zondag 28 februari 2021

Zigzag over de flanken van het Lieversche Diep naar Norg

Zondag 28 februari 2021
Via de Mensingheweg over het Lieversche Diep


Fascinerende voetreis door de kop van Drenthe
De Groninger Onlanden en de fijnmazige waterlopen tussen de stad Groningen en het Drentse Veenhuizen vormen een natuurlijke loper die de stad en het platteland verbinden. Hier is in korte tijd een prachtige wildernis geschapen en ontstaan, die zich kan meten aan de vermaarde Oostvaardersplassen of de Veluwe. Reeën foerageren hier tot aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijken, de vos struint door het Groninger Stadspark en de bever en de otter voelen zich thuis in de nieuwe, langgerekte moerasdelta.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis.
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis.
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.


Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.

Wandelknooppuntenreeks
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.

Zigzag over de flanken van het Lieversche Diep naar Norg
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de derde etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze derde etappe is volgens de wandelgids 19 kilometer lang. 
Het thema van deze wandeling is 'Zigzag over de flanken van het Lieversche Diep naar Norg'. De route voert ons door het beekdal van het Lieversche Diep, die verderop in het noorden ook Oude Diep en Peizerdiep wordt genoemd, en die zuidelijker de Aa of het Groote Diep wordt genoemd. De etappe van vandaag kruist driemaal deze lange Drentse waterloop, vandaar dat het thema van deze wandeling spreekt over het zigzaggend gaan over de flanken van het Lieversche Diep.
Deze derde etappe begint op de Brink bij de 13e eeuwse Catharinakerk van Roden. De route voert ons dan door Roderesch en Alteveer naar Lieveren, en daarna langs Steenbergen en Langelo naar Norg.

Van Roden via Nieuw-Roden naar Roderesch
Om 8:00 uur verlaten we Feinsum en rijden we met de auto naar het centrum van Norg. We rijden door een behoorlijk dichte mist. Het vriest één graad, en als we in Norg arriveren, zien we de klonten ijs van een groot aantal bevroren mistdruppels op onder andere de buitenspiegels van de auto. We zijn met één auto naar Norg gereden en laten hier onze auto achter, want we kunnen gelukkig met een bus van Norg naar Roden rijden. We vertrekken vanuit Norg om 9:31 uur en wij zijn dan de enige passagiers in deze achtpersoons bus. Om 9:43 uur stappen we uit in de Raadhuisstraat in Roden, om dan een eindje terug te lopen naar de Brink van Roden, waar onze etappe van vandaag begint bij het standbeeld van Ot & Sien, tegenover de Roder Catharinakerk.
Eerst lopen we door het midden van Landgoed Mensinge, langs de havezate Mensinge - met bovenop een schoorsteen een groot nest met twee ooievaars - naar de camping verderop. Langs de camping gaat de route dan in westelijke richting. Na een stukje Norgerweg gaan we een schouwpad op langs een brede sloot, met links en rechts van deze sloot de plaatselijke begraafplaats.
Voorbij de tennisvelden gaan we de Hullenweg op, en dan lopen we langs de zuidelijke dorpsrand van Nieuw-Roden.
Door een lange laan gaat de route verder, parallel aan de Esweg, maar verderop komen we op de Esweg, die we volgen, om verderop de plaats Roderesch binnen te wandelen.

