân afgelopen zomer heeft uitgezet. Enkele honderden ondertekenaars hebben daarbij vaak heel persoonlijke berichten toegevoegd. Uit deze berichten spreekt naast zorg vooral ook onmacht en groot verdriet. 
In vrijwel alle bestuursvergaderingen en Algemene Ledenvergaderingen van de dorpen aan de N357 staat de verkeers(on)veiligheid op de agenda. Daar is helaas ook vaak aanleiding toe omdat er heel regelmatig ernstige ongelukken op deze weg gebeuren. Het betreft dan vrijwel altijd slachtoffers die wij persoonlijk kennen. De impact daarvan is dan ook groot. 

Hoop
Dan komt Wiebe Nieuwsma terug op zijn tweede woord; en dat is Hoop: "Uw aller aanwezigheid hier vandaag, de uitkomsten van de petitie van de Fietsersbond Fryslân, en alle aandacht en de publiciteit geeft ons als Plaatselijk Belang Stiens en de andere plaatselijke verenigingen voor dorpsbelang hoop."
Die aandacht en dat ‘omtinken’ voor de problematiek omtrent de N537 willen we vanaf vandaag graag actueel houden door samen in een proces te stappen richting een Duurzaam Veilige provinciale weg. 
Wij hebben uit de verslaggeving van de laatste Statenvergadering meegekregen dat u - meneer de gedeputeerde - volgend jaar met een nieuw voorstel komt voor het verbeteren van de verkeersveiligheid in de provincie. Wij hopen en vertrouwen erop dat structurele oplossingen voor de N357 daarvan deel gaan uitmaken. Wij maken graag afspraken met u hoe wij hierin kunnen samenwerken. Wij zijn van harte bereid in dit traject mee te denken om te bouwen aan structurele oplossingen voor het Duurzaam veilig maken van de N357.

Aangrijpende reacties in de petitie 
Vervolgens geeft voorzitter Ate Reitsma van de Vereniging Dorpsbelang Finkum de hierboven al genoemde reacties uit de petitie van de Fietsersbond Fryslân. Bij het uitgaan van de kerk ontvangen alle aanwezigen daarover een flyer van de Fietsersbond Fryslân, om kennis te nemen van ruim veertig aangrijpende reacties van de ondertekenaars van deze N357-petitie.
Ate Reitsma wijst op het grote verdriet en het onmachtige gevoel dat door de families van de slachtoffers en door andere omwonenden en betrokkenen aan deze petitie in ruim 600 reacties is toegevoegd. 
Ook voor overstekende fietsers en voetgangers is het op de N357 ronduit gevaarlijk. Wanneer je op het middenstuk staat – tussen de rijbanen waar auto’s en vrachtwagens met vaak meer dan 80 kilometer per uur passeren – ervaar je de zuigende kracht van het verkeer, vooral bij het passeren van vrachtwagens. Bovendien is het zicht op de kruispunten momenteel beperkt, omdat precies op ooghoogte een paal staat met een rond verkeersbord, dat het overzicht belemmert. In het donker is de situatie nog risicovoller, omdat overstekers dan nauwelijks zichtbaar zijn.

Reactie van gedeputeerde Matthijs de Vries 
Na deze twee inleidingen door de beide voorzitters van de verenigingen voor dorpsbelangen neemt Durkje het woord om beide sprekers te bedanken, en om uit te leggen dat en hoe we straks met zijn allen van de Sint-Vituskerk naar het Feinsumer kruispunt van de Holdingawei met de N357 zullen wandelen, om daar getuige te zijn van de aanbieding van de petitie aan de gedeputeerde.
Maar voordat we naar buiten gaan, vraagt en krijgt de verantwoordelijk gedeputeerde van de provincie Fryslân het woord. 
Provinciaal gedeputeerde Matthijs de Vries vertelt ons dat hij onze 'zorgen' deelt, en hij biedt 'hoop' aan ons allen, door toe te zeggen dat hij - samen met de verenigingen voor dorpsbelang en met de Fietsersbond Fryslân -  wil gaan zorgen voor de verbetering van de verkeersveiligheid van de N357. 
Matthijs de Vries belooft dat er op korte termijn alvast een aantal tijdelijke veiligheidsmaatregelen zullen worden genomen op de N357, om ondertussen op middellange termijn de adequate aanpassingen aan de N357 te realiseren. 

Aanbieden petitie bij de N357 
Daarna lopen de tientallen aanwezigen vanuit de kerk over de Holdingawei naar het gevaarlijke kruispunt met de N357 ter hoogte van Feinsum. 
Bij deze provinciale weg aangekomen, wordt - met dichtbij op de achtergrond de snel passerende auto’s op de provinciale weg als decor - de petitie van de Fietsersbond Fryslân en van de verenigingen voor dorpsbelangen aangeboden aan de gedeputeerde Matthijs de Vries
In zijn slotwoord spreekt gedeputeerde Matthijs de Vries ook zijn dank uit voor de correcte wijze waarop de Fietsersbond en de aanliggende dorpen deze gevaarlijke verkeerssituatie met deze petitie bij de provincie onder de aandacht hebben gebracht, en zegt hij toe hieraan samen met de Fietsersbond en met de verenigingen voor dorpsbelangen hieraan te gaan werken.
Ate Reitsma: ‘Onze zorgen en onze hoop zijn vandaag ter sprake gekomen; iedereen voelde zich gelukkig gehoord. Ik heb goede hoop dat we er nu gaan komen. De winst van vandaag is dat alle betrokkenen doordrongen zijn van het feit dat het nu tijd is voor actie. We wachten de plannen van de provincie dan ook met vertrouwen af en gaan daar - op uitnodiging van deze gedeputeerde - actief aan bijdragen. Op naar een duurzaam veilige N357.’
 

donderdag 20 november 2025

Pake en zijn vee - Een reis naar Zuid-Afrika in 1911

Donderdag 20 november 2025
 
Spreekster Froukje Santing vertelt in Tresoar over pake Gerben Heslinga



















Melkknecht in 1911
Tijdens een bezoek aan het Fries Museum in Leeuwarden komt Froukje Santing er bij toeval achter dat haar Friese pake Gerben Heslinga (geboren in 1883), melkknecht van beroep, in 1911 voor korte tijd naar Zuid-Afrika is afgereisd. Ze vindt hem terug op passagierslijsten. Daarna loopt het spoor dood. 
Maar haar fascinatie voor deze vergeten Zuid-Afrikaanse bladzijde in de familiegeschiedenis laat zich niet meer wegdrukken. 
  • Wat bezielde een arme melkknecht om - evenals het Friese fokvee - naar de Kaap te reizen?
Santing schreef daarover haar boek ‘Pake en zijn vee; een reis naar Zuid-Afrika in 1911’.
Vanmiddag wonen Durkje en ik de presentatie bij van Froukje Santing tijdens haar lunchlezing hierover in Tresoar te Leeuwarden. 

Fries stamboekvee en melkknechten in Zuid-Afrika
In haar boek volgt Froukje Santing ruim honderd jaar later zijn spoor terug, zowel in Fryslân als in Zuid-Afrika. 
Ze documenteert hoe ze, op basis van het materiaal dat ze in archieven (o.a. in Tresoar) en bibliotheken bij elkaar sprokkelt, er steeds vaster van overtuigd raakt dat dit deel van zijn leven verweven is met een andere, vergeten geschiedenis: dankzij de bereidheid van melkknechten zoals pake Gerben om in de jaren na de verwoestende Boerenoorlog (1899-1902) het befaamde Friese fokvee achterna te reizen en hun kennis en kunde met de melkveeboeren en hun zwarte arbeiders te delen, komt die export razendsnel weer op gang. 
Fryslân heeft bovendien in 1903, 1904 en 1905 een belangrijk aandeel in hulpzendingen van jongvee uit Nederland voor de vroegere Boerenrepublieken Transvaal en Oranje Vrijstaat.

Avonturen van Pake en Froukje 
Froukje Santing vertelt vanmiddag over haar reis (zowel fysiek als mentaal), die ze gedurende vijf jaar heeft gemaakt om het grote verhaal van haar familiegeschiedenis op schrift te zetten in haar boek.
In de Proloog – handelend over de begrafenis van haar pake, in het Friese Oosterbierum in de Tweede Wereldoorlog - van haar boek beschrijft ze wat de aanleiding is geweest om haar onderzoek te doen, en dit boek te schrijven over haar pake, de vrijbuiter en wereldreiziger. 
Haar vraagstuk is eigenlijk: Welk verhaal zit er achter het emigratieverhaal van haar pake?
  • In november 1911 werd pake Gerben uitgeschreven uit de gemeente, in de Staat der verhuizing naar andere landen, met de vermelding dat hij is vertrokken naar Zuid-Afrika. 'Verbetering van positie' was de reden van zijn emigratie, zo staat daarin geschreven.
  • In 1914 werd hij weer terug (her)ingeschreven in Fryslân. 
  • Froukje vindt in oude stukken de informatie over zowel zijn heenreis naar als zijn terugreis vanuit Zuid-Afrika.
  • In krantenadvertenties worden in die periode werkkrachten gevraagd in Zuid-Afrika. En het vee van het Fries Stamboek was in die tijd ook al geliefd om te verschepen van Nederland naar Zuid-Afrika. Fryslân heeft na de Boerenoorlog een belangrijke rol in het verschepen van Friese stamboekkoeien naar Zuid-Afrika.
  • Al snel loopt het spoor naar pake Gerben Heslinga en het spoor van de Friese export van vee dood. Desondanks is er geen twijfel, want pake Gerben en het Friese fokvee zijn wel degelijk verscheept, maar ja, naar welke boeren, en waar in Zuid-Afrika. Het is vrijwel zeker dat pake Gerben met een arbeidscontract emigreerde naar Zuid-Afrika. Maar hoe het precies zat, is door Santing niet aangetroffen in archieven.
  • De fascinatie voor dit onbekende deel van haar pakes leven bracht haar er – ook als journaliste - toe dat ze wel door wilde gaan met haar historisch onderzoek, en door haar innerlijke drang om er toch meer over te weten te komen, besluit ze de oversteek naar Zuid-Afrika - evenals haar pake vroeger - ook te maken, op weg naar het onbekende en het onverwachte.
  • Friese melkknechten en boeren hebben het mogelijk gemaakt dat Zuid-Afrikaanse boeren goed konden boeren met het Friese stamboekvee. Zonder mannen zoals haar pake was dat daar geen succes geworden.
  • Froukje ging door Zuid-Afrika op reis, van Kaapstad via onder andere Port Elisabeth, Bloemfontein, Volksrust en Potschefstroom naar Johannesburg, Dat betekende een maand lang reizen in een auto met chauffeur (voor de veiligheid), steeds met de onderzoeksvragen onderweg wat haar pake daar beleefde, en waarom hij uiteindelijk toch weer terug emigreerde naar Fryslân. Onderweg krijgt ze ondermeer te maken met onbegaanbare wegen en bruggen, vanwege het feit dat ze in het regenseizoen reisde. 
  • Onderweg had Santing graag de antwoorden op haar vragen over pake gevonden. In Tweespruit kwam ze in dat opzicht het dichtst bij haar pake, waar ze even voelde dat ze in de voetsporen van haar pake trad, bij een van origine Britse familie, die in de tijd van pake ook Fries fokvee over had laten komen. Daar vlakbij bleek namelijk nog een verlaten, karakteristieke melkstal uit 1902 te zien. Dit roerloze decor hield als het ware de herinneringen aan pake overeind. 
  • Maar verder leverden al Froukjes inspanningen niets op qua aanwijsbaar spoor naar haar pake Gerben.
  • Dus bedacht ze - weer thuisgekomen - na driekwart jaar een fictief verhaal te gaan schrijven over haar pake en over zijn vermoedelijke belevenissen in Zuid-Afrika, daarbij weliswaar niet wetend of dat waarheidsgetrouw is.
  • In Volksrust had ze twee vrouwen ontmoet, die in hun boerenfamilie vroeger ook Fries fokvee hadden gehad. Toen ze wist dat ze de boerderij van haar eigen pake niet zou kunnen vinden, ging ze in op een uitnodiging van die twee zussen om een tijdje op hun boerderij te komen wonen. Via hun familiegeschiedenis kon ze – zo’n honderd jaar na dato - als door een kier naar het verleden van haar eigen pake kijken.
De kennis van Friese boerenknechten was in Zuid-Afrika van belang om de vee kopende boeren van Fries fokvee te faciliteren.
Hopelijk zal er ooit nog eens een kans komen om het vervolg van haar eerste onderzoeksverslag te schrijven, en dan natuurlijk graag zo dicht mogelijk op de geschiedenis van pake Gerben Heslinga.

woensdag 19 november 2025

Het koloniale verleden van Hallum en omstreken

Woensdag 19 november 2025 
Tweede spreekster is Gabriëlle Copini

Barbara Henkes over Hallum e.o.
In deze maand (november 2025) ‘Leest Heel Nederland’ het kadoboek ‘Onder de Paramariboom’, dat is geschreven door Johan Fretz.
Dat boek gaat over Suriname, over familiegeschiedenis, over onze wortels en over het koloniale verleden van Nederland, met daarbij een hoofdrol voor het Suriname van 1667 tot 1975 als een kolonie van Nederland.
Daarover woon ik vanmiddag een lezing bij, die door ‘de Bibliotheek Noord Fryslân’ wordt georganiseerd in de bibliotheek van het Friese Hallum. 
De historica Barbara Henkes dook in de archieven en vertelt ons vanmiddag over de rol van dorpen zoals Hallum, waarbij bijvoorbeeld aandacht voor de in Hallum geboren dominee Cornelis Atzes Hoekstra, die meeschreef aan het Surinaamse volkslied.
Na de eerste lezing volgt de lezing van Gabriëlle Copini, de voorzitster van het ‘Comité 30 juni – 1 juli Fryslân’.

Onder de Paramariboom, cadeau van de bieb!
Het boek ‘Onder de Paramariboom’ van Johan Fretz (1958)  is gekozen als hét boek van de 20e editie van ‘Heel Nederland Leest’. 
Vanaf 1 november 2025 is dit kadoboek een maand lang in een speciale editie gratis te verkrijgen in de bibliotheek. 
Het doel daarvan is om ‘Heel Nederland’ te verbinden door vrijwel gelijktijdig één en hetzelfde boek te lezen. 
Dit boek ‘Onder de Paramariboom’ is voor dat doel gekozen, omdat het op 25 november 2025 precies 50 jaar geleden is dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland.
De bibliotheek geeft het boek niet alleen cadeau aan iedereen, maar nodigt ons ook uit om over het boek en over de thema’s van dit boek met elkaar in gesprek te gaan. 

Barbara Henkes over de sporen van ons slavernijverleden 
Barbara Henkes is historica en schreef een boek over de sporen van het slavernij-verleden in Fryslân. Ze vertelt daarover vanmiddag in de bibliotheek van Hallum. 
Na deze bijzondere geschiedenisles, die ons met andere ogen naar onze eigen omgeving laat kijken, halen we de thema’s uit bovengenoemd boek naar ons heden van vandaag de dag. 
Het bespreken van ons slavernijverleden is belangrijk om bewustwording te vergroten, begrip te bevorderen en een dialoog op gang te brengen over de impact van slavernij op zowel het verleden als het heden. 
Het herkennen en erkennen van dit verleden is essentieel voor het aanpakken van sociale ongelijkheid en voor het streven naar een rechtvaardige samenleving. 
Henkes: “Sommigen zeggen dat men het 'in de tijd moet plaatsen.' Maar dat is een te simpele dooddoener, waarmee men zich er te gemakkelijk vanaf maakt. Het suggereert dat het verleden een vreemd land is op afstand van het nu. Maar het verleden kan dichtbij gebracht worden.”
Barbara Henkes vertelt:
  • Het volkslied van Suriname kent twee coupletten, waarvan het eerste aanvankelijk in het Nederlands (van origine van bovengenoemde dominee Hoekstra) en een couplet in het Sranantongo. Na de start van de onafhankelijkheid van Suriname werd die volgorde omgekeerd.
  • De belangstelling voor en de kennis over de slavernij is in de 21e eeuw aanmerkelijk toegenomen. De excuses van Nederland voor de door Nederlanders bedreven slavernij en alle media-aandacht voor de slavernij in Suriname vormden daartoe een belangrijke bijdrage.
  • Ook in Fryslân wordt de afschaffing van de slavernij groot(s) gevierd, doorgaans in de Prinsentuin te Leeuwarden.
  • Vandaag gaat het vooral over de doorwerking van de slavernij in Nederland. Bij de afschaffing van de slavernij en bij aanvang van de onafhankelijkheid van Suriname verdween die doorwerking niet zomaar ineens. De herinnering aan dit pijnlijke verleden komt soms zomaar weer naar boven, en soms wordt daar ook op aangestuurd middels de aandacht die daaraan bewust wordt gegeven.
  • Henkes wilde met haar onderzoek vooral het slavernijverleden dichterbij halen. Daartoe ging ze op zoek naar personen en objecten, die herinneren aan dat slavernijverleden. 
  • Resultaat was onder andere een viertal thematische wandeltochten en drie fietstochten op diverse plekken in onze provincie.
  • Slavernij speelde zich vooral niet alleen (ver) buiten Fryslân af. Het slavernijverleden gaat ons allen aan, en zeker ook in Fryslân.
  • Vanuit het noordoosten van Fryslân (ook 21 mannen vanuit Hallum) scheepten meer dan duizend mannen in richting Suriname (soms meer dan eenmaal), die allen een aandeel kregen en hadden in het Nederlandse slavernijverleden.
  • Wat namen ze mee terug naast kostbare koloniale producten? Wel, dat waren onder andere verhalen uit dat verre land. 
  • De Nederlandse handel werd verdeeld over de VOC (om de oost) en de WIC (in westelijke richting, waaronder ook naar Brazilië en Suriname). De in het Friese Koudum geboren zee-officier Jacob Binckes (1637-1677)- waarnaar straten in Fryslân zijn genoemd - zaaide in de West dood en verderf indertijd. Fryslân vormde een dynamisch middelpunt van meerdere handelsstromen, ook naar Paramaribo en Brazilië.
  • Friezen met kapitaal investeerden in de handelsmaatschappijen en in overzeese plantages, en kregen daarbij ook zeggenschap in de West (denk bijvoorbeeld aan de 17e eeuwse Friese koloniaal bestuurder Pieter Stuyvesant).
  • Koloniale handel en de daaraan verbonden slavenarbeid zorgden voor profijtelijke opbrengsten en aanzien. De mensen van middenklasse kon daar carrière maken. 
  • Nederlanders maakten zich ook schuldig aan roof, zelfs van menselijke resten, die dan in Nederland tentoon werden gesteld. De 18e eeuwse arts-anatoom Petrus Camper van de Franeker Universiteit was één van de wetenschappers die daarvan profiteerde. Er werden zelfs mensentuinen (vergelijkbaar met dierentuinen) aangelegd, waarbij slaafgemaakten tentoon werden gesteld in nagemaakte woon- en werkcontexten. 
  • Niet de slaafgemaakten werden gecompenseerd, maar de slaveneigenaren werden gecompenseerd na het afschaffen van de slavernij.
  • Na de slavernij droeg de daarop volgende contractarbeid in Suriname bij aan onder andere de tabaksverbouw en -verkoop, ook in Fryslân. In die periode en daardoor zijn ook veel Javanen en Hindoestanen naar Nederland gekomen. Dergelijke immigranten kregen vaak werk als bediende van doorgaans welgestelde Nederlanders, en zo ook in Fryslân, soms in het begin als lijfeigene, maar later vrijgemaakt als slaaf, en dan doorwerkend als knecht van de voormalige eigenaar.

Virtuele rondwandeling door Dokkum
Daarna maken we een virtuele wandeling door Dokkum, om daarin de sporen van het Friese slavernijverleden te bekijken:
  1. In de kerk van Aalsum werd een predikantenzoon (die later ook predikant werd) gedoopt, die later slavenhouder was in Batavia.
  2. De voormalige sigarenfabriek aan het Zuiderbolwerk maakte vroeger gebruik van de slaven-infrastructuur, om de productie zo goedkoop mogelijk te maken. De fabriekseigenaar profiteerde van degene die in de voetsporen van de slavernij gebonden was aan die slavernij.
  3. Een derde spoor is het geboortehuis van grootschipper Doitse de Hingst, die een klopjacht hield op ongeveer 20 ontsnapte slaven in het Caraïbisch gebied, inclusief vrouwen en kinderen. Hij pleitte voor een vrije invoer van slaven. 
  4. Ten vierde komen we lang het Dokkumer Museum, waarin voorheen de Friese Admiraliteit was gevestigd, die de koloniale handelsvaart beschermde en op zee oorlog voerde.
  5. In het Dokkumer stadhuis hing een schilderij waarop drie voormalig slaafgemaakten op staan afgebeeld. Dit schilderij hangt nu in de Dokkumer bibliotheek. 
Gabriëlle Copini over Zwart + Wit = Dubbelpret 
Criminologe-docente Gabriëlle Copini begint haar toespraak met: "Ik ken u niet, maar wat ons bindt, is nieuwsgierigheid".
Humor opent deuren. Ik start met dubbelpret, en daar eindig ik straks ook mee.
  • Ik geloof erin dat toekomst nu start.
  • Door te lezen, kun je meelezen en inleven.
  • Taal zorgt voor verbinding.
  • De culturele herkenning van Johannes (de persoon in bovengenoemd kadoboek) en wat Johannes in dit boek allemaal meemaakt, is één groot feest voor mij. Johannes belandt in Suriname, en gaat zich verbinden met zijn moeder en met Suriname, waar veel gebeurt, ook met hem. Hij weet dan wie hij is, houdt van zichzelf, van zijn moeder en van Suriname, en geeft dit door aan zijn kinderen.
  • Een vraag waar je als Surinamer vaak mee te maken krijgt, is: waar kom je vandaan. Dat kun je vervelend vinden, maar het heeft ook een positieve kant, namelijk die van trots zijn op je herkomst.
  • 400 jaar kolonisatie heeft gevolgen voor wie wij vandaag zijn, voor ons denken èn voor ons doen.
  • Heel veel van wat ons betreft, werd als onzin en belachelijk beschouwd. Zeker als je steeds wordt gezien als minder, en zeker ook als dat eeuwen doorwerkt, dan doet dat iets met mensen. Machtsverhoudingen en vooroordelen zijn de basis voor racisme. Je werd in dat kader zelfs niet als mens gezien.
  • Surinamers die naar Nederland kwamen, werd benadrukt niet teveel op te vallen, en zich zo snel mogelijk aan te passen. Voor de tweede generatie voelt dat al anders, want ‘ik’ ben immers hier in dit Nederland geboren. Maar ook dan werd je al snel beschouwd (en zeker met enig ‘wit bloed’ in je afkomst) als halfbloed, alsof je niet tot de gewone mensen behoort.
  • Kun je je in verschillende werelden thuisvoelen? Is dat o.k.?
  • Zwarte vrouwen werden vroeger minder goed beschermd dan witte vrouwen, en dat blijft maar doorwerken in (denk)beelden die mensen van vrouwen hebben. Na zoveel eeuwen nemen we die beelden niet zo snel weer weg. 
  • Positief eindigend: Zwart + Wit = Dubbelpret. Voordelen van je Dubbelpret: je hebt meerdere perspectieven in je, zowel verbaal als non-verbaal. Je voelt je dan verbonden met verschillende groepen mensen. Dat kan bewegen, en daarin kun je zelf je keuzes maken. Wees je maar bewust van je ongelijkheid, en geef daar een positieve draai aan!
  • En, beste mensen: "Vier dit jaar Sinterklaas onder de Paramariboom"!
Aansluitend op deze lezing volgt een buitengewoon boeiend gesprek aan de hand van vragen en opmerkingen vanuit de volle zaal. Er wordt goed naar elkaar geluisterd. Verschillende perspectieven - met name ook van persoonlijke aard - worden door de aanwezigen belicht, met als gevolg dat een levendige plenaire discussie wordt gevoerd, met veel waardering voor ieders inbreng. Kortom, een waarde(n)volle afsluiting van een evenzo waarde(n)volle middag.

dinsdag 18 november 2025

La vocazione di perdersi

Dinsdag 18 november 2025
 
Cover van 'Hoe wegen wandelaars vinden'

Hoe wegen wandelaars vinden
In 1998 begon de Italiaanse geograaf, natuurverkenner en schrijver Franco Michieli (1962) lange tochten te maken zonder landkaarten en gps-navigatieapparatuur, zoals onze voorouders deden - en zoals tot op heden dieren dat doen. 
Met al die hulpmiddelen - vooral die van tegenwoordig met GPS, satelliet en wat al niet meer - zijn we iets kwijtgeraakt, betoogt Michieli. 
Om ons weer onderdeel van de natuur te voelen en werkelijk het landschap om ons heen te zien en te ontdekken, moeten we kunnen verdwalen, vindt Franco. 
We zouden ons kunnen laten leiden door het landschap om ons heen; de bomen, de bergen, de sterren en de zon, en geen slaaf zijn van de route die onze navigatie-instrumenten ons opleggen.
Zo kunnen we bij toeval op iets nieuws stuiten, dat we anders nooit zouden hebben ontdekt.
In zijn boek 'Hoe wegen wandelaars vinden' onderzoekt Franco Michieli niet alleen hoe we de natuurlijke oriëntatievaardigheden van onze voorouders weer kunnen aanboren; hij beschrijft ook de vreugde van deze buitengewone ervaring, die onze blik op de wereld verandert.

Het plezier van verdwalen
Deze ervaren wandelaar op het terrein van lange solitaire voettochten gaat tijdens zijn tochten op onderzoek naar het belang van deze vorm van natuuronderzoek.
De oorspronkelijke titel van dit boek luidt: 'La vocazione di perdersi' (2015) [vertaald: de roeping van verdwalen], hetgeen bij de vertaling vanuit het Italiaans naar het Nederlands door Philip Supèr vrij werd vertaald naar 'Hoe wegen wandelaars vinden'.
Als subtitel gaf Michieli aan zijn boek mee: 'Het plezier van het verdwalen'.
Hieronder volgen enkele impressies met betrekking tot de inhouden van zijn boek:
  • Zodra we ophouden te geloven in de route, zijn we verdwaald. Maar zolang we erin blijven geloven, is elke omweg, elke ogenschijnlijk foute afslag, een onderdeel van die route.
  • We hebben het vermogen om ons te vergissen en weer te corrigeren, wat misschien wel de nuttigste capaciteit is.
  • Verdwalen kan oneindig veel ontdekkingen opleveren.
  • Al een eeuwigheid lang zijn dieren en planten aan het migreren. Ook wij - als prehistorische mensen - deden dat. Wegen waren er niet. Bij die trektochten kwam je geen enkel herkenningspunt tegen.
  • Alle levende wezens kennen een aangeboren drang tot ontdekken.
  • Als de bekende bakens wegvallen, gaan we vanzelf op zoek naar nieuwe. En ondertussen biedt het toeval ons allerlei interessante ontmoetingen.
  • Het kunnen beschikken over een erfenis van door onze voorouders vergaarde en op nieuwe generaties overgedragen kennis, is een groot voordeel.
  • Bij wie nooit echt wil 'zoeken', kan het geestelijk leven uitdoven; elk onthullend streven kan verdorren.
  • Sinds er leven is op aarde, gidsen de continue en regelmatige beweging van de hemellichamen de migraties op aarde.
  • Uit onze huidige, door de technologie geregisseerde levensstijl spreekt een een enorme verarming van de verhouding tussen reiziger en alles om hem heen.
  • Altijd is de hemel boven ons gezien als de zetel van de godheid.
  • Soms overkomt het je dat iets van heiligheid zich lijkt te openbaren in het landschap.
  • De natuur in gaan zonder landkaart en al voortlopend moeten wachten op een teken om de weg te vinden, activeert de ontvankelijkheid voor die compartimenten van het bestaan, die je met de ratio niet kunt bereiken. Je wordt ondertussen bestookt door een voortdurende afwisseling van vertrouwen en rationele twijfel.
  • Met een beetje ervaring is het niet moeilijk het karakteristieke patroon van een gebied te herkennen, om dit dan voor ogen te houden bij het zich oriënteren.
  • Het is genoeg de meest prominente trekken van het landschap te kunnen interpreteren.
  • Uren van onzekerheid doormaken, maar toch doorzetten, is een heel fundamentele ervaring.
  • Evolutie van het leven is gebaseerd op ontsporingen. De natuur zelf gebruikt het fenomeen vergissing om die schitterende variëteit aan levensvormen en de biodiversiteit te creëren.
  • Bij het zoeken naar een weg die een beginnende wandelaar naar de bestemming van het leven moet voeren, is het altijd de weg die de onzekere wandelaar vindt, maar alleen als het een geschikte wandelaar is.
  • Een gedraging wordt beschouwd als niet-willekeurig wanneer er informatie wordt gebruikt om een handeling, of een verplaatsing, te sturen.
  • Verdwalen kan waardevol zijn, als je de ervaring positief weet te beleven.
  • Als je eenmaal een methode hebt gevonden om de weg te vinden, moet je daar trouw aan blijven tot je bij een zeker herkenningspunt bent. Midden in het onbekende zomaar overgaan op een andere methode betekent dat je je eigen methode kwijtraakt zonder te weten wat de criteria en doelen van die andere zijn.
  • Er is sprake van een 'whiteout' wanneer sneeuw op de grond en mist in de lucht zich aaneensluiten tot één onpeilbare witte massa.
  • Op mijn 19e ben ik begonnen mezelf minder de hoofdrol toe te bedelen, en die hoofdrol allengs meer te zien in wat er allemaal om me heen is, in wat anders is dan ik.
  • Door heel veel landkaarten te bestuderen, kun je enigszins vertrouwd raken met de veelheid aan landschapselementen die typisch zijn voor een gegeven gebied, en die daar zijn gevormd door bepaalde geologische processen, of door erosie die hoort bij een specifiek klimaat.
  • Onwetendheid is een basisvoorwaarde bij het op de juiste manier verdwalen.
  • Mensen gaan niet op zoek naar wat er op de wereld te vinden is, maar naar het idee dat ze zich daarvan hebben gevormd.
  • Een zeker niveau van avontuurlijkheid blijft altijd bestaan; elke kaart kent immers topografische lacunes.
  • Wat een armoede zou het betekenen voor de mensheid als die het moest stellen zonder de inzichten die de wilde natuur ons kan aanreiken.
  • De menselijke geest erkent de eigen geringheid ten overstaan van de natuur.
  • De natuur is een werk van Gods majesteit, maar de menselijke ziel is geschapen tot een hogere bestemming.
  • Het streven naar een bestaan in harmonie met de natuur, en naar het loslaten van de bruutheid die schijnt te horen bij de omgang tussen mensen, en tussen mensen, en de grote krachten van de natuur, is heel oud.
  • Het te ontdekken geheim van een goede omgang met andere schepsels is dat je je niet hovaardig moet opstellen, maar juist nederig.
  • Nederigheid brengt ons er juist toe ons open te stellen om ruimte te bieden aan zaken die buiten ons staan, aan andersoortig leven en aan suggesties die onvoorzien op ons pad komen. Door deze nederige kijk op de dingen kunnen we van ons verdwalen een ontdekken en hervinden maken. En leren vertrouwen te hebben in een weg die we nog niet kennen.
  • Voor een verkenning van onszelf hoeven we echt niet ver van huis.
  • Iedere keer dat ik onderweg ga zitten, ontdek ik iets wat ik nog niet kende.
  • De kleine tochtjes bieden ons gewone, alledaagse geestelijk leven een opening naar een spirituele dimensie.
  • Ook op de meest kunstmatige plekken is meestal nog wel iets terug te vinden wat is ontsnapt aan de wil van de planologen.
  • In het stadslandschap ontbreekt steeds de horizon. Hier doet zich het nooit uit te wissen verlangen naar een weidse ruimte zich gelden.
  • Je weten aan te passen, je bestemming en koers durven wijzigen, er vertrouwen in hebben toch wel te stuiten op bruikbare aanwijzingen - dat is nou juist het wezen van de beleving die wij zoeken.
  • Om ons te laten bereiken door dat wat we missen, moeten we ons bevrijden van iets wat te veel is, en wat we bij ons dragen omdat we het zo nu eenmaal gewend zijn.
  • Iets afwijkends bij jezelf toelaten - wat kan betekenen je een beetje verdwaald te voelen - brengt je vaak tot een andere, vruchtbare kijk op de dingen die je misloopt met al die zogenaamde normaliteit.
  • Uit afzien - als daad van respect voor de oorspronkelijke staat van een landschap - zijn de meest onvergetelijke avonturen voortgekomen.
  • Iedereen kan tot andere inzichten komen bij het ondergaan van de dynamiek van een bepaald natuurgebied.
  • De natuur zou haar eigen wetten volgen, en het is aan ons haar te leren kennen om te weten hoe we ons moeten gedragen. 
  • Spiritueel is datgene wat isolement doorbreekt, en op zichtbare of onzichtbare wijze, verbinding legt. Zo is het je overgeven aan de natuur spiritueel
  • Wat ik voel, is verlangen het mysterie te ontmoeten dat voortdurend aan onze zijde is geweest.