dinsdag 31 oktober 2023

De Oare Kant & Tsjerke Iepen yn Stiens

Dinsdag 31 oktober 2023
 
Eksposysje yn De Oare Kant fan Stiens [©A.G. Benner 2023]

















Unieke duo-openstelling van Stienser Sint-Vituskerk & De Oare Kant
Gedurende de maanden juni tot en met oktober 2023 is de Sint-Vituskerk opengesteld geweest op de dinsdagmiddagen voor een ieder die deze eeuwenoude kerk wilde bezoeken. Gastheren en gastvrouwen van de Protestantse Gemeente te Stiens waren dan aanwezig om de zomer- en herfstgasten gastvrij te ontvangen met koffie & thee en voor een aangename ontmoeting. In Stiens wordt die activiteit op z'n Fries 'Tsjerke is iepen' genoemd.
Vanmiddag is het de laatste keer dit kalenderjaar dat deze openstelling wordt georganiseerd. En dat gaat deze keer op een bijzondere, unieke manier, want vanmiddag is niet alleen de monumentale Sint-Vituskerk open, maar ook de nieuwe Stienser galerie 'De Oare Kant' aan de Langebuorren in het dorpscentrum van Stiens.

Van Benner naar Sint Vitus
Vanmiddag maak ik graag gebruik van de gelegenheid om bij deze unieke duo-openstelling te gast te zijn. Eerst bezoek ik de galerie 'De Oare Kant', waar een expositie is te zien van schilderijen van Gerrit Benner. De hier tentoongestelde schilderwerken van Benner zijn in de loop der jaren verzameld door de Stienser Willem van Riemsdijk. Bij de entree van de tentoonstelling worden we welkom geheten door de gastheer & gastvrouw, het echtpaar Willem & Trudy van Riemsdijk-Zandee.
Ik krijg een overzichtslijst mee van de hier en nu geëxposeerde schilderwerken van Gerrit Benner (1897-1981), en kan aan de hand van dit overzicht bij de tentoongestelde schilderijen langslopen. 
Daarbij is goed te zien dat deze Friese schilder Benner graag het Friese landschap op kleurrijke wijze schilderde. De werken neigen naar abstractie, maar zijn het net niet. Door voldoende afstand te nemen van de schilderijen, kun je vrijwel altijd de figuratieve elementen van bijvoorbeeld het Friese landschap - met wat zich daarin bevindt - onderscheiden. Schitterend overigens dat we hier in Stiens vandaag in de gelegenheid worden gesteld om deze kleurrijke werken van Benner te bekijken. 
Na dit tentoonstellingsbezoek loop ik aan het eind van de middag ook nog even binnen in de opengestelde Sint-Vituskerk, waar twee gastvrouwen en een gastheer van de Protestantse Gemeente te Stiens ons hartelijk ontvangen voor koffie of thee en een goed gesprek. 
Vandaag konden we derhalve genieten van een 'Tsjerke is Iepen'+Plus!

Een goed gesprek is goud waard

Maandag 30 oktober 2023
 
De 113-plaquette op de zitbank bij de Flinterplein-vissteiger van Feinsum 

















Veraf en nabij
Al ruim 18 jaar gaan Durkje en ik elk jaar de Europese pelgrimspaden op, herhaaldelijk op weg naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela. Op die paden ontmoeten we wandelaars en pelgrims die om heel verschillende redenen ook onderweg zijn, bijvoorbeeld met religieuze of spirituele motieven, om sportief of gezond te bewegen, om te genieten van natuur, geschiedenis en cultuur onderweg, en op sociale gronden, om anderen te ontmoeten. Voor sommige pelgrims is één enkel motief de hoofdzaak, en voor een ander is dat motief juist helemaal níet belangrijk, maar voor Durkje en mij is onze wens om te blijven pelgrimeren gelegen in een combinatie van al die motieven. Alle ontmoetingen met anderen van veraf of dichtbij verhogen de waarde van ons pelgrimeren. Veel ontmoetingen onderweg leiden vaak tot een goed gesprek.

Wie luistert, hoort meer
Alle wandelaars en pelgrims ervaren hoe waarde(n)vol de gesprekken onderweg zijn met medewandelaars en medepelgrims. Onze ervaring is dat je doorgaans al in de eerste tien minuten van je medepelgrim hoort wat hem of haar het meest bezig houdt, dwars zit of verdriet, vreugde biedt, of inspireert in het leven. Slechts een enkele informatieve vraag en bovenal een luisterend oor zijn essentieel voor een goed gesprek.
Tijdens onze afgelopen zomerpelgrimage vanuit het Franse Poitiers tot over de Pyreneeën in Spanje kwam op 23 juli 2023 een medepelgrims bij ons, toen wij op een bankje voor de eeuwenoude Sint-Pieterkerk van het Franse Melle een broodje zaten te eten. Met zijn drieën liepen we even later naar het stadscentrum van Melle. Op onze vraag waarom hij pelgrimeerde, vertelde pelgrim Ton over het prachtige afscheid van zijn werk toen hij recent met pensioen ging. Je kon duidelijk merken hoe sterk hij nog steeds geroerd was toen hij zijn overgangsverhaal van werk naar pelgrimeren aan ons kon vertellen. We hoefden alleen maar te luisteren. In het delen van zo’n emotie ligt de grote waarde van deze ontmoeting.

Wa praat, wurdt sjoen
Toen wij eind augustus 2023 van onze Franse zomerpelgrimage terugkwamen in Feinsum, zagen we dat op het bankje vóór ons huis op de steiger van het Feinsumer Flinterplein een 113-plaquette was bevestigd. Rondom een QR-code staat de tekst ‘1k z1e j3’ (ik sjoch dy) en ‘Een goed gesprek begint met iemand écht zien’ (Sit dy wat dwers? Praat der oer). 
Die plaquettes zijn bedoeld om je erop te wijzen dat het van levensbelang kan zijn om een gesprek met je medemens te beginnen. Zo rust er bijvoorbeeld nog steeds een taboe op het praten over zelfdoding. Terwijl een goed gesprek juist enorm kan opluchten, en het begin kan zijn van een oplossing. Iedereen kan zo’n gesprek voeren. Natuurlijk is dat spannend, maar het kan van grote betekenis zijn voor degene met wie je in gesprek bent.

Het gaat al goed in Stiens
Als Protestantse Gemeente te Stiens zijn wij betreffende het voeren van goede gesprekken al goed op weg. Zo lees en hoor ik regelmatig mooie verhalen over de goede gesprekken met gasten, die onze gemeenteleden voeren tijdens de zomerse Tsjerkepaad-zaterdagen en Tsjerke Iepen-dinsdagen in de Sint-Vituskerk. Ook hoor ik hoe waardevol de gesprekken onderweg zijn geweest voor de deelnemers van onze gemeente die deelnamen en deelnemen aan de etappes op het Friese Jabikspaad. Het praatje bij de koffie op zondagmorgen in de kerk brengt ons dichter bij elkaar, en afgelopen jaar heb ik wederom ervaren hoe goed het gesprek tijdens de avonden voor Vorming & Toerusting wordt gevoerd. Zo vertellen we aan elkaar, luisteren we naar elkaar, praten we met elkaar en nemen we de tijd voor elkaar. Allemaal momenten van rust en aandacht; om elkaar eens aan te kijken, bij elkaar te onderzoeken wat je nodig hebt, en hoe je elkaar kunt helpen.
Laten we daar vooral mee doorgaan; in onze kerkgebouwen, op straat, als we bij elkaar op bezoek zijn, en als we elkaar en anderen in Stiens en ook van ver daarbuiten ontmoeten. 
Stel elkaar een vraag, en nog één, en nog één, … en luister met aandacht.

Op de wegen van ons leven
Op 8 september 2023 kwamen Durkje en ik wandelend op het Friese Sint-Odulphuspad langs en in de Sint-Ludgeruskerk van Balk; de rooms-katholieke kerk die haar kruiswegstatie als fresco op uitzonderlijke wijze op de muur heeft geschilderd. 
In de ontvangsthal lag als meeneemexemplaar nog de Orde van dienst van de Vakantieviering van 16 juli 2023; met als thema ‘Met de ganzen op reis’.
Het intredelied ‘Laat zingen de mensen’ van die liturgie past heel mooi bij het thema van deze column, dus ik sluit daarom deze column - ter inspiratie - af met twee verzen van dat lied:

“Alle wegen van de wereld leiden naar het leven toe.
En de mens komt zo tot geven, nieuwe wegen, nieuwe moed.
Alle wegen die we zoeken, is een zoeken naar elkaar.
Willen wij elkaar ontmoeten, loopt het leven geen gevaar.”
 
Column
Deze (mijn) column werd gepubliceerd in de Twaklank van oktober 2023.
Twaklank is het informatie- en opinieblad van de Protestantse Gemeente te Stiens.


maandag 30 oktober 2023

First hour Bible

Zondag 29 oktober 2023
 
Cover van de 'Bijbel in een uur'

Bijbel in een uur
Voor iedereen die graag in de Bijbel wil lezen, maar bijvoorbeeld niet weet waar te beginnen, is voor een gering bedrag van nog geen vier euro via onder andere de webshop van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) de zogenoemde 'Bijbel in een uur' te koop. 
Dit bijbelleesconcept is ontleend aan het Deense initiatief uit 2017, genaamd: 'First hour Bible'
In één uur neemt deze mini-Bijbel-uitgave je als lezer mee langs de belangrijkste verhalen in de Bijbel. Zo begint het eerste verhaal bij de Schepping uit het eerste oudtestatamentische bijbelboek Genesis en eindigt het laatste (42e) verhaal bij de aankondiging van 'De Nieuwe Hemel en de Nieuw Aarde' uit het laatste nieuwtestamentische bijbelboek Openbaring. Alle in deze uitgave opgenomen bijbelteksten zijn overgenomen uit de Nieuwe Bijbelvertaling van het NBG. 
Daardoor is dit boek een echt opstapje om - voor het eerst of blijvend - in de Bijbel te gaan lezen. 
Deze 'Bijbel in een uur' is een leuk boekje om voor jezelf te kopen, maar is ook heel geschikt om weg te geven aan bijvoorbeeld beginnende bijbellezers die zich willen oriënteren op de inhoud van de Bijbel.