Langs de grens van bos en beekdal
Voorbij Roderesch passeren we eerst het woonwagenkamp van de Berkenheuvel, waarna we over een smal schelpenpaadje naar het Holveen gaan. Bij het kombord van Alteveer verlaten we de doorgaande weg, om met een boog over bospaden aan de zuidkant om het Holveen te gaan lopen. Het Holveen is ook de plaatselijke natuurijsbaan. Over het stille wateroppervlak van het Holveen hangt een dichte mist, dus de overkant van het Holveen kunnen we niet zien. Uit tegenovergestelde richting komen twee mountainbikers, die ons vragen of we lieslaarzen bij ons hebben, want verderop zou het bospad nogal drassig zijn. Maar ja, als mountainbikers die drassige stukken gepasseerd hebben, dan kunnen wij er ook langs, dus we lopen door en constateren verderop dat het inderdaad wel drassig is, maar dat we er prima omheen kunnen lopen.
Over de Melkweg lopen we naar de Alterveerse Bossen. Op de grens van bos en beekdal gaan we dit bosgebied in. Verderop gaan we over het open heidegebied van Moltmakersstuk, om aan de overzijde het ongeveer 125 jaar oude Mensingebos in te gaan. Als je hier over de bospaden loopt, zie je rechts van je het betrekkelijk grote hoogteverschil van het daar naar beneden aflopende beekdal van het verderop meanderende Lieversche Diep. We moeten dan een klein stukje langs de Mensingheweg, om daar het Lieversche Diep over te steken. Het meanderende riviertje verdwijnt aan beide zijden van de weg slingerend in de mist.

Door het Norger esdorpenlandschap
Over de Zwarteweg en over het onverharde pad van Achter het Bos lopen we naar het Lieverderbosch. Dat bosperceel doorkruisen we, om aan de zuidzijde van het bos het dorp Lieveren binnen te lopen. In Lieveren is het dorpscafé gesloten, dus we nemen een eindje verder plaats op een bank, om hier te pauzeren met een broodje met de door ons in de thermoskan meegenomen koffie.
Na deze koffiepauze verlaten we Lieveren over het zandpad van De Drift. We kruisen eerst de Zuidesch, daarna steken we weer het Groote Diep (zo heet het Lieversche Diep hier) over, en kruisen we de Norgerweg, op weg naar de Noorderduinen. Aan de zuidwestzijde van de Noorderduinen arriveren we bij de grote hunebed, die hier op een redelijk hoge duin staat. We zijn hier niet alleen, want dit grote hunebed is kennelijk wel een attractie hier in de regio. 
Een klein eindje voorbij dit hunebed gaan we in zuidelijke richting de Steenbergeresch op. Dit zandpad over de uitgestrekte glooiende es voert ons naar de Zuursche Duinen. Ook in dit natuurreservaat passeren we een hunebed, echter kleiner dan de vorige. 
Vanuit dit glooiende gebied van bos & duin dalen we over een slingerend smal fiets- en voetgangerspad het beekdal weer in. Op het laagste punt steken we het Groote Diep wederom over.
In een nogal schril contrast met dit historische beekdal lopen we vervolgens naar het Langeloër gasveld van de NAM. Fokko Bosker betitelt dit industrieel complex in zijn wandelgids terecht als het Pernis van Drenthe.

Door bos en over duinen naar een zonnig Norg
We lopen snel door naar de Langeloër duinen. Voordat we dit bosgebied van Norg in gaan, pauzeren we nog een keertje voor een laatste broodje met drinken erbij. Op het Duinenpad ontmoeten we een gezin met twee dochtertjes, die enthousiast met pen en papieren in de weer zijn. Op mijn vraag of ze een speurtocht lopen, vertellen ze dat ze dat niet doen, dan worden er twee ballen tevoorschijn gehaald, en vertellen ze dat ze gaan klootschieten, zoals dat in Drenthe te doen gebruikelijk is. Over het Duinenpad gaan we het bosgebied van de Langeloër duinen in. Wat een prachtig gebied is dit toch.  
Een schitterend glooiend duinenterrein, grotendeels bebost, en met prachtige paden, waarop wij veel stellen en gezinnen vrolijk zien wandelen. Men geniet hier zichtbaar volop van dit aantrekkelijke bosgebied. 
Voorbij de boscamping blijven we rechtdoor lopen, over het Kerkpad, dat ons - als bijna vanzelfsprekend - precies tegenover de Norger dorpskerk brengt. Deze Sint-Margaretakerk staat volop in de zon. Her en der staan kleine groepjes mensen met elkaar te praten op de Brink, enkelen genieten van ijs en van koffie-to go. Auto's rijden af en aan over de Brink.
Toen we zojuist bij de Langeloër duinen arriveerden, begon de zon op de valreep toch nog te schijnen. Bijna de hele wandeling was het bewolkt en mistig, maar nu is de lucht prachtig blauw, en de volle zon doet velen goed. De temperatuur is vandaag opgelopen van één graad onder nul naar 7 graden Celsius, en dit mooie weer hier in Norg vormt een prachtige afsluiting van deze aantrekkelijke wandeling over de flanken van het Lieversche Diep.

vrijdag 26 februari 2021

Een enkeltje van de hel naar het paradijs

Vrijdag 26 februari 2021

Langs de Rodervaart met het Leekstermeer achter ons

















Fascinerende voetreis door de kop van Drenthe
De Groninger Onlanden en de fijnmazige waterlopen tussen de stad Groningen en het Drentse Veenhuizen vormen een natuurlijke loper die de stad en het platteland verbinden. Hier is in korte tijd een prachtige wildernis geschapen en ontstaan, die zich kan meten aan de vermaarde Oostvaardersplassen of de Veluwe. Reeën fourageren hier tot aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijken, de vos struint door het Groninger Stadspark en de bever en de otter voelen zich thuis in de nieuwe, langgerekte moerasdelta.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis.
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis.
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.


Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.

Wandelknooppuntenreeks
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.

Een enkeltje van de hel naar het paradijs
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de tweede etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze tweede etappe is een rondje, en is volgens de wandelgids 20 kilometer lang. Je kunt de route met twee kilometer inkorten, door het uitstapje richting Leekstermeer door de Polder Leutingewolde over te slaan. Wij lopen echter de gehele route, tot bijna aan het Leekstermeer.
Het thema van deze wandeling is 'Een enkeltje van de hel naar het paradijs'. Het huidige gebied 'Natuurschoon Terheijl' - waar we vanmiddag doorheen wandelen - was eeuwen geleden een vooruitgeschoven post van de Groninger kloosterorde in Aduard. Omdat het verhaal gaat dat de abt van dat Sint-Bernardusklooster in Aduard monniken die een misstap hadden begaan naar deze kloostervestiging stuurde om daar tot inkeer te komen, kreeg deze strafplaats de spotnaam 'De Helle'. Een geestelijke uit later tijden stichtte echter op deze plek een buitenplaats, die hij 'Paradijs' noemde. De overgang van De Helle naar Paradijs zou je kunnen beschouwen als het enkeltje ter heil (Terheijl).
Deze tweede etappe begint op de Brink bij de 13e eeuwse Catharinakerk van Roden. De route voert ons dan langs het Peizerdiep via Roderwolde en Sandebuur tot aan de zuidoever van het Leekstermeer, om ons daarna via Leutingewolde en Terheijl weer terug te laten wandelen naar de Brink in Roden.

Van Roden naar de koffie-to go
Om 8:00 uur verlaten we Feinsum en rijden we met de auto naar de Brink in Roden. Onze etappe begint daar vandaag om 9:00 uur bij de Roder Catharinakerk. Langs Landgoed Mensinge met haar monumentale 13e eeuwse havezate Mensinge wandelen we Roden uit. Aan het eind van het campingterrein gaan we het zandpad op in de richting van het Lieversche Diep. Toch lopen we daar niet aan toe, want het zandpad buigt af, om dan langs het bosperceel van Hooghout en langs de golfbaan naar de Weehorsterweg te gaan. Daar steken we het Peizerdiep over, waarna we langs de Buiningskampen naar de drukke Roderweg lopen. Gelukkig hoeven we maar een klein eindje langs die verkeersweg te lopen, want als snel buigen we af in noordwestelijke richting, om over het Moleneind richting Foxwolde te lopen. 
Dan hebben we geluk, want we het zag er naar uit dat we onderweg geen verse koffie zouden kunnen drinken, maar tegenover het uit 1884 stammende Peizer tolhuis zien we een koffiepunt staan. Daar staat buiten nota bene een koffieautomaat, waar je verschillende soorten koffie of heet theewater kunt krijgen. Je kunt er cash betalen, of via electronisch betalen, bijvoorbeeld middels een Tikkie. We genieten hier - met dank aan initiatiefnemer Ard - van een vers kopje 'koffie-to go' in de buitenlucht.

Door het historisch landschap van Foxwolde langs het Peizerdiep
Vlak na onze koffiepauze steken we het Peizerdiep weer over, om dan voorbij het Tichelwerk bij het volgende tolhuis (ook 1884) in Foxwolde de Roderwolderweg op te gaan in de richting van de Dobben en het Kleibosch. Een mooie route volgt dan door die twee oerbospercelen van Het Drentse Landschap. Eeuwen geleden groeven de monniken van het Sint-Bernardusklooster van Aduard hier de potklei op om er bij hun Tichelwerk kloostermoppen van te bakken, waarmee met name kloosters en kerken werden gebouwd. We passeren dus een alleszins historische plek. 
Voorbij het bos komen we weer in het open veld van Polder Zuidermaden, om daar over een hoge polderdijk langs een brede aftakking van het Peizerdiep te wandelen op het grasdijkpad naar de Schipsloot. Eergisteren liepen we aan de overzijde van het Peizerdiep. In de verte zien we de skyline van Hoogkerk en van de stad Groningen. Tussen ons en dat stedelijk gebied ligt het natuurgebied De Onlanden, waar we eergisteren doorheen wandelden.

Molen Woldzigt en de Jacobskerk van Roderwolde
Als we bij de Schipsloot arriveren, buigen we af naar het noordwesten, om dan langs de Schipsloot naar het vóór ons liggende dorp Roderwolde te lopen. Uit tegenovergestelde richting komt ons door de Schipsloot een gezin met twee kinderen tegemoet in een kano. Ook zij genieten volop van dit mooie gebied en van het schitterende voorjaarsweer bij een temperatuur vandaag van 4 tot 8 graden Celsius, met volop zonneschijn.
Tegenover de olie- en korenmolen Woldzigt (1852) - tevens Nederlands Graanmuseum - wandelen we Roderwolde binnen. Tegenover deze hoge stellingmolen - de hoogste van Nederland - nemen we plaats op een bankje bij het dorpshaventje, voor een kop thermoskankoffie met een broodje; onze tweede pauze.
Na deze pauze lopen we naar de Jacobskerk, die wij in het jaar 2013 ook al eens passeerden tijdens het bewandelen van het Jacobspad, de Groninger aanlooproute voor pelgrims op weg naar het Spaanse Santiago de Compostela. Gelukkig is de kerk open, en kunnen we het interieur van de kerk, met haar mooi gedecoreerde kerkramen bekijken. Verder is de Jacobskerk ook stempelplaats voor de passerende pelgrims van Sint Jacobus.
Na dit kerkbezoek wandelen we Roderwolde uit over het Kruiskamp.

Van Sandebuur langs het Leekstermeer naar Leutingewolde
Vanaf de Kruiskamp wandelen we naar het buurtschap Sandebuur, gebouwd op een zandrug te midden van de laaggeleden weiden rondom. Voorbij het laatste huis van Sandebuur gaat de route verder als karrenspoor, en nog weer verderop als een veldpad over de polderdijk Sandebuurse Dijk van Polder Leutingwolde, die de grens vormt met het natuurgebied rondom het Leekstermeer.
Zodra we bij de Rodervaart aankomen, draait de wandelrichting naar het zuiden, langs het broekbos van Korte Bolmert. Voorbij de oude vuilstortplaats en het water van de Goltbooren komen we bij het gemaal Rodervaart en de houten fietsers- en voetgangersbrug over de Rodervaart. Wij steken hier de Rodervaart over, om dan door een glooiend landschap naar de Esch van Leutingewolde te lopen.
Even later lopen we het buurtschap Leutingewolde binnen, voornamelijk bestaande uit boerderijen in een rustieke dorpsomgeving. Nadat we De Ring rechtsom zijn gegaan, volgt een lang stuk langs de Turfweg het buurtschap uit, naar de N372 (de drukke weg tussen Leek en Roden).

De Helle, Vagevuur en Paradijs nu Natuurschoon Terheijle
Als we aan de andere zijde van de N372 de routekaart willen opvolgen, stuiten we op een erf op drie waarschuwingsborden, namelijk: doodlopende weg, eigen weg en verboden toegang. We bellen aan bij de woning en vragen de bewoner of hij ons de goede weg kan wijzen. Dan blijkt dat deze eigen weg al enige tijd niet meer is opengesteld voor het doorgaande publiek, en dat slechts enkele honderden meters verderop de wandelroute verder gaat. Als we bij die laan van de Toutenburgsingel aankomen, zien we een opgemetselde toegangspilaar van rode potklei-steen, met in de metselsteen de naam 'Terheijl', als verwijzing naar het natuurgebied van Landgoed Natuurschoon Terheijl, dat wij tijdens deze etappe gaan doorkruisen. 
We gaan de laan in en lopen dan door tot aan de pingoruïne met de onheilspellende naam Vagevuur. Hier zijn we dus aankomen in het land van De Helle en van Paradijs, waarover ik hierboven reeds schreef, verwijzend naar het thema van deze wandeletappe. 
Bij Vagevuur zijn twee houten bankjes. De grote bank is in gebruik bij drie gezinnen met basisschoolkinderen. Wij nemen plaats op het andere bankje aan de waterkant, en dan vindt Durkje onder het bankje een zogenoemde Happy Stone. Ze roept de kinderen, die dit fraai beschilderde natuursteentje graag willen hebben. Eén van de meisjes is de gelukkiger verkrijgen van al weer zo'n verrassingssteen, die je momenteel op de mooiste en gekste plaatsen kunt vinden. Wij pauzeren hier, om ons brood te eten en weer iets te drinken, alvorens we verder gaan.

IJs op de Roder Brink
Daarna volgt een rondje door dit bosgebied en langs de Maatlanden. In het zuidelijke bosperceel volgen we het pad zoals dat aangegeven is op onze routekaart. Om op dat pad te komen, moeten we echter door een drassige sloot, waarin de boomstammen van het voormalige bruggetje schots en scheef liggen. Dat het smalle bospad kennelijk niet meer bedoeld is om over te wandelen, blijkt wel als we aan het eind van dit bospaadje voor een afsluiting met ijzerdraad komen te staan. We kunnen er echter gemakkelijk omheen lopen, om dan over de brede paden verder te gaan door de opeenvolgende kleine bospercelen van Natuurschoon Terheijl.
We steken op zeker moment de N372 weer over en wandelen dan Roden in. Het enige wat we dan nog maar hoeven te doen is diagonaal in zuidoostelijke richting Roden te doorkruisen, totdat we om ongeveer 15:00 uur - na dus ongeveer 6 uren wandelplezier - weer terugkomen op de Brink bij de Catharinakerk. Op de Brink is de ijssalon open, en omdat het nog steeds stralend zonnig weer is, en we de twintig kilometers erop hebben zitten, trakteren we onszelf maar eens op schepijs.
Na die zomerse traktatie rijden we vanaf de Roder Brink weer terug naar huis in Feinsum. 

donderdag 25 februari 2021

De Onlanden als broedplaats voor nieuwe wildernis

Woensdag 24 februari 2021

Over de Oude Stuw Sterrebos in het Lieversche Diep



















Fascinerende voetreis door de kop van Drenthe
De Groninger Onlanden en de fijnmazige waterlopen tussen de stad Groningen en het Drentse Veenhuizen vormen een natuurlijke loper die de stad en het platteland verbinden. Hier is in korte tijd een prachtige wildernis geschapen en ontstaan, die zich kan meten aan de vermaarde Oostvaardersplassen of de Veluwe. Reeën fourageren hier tot aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijken, de vos struint door het Groninger Stadspark en de bever en de otter voelen zich thuis in de nieuwe, langgerekte moerasdelta.
De in 2016 gepubliceerde wandelgids 'Langs de mooiste diepjes in de kop van Drenthe' is het tweede deel in de 'Wandelknooppuntenreeks' van landschapsjournalist en voetreiziger Fokko Bosker. Deze wandelaar-schrijver  neemt je als wandelaar als het ware mee op een voetreis door een fascinerend landschap met een heel eigen geschiedenis. 
De twaalf thematische verhalen die bij de twaalf etappes horen, staan stil bij de rijke cultuurhistorie van de streek, bij de opmerkelijke flora en fauna en daarnaast ook bij de ultieme schoonheid van het wandelen. De auteur omarmt de neerbuigende kwalificatie van 'landloper' als geuzennaam en geeft aan het bestaan als lanterfanter een nieuwe, positieve betekenis. 
Deze 'landloper' Bosker heeft in zijn wandelgidsen al vele duizenden kilometers in Fryslân en Groningen verkend. De Kop van Drenthe - waarover deze wandelpublicatie gaat - behoort qua afwisseling en ongeplaveide wegen volgens Fokko tot de mooiste streken voor voetreizigers. Bosker voert je met deze wandelgids verhalenderwijs door een wandel-eldorado.

Een lustoord onder handbereik
In zijn wandelgids beschrijft Bosker een uitgestrekt gebied met verhalen, die de historie, de natuurbeleving en het wandelgenot met elkaar verbinden.
De route voert je in zeven etappes over een afstand van 122 kilometer van Groningen, via Roden, Norg en Een naar Veenhuizen, waarna je via Zeijen, Donderen en Eelde weer terug loopt naar de stad Groningen. Deze langeafstandswandeling is verrijkt met vijf rondwandelingen, in en vanuit Roden, Norg, Veenhuizen, Eelde en Groningen, over een totale afstand van 93 kilometer.
De totale afstand van 215 wandelkilometers toont je in twaalf trajecten de schoonheid van de natuur, en vooral van de variatie in oude landschappen. Door het in de loop van de afgelopen jaren herinrichten van de beekdalen is in dit gebied als het ware een samenhangend wildpark van nieuwe natuur geschapen en ontstaan.
In de begeleidende etappeteksten is veel aandacht besteed aan de natte en kruidenrijke groenlanden langs het netwerk van beken en stroompjes, voor de aardkundige vorming van het gebied en voor de cultuurhistorische elementen van deze regio.

Wandelknooppuntenreeks 
Alhoewel het boek als tweede deel van een Wandelknooppuntenreeks wordt betiteld, tref je als lezer-wandelaar de Wandelknooppunten niet in de reisgids aan. De wandelgids bevat dus geen routebeschrijving in opeenvolgende wandelknooppunten. Wel wordt in het verhalende deel in globale bewoordingen iets aangegeven van markante punten onderweg, die enige indruk geven van de te volgen route, maar dat is niet een complete routebeschrijving zoals die in wandelgidsen te doen gebruikelijk is. Maar wat wel de route goed aangeeft, dat is de wandelkaart die als bijlage bij deze wandelgids is gevoegd. Die toegevoegde wandelkaart is goed gedetailleerd, en daarop staan in verschillende kleuren de routes van de zeven etappes van het hele traject en ook van de vijf rondwandelingen. Deze wandelkaart zou moeten volstaan om correct 'en route' te blijven.

De Onlanden als broedplaats voor nieuwe wildernis
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vandaag de eerste etappe van deze wandelgids te gaan lopen.
Deze eerste etappe is volgens de wandelgids 