vrijdag 27 oktober 2023

Oudhistoricus Fik Meijer over ‘Het moderne reizen’

Woensdag 25 oktober 2023
 
Lezing van Fik Meijer over Reizen 

Altijd weer op reis: waarheen, waarvoor?
De Camino Academie is een platform waar wetenschap en pelgrims elkaar vinden in gedeelde academische interesse rondom het fenomeen ‘pelgrimage’.
Deze Camino Academie organiseert dit najaar drie lezingenavonden rond het thema van ‘Het moderne reizen’. 
Reizen is een fenomeen dat in de loop der tijden steeds andere vormen aanneemt. 
In een lezingencyclus van drie avonden staan we met drie reisexperts kritisch stil bij de actuele reislust.
Deze lezingenavonden vinden plaats in Huize Cervantes te Utrecht.

Het moderne reizen bevraagd
De corona-crisis (2020) zette veel stop, en vooral het op reis gaan werd gemist. 
Inmiddels (2023) is het palet aan reizen weer uiterst divers, bijvoorbeeld: all-in reizen, groepsreizen, actieve reizen, thematische reizen, etc. 
Je kunt je afvragen of pelgrimeren naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela ook een vorm van een themareis is, als naadloos passend in de trend van actieve reizen. Tal van vragen dringen zich dan op, zoals: 
  • Wat bezielt de toerist? 
  • Wat zoekt de reiziger? 
  • Waardoor worden reizigers gedreven? 
  • Is reizen een vlucht uit het leven van alledag? 
  • Schaffen we in de reis de werkelijkheid even af? 
  • Is inderdaad de pelgrim een halve toerist, en de toerist een halve pelgrim?
‘Het moderne reizen’ roept dus vragen op. 
In deze drie avondlezingen van de Camino Academie worden dergelijke vragen aan de orde gesteld.

Fik Meijer over het oude reizen in het Middellandse Zee-gebied
Derde spreker is emeritus professor dr. Fik Meijer, oudhistoricus. Hij zal spreken over en vanuit zijn ervaringen als reisleider, als expert op veel cultuurreizen in het Middellandse Zee-gebied. 