Bijbelfragmenten in zakformaat:
Het zakformaat van dit boekje maakt het ideaal om het mee te nemen in je tas, je jaszak of in je koffer. Ook is dit formaat handig voor op reis, om er bijvoorbeeld elke dag even een stukje in te lezen.
Omdat de (andere) uitgever Ark Mission helaas is gestopt met haar jaarlijkse Vakantiebijbelgids, gingen we op zoek naar een ander bijbelse leesgids, die wij mee zouden kunnen nemen tijdens onze vakantiereizen in de afgelopen zomer. En dat werd deze 'Bijbel in een uur'. Heel geschikt om er elke dag één of meerdere teksten uit te lezen, voor ons na de maaltijd, aan tafel op de camping in of bij de caravan.
De in deze bundel geselecteerde bijbelteksten zijn in volgorde van de bijbelboeken gerangschikt naar de volgende thema's:
  • Schepping & zondeval;
  • Verbond & wet; 
  • Tekortkoming & belofte;
  • Menswording & koninkrijk;
  • Verlossing & opstanding;
  • Groei & herstel.
Bijbellezen in de zomervakantie
In de afgelopen zomervakantiedagen lazen we Hoe God zijn verbond sluit met Abraham, Zijn volk bevrijdt, David tot koning maakt, Redding brengt door Jezus, en Zijn hele Schepping weer herstelt. 
Zo wandel je als het ware al bijbellezend van de psalmen naar de brieven van Paulus, en van de profeten naar de evangeliën, en krijg je een mooie dwarsdoorsnede te lezen en te overdenken van de rijke teksten die de Bijbel ons al eeuwen biedt.
Dit boekje hebben we inmiddels uit, dus nu maar alvast op zoek naar een nieuwe zomerse vakantiebijbelgids voor volgend jaar, want in en over de Bijbel blijf je lezen, omdat die elke dag een nieuw luikje opent naar een heilzamer samenleving van geloof, hoop en liefde.

vrijdag 27 oktober 2023

De Friese astronomie

Donderdag 26 oktober 2023
 
Lezing van Arjen Dijkstra in Tresoar

Bijzondere ontdekkingen
Meer dan tweehonderd jaar stond in het Friese Franeker een vooraanstaande universiteit (1585-1811). Er kwamen studenten en onderzoekers uit binnen- en buitenland op af. Onder andere op het gebied van de astronomie was de universiteit van Franeker een instituut met een grote reputatie. Meerdere astronomen deden grote en kleine ontdekkingen en beleefden zo hun eigen eureka!-moment.
Vanavond verzorgt Arjen Dijkstra in Tresoar te Leeuwarden een lezing met als thema ‘De Friese astronomie’. Deze lezing wordt gehouden in het kader van de jaarlijkse Maand van de Geschiedenis. In 2023 staat het thema ‘Eureka!’ (‘ik heb hèt gevonden’) centraal.
Arjen Dijkstra (1979) - directeur van Tresoar - is gespecialiseerd in de geschiedenis van de wetenschap. Hij werkte acht jaar, met tussenpozen, aan een onderzoek naar het leven van Eise Eisinga en diens werk. 
In deze avondlezing belicht Arjen Dijkstra een aantal bijzondere ontdekkingen. Zo werd in 1607 een astronomisch meetinstrument uitgevonden, zag een jonge student in 1639 een onbekende ster, en jaagde een astronomie-hoogleraar op onbekende kometen. In 1689 werkte een professor mee aan het oplossen van het grootste astronomische probleem uit die tijd. Dit vond allemaal plaats in de Friese universiteitsstad Franeker.

Eureka in de astronomie
Arjen Dijkstra gaat het vanavond hebben over de geleerde wereld in Fryslân, specifiek binnen de Franeker universiteit, en dan heel specifiek over de ‘Friese astronomie’. 
Maar eigenlijk bestaat die niet. Toch kun je de astronomie wel heel goed vanuit het Friese perspectief beschouwen, en dat gaan we vanavond dan ook doen. 
Dijkstra heeft enkele (zeer) oude astronomie-boeken meegenomen uit de collectie van Tresoar, die worden gebruikt tijdens deze lezing.
Het thema van deze Maand van de Geschiedenis 'Eureka!' wordt toegeschreven aan de Griekse wiskundige Archimedes, als een uitroep bij één van zijn uitvindingen.
Het eerste boek (daterend van 1543) dat vanavond wordt getoond en besproken is de eerste druk van het boek van Nicolaas Copernicus (1473-1543), die bezig was met astronomie, handelend over 'De omwentelingen van de hemellichamen'. Hij zette daarin de zon in het midden, en liet de aarde daar om heen draaien. Daardoor hoefde hij bij het voorspellen van de stand der hemellichamen minder trucs uit te halen. Copernicus had overigens ook àl zijn observatiegegevens in dit boek opgenomen. Die zijn een belangrijke basis geweest voor aanpassing van de Gregoriaanse kalender. Copernicus heeft dit (zijn eigen) boek (echter) nooit gezien, omdat hij vroegtijdig stierf. Wel zag hij nog de proefdruk van zijn bijzondere boek. 

Van Copernicus naar Tresoar
De wiskundige-astronoom Gemma Frisius (1508-1555), werd hoogleraar in de 16e eeuw. Frisius heeft het bovengenoemde boek van Copernicus helemaal volgeschreven met zijn eigen beschouwingen op de tekst van Copernicus.
Een hoogleraar van de universiteit van Cambridge heeft alle nog bekende exemplaren van dit boek - met alle bijschrijvingen - bestudeerd.
Het bovengenoemde boek van Copernicus - met de bijschrijvingen van Frisius - wordt verkocht aan Broersma, die hoogleraar wordt aan de universiteit van Franeker. Na Broersma's dood gaat het boek naar de bibliotheek van Franeker, en daarna kwam het terecht in de collectie van Tresoar, waar het nu ligt. In de 80-er jaren is dit bijzondere boek gerestaureerd, waarbij de oude boekband om een nieuwe band heen is gelegd. In die hoedanigheid wordt het ons vanavond getoond. En volgend jaar gaat dit uiterst kostbare boek tijdelijk naar het Catharijne Convent in Utrecht, naar een expositie over wetenschap & religie.
De astronoom Nicolaus Mulerius (1564-1630) - voorheen hoogleraar en Rector Magnificus van de in 1614 opgerichte Academie te Groningen maakte in 1617 een nieuwe druk van dit boek van Copernicus. En dàn pas breekt de discussie uit over de controverse van de Italiaanse Galileo Galilei (1564-1642), over diens aannemen en aanhouden van de theorie van Nikolaas Copernicus, die dacht dat de aarde om de zon draaide. Dit was in strijd met de wetenschappelijke kennis van die tijd. Toch had Copernicus dat in zijn boek van 1543 al genoemd.

De astronomische sextant van Metius
Het tweede boek dat we vandaag zien en dat wordt besproken, is een bundel van meerdere boeken. Het is geschreven door de wiskundige-sterrenkundige Adriaan Metius (1571-1635), astronoom-schrijver, 
Het nieuwe door deze auteur uitgevonden instrument, een astronomisch sextant, is een groot ding, waarmee je de positie van de sterren aan de hemel kunt meten. Dit is een goedkopere versie van de overige destijds gebruikelijke instrumenten. Met dergelijke instrumenten wilde men destijds de veranderingen in de positie van planeten - ook ten opzicht van elkaar - observeren. 
De in Adriaans boek beschreven telescoop is in 1608 in Franeker uitgevonden door de broer van Adriaan Metius. Het eerste boek van de ronde globe (uit 1614) is in het Nederlands is geschreven. Dit boek ligt nu hier in Tresoar.   
 

Atomisme van David van Goorle uit Koarnjum
Het derde boek dat vanavond aan de orde komt, is ook weer een zogenoemd 'convoluut', in dezen twee boeken in één band. Deze bundel is in 1620 gepubliceerd, gedrukt in Leiden, geschreven door filosoof-theoloog David van Goorle (Gorlaeus, 1591-1612, die opgroeide in het Friese Koarnjum). Dit is één van de eerste boeken waarin over atomisme wordt geschreven. Voor de atomist Gorlaeus was dat in zijn tijd nog wel een gevaarlijk concept, daarom werd het boek zonder plaatsnaam gepubliceerd. In de tijd van Gomarus en Arminius (1619) was deze theorie omtrent atomisme nog zo omstreden, met name omdat je hierover niets in de Bijbel kunt lezen.
Gorlaeus stierf toen hij nog maar 21 jaar oud was. 
David van Goorle had trouwens ook een tweede boekje geschreven, dat nog lange tijd een manuscript is gebleven, maar dat uiteindelijk toch in 1651 is gedrukt, samen met een boekje van Rheticus (1514-1574; leerling van Copernicus).

Holwarda en Hevelius
Het vierde boek van vanavond is van diezelfde tijd, óók een verhandeling over de astronomie, van Jan Fokkes Holwarda (Johannes Phocylides Holwarda, 1618-1651), een jonge student van nog maar 22 jaar.
Hij zag tijdens de kerstnachten een ster die daar op die plek - voorzover bekend - niet hoorde te staan. Dit was de Mira Ceti uit het sterrenbeeld Walvis, een toen nog onbekende ster.
Het vijfde boek dat vanavond wordt besproken, is het boek 'Selenographia' (atlas van de Maan), geschreven door de Duits-Poolse astronoom Johannes Hevelius (1611-1687), bevattende een beschrijving van de maan. Door de weduwe van Holwarda is dit boek geschonken aan de Franeker universiteit. Hevelius schreef later nog een boek over kometen, waarin Holwarda als ontdekker van de nieuwe ster Mira Ceti wordt genoemd. Holwarda was overigens feitelijk niet de eerste ontdekker, want anderen hadden deze ster eerder ook al gezien. 
Door al deze geleerden en hun onderzoek en publicaties is Franeker een belangwekkend centrum van astronomische kennis geworden.

Instrumenten van Huygens en Van der Bildt
De wis-, natuur- en sterrenkundige Christian Huygens (1629-1695) heeft de ring om Saturnus ontdekt. Hij vond ook het slingeruurwerk uit, dat op dat moment het meest nauwkeurige tijdsinstrument was dat toen bestond. De theoloog Bernard Fullenius (1565-1636, voorheen ook predikant te Leeuwarden) was een geleerde vriend van Huygens. Hij gaf de geschriften van Huygens uit.
In het midden van de 18e eeuw werden er al hele goede telescopen gemaakt, de beste telescopen ter wereld kwamen toen uit Londen èn Franeker. Johannes van der Bildt (1709-1791) bijvoorbeeld was één van de makers van dergelijke telescopen. 

Astronomie in Fryslâns centrum van astronomie
Een vraag die vanavond door Arjen Dijkstra herhaaldelijk als retorische vraag wordt gesteld is de kwestie of in de besproken gevallen en in het algemeen sprake is van 'Friese astronomie'. En elke keer ontkent Dijkstra die kwestie, om aan het eind van de avond met gepaste Friese trots te poneren dat in de vanavond besproken onderwerpen wel degelijk sprake is van 'Astronomie in Fryslân'. Franeker was in elk geval wel een belangwekkend centrum van astronomie.

Oudhistoricus Fik Meijer over ‘Het moderne reizen’

Woensdag 25 oktober 2023
 
Lezing van Fik Meijer over Reizen 

Altijd weer op reis: waarheen, waarvoor?
De Camino Academie is een platform waar wetenschap en pelgrims elkaar vinden in gedeelde academische interesse rondom het fenomeen ‘pelgrimage’.
Deze Camino Academie organiseert dit najaar drie lezingenavonden rond het thema van ‘Het moderne reizen’. 
Reizen is een fenomeen dat in de loop der tijden steeds andere vormen aanneemt. 
In een lezingencyclus van drie avonden staan we met drie reisexperts kritisch stil bij de actuele reislust.
Deze lezingenavonden vinden plaats in Huize Cervantes te Utrecht.

Het moderne reizen bevraagd
De corona-crisis (2020) zette veel stop, en vooral het op reis gaan werd gemist. 
Inmiddels (2023) is het palet aan reizen weer uiterst divers, bijvoorbeeld: all-in reizen, groepsreizen, actieve reizen, thematische reizen, etc. 
Je kunt je afvragen of pelgrimeren naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela ook een vorm van een themareis is, als naadloos passend in de trend van actieve reizen. Tal van vragen dringen zich dan op, zoals: 
  • Wat bezielt de toerist? 
  • Wat zoekt de reiziger? 
  • Waardoor worden reizigers gedreven? 
  • Is reizen een vlucht uit het leven van alledag? 
  • Schaffen we in de reis de werkelijkheid even af? 
  • Is inderdaad de pelgrim een halve toerist, en de toerist een halve pelgrim?
‘Het moderne reizen’ roept dus vragen op. 
In deze drie avondlezingen van de Camino Academie worden dergelijke vragen aan de orde gesteld.

Fik Meijer over het oude reizen in het Middellandse Zee-gebied
Derde spreker is emeritus professor dr. Fik Meijer, oudhistoricus. Hij zal spreken over en vanuit zijn ervaringen als reisleider, als expert op veel cultuurreizen in het Middellandse Zee-gebied. 

Reisleider over reizen in de Oudheid
Fik Meijer zijn reisleiderschap begon tientallen jaren geleden als zeilinstructeur. Tijdens en na zijn studie was hij echter niet bepaald een reiziger. Het reizen kwam bij Meijer nadrukkelijker in beeld in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen hij vanuit Leiden met zijn vrouw in etappes naar Rome liep. Zijn doel daarbij was - als wielerfanaat – om te slapen in de hotelkamer waar ooit eens de befaamde Italiaanse wielrenner Fausto Coppi (1919-1960) met zijn ‘Witte Dame’ (La Dama Bianca) had geslapen. Aan die tocht bewaren Meijer en zijn vrouw de dierbaarste herinneringen.
  • Reizen doe je niet zomaar, want je neemt je zorgen gewild of ongewild wel met je mee op reis. 
  • Maar waarom reist de mens eigenlijk? 
  • In het Neolithicum (de late Steentijd) bijvoorbeeld moesten mensen wel reizen om aan eten te komen. Later pas ontstond de discussie over de zin van het reizen.
  • De Romeinse dichter-filosoof Titus Lucretius Carus (leefde ongeveer tussen 94 en 55 vóór Christus) schreef hierover indertijd al dat - waar je ook naartoe reist - je niet kunt vluchten van jezelf, zolang je jezelf niet bevrijd van alle angsten die in je leven (voornamelijk die ene, grote angst waar al het andere uiteindelijk op teruggaat: angst voor de dood). Je kunt reizen of vluchten waarheen je wilt, het zal niet baten.
  • De Romeinse schrijver-filosoof Lucius Annaeus Seneca (leefde ongeveer tussen 4 v.Chr. en 65 n.Chr.) schreef heel veel brieven (getuigenissen), waarin hij onder andere schreef dat al die Romeinen in de zomermaanden naar zijn regio kwamen om daar te vertoeven. Hij haatte dat reizen en toerisme, want hij hield niet van die drukte van de Romeinen, want hij wenste de stilte om zich heen. Daarom vroeg hij zich al af waarom mensen toch niet niet op één plek blijven.
  • Ook in de Oudheid werd gereisd. Toen deden pelgrims dat ook al - zoals wij - met eenvoudige  middelen. Pelgrims hadden vroeger meer moeilijkheden tijdens hun tocht dan wij, want tegenwoordig hebben wij het wel wat gemakkelijker, omdat wij bijvoorbeeld onderweg alvast even een hotelkamer kunnen reserveren.
  • In de Oudheid liep men overigens op schoenen met plankjes waar leer onder zat. Daar liepen soldaten per dag wel zo’n 30 kilometer op, ook in de brandende zon; berg op, berg af, en lange tijden zonder water. 
  • In de Griekse Oudheid waren er geen wegen, dus het reizen met bijvoorbeeld een wagen was toen en daar onmogelijk. Toch reisden ook de oude Grieken.
  • De Griekse historicus Herodotus was in de 5e eeuw voor Christus ook al zo'n een reiziger, die daarover bovendien ook nog boeken schreef. Hij schreef eigenlijk als de eerste etnoloog-antropoloog. Herodotus kreeg overigens wel veel kritiek op zijn reisverslagen over zich heen. 
  • Eén van de grootste reizigers uit de Oudheid was Alexander de Grote (leefde van 356-323 vóór Christus). Hij was koning van Macedonië en veroverde het Perzische Rijk tot aan de Indus, waardoor hij één van de grootste rijken uit de oudheid werd. Hij trok elf jaar reizend rond, en van zijn reizen is bekend dat ondertussen veel van zijn met hem meereizende soldaten onderweg stierven.
  • De bijbelse apostel Paulus was een ware reiziger; één met een opdracht. Paulus was een leider in het vroege christendom en speelde een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de gebieden rondom de Middellandse Zee, in het bijzonder in Klein-Azië en  in Griekenland. Door Paulus weten wij heel veel over het reizen in zijn tijd. Paulus heeft tijdens zijn drie grote reizen zo ongeveer 17.500 kilometer gereisd, waarvan zo’n 9.000 kilometer te voet (door gebieden waar overigens nauwelijks wegen waren) en ook delen per schip. Dat waren reizen (1) van Antiochië naar Cyprus, en dan Klein Azië in gaand; (2) naar Klein Azië, langs Filippi naar Athene en Corinthe; en (3) zijn laatste reis (die het meest interessant was), die hem naar Rome bracht, het centrum van alles. Rome was de plek waar hèt gebeurde. Ook daar wilde Paulus het christelijk geloof brengen. Paulus is daar echter gedood en (omgekeerd) gekruisigd.
  • Van pelgrims die vroeger en tegenwoordig de Camino naar Santiago de Compostela lopen, weten we dat zij allen met hun eigen motieven beginnen en lopen.
Romeinen reizen naar Griekenland
  • Dan komen de Romeinen in beeld, die veel meer de pragmatici waren. Reizen ging in die tijd door moeilijke landschappen; en - als ze er al waren - over stokwegen. 
  • De Romeinen hebben heel veel wegen aangelegd voor hun legers, opdat de troepen zich snel konden verplaatsen, bijvoorbeeld over de Via Appia (van Rome naar Brindisi). Mede daardoor werd het reizen gemakkelijker gemaakt. 
  • Romeinen legden als veroveraars nieuwe wegen aan, en veroverden alle land van Brittannië in het westen tot Irak in het oosten, en van de oude Rijn (in het noorden) tot aan de Sahara (in het zuiden). Dat hele gebied met zo'n 60-80 miljoen inwoners was op een gegeven moment doorsneden met Romeinse wegen. Daarmee schiepen de Romeinen dus voorwaarden voor het reizen. 
  • Trouwens, alleen de toplaag van de bevolking reisde, en daarentegen reisden alleen de armen naar de grote steden om er werk te vinden. Passagiers moesten op de schepen tijdens hun reizen over de Middellandse Zee zelf voor hun eigen eten zorgen, soms wel zo’n 6 weken lang.
  • Rome veroverde Griekenland, en behandelden het bezette land als alle landen, maar voor wat betreft Griekenland wel met een enorme waardering voor de Griekse cultuur. Daar wilden de Romeinen kennis van nemen.
  • De Romeinse keizer Hadrianus (leefde van het jaar 76 tot 138) wilde dat ontwikkelde Romeinen les gingen nemen bij de Grieken. Daartoe moest men dan wel van Italië naar Griekenland reizen, en daarmee hadden deze Romeinse reizigers dus een duidelijk doel voor ogen, namelijk vorming & ontwikkeling.
  • In die jaren ontstond er bij de Romeinen zoiets als reisburo’s om de Olympische Spelen in Griekenland te gaan bezoeken. Onderweg werden reizigers echter vaak beroofd, vandaar dat de elite dat reizen planmatig deed, door onder andere 's nachts onderweg bij vrienden te slapen, om uiteindelijk zo wel veilig aan te komen.
  • De Griekse filosoof Posidonius van Rhodos (leefde van 135-51 vóór Christus) was een reisboekenschrijver, met name ook omdat er mensen waren die vroegen om boeken met reisverhalen.
Romeinen reizen naar Egypte en Constantinopel
  • Egypte werd door de Romeinen veroverd. Egypte wordt dan een (vooral graan)provincie van het Romeinse rijk. Egypte had namelijk graan in overvloed, vanwege de vruchtbare Nijldelta.
  • Egypte had bijzondere bouwwerken, zoals de pyramiden, dus welgesteld Romeinse reizigers boekten een vaartocht naar deze kolonie op lege graanschepen, om Egypte dan gedurende de hele winter te bezoeken. Pas in het voorjaar voeren deze Romeinse reizigers (toeristen) met de volle graanschepen weer mee terug naar Italië. Dat weten we door de figuren en teksten die de Romeinen op de stenen van de pyramiden hebben aangebracht.
  • In dit tijd werden christenen gemarteld. Ondanks die christenvervolging groeide het christendom razendsnel. Christenen spraken namelijk over een optimistischer leven na de dood. De groei van het christendom zette mede daardoor door. Toen het christendom bij de Romeinen de staatsgodsdienst werd, ontstonden er nieuwe waarden in de samenleving. Het christendom verbreidde zich toen razendsnel. En daarmee ontstonden er toen ook christelijke reizen, bijvoorbeeld naar alle bijbelse plekken uit het leven van Jezus Christus. Sommige Romeinen bleven daar op die heilige plekken wonen. Over dergelijke reizen werden toen al reisboeken geschreven. Die pelgrimage naar het Heilige Land (Israël) nam - mede daardoor - steeds sterker toe. 
  • Vanaf de 4e eeuw was het aanvankelijk grote Rome maar een kleine stad geworden. Rome had aanvankelijk nog ongeveer één miljoen inwoners. Maar volken van allerlei kanten vallen/komen het Romeinse rijk binnen. Er ontstaat dan een scheiding in het land, tussen oost en west. Rome ontvolkt dan, het stromend water in de stad is besmet, ziekten breken er uit, en de Romeinen trekken van de stad naar het platteland of vertrekken naar Constantinopel. Door al dat gedoe resteren er op een gegeven moment nog maar 100.000 inwoners in Rome. Desondanks wordt Rome een belangrijke stad, mede vanwege het relikwieën-toerisme met betrekking tot bijvoorbeeld Petrus. In die jaren daarna werden mede daardoor veel kerken gebouwd in Rome.
Reizen en/of pelgrimeren
  • Over reizen werd door de eeuwen heen altijd al gediscussieerd.
  • Wij zijn zo ongeveer dezelfde mensen als in de klassieke oudheid, want uiteindelijk hebben we allen dezelfde behoeften. Maar wat wel verschilt, dat zijn de omgevingsfactoren; die zijn in tijd en ruimte altijd anders.
  • De mensen zijn in de loop der millennia niet veel veranderd, maar de omstandigheden zijn in de loop van de tijd wel aanmerkelijk veranderd. In de Romeinse tijd was het vooral de elite die reisde, en in wezen is daar in de loop van de tijd tot op heden niet veel in veranderd, want het is nog overwegend de elite die reist.
  • Op internet kun je van alles vinden over uiteenlopende reisbestemmingen. Veel mensen maken volledig geregisseerde reizen, waarin alles wat je ziet is voorgeprogrammeerd. Daarentegen zijn er ook reizigers die het reizen heel anders aanpakken, door bijvoorbeeld thuis of op locatie zelf op vooronderzoek uit gaat. En er zijn mensen die (nagenoeg) geheel onbevangen op reis gaan. Op het gebied van het pelgrimeren zie je dat al die vormen bij pelgrims ook voorkomen.
  • Bij pelgrims zie je doorgaans dat ze na een hele dag lopen op de Camino moe zijn aan het eind van de dag, en dat ze dan op de plek van aankomst uitrusten, om morgen verder te lopen. Daarentegen zie je bij een ander soort reiziger, dat zich gedurende de dag laat vervoeren, een heel ander patroon, want dergelijke reizigers worden pas actief zodra ze op hun bestemming aankomen. Dat zie je heel duidelijk met passagiers van cruise-schepen, die - zodra ze in een haven aankomen - aan wal gaan om een en ander te gaan bezichtigen.
  • Je zou je kunnen afvragen of het in de toekomst zo zal zijn dat ook de pelgrim steeds meer een reiziger gaat worden, die zich laat vervoeren van de ene naar de volgende plaats. En zou dat er dan wellicht weer toe leiden dat er een nieuwe tegenbeweging van anderen ontstaat, die er dan juist weer heel sterk voor zal staan en gaan om zichzelf voort te bewegen zonder gebruik te maken van enig vervoersmiddel. De tijd zal het ons wellicht leren.

Bestuursvergadering over Nijkleaster in Jorwert

Dinsdag 24 oktober 2023

Kop-hals-romp-kloosterboerderij Nijkleaster-Westerhûs bij Hilaard

















Protestantse Kloostergemeente & Stifting Nijkleaster
Vanavond komen we als stichtingsbestuur van Stifting Nijkleaster weer in voltallige bezetting bijeen voor onze periodieke bestuursvergadering. 
We blikken eerst terug op de mooie documentaire tv-uitzending over Nijkleaster, van het recente televisieprogramma Petrus in het Land.
Nadat we de follow up van de voorgaande zomervergaderingen hebben besproken, komen diverse zaken aan de orde die te maken hebben met de veranderingen met ingang van 1 januari 2024, als onze Stifting Nijkleaster en de Protestantse Kloostergemeente Nijkleaster-Westerwert onder het gemeenschappelijk bestuur zullen vallen van één zogenoemde 'Kleasterried'. Dat nieuwe bestuursorgaan bestuurt met ingang van die datum zowel de PKN-kloostergemeente als ook onze dienstenstichting van Nijkleaster. Vóór en na 1 januari 2024 moet veel werk worden verzet om dat gedegen vorm en inhoud te geven, en dat is waarover wij vanavond verder van gedachten wisselen en daar besluiten over nemen.

Bestuurszaken van gemeente & stichting
Aangezien we sinds Pinksteren 2023 ons nieuwe klooster voor Stilte, Bezinning en Verbinding in het stille vogelweidegebied tussen Jorwert en Hilaard hebben geopend, staan tijdens elke bestuursvergadering ook zaken op de agenda die te maken hebben met de exploitatie van ons klooster. Ook die bespreken we vanavond met elkaar. Daarbij is nu specifiek aandacht voor de zogenoemde Bestuursopdracht, waarin wordt beschreven welke exploitatiedoelen dienen te worden gehaald. We realiseren ons dat dergelijke facilitaire zaken ten dienste staan aan het inhoudelijke werk van de kloosterbeweging, dat voorop staat in ons overwegen & handelen.
Na de restauratie en nieuwbouw van ons klooster bevinden we ons in dit eerste jaar na oplevering in de zogenoemde onderhoudsperiode van het gerestaureerde en verbouwde en van de nieuwbouw. We bespreken welke activiteiten in het kader daarvan momenteel plaatsvinden.
Tot slot komen nog enkele items aan de orde vanuit het zogenoemde Kleasterburo, van waaruit de sturing van alle klooster(gemeente)activiteiten plaatsvindt.

woensdag 25 oktober 2023

Odulphuspad van Mantgum naar Easterlittens

Maandag 23 oktober 2023
 
Op het bruggetje bij het kloosterpad naar Nijkleaster-Westerhûs

















Stilte, bezinning en verwondering
Het Friese Sint-Odulphuspad is een wandelroute van 260 kilometer door Zuidwest-Friesland, Gaasterland en de Fryske Greidhoeke.
Dit langeafstandswandelpad bestaat uit 15 prachtige wandelingen in allerlei landschappen.
Elke etappe heeft een eigen thema, met als doel om je kennis te laten nemen van dit bijzondere gebied, met verrassende wisselende landschappen en bijhorende kwaliteiten, met een rijke kerkelijke geschiedenis en verrassende historische feiten daarover. 
Het Sint-Odulphuspad biedt je een pad om ‘op weg’ te zijn, en schenkt je de kans om stil te staan bij wat echt belangrijk is in je leven. Met het Sint-Odulphuspad stap je voor even uit de alledaagse stroom van het leven. De focus ligt op stilte, bezinning en verwondering.

Kernwaarden en thema's
De wandelgids van het Sint-Odulphuspad bevat de nodige informatie om het pad te kunnen bewandelen. In dit wandelboek staan prachtige foto’s van de verschillende trajecten. 
Bij het boek is ook een gratis app ontwikkeld, die je informatie en wetenswaardigheden geeft over de trajecten. De app en de gids bieden samen de onderdelen voor de maximale beleving van het Sint-Odulphuspad.
Deze wandelroute wordt gekenmerkt door de drie kernwaarden 'stilte & rust & ruimte'; en de drie thema’s 'bezinning/spiritualiteit & landschap & cultuurhistorie'.
Deze thema’s en de kernwaarden zijn de 'dragers' van de route. Zij vormen de belangrijkste uitgangspunten voor het wandelen. Maar de route kan ook prima worden gebruikt om op allerlei andere manieren te genieten van de paden, wegen, dijken, het landschap en van de cultuurhistorie; bijvoorbeeld door het beleven van de natuur langs de paden.

Door Zuidwest-Friesland, Gaasterland en de Fryske Greidhoeke
Onderweg kun je de gastvrijheid van de streek ervaren, of kun je een bezoek brengen aan een museum of attractie 
Deze wandelroute voert je door zeven van de Friese elf steden.
De Friese 'Greidhoeke' is in de route opgenomen vanwege de gaafheid van de landschappen, haar kerkelijke geschiedenis en haar bijzondere initiatieven. 
Gaasterland is opgenomen omdat het een totaal afwijkend landschap binnen Zuidwest-Friesland heeft. Hier lag overigens de bakermat van de heilige Odulphus zijn werk, en van hieruit strekte de invloed van het voormalige Sint-Odulphusklooster zich uit over Zuidwest-Friesland en ook daarbuiten.

Etappe 13 van Mantgum naar Easterlittens
Vandaag gaan Durkje en ik de dertiende etappe van het Sint-Odulphuspad lopen, over een afstand van 20 kilometer, vanuit het centrum van het Friese Mantgum naar Easterlittens. 
Het thema van deze dertiende etappe is 'Campanarium'. Dat thema verwijst naar de klokkentorens, waarvan we er enkele zullen passeren tijdens deze etappe, en bovendien zie je in deze regio bijna altijd wel ergens een kerktoren in de verte.
Vanmorgen vertrekken we bij een temperatuur van 8 graden Celsius om 8:30 uur vanuit Feinsum, en dan brengen we onze auto - met de fietsen achterop - eerst naar Easterlittens. De auto laten we daar achter op het parkeerterrein langs de Frentsjerter Feart, en dan fietsen we de 6,1 kilometers via Jeth en Skillaard naar het dorpscentrum van Mantgum.
We hebben vandaag te maken met prachtig zonnig najaarsweer. De temperatuur loopt op tot zo'n 14 graden Celsius. Het blijft droog tijdens onze wandeling, en het waait nagenoeg niet. 

Van Mantgum naar de Sint-Radboudkerk van Jorwert
Om 9:50 uur begint onze etappe bij de Mariakerk van Mantgum.
Het wordt een dag met opvallend veel mooie ontmoetingen, zoals we dat ook kennen van de klassieke pelgrimspaden tijdens onze pelgrimages naar Santiago de Compostela. 
Zo ontmoeten we direct al in de dorpshaven bij de brug over de Mantgumer Feart mijn voormalige Stenden Hogeschool-collega Eef Heinhuis, die hier haar hondje uitlaat. Verrassend is om van haar te horen dat haar echtgenoot momenteel het pelgrimspad door Frankrijk bewandelt richting Santiago de Compostela. Bovendien hebben ze vroeger de route tot in Santiago de Compostela ook al eens gefietst.
Via Hoxwier en de Arsumerdyk wandelen we door naar Jorwert.
Voorbij de Jorwerter dorpsherberg komen we langs de pastorie naast de kerk, waar de pet met erbij ook een spreuk van de scheepsarts-schrijver-dichter Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936) is bevestigd aan een tuinmuurtje naast het hek van de oprit van de pastorie. Daarop staat geschreven: "Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak"; een spreuk die waarschijnlijk voor heel veel mensen - Friezen en niet-Friezen - nog steeds ook van toepassing is.
Bij de eeuwenoude Sint-Redbadtsjerke van Jorwert aangekomen, zien we dat de nieuwe dakbedekking nog niet is aangebracht op het schip van de dorpskerk. De kloosterkerk van Nijkleaster staat nog in de steigers. Helaas is de kerk nu gesloten, dus we kunnen niet naar binnen. 

Via Fûns naar klooster Nijkleaster-Westerhûs
Wel kunnen we koffiedrinken op een bankje in het dorpshaventje van de Jorwerter Feart, bij de brug van de Jaenbuorren. Geen last van de wind en heerlijk in de zon maakt dat dit een aangename koffiepauze aan het water is.
De meeste bootjes die hier in het haventje liggen, zijn in slechte staat van onderhoud. Maar de plek is wel mooi zo aan de vaart.
Na de koffie lopen we Jorwert uit, op weg naar het buurtschap Fûns.
Het is stil in Fûns. We weten dat boer Cor Wiedijk van dit kleine buurtschap is overleden, en dat er vanmiddag gelegenheid is om zijn nabestaanden te condoleren. Aan beide zijden van het smalle Fûnser weggetje naar de boerderij liggen ijzeren rijplaten in de berm, om vanmiddag voldoende parkeergelegenheid te bieden. Een auto van een bloemist rijdt ons voorbij, en parkeert achter de boerderij, om er bloemen te bezorgen. 
Wij gaan he wandel- en fietspad op richting Bears, en nemen niet de afslag van het Oldulphuspad, dat hier links door de weilanden richting Hilaard gaat. Enkele meters verder ligt momenteel namelijk het nieuwe voetgangersbruggetje dat toegang geeft tot het verharde kloosterpad naar het klooster Nijkleaster-Westerhûs, van de kloosterstichting waarvan ik vice-voorzitter ben. 
Durkje en ik willen - nu we weer in de buurt zijn van het klooster - een bezoek brengen aan het nieuwe protestantse klooster Nijkleaster-Westerhûs, dat hier midden in weilanden ligt tussen Fûns en Hilaard.
We naderen het kloostercomplex over het betonpad door de weilanden vanuit het zuiden. 

Van het Protestants klooster naar de Koptisch-orthodoxe kerk van Hilaard
Het kloostercomplex van Nijkleaster met haar kloosterboerderij, de kleasterlingen-woningen en de kloostergastenverblijven worden met prachtig licht beschenen door de herfstzon. We lopen langs de zuidzijde van de schitterend gerestaureerde kloosterboerderij.
Binnen en buiten wordt hard gewerkt, onder andere om de kloostergasten van de komende week vanmiddag gastvrij te verwelkomen voor hun retraite-verblijf in de komende kloosterdagen.
Op het kloostererf ontmoeten en spreken we de inwonende kloosterlingen Sietske Visser & Hinne Wagenaar, en ook de predikanten Jurjen Hilverda en Sytze Ypma die hier beiden zijn voor een vriendschappelijke kuier door het prachtige vogelweidegebied van Nijkleaster.
De radio en de machines van de werkmannen die op dit moment de riolering en drainage repareren, klinken luid over het binnenterrein van het klooster, maar straks als de kloostergasten aan het eind van de middag arriveren zal het vast en zeker weer een plek zijn van stilte, bezinning en verbinding, waar Nijkleaster voor staat en gaat.

De Slag bij Boksum
In Hilaard passeren we de Koptisch-orthodoxe kerk.
De Koptisch-orthodoxe geloofsgemeenschap heeft hier vlakbij Nijkleaster haar gebedshuis in Fryslân.
Even later verlaten we Hilaard.
Over het betonpad van het Hilaerderpaed gaan we tussen de weilanden door naar Boksum.
Boven op de Boksumer terp is de dorpskerk wel open, getuige het uitnodigende bord bij het toegangshek van het kerkhof.
We gaan de Sint-Margarethakerk binnen om die te bezichtigen. In het koor staat het deurtje open, dat ons het zicht geeft op de eeuwenoude piscina van deze kerk, indertijd bestemd voor het waswater van de priester. 
In de kerk is ook veel informatie te vinden over de Slag bij Boksum (1586) gedurende de Tachtigjarige Oorlog.
Ook liggen hier skeletten, waarvan van één wordt vermoed dat het gat in de schedel het gevolg is van een kogel die het hoofd van deze persoon heeft doorboord.
Als je dan vanuit het koor achteromkijkt, valt het prachtig gedecoreerde kerkorgel van deze kerk op.

Mooie ontmoetingen in Blessum
Voorbij Boksum gaan we onder de Westergoawei (N359) door, om dan langs het Boksumer Soal over een hier en daar onder water staand laagliggend betonpaadje richting Blessum te lopen.
Nadat we de Boksumer Soal al over zijn gestoken, steken we vanaf een boerderijerf via een houten bruggetje een sloot over.
Even later lopen we de bebouwde kom van Blessum binnen.
Bij de dorpskerk stopt een auto naast ons, waar de mij bekende Johan van Tuinen in zit, de eigenaar van het gelijknamige hoveniersbedrijf uit Berlikum. Dan volgt een goed gesprek met deze ook gepassioneerde wandelaar, onder andere over wandelen en pelgrimeren .
Gelukkig heeft de Protestantse gemeente Terpoarte behalve in Boksum ook hier in Blessum de kerk opengesteld voor het publiek. We bezichtigen ook deze mooie oude dorpskerk, met haar herenbanken aan weerszijden vóór de preekstoel.
En ook hier zien we evenals in Boksum nu in Blessum weer een prachtig gedecoreerd kerkorgel.
In de toegangspartij onder de kerktoren staat een glazen vitrine met enkele vondsten van opgravingen hier ter plekke.
Het verzoek is om hier de deuren alle bij vertrek te sluiten, om de vleermuizen uit de kerktoren geen toegang te verlenen tot de kerkzaal.
Op de houten bank tegen de zuidmuur van de kerk nemen we plaats voor onze zonovergoten lunchpauze.
Tot onze verrassing komt de Blessumer melkveehouder Thom Miedema voorbij op de fiets, met wie ik jaren geleden bestuurslid was, gedurende de jaren dat ik bestuursvoorzitter was van de Federatie Christelijk Jeugdwerk Friesland (FCJF). Een mooie gelegenheid hier in de zon om een tijd genoeglijk bij te praten.

Van Hoptille langs de Boalserter Feart naar Baard
Langs het land van de voormalige Ringia State verlaten we Blessum.
Bij de brug over de Hilaerder Feart komen we langs de vogelkijkhut 'Strânljjip' van de plaatselijke vogelwacht.
Door de Hilaerdermieden lopen we naar het buurtschap Hoptille. 
In Hoptille steken we de Boalserter Feart over, om dan het wandel-en voetpad langs deze brede vaart te volgen.
Daarbij passeren we aan de andere zijde van de N359 in Leons ook de Panwurksbrêge over de Boalserter Feart.
We blijven de Boalserter Feart volgen, op weg naar het Friese Baard.
Voorbij Baard ontmoeten we een vrouw die haar hond uitlaat langs het voet- en fietspad langs de Boalserter Feart. Het is tot onze verrassing Martijn van Dongen, de zanglerares van onze 'kleasterlingen' van Nijkleaster. We lopen een eindje met elkaar op.

Easterlittens
Bij de N384 aangekomen keert ze om met haar hond, en dan lopen wij aan de andere zijde van de N384 door langs de Boalserter Feart naar Easterlittens. Daar steken we de Boalserter Feart over.
Door Easterlittens lopen we naar onze auto, die langs de Frentstjerter Feart staat. 
Met de auto halen we dan onze fietsen af uit Mantgum, en daarna rijden we vanuit Mantgum terug naar huis in Feinsum. Tijdens onze terugreis merken we dat de zon zo langzamerhand uit het zicht verdwijnt, maar daar hebben we vandaag - en ook van die mooie ontmoetingen onderweg - wel heerlijk van genoten tijdens deze etappe op het Odulphuspad.

zaterdag 21 oktober 2023

Luisteren naar kleurrijke verhalen uit de Friese kerkgeschiedenis

Zaterdag 21 oktober 2023
 
Lezing van Marie-Anne de Harder in Tresoar

















Kleurrijke verhalen
In haar boek ‘Kleurrijke verhalen uit de Friese kerkgeschiedenis na 1580’ besteedt onderzoekster-schrijfster Marie-Anne de Harder aandacht aan mensen die in de kerk werken, bijvoorbeeld: de dominee en het kerkpersoneel zoals de koster, de voorzanger, de stovenzetster, de domineesvrouw en vele anderen. 
Al deze mensen hadden zo hun eigen hebbelijkheden, waardoor het in de kerk nooit saai was. In de communicatie tussen deze werkers konden gemakkelijk, al dan niet opzettelijk, misverstanden ontstaan die leidden tot vermakelijke situaties. 
Ook de Friese taal in de kerk, lange tijd omstreden, wordt in haar boek besproken, en evenzo de kerkelijke twisten in relatie tot de plaatselijke gang van zaken in de kerk. 
Dit boek geeft ook een inkijkje in het interieur van enkele Friese kerken; zelfs daarover zijn kleurrijke verhalen te vertellen.

Friese kerkgeschiedenis
De afdeling Fryslân van de Nederlandse Genealogische Vereniging organiseert vanmiddag een lezing over dit onderwerp. De NGV is het kenniscentrum voor Genealogie, Heemkunde, Genetica en Heraldiek.
Voor deze NGV-themalezing heeft de NGV publiciste Marie-Anne de Harder uitgenodigd. De lezing vindt vanmiddag plaats in Tresoar te Leeuwarden.
Marie-Anne de Harder (1950) studeerde eerst aan de lerarenopleiding VL-VU in Amsterdam. Daarna is ze lange tijd docente geschiedenis geweest in Utrecht. Pas op latere leeftijd heeft ze haar studie geschiedenis afgerond aan de Rijksuniversiteit van Groningen met een proefschrift over de Friese rode dominee Albertus van der Heide. Vooral de Friese kerkgeschiedenis heeft haar belangstelling.

Marie-Anne de Harder verhaalt over werkende kerkmensen
Marie-Anne de Harder vroeg zich af waarom kerkgeschiedenis bijna nooit gaat over de mensen die hun werk in de kerk doen. Om wel te gaan schrijven over deze mensen die de hoognodige klussen in kerken doen, ging ze dit onderzoeken, schreef ze er boeken over, en verzorgt ze deze lezing. Het gaat hierbij vooral over kerkpersoneel dat van groot belang is geweest. En over al díe mensen gaat ze ons vanmiddag vertellen.
In haar lezing passeren de werkers in de kerk de revue, en elke keer vertelt ze daarbij met de nodige humor allerlei verhalen omtrent het al dan niet functioneren van deze werkende kerkmensen.

Koster en stovenzetters
  • De koster heeft in en rond de kerk veel te doen, zoals bijvoorbeeld het luiden van de klokken. 
  • Toen in vroeger tijden er nog geen taakomschrijving was voor de koster, was de koster verantwoordelijk voor het verrichten van alle aan hem opgedragen taken. Zo moest de koster bijvoorbeeld ook de stookoven opstoken. 
  • De stovenzetster haalde daarna de hete kolen uit de stookoven en bracht ze in de kerk. Stovenzetsters waren vaak oude vrouwen van goed zedelijk gedrag, die hiermee iets bij konden verdienen. Ze hielden na de kerkdienst hun handje op om te ontvangen wat de verwarmde kerkganger haar dan schonk voor haar werk.
  • Het reserveren en huren van vaste zitplaatsen in de kerk was af en toe aanleiding tot gedoe in de kerkzaal. Belijdende leden kregen bijvoorbeeld de beste plaatsen; dat zou een stimulans zijn om belijdenis te doen.
Voorlezers en voorzangers
Men dacht altijd dat de kerkdienst niet door kon gaan zonder de dominee. Maar ja, er waren en (er zijn nog) veel andere werkers in de kerk, die ook van doorslaggevend belang zijn. 
  • Zo begon vroeger de kerkdienst met de voorlezer, die uit de Bijbel voorlas voordat de dominee in beeld kwam.
  • De voorzanger zong voor in de kerkdienst, omdat het orgel – dat toen nog werd gezien als een instrument van de duivel – aanvankelijk niet werd gebruikt. De Reformatie had namelijk bepaald dat het in de kerk alleen maar gaat om het Woord, en niet om iets anders, zoals een orgel. Later kwam het orgel wel in beeld, maar (goede) organisten waren er doorgaans (nog) niet.
  • De organist werd bijgestaan door orgeltrappers (pûstertreders op z'n Fries) die lucht in het orgel trapten. Maar door de invoering van elektriciteit in de kerk (ook voor het orgel) raakten zij hun orgeltrappersbaantje kwijt 
  • Groot probleem was het slapen in de kerk. Dan was er een zogenoemde stokman die slapende kerkgangers met een lange stok wekte. 
De predikant en zijn werk
  • Er waren vroeger twee mogelijkheden om een nieuwe predikant aan te trekken. Of een kandidaat-dominee kon gaan 'preken op beroep', òf er gingen hoorders naar een kerkdienst van een predikant die in beeld was voor een beroep.  
  • Na de eerste kennismaking met een mogelijk nieuwe predikant ontstond tijdens het koffiedrinken na de kerkdienst bij de dominee thuis een vraaggesprek. Allerlei vragen werden dan aan de predikant gesteld. Na het beroep van de kerkelijke gemeente moest de dominee beslissen om al dan niet te komen. 
  • Kinderen van zo'n predikantsgezin zagen dit natuurlijk allemaal aan, en zagen dan bijvoorbeeld dat vader veel aan het bidden was, maar dat moeder ondertussen de (verhuis)dozen al aan het inpakken was in de aanloop naar de acceptatie van een uitgebracht beroep.
  • In de 19e eeuw droeg de dominee nog geen toga, maar een ambtsgewaad met driekantige steek op zijn hoofd.
Verhaaltjes over predikanten, in het kort
  • Een ouderling van dienst wenste de voorgaande dominee voorafgaand aan de kerkdienst een "Gezegende stoelgang" bij het betreden van de preekstoel.
  • Het verhaal gaat over twee predikanten in één dorp, die niet goed met elkaar konden opschieten. De één kreeg en accepteerde een beroep elders, en koos toen als Bijbeltekst voor zijn preek: "Blijf gij hier met de ezel”.
  • Toen een bruidspaar moest trouwen wegens haar zwangerschap, koos een predikant voor de Bijbeltekst: "Gedenk niet meer aan het kwaad dat wij bedreven. Ons euveldaad wordt ons uit gunst vergeven." 
  • Een andere predikant koos als bijbeltekst voor een huwelijksdienst voor: "Geniet het leven met de vrouw die gij lief hebt".
  • De beroemde dominee Zelle koos altijd preekteksten waarvan hij dacht dat die de jeugd zouden aanspreken, en dat waren lang niet altijd bijbelteksten, maar teksten zoals: 'Piet Pelle op zijn Gazelle' of 'Jan Publiek heeft altijd gelijk'.
  • Verder horen we over een bijbelvoorlezing met de verspreking als bijbeltekst van "Waar kan men beter toeven dan in 'een herenhuis', in plaats van in 'des Heren huis'".
  • Sommige predikanten - vooral ook beginnende - hadden de gewoonte om hun vermeende korte preken te rekken met foefjes als bij het woord 'woestijn'. Dat werd dan: 'De woestijn met alleen maar zand voor je, zand achter je, zand aan je linkerzijde, zand aan je rechterzijde; aan alle kanten zand'. Een andere manier die door predikanten wel werd toegepast, was bijvoorbeeld door te zeggen: "Ik geloof niet dat jullie het begrijpen, dus ik vertel het nog een keer".
  • Preken was voor een predikant een groot avontuur, want ze doen het bijna nooit goed. Of de preek is te saai, te droog, òf de dominee was in de ogen van de kerkganger geen goed spreker. Was je teveel de theoloog, dan greep je te hoog. Preekte je te populair, dan vertelde je maar praatjes, en was er geen sprake van preken.
  • Pepermunt was - vooral voor de kinderen - hèt medicijn ter verdraging van de lange preek. Stef Bos noemde in zijn song dat kerkpepermunt derhalve: "protestantse cocaïne voor de gereformeerde junk, de witte pillen die alle pijn verzachtten".
  • Al te overdreven gesticuleren van predikanten tijdens hun preek werd beschouwd als dwaas gedrag.
  • Dominee Zelle, die eens een hele grote steen meenam op de preekstoel, en vertelde dat die steen tijdens zijn preek wonderen zou gaan verrichten, vroeg na de preek of men het wonder van de steen had gezien. Maar niemand had het wonder gezien, waarop Zelle zei dat tijdens zijn preek niemand - nieuwsgiering naar het aangekondigde wonder - in slaap was gevallen, en daarop zei: "Is dát geen wonder?"
  • De zandloper op de preekstoel van het Friese Hegebeintum was afgesteld op anderhalf uur, om de kerkdienst niet te lang te laten worden. Maar ja, dan draaide de dominee die zandloper om, en sprak uit: "We nemen nog een glaasje". 
  • Voorafgaand aan deelname aan het avondmaal moest je vroeger eerst belijdenis van het geloof afleggen. Maar ja, wat trek je aan nette kleren daartoe aan als je geen geld had voor nette kleding. Dan kozen die arme kerkgangers ervoor om maar geen belijdenis doen. 
  • En tegenwoordig over de collectezak: bijna niemand heeft nog contanten op zak. Resultaat is veelal dat dat de lage opbrengst van collectes bedroevend maakt.
Meer dan alleen maar preken
  • Belangrijk in de kerk was ook het handhaven van de tucht. Om bijvoorbeeld te onderzoeken of iemand mee mocht aan het avondmaal werd een rondgang gemaakt van zo'n vijf minuten per huisgezin om te controleren of er belemmeringen waren om aan het komende heilig avondmaal deel te nemen.
  • Het huisbezoek werd later daarentegen meer ingezet om het contact met de gemeenteleden te onderhouden. Maar ja, dan kreeg je er weer mee te maken dat al teveel of al te weinig bezoek niet werd gewaardeerd.
  • De catechisatie was óók een taak van de predikant om de christenjeugd met hun olijke zielen toch te voeden met de zuivere leer. Meestal werd zoiets dan gedaan in de vorm van het zogenoemde vraagleren, waarbij met name de Heidelbergse Catechismus moest worden geleerd en nadien werd overhoord. 
Domineesvrouw
  • De domineesvrouw was een zeer belangwekkende figuur, want zij verzorgde dominees kleding, en zij zorgde ervoor dat de dominee de kerkdienst kort hield. Haar geldt vooral de roem, maar het was een niet te benijden taak. 
  • Indertijd verscheen het boek ‘De Predikantsvrouw’, waarin werd beschreven hoe het allemaal hoort voor een domineesvrouw. Bijvoorbeeld hoe ze haar werk in de gemeente moet organiseren bij allerlei gelegenheden. Ze moest onder andere de hele gemeente bezoeken, maar dan ook weer niet te veel bij deze en gene, èn ze mocht zich daarbij niet laten leiden door standsverschil. En vriendschap kon al snel leiden tot jaloezie en kwaadspreken. Dus ja, doe het maar eens goed dan.
  • Ook bij overlijden moest domineesvrouw meelopen in de rouwstoet: eerst haar man - de dominee en dan de mannen, gevolgd door de vrouwen met dan domineesvrouw voorop. Het inkomen van de jonge predikant was er vroeger niet naar voor de domineesvrouw om bij alle gelegenheden goed passende kleding te kopen. In grotere gemeenschappen leenden predikantsvrouwen elkaar dan wel eens kleding om er in haar geheel toch goed uit te zien.
  • Van de predikantsvrouw werd ook verwacht de voorzitster van de meisjesvereniging te zijn. Dat betekende twee avonden buitenshuis bezig te zijn in het eind van de 19e eeuw, want je had een Martha-meisjesvereniging (bedrijvige meisjes, gericht op diaconale taken), en een Maria-meisjesvereniging (stilzittende meisjes, gericht op luisteren en vorming).
  • Leidinggeven voor de domineesvrouw betekende: precies op tijd beginnen, het te laat komen van de meisjes beboeten, eerst een kwartier intro, dan een uur inhoudelijk programma, vervolgens 5 minuten pauze, en dan restte na die pauze nog 40 minuten voor breien, haken, een opstel voor laten lezen, en een gedicht of proza voor laten lezen.
Pastorie: niet de meest idyllische plek op aarde
  • Marie-Anne de Harder vertelt het verhaal van de 'blikken' dominee, die verliefd werd op één van zijn catechisanten, die hij bij zich in huis nam als bediende. Ze kregen - ondanks zijn huwelijk - een relatie, die twee jaar duurde. Hij schoot haar dood toen zij de relatie verbrak.
  • De domineesvrouw werd geadviseerd om thuis een heel klein eigen hoekje in de studeerkamer te reserveren voor zichzelf. Daar moet ze dan altijd een boek of een handwerkje laten liggen, opdat ze zonder haar man - de dominee -  te storen daar haar nuttig werk kon doen. Ze diende bij haar man in de studeerkamer stil binnen te treden, en ervoor te zorgen dat haar man op zijn bureau - ongestoord - een kopje thee van haar kreeg.
  • Voor de domineeskinderen was het ook niet altijd leuk om in een pastorie te wonen. Vader was namelijk weinig thuis, en de kinderen moesten thuis vaak stil zijn in huis, vooral aan het einde van de week, als vader aan de preek werkte. De studeerkamer werd gezien als het keukentje van God, waar het hemelse gerecht voor komende zondag werd klaargemaakt.
  • Domineeskinderen moesten elke zondag naar de kerkdienst, waar alle ogen van de daar ook aanwezige gemeenteleden het domineesgezin en hun gedrag nauwlettend beoordeelden.
  • Doordeweeks was de dominee druk met zijn pastorale taken, maar dat ging ook wel eens al te enthousiast, waarover bijvoorbeeld Boudewijn de Groot humoristisch zingt met zijn lied 'De dominee van Amersfoort'. 
Echtparen in de pastorie
  • Het aantal echtscheidingen van predikantsechtparen nam in de loop der jaren fors toe. Maar ja, kon dat eigenlijk wel, en hoe moest dat dan? Dat was het probleem, want de domineesvrouw moest dan de pastorie uit; zij raakte haar status kwijt, en zij had geen inkomen.
  • Er kwam derhalve een zelfhulpgroep voor gescheiden domineesvrouwen, genaamd 'Vasthi' (naar de bijbelse vrouw die haar man niet wilde gehoorzamen). 
  • De traditionele rol van de klassieke domineesvrouw was sinds de zestiger jaren vrijwel uitgespeeld.
  • Er kwamen daarnaast vrouwelijke dominees. En er waren vrouwelijke dominees die hun vrouw meenamen, en mannelijke dominees die hun man meenamen in de pastorie. Zo veranderde er veel in de pastorie.
Herrie in de kerk
  • De anarchist-socialist dominee Domela Nieuwenhuis – ús ferlosser – kwam naar Sint-Annaparochie, en preekte daar over de zogenoemde '5 K’s': Kerk, Kazerne, Koning, Kapitaal, Kroeg. Hij preekte over de verlossing.
  • Dominee Boers was indertijd de initiatiefnemer van café 'De Blauwe Tent' in Reduzum. Hij werd dan ook wel de blauwe dominee genoemd, maar hij was ook felrood als socialist, en hij werd lid van de communistische partij. Dat gaf kerkelijk een probleem in Reduzum. Dominee Boers vond dat de sociale zaken in het socialisme en in het çommunisme beter op zijn plaats waren dan in de kerk. Toen hij afscheid moest nemen in Reduzum klonk tijdens zijn afscheidsdienst het socialistische lied 'De Internationale'.
  • De Friese dominee Wumkes begon zijn kerkdienst in Tzum eens in het Fries. Maar kon dat wel? De reactie van een kerklid dat daarop de kerkdienst verliet: "Hawwe wy no ek al kommeedzje yn de tsjerke?"
  • Voorheen werd geen Fries gebezigd in de kerkdienst, want - zo werd geredeneerd - "ús leave Hear is in Hollanner." En er waren geen Friestalige begrafenisdiensten, want: dan zou het allicht wat te persoonlijk worden.
  • Herrie in de kerk, in de jaren 20 in Jorwert. Dominee Cornelis Hille Ris Lambers (1907-1927) was vrijzinnige predikant, en hing het spiritisme aan. Deze dominee hield séances in de kerk.
  • Maar er was ook herrie - of eigenlijk een oorverdovende stilte - in de Gertrudiskerk van Workum, toen een bekende NSB-er in de kerk breeduit plaatsnam. Als reactie daarop kwam de dominee op de preekstoel, en er gebeurde niets. Het bleef doodstil in de kerk. Toen - in die stilte - zei de dominee dat iedereen wel weer naar huis kon gaan, omdat er een man met verkeerde bedoelingen in de kerk zat. De kerkgangers verlieten toen in dezelfde stilte - die indrukwekkend was - de kerk.
  • Kerkgeschiedenis is dus meer dan kerkscheuringen. Immers ‘kerk’ gaat ook over de mensen in de kerk.
Veel moois in de kerken
  • Er is volgens De Harder veel moois te vertellen over de kerken. De Harder: "Bezoek de kerk, bijvoorbeeld in de zomer via Tsjerkepaad." 
  • De preekstoel valt in de tegenwoordige kerken altijd op. Preekstoelen worden vergeleken met een hoge berg, die je op moet klimmen. Predikanten met hoogtevrees durfden soms niet de al te hoge preekstoelen op te gaan.
  • Op het bankje in de preekstoel van de kerk van Bitgum lag een kussentje, met daarop geborduurd de tekst: 'Och, dat ik ene had die mij hoorde'.
  • In sommige kerken hebben de vrouwenbanken - in tegenstelling tot de mannenbanken - geen rugleuning. Er werd gezegd dat dat was omdat vrouwen veel rokken droegen, die ze dan wel kwijt konden over de zitting heen. Maar dat is een fabeltje. Vrouwen hadden - in tegenstelling tot mannen - ook geen plankje aan de bank om hun Bijbeltje op te leggen; die moesten ze vasthouden tijdens de dienst.
  • Soms hadden kerken ook armenbanken, en ook die hebben helemaal geen rugleuning. 
  • De wereldlijke gezaghebbenden hadden herenbanken in de kerk, en zij moesten veelal hoger zitten dan het geestelijk gezag, dus zelfs hoger dan de dominee op de preekstoel.
  • Kerken lopen leeg. Maar wat moeten we dan met al die prachtige gebouwen doen. We luisteren naar een pleidooi voor de Stichting Alde Fryske Tsjerken, die oude Friese kerken behoedt voor verval en afbraak. Zij zorgen voor het levend houden van de stenen, door kerken een nieuwe bestemming te geven. Laten we zorgen voor een serieuze herbestemming van onze kerken. Piter Wilkens zingt daarover zijn song: 'Libbene stiennen'. 
  • Laten we ons ervan bewust zijn en laten we ervan doordrongen zijn dat Friese kerken beeldbepalend zijn voor het landschap en voor onze provincie. 
"Op in hegere wâl by in kwelder ...
Hjir lizze libbene stiennen ...
It sit hjir fol mei ferhaal ...
Sjochsto de skjintme fan ús tsjerke ...
Alles fan leafde is kwetsber ...
dus hâld dit gebou yn 'e kuer,
monument fan leauwen en skiednis,
hert fan uze kultuer."


(Libbene stiennen - Piter Wilkens)



donderdag 19 oktober 2023

WaddenWandelen op Texel – Dagwandeling B2 Den Hoorn

Woensdag 18 oktober 2023
 
Vanaf het Skillepaadje het Boerenwandelpad 'Brakestein, De Waddel' op

















Wandelroutes over zes Waddeneilanden
WaddenWandelen op Texel
Dagwandeling B2 Den Hoorn
Woensdag 18 oktober 2023 – 11,1 km.
Dag 6: 106,9 – 118 km

Wandelzesdaagse op Texel
In 2013 gaf de ‘Stichting Wandelnet’ de wandelgids van Streekpad 4 uit. De titel van deze routegids is ‘WaddenWandelen’ en de subtitel is ‘Wandelroutes over zes Waddeneilanden’. In deze wandelgids kun je kiezen uit verschillende wandelingen op de Waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog en het Duitse eiland Borkum, met een totale wandelafstand van 276 kilometer.
Voor de maand oktober 2023 hebben Durkje en ik de zesdaagse wandeling op Texel geselecteerd. Die hele (Wadden-)wandeling op Texel heeft een totale lengte van 129,3 kilometer. Daarvan hebben we in april/mei 2013 als onderdeel van het Texelpad al de zogenoemde ‘Wandeling Dwars Over’ gedaan, met een lengte van 11,3 kilometer. De resterende 118 kilometers hebben we over zes etappes verdeeld, waarvan de zesde –  van vandaag - een lengte heeft van 11,1 kilometer.

Koud bij tegenwind
Om 7:00 uur staan we op in onze caravan op Camping Boerderij Hoogvliet bij De Waal op Texel, en om 8:15 uur verlaten we de camping, om dan met de auto naar Den Hoorn te rijden. Hier laten we de auto achter op een parkeerterrein aan de rand van het dorp.
Het was nog koud in onze caravan en ook buiten, zo vroeg in de ochtend, want het is buiten 6 graden Celsius. 
Het blijft vandaag droog, en de temperatuur loopt tijdens onze etappe op tot 10 graden Celsius. Bij zonsopgang kleurt de lucht met prachtig ochtendrood, maar de zon breekt niet door de wolken vandaag. 
Het is zwaar bewolkt en het waait stevig, dus als we met tegenwind lopen, is het hard werken om op te boksen tegen de harde wind, en bovendien voelt het dan nogal koud aan.

De tweede halve Dagwandeling B vanuit Den Hoorn
Nu is het zo dat de WaddenWandelen-Dagwandeling B van Den Hoorn bestaat uit twee rondjes van respectievelijk 11,5 kilometer (B1) en 11,1 kilometer (B2). Omdat we op deze zesde wandeldag route B2 lopen, kunnen we na afloop nog heel goed met de boot de oversteek maken naar Den Helder, om dan op een geschikte tijd aan het eind van de middag in Feinsum aan te komen. 
Omdat we afgelopen vrijdag Dagwandeling B1 al hebben gelopen, resteert vandaag nog Dagwandeling B2. Daarmee sluiten we dan het hele Texelse wandelproject van WaddenWandelen af.
Om 8:50 uur beginnen we onze Dagwandeling van vandaag in het dorpscentrum van Den Hoorn.

Lopen op de polderdijk en buitenzijde zeedijk
Over de Hoornderweg lopen we naar de hoge polderdijk net voorbij de Amaliaweg. Over de kruin van deze grasdijk langs een poldervaart lopen we op behoorlijke hoogte pal in de wind op, dus dit is een fris begin van deze wandeldag. Tot in elk geval Oudeschild zullen we van die tegenwind te duchten hebben. 
Aan de overzijde van de Pontweg volgen we het fietspad van Redoute, en ter hoogte van de Prins Hendrik Zanddijk gaan we buitendijks over de asfaltbekleding van de zeedijk langs het gemaal De Schans richting Oudeschild.
Daarbij passeren we ook het grote werkeiland dat bij deze stormachtige wind op de tamelijk hoge golven deint.
Ter hoogte van de restanten van Fort Lunette gaan we de zeedijk over, en dan krijgen we het zicht op Oudeschild.
Aan de voet van de zeedijk arriveren we binnendijks in Oudeschild.

Stilte en koffie in Oudeschild
In Oudeschild brengen we een bezoek aan de rooms-katholieke kerk. Mooi dat de parochie haar drie kerken op Texel dagelijks openstelt voor het publiek, om daar een moment van stilte en rust te zoeken en te vinden.
Deze Heilige Martinuskerk van Oudeschild heeft een mooi rood tongewelf, met het witte orgel dat opvalt onder dat rode hout.
Achter in de kerkzaal hangt het gerestaureerde oude vaandel van de heilige Martinus, de patroon van deze kerk.
We bezichtigen de kerk, met onder andere haar heiligenramen, de kruisweg, het liturgisch centrum, en we zien dat er al een kaarsje brandt voor Maria.
We zijn inmiddels zo’n anderhalf uur onderweg, en hebben wel zin in de meegenomen koffie. Op een speelveldje zien we een bankje staan, dat door de bomenrij erachter aangenaam in de luwte staat, ter bescherming tegen de harde wind. Daar houden we onze koffiepauze tegenover de Heilige Martinuskerk en de ernaast staande grote pastorie, die momenteel in gebruik is als Bed & Breakfast.

Wel of geen toegang in de polder
Vlakbij deze kerk gaan we het Skillepaadje op, het schelpenpaadje dat door de polder naar de Buitenplaats Brakestein slingert.
Volgens onze wandelgids zouden we bij de brug over een brede sloot het perceel met de naam Apotheek moeten opgaan, om langs de sloot naar de Schansweg te lopen. Maar als we bij dat bruggetje arriveren, zien we het gele bordje van Natuurmonumenten aan het toegangshek hangen, waarop staat dat de toegang tot dit wandelpad is verboden. Dat is ook in tegenspraak met de actuele eilandkaart van de gemeente Texel, waarop dit pad langs de sloot duidelijk als wandelpad staat aangegeven. Zo werkt het natuurlijk niet (goed), en dat vraagt om een oplossing van uitgeverij Wandelnet, gemeente Texel en Natuurmonumenten; en niet alleen hier, maar ook door het Texeler natuurreservaat Waalenburg (zo ervoeren wij eergisteren) en wellicht eveneens voor wat betreft meerdere wandelpaden over dit eiland. 
Nu hebben we ook een folder van het Boerenwandelpad ‘Brakestein, De Waddel’ bij ons, waarop staat aangegeven dat je vanaf het Skillepaadje ook via dit Boerenwandelpad naar de Schansweg kunt lopen. We kiezen de weg van de minste weerstand, dus lopen nog even door tot aan het begin van dat Boerenwandelpad, vlak vóór de buitenplaats Brakestein.
Daar lopen we van grasland naar grasland, met ertussen steeds houten hekjes die we openen en sluiten; en zo doorkruisen we de polder achter de Buitenplaats Brakestein.
Hier en daar – vooral bij een boszoom – ligt het pad heel laag langs een sloot, dus daar moeten we even goed uitkijken om met droge voeten voort te gaan.
Maar dat gaat goed, en zo komen we toch droog op de Schansweg.

Rietdekken en biologisch boeren
Na de Westergeest en de Waterweg steken we via de Zuid Haffel de Pontweg over, en vervolgen we de route over de Zuid Haffel. 
Als we op de Hoornderweg komen, zien we bij boerderij De Kamp dat daar rietdekkers van het Friese rietdekkersbedrijf Hekstra uit Damwâld aan het werk zijn. 
Ik maak even een praatje met de vier Oekraïense en Litouwse rietdekkers van dit Friese familiebedrijf van voorheen de ouders en broers en nu van het neefje van onze schoonzus Akke. De rietdekkers gaan verder met hun werk, en wij vervolgens onze route over de Hoornderweg.
Vlak vóór Den Hoorn brengen we nog een bezoek aan de Novalishoeve, de biologische boerderij met kaasmakerij, horeca en winkel.

Einde van de wandelzesdaagse op Texel
Bij het kunstwerk Zwerfstien van Leny van ’t Noordende – waarop in het kort de ontstaansgeschiedenis van het zuiden van Texel staat geschilderd – wandelen we om 12:15 uur Den Hoorn binnen.
Bij de supermarkt in het dorp halen we nog enkele boodschappen, en dan rijden we met de auto terug naar onze camping bij De Waal.
Daar maken we vlot de caravan gereed voor vertrek, en vervolgens rijden direct we met de auto en caravan vanaf de camping naar de veerboot in ’t Horntje.
Daar schepen we dan al om 14:00 uur in in de veerboot, en varen we van Texel naar Den Helder, waarna we de Afsluitdijk oversteken, op weg naar huis in Feinsum, waar we rond 16:00 uur arriveren.
Vandaag hebben we de zesdaagse wandelroute op Texel van het WaddenWandelen afgerond, over een afstand van 118 kilometers (dus dagelijks gemiddeld bijna twintig kilometer) over eeuwenoude paden door een glooiend landschap, op dit mooie schapeneiland, dat voor een derde deel nationaal park is.

WaddenWandelen op Texel van Oosterend naar ‘t Horntje

Dinsdag 17 oktober 2023
 
Over de Waddenzeedijk om De Zandkes Kleiput heen op Texel

















Wandelroutes over zes Waddeneilanden
WaddenWandelen op Texel
Etappe van Oosterend naar ‘t Horntje
Dinsdag 17 oktober 2023 – 24,1 km.
Dag 5: 82,8 – 106,9 km

Wandelzesdaagse op Texel
In 2013 gaf de ‘Stichting Wandelnet’ de wandelgids van Streekpad 4 uit. De titel van deze routegids is ‘WaddenWandelen’ en de subtitel is ‘Wandelroutes over zes Waddeneilanden’. In deze wandelgids kun je kiezen uit verschillende wandelingen op de Waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog en het Duitse eiland Borkum, met een totale wandelafstand van 276 kilometer.
Voor de maand oktober 2023 hebben Durkje en ik de zesdaagse wandeling op Texel geselecteerd. Die hele (Wadden-)wandeling op Texel heeft een totale lengte van 129,3 kilometer. Daarvan hebben we in april/mei 2013 als onderdeel van het Texelpad al de zogenoemde ‘Wandeling Dwars Over’ gedaan, met een lengte van 11,3 kilometer. De resterende 118 kilometers hebben we over zes etappes verdeeld, waarvan de vijfde –  van vandaag - een lengte heeft van 24,1 kilometer.

Een zonnige najaarswandeldag
Om 7:00 uur staan we op in onze caravan op Camping Boerderij Hoogvliet bij De Waal op Texel, en om 8:15 uur verlaten we de camping, om dan met de auto met de fietsen achterop naar ’t Horntje te rijden. Hier laten we de auto achter op het parkeerterrein bij de veerboot, en dan fietsen we de 14 kilometers naar het centrum van Oosterend. 
Het was nog koud in onze caravan en ook buiten, zo vroeg in de ochtend, want het is buiten nog maar 3 graden Celsius. We hadden het ijs op de autoramen toen we vertrokken. Het vroege najaarszonnetje doet haar best om warmte te schenken. Het fietsen gaat qua lage temperatuur en met maar een beetje tegenwind prima zo. 
Bij de Maartenskerk stallen we onze fietsen in het dorpscentrum van Oosterend. Om 9:40 uur beginnen we hier aan onze etappe van vandaag.
Het blijft vandaag droog, en de temperatuur loopt tijdens onze etappe op tot 13 graden Celsius. De zon schijnt zachtjes en onafgebroken, en er waait een matige wind, dus al met al beleven we vandaag een dag met prachtig herfstwandelweer.
In Oosterend lopen we langs een huis met aan de muur een bonte verzameling vogelhuisjes (Feugel Huussies op zijn Texels gezegd; en zo zeggen we dat ook op Het Bildt in Fryslân).

Dijkwandeling langs de Waddenzee
Vanuit Oosterend lopen we naar Nieuweschild. Daar gaan we bij Paal 14 de Waddenzeedijk op. We wandelen dan in zuidwestelijke richting over het asfaltdek van de zeedijk.
Vanaf de zeedijk hebben we vóór ons direct al een mooi zicht op de zonovergoten skyline van Den Helder, aan de andere kant van het Marsdiep.
Een eindje verderop komen we vlakbij De Zandkes Kleiput. 
Over de Delta-hoge zeedijk lopen we om De Zandkes Kleiput heen.
Tussen Paal 12 en 11 komen we bij Dijkmanshuizen voorbij het zeegemaal in de zeedijk.
En dan komt ook de Texelse zeehavenplaats Oudeschild in zicht.

Koffiepauze in Oudeschild
Ten noorden van Oudeschild komen we eerst langs de nieuwe passantenhaven, en daarna langs de al oudere jachthaven. Daar vinden we nabij het Havenkwartiergebouw een mooie zitplek op een picknickbank, lekker in de luwte en heerlijk in de zon. Hier houden we onze koffiepauze.
Tegenover ons arriveert een vrachtwagen vol met suikerbieten. Die worden met de kiepklep gelost binnen een grote betonnen bak op de havenkade.
Als de bietenauto is vertrokken, begint een kraanmachinist de suikerbieten over te brengen vanaf de havenkade in een daartoe gereedliggend vrachtschip. 
Waarschijnlijk gaat deze scheepslading naar de suikerfabriek in Groningen.

Door de zeehaven van Oudeschild
Als we verder gaan over het haventerrein worden we ingehaald door een tractor met een houten zeilboot op een trailer. De vrouw die achter de trailer rijdt, claxonneert, waarop de tractorchauffeur stopt. De vrouw stapt uit de auto en sjort aan beide zijden de zeilboot nog vaster op de trailer. Daarna rijden ze verder over het haventerrein.
In de haven komen we ook langs de immense woonboot die ligt afgemeerd aan de kade. Hier wonen tijdelijk de Oekraïense oorlogsvluchtelingen op Texel. Twee Oekraïense landsvlaggen hangen fier te wapperen boven op de wooncontainersboot. 
Op de havenkade passeren we het haven-inzamelpunt, waar iedereen het in zee gevonden afval kan afleveren. Binnen staan onder andere vaten, en buiten liggen pallets met daarop allerhande vondsten uit zee, zoals kettingen, drijvers, ijzerkabels, kunststoffen, hout, en touw & netten.
Aan de zuidzijde van de zeehaven gaan we via de betonnen trap de zeedijk weer op.
Vanaf de hoge zeedijk krijgen we een mooi uitzicht over de bedrijvigheid in de haven van Oudeschild. 

Langs de Wezenputten bij Brakestein
Dan lopen we binnendijks door de lange woonstreek van de Ruyterstraat. Waar we de Ruyterstraat verlaten, zien we een welkom-bordje aan een schutting hangen, waarop twee figuren van Jacobsschelpen zijn bevestigd.
Aan de rand van de bebouwde kom van Oudeschild gaan we het Skillepaadje op. Dit schelpenpad (de naam zegt het al) gaat richting Brakestein.
Het 17e eeuwse herenhuis buitenplaats Brakestein wordt momenteel van binnen en van buiten gerenoveerd. Bouwvakkers van een timmer- en bouwbedrijf zijn boven op de steigers bezig met het dichten van het nieuwe dak op dit bijzondere herenhuis. Tegenover Brakestein bevinden zich nog twee oude Wezenputten, waaruit vroeger het ijzerhoudende water werd geput dat door zeeschepen van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) in tonnen werd meegenomen, opdat men - vanwege de lange houdbaarheidsduur door dat hoge ijzergehalte in het Texelse putwater - pas bij de kaap rond Zuid-Afrika weer water hoefde bij te vullen. Van de opbrengst van dit Texelse putwater was de opbrengst indertijd bestemd voor het Texelse weeshuis; vandaar ook de naam Wezenputten.

Over de Hooge Berg naar Den Burg
Voorbij de begraafplaats van Oudeschild gaan we de Hooge Berg op, waarvan we de omvang en de opvallende hoogte al van ver konden aanschouwen. 
Het graspad tussen de tuunwaltjes wordt op dit moment gemaaid, dus we kunnen perfect gefaciliteerd door de gemeente tussen de tuunwaltjes wandelen. Vanaf het hoge uitzichtpunt van de Hooge Berg hebben we een prachtig vergezicht over de zuidkant van Texel, waarbij ook Den Burg en haar hoogstaande kerktoren nu al goed in zicht zijn.
Heel mooi is het smalle wandelpad tussen de tuunwaltjes bergopwaarts en bergafwaarts op de Hooge Berg.
We wandelen Den Burg binnen, en gaan door de gezellige winkelstraten met haar middeleeuwse stratenpatroon van het centrum naar de kerk en het marktplein. Onze lunchpauze houden we op een bankje in de zon op het marktplein van Den Burg. 

Waddenwandelen met zonen en hond
Als we het centrum van Den Burg verlaten, ontmoeten we de man die wij gisteren met zijn zonen ontmoetten in Oosterend. Zij vertelden ons gisteren dat zij ook de eilandrondgang van het Waddenwandelen maken, en dat zij onderweg in hun meegedragen tentjes overnachten op campings. Hier zien we de man met de twee andere jongemannen lopen. De man vertelt dat hij nu alleen de twee andere zonen bij zich heeft, die wij overigens gisteren met hun bepakking ook hebben zien lopen in Oosterend. De vader loopt met zijn drie zonen – met overigens ook een hond - dus ook de route van het Waddenwandelen-pad.
Omdat zij een nogal zware bepakking op de rug dragen, lopen ze niet zo snel als wij, dus we laten hen vanaf de Haffelderweg achter ons.

Wandelen over tuunwaltjes en polderdijken
Dan gaat het weer omhoog, de Hooge Berg op. Wederom lopen we tussen tuunwaltjes bergop en bergaf.
Via de Redoute steken we de drukke Pontweg over, en dan gaan we over het graspad bovenop een hoge polderdijk verder langs een brede poldervaart.
Vóór Weezenspijk draait de polderdijk af naar het zuidwesten, en blijven we de grasdijk volgen.
Even later gaan we de Grie op, en voorbij de Alexanderhoeve gaan we weer een grasdijk op, en passeren we de grote kolk rechts van de polderdijk.
Na deze grasdijk gaan we de Watermolenweg op, in zuidelijke richting naar de veerboothaven van ’t Horntje. Rechts van ons liggen de duinen van de Schilbolsnol. Aan het eind van deze duinenrij arriveren we in ’t Horntje.

Legeroefening op het Marsdiep en in de Mokbaai
We hadden zojuist al geweerschoten gehoord, maar nu horen we regelmatig lange salvo’s van mitrailleurschoten. We vermoeden dat het geluid van dat schieten afkomstig is van het militair oefenterrein (het amfibisch oefenkamp) op Texel, aan de overzijde van de Mokbaai, maar het geluid lijkt wel vlak achter de duinenrij vandaan te komen.
Daarom klimmen we de duinrand op, en dan zien we in het Marsdiep een groot marineschip liggen, en daarbij varen enkele kleine bootjes met mariniers.
Kleine en grotere marinebootjes met meerdere mariniers erop varen snel heen en weer door het Marsdiep. 
Eén van die bootjes vaart met zeer hoge snelheid vanuit het Marsdiep de Mokbaai binnen, om verderop in de baai een scherpe bocht naar links te maken. De marinebootjes hebben allemaal een boordschutter voorop staan.

Einde van deze etappe
We sluiten deze etappe af in het havengebouw van de TESO, die de veerverbinding tussen Den Helder en Texel in stand houdt. In het havenkantoor hangt een collage-kunstwerk dat is gemaakt ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de TESO.
Als we vanaf de veerboot-terminal weer terug willen lopen naar onze auto verderop, zien we dat de auto’s, fietsen en wandelaars inschepen in de veerboot, om straks even na drie uur af te varen vanuit ’t Horntje naar Den Helder.
Wij stappen in de auto, en rijden terug naar Oosterend, waar we onze beide fietsen afhalen bij de 12e eeuwse Maartenskerk, waarna we terug rijden naar onze boerderij-camping van de familie Hoogvliet nabij De Waal.