Reisleider over reizen in de Oudheid
Fik Meijer zijn reisleiderschap begon tientallen jaren geleden als zeilinstructeur. Tijdens en na zijn studie was hij echter niet bepaald een reiziger. Het reizen kwam bij Meijer nadrukkelijker in beeld in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen hij vanuit Leiden met zijn vrouw in etappes naar Rome liep. Zijn doel daarbij was - als wielerfanaat – om te slapen in de hotelkamer waar ooit eens de befaamde Italiaanse wielrenner Fausto Coppi (1919-1960) met zijn ‘Witte Dame’ (La Dama Bianca) had geslapen. Aan die tocht bewaren Meijer en zijn vrouw de dierbaarste herinneringen.
  • Reizen doe je niet zomaar, want je neemt je zorgen gewild of ongewild wel met je mee op reis. 
  • Maar waarom reist de mens eigenlijk? 
  • In het Neolithicum (de late Steentijd) bijvoorbeeld moesten mensen wel reizen om aan eten te komen. Later pas ontstond de discussie over de zin van het reizen.
  • De Romeinse dichter-filosoof Titus Lucretius Carus (leefde ongeveer tussen 94 en 55 vóór Christus) schreef hierover indertijd al dat - waar je ook naartoe reist - je niet kunt vluchten van jezelf, zolang je jezelf niet bevrijd van alle angsten die in je leven (voornamelijk die ene, grote angst waar al het andere uiteindelijk op teruggaat: angst voor de dood). Je kunt reizen of vluchten waarheen je wilt, het zal niet baten.
  • De Romeinse schrijver-filosoof Lucius Annaeus Seneca (leefde ongeveer tussen 4 v.Chr. en 65 n.Chr.) schreef heel veel brieven (getuigenissen), waarin hij onder andere schreef dat al die Romeinen in de zomermaanden naar zijn regio kwamen om daar te vertoeven. Hij haatte dat reizen en toerisme, want hij hield niet van die drukte van de Romeinen, want hij wenste de stilte om zich heen. Daarom vroeg hij zich al af waarom mensen toch niet niet op één plek blijven.
  • Ook in de Oudheid werd gereisd. Toen deden pelgrims dat ook al - zoals wij - met eenvoudige  middelen. Pelgrims hadden vroeger meer moeilijkheden tijdens hun tocht dan wij, want tegenwoordig hebben wij het wel wat gemakkelijker, omdat wij bijvoorbeeld onderweg alvast even een hotelkamer kunnen reserveren.
  • In de Oudheid liep men overigens op schoenen met plankjes waar leer onder zat. Daar liepen soldaten per dag wel zo’n 30 kilometer op, ook in de brandende zon; berg op, berg af, en lange tijden zonder water. 
  • In de Griekse Oudheid waren er geen wegen, dus het reizen met bijvoorbeeld een wagen was toen en daar onmogelijk. Toch reisden ook de oude Grieken.
  • De Griekse historicus Herodotus was in de 5e eeuw voor Christus ook al zo'n een reiziger, die daarover bovendien ook nog boeken schreef. Hij schreef eigenlijk als de eerste etnoloog-antropoloog. Herodotus kreeg overigens wel veel kritiek op zijn reisverslagen over zich heen. 
  • Eén van de grootste reizigers uit de Oudheid was Alexander de Grote (leefde van 356-323 vóór Christus). Hij was koning van Macedonië en veroverde het Perzische Rijk tot aan de Indus, waardoor hij één van de grootste rijken uit de oudheid werd. Hij trok elf jaar reizend rond, en van zijn reizen is bekend dat ondertussen veel van zijn met hem meereizende soldaten onderweg stierven.
  • De bijbelse apostel Paulus was een ware reiziger; één met een opdracht. Paulus was een leider in het vroege christendom en speelde een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de gebieden rondom de Middellandse Zee, in het bijzonder in Klein-Azië en  in Griekenland. Door Paulus weten wij heel veel over het reizen in zijn tijd. Paulus heeft tijdens zijn drie grote reizen zo ongeveer 17.500 kilometer gereisd, waarvan zo’n 9.000 kilometer te voet (door gebieden waar overigens nauwelijks wegen waren) en ook delen per schip. Dat waren reizen (1) van Antiochië naar Cyprus, en dan Klein Azië in gaand; (2) naar Klein Azië, langs Filippi naar Athene en Corinthe; en (3) zijn laatste reis (die het meest interessant was), die hem naar Rome bracht, het centrum van alles. Rome was de plek waar hèt gebeurde. Ook daar wilde Paulus het christelijk geloof brengen. Paulus is daar echter gedood en (omgekeerd) gekruisigd.
  • Van pelgrims die vroeger en tegenwoordig de Camino naar Santiago de Compostela lopen, weten we dat zij allen met hun eigen motieven beginnen en lopen.
Romeinen reizen naar Griekenland
  • Dan komen de Romeinen in beeld, die veel meer de pragmatici waren. Reizen ging in die tijd door moeilijke landschappen; en - als ze er al waren - over stokwegen. 
  • De Romeinen hebben heel veel wegen aangelegd voor hun legers, opdat de troepen zich snel konden verplaatsen, bijvoorbeeld over de Via Appia (van Rome naar Brindisi). Mede daardoor werd het reizen gemakkelijker gemaakt. 
  • Romeinen legden als veroveraars nieuwe wegen aan, en veroverden alle land van Brittannië in het westen tot Irak in het oosten, en van de oude Rijn (in het noorden) tot aan de Sahara (in het zuiden). Dat hele gebied met zo'n 60-80 miljoen inwoners was op een gegeven moment doorsneden met Romeinse wegen. Daarmee schiepen de Romeinen dus voorwaarden voor het reizen. 
  • Trouwens, alleen de toplaag van de bevolking reisde, en daarentegen reisden alleen de armen naar de grote steden om er werk te vinden. Passagiers moesten op de schepen tijdens hun reizen over de Middellandse Zee zelf voor hun eigen eten zorgen, soms wel zo’n 6 weken lang.
  • Rome veroverde Griekenland, en behandelden het bezette land als alle landen, maar voor wat betreft Griekenland wel met een enorme waardering voor de Griekse cultuur. Daar wilden de Romeinen kennis van nemen.
  • De Romeinse keizer Hadrianus (leefde van het jaar 76 tot 138) wilde dat ontwikkelde Romeinen les gingen nemen bij de Grieken. Daartoe moest men dan wel van Italië naar Griekenland reizen, en daarmee hadden deze Romeinse reizigers dus een duidelijk doel voor ogen, namelijk vorming & ontwikkeling.
  • In die jaren ontstond er bij de Romeinen zoiets als reisburo’s om de Olympische Spelen in Griekenland te gaan bezoeken. Onderweg werden reizigers echter vaak beroofd, vandaar dat de elite dat reizen planmatig deed, door onder andere 's nachts onderweg bij vrienden te slapen, om uiteindelijk zo wel veilig aan te komen.
  • De Griekse filosoof Posidonius van Rhodos (leefde van 135-51 vóór Christus) was een reisboekenschrijver, met name ook omdat er mensen waren die vroegen om boeken met reisverhalen.
Romeinen reizen naar Egypte en Constantinopel
  • Egypte werd door de Romeinen veroverd. Egypte wordt dan een (vooral graan)provincie van het Romeinse rijk. Egypte had namelijk graan in overvloed, vanwege de vruchtbare Nijldelta.
  • Egypte had bijzondere bouwwerken, zoals de pyramiden, dus welgesteld Romeinse reizigers boekten een vaartocht naar deze kolonie op lege graanschepen, om Egypte dan gedurende de hele winter te bezoeken. Pas in het voorjaar voeren deze Romeinse reizigers (toeristen) met de volle graanschepen weer mee terug naar Italië. Dat weten we door de figuren en teksten die de Romeinen op de stenen van de pyramiden hebben aangebracht.
  • In dit tijd werden christenen gemarteld. Ondanks die christenvervolging groeide het christendom razendsnel. Christenen spraken namelijk over een optimistischer leven na de dood. De groei van het christendom zette mede daardoor door. Toen het christendom bij de Romeinen de staatsgodsdienst werd, ontstonden er nieuwe waarden in de samenleving. Het christendom verbreidde zich toen razendsnel. En daarmee ontstonden er toen ook christelijke reizen, bijvoorbeeld naar alle bijbelse plekken uit het leven van Jezus Christus. Sommige Romeinen bleven daar op die heilige plekken wonen. Over dergelijke reizen werden toen al reisboeken geschreven. Die pelgrimage naar het Heilige Land (Israël) nam - mede daardoor - steeds sterker toe. 
  • Vanaf de 4e eeuw was het aanvankelijk grote Rome maar een kleine stad geworden. Rome had aanvankelijk nog ongeveer één miljoen inwoners. Maar volken van allerlei kanten vallen/komen het Romeinse rijk binnen. Er ontstaat dan een scheiding in het land, tussen oost en west. Rome ontvolkt dan, het stromend water in de stad is besmet, ziekten breken er uit, en de Romeinen trekken van de stad naar het platteland of vertrekken naar Constantinopel. Door al dat gedoe resteren er op een gegeven moment nog maar 100.000 inwoners in Rome. Desondanks wordt Rome een belangrijke stad, mede vanwege het relikwieën-toerisme met betrekking tot bijvoorbeeld Petrus. In die jaren daarna werden mede daardoor veel kerken gebouwd in Rome.
Reizen en/of pelgrimeren
  • Over reizen werd door de eeuwen heen altijd al gediscussieerd.
  • Wij zijn zo ongeveer dezelfde mensen als in de klassieke oudheid, want uiteindelijk hebben we allen dezelfde behoeften. Maar wat wel verschilt, dat zijn de omgevingsfactoren; die zijn in tijd en ruimte altijd anders.
  • De mensen zijn in de loop der millennia niet veel veranderd, maar de omstandigheden zijn in de loop van de tijd wel aanmerkelijk veranderd. In de Romeinse tijd was het vooral de elite die reisde, en in wezen is daar in de loop van de tijd tot op heden niet veel in veranderd, want het is nog overwegend de elite die reist.
  • Op internet kun je van alles vinden over uiteenlopende reisbestemmingen. Veel mensen maken volledig geregisseerde reizen, waarin alles wat je ziet is voorgeprogrammeerd. Daarentegen zijn er ook reizigers die het reizen heel anders aanpakken, door bijvoorbeeld thuis of op locatie zelf op vooronderzoek uit gaat. En er zijn mensen die (nagenoeg) geheel onbevangen op reis gaan. Op het gebied van het pelgrimeren zie je dat al die vormen bij pelgrims ook voorkomen.
  • Bij pelgrims zie je doorgaans dat ze na een hele dag lopen op de Camino moe zijn aan het eind van de dag, en dat ze dan op de plek van aankomst uitrusten, om morgen verder te lopen. Daarentegen zie je bij een ander soort reiziger, dat zich gedurende de dag laat vervoeren, een heel ander patroon, want dergelijke reizigers worden pas actief zodra ze op hun bestemming aankomen. Dat zie je heel duidelijk met passagiers van cruise-schepen, die - zodra ze in een haven aankomen - aan wal gaan om een en ander te gaan bezichtigen.
  • Je zou je kunnen afvragen of het in de toekomst zo zal zijn dat ook de pelgrim steeds meer een reiziger gaat worden, die zich laat vervoeren van de ene naar de volgende plaats. En zou dat er dan wellicht weer toe leiden dat er een nieuwe tegenbeweging van anderen ontstaat, die er dan juist weer heel sterk voor zal staan en gaan om zichzelf voort te bewegen zonder gebruik te maken van enig vervoersmiddel. De tijd zal het ons wellicht leren.

Geen opmerkingen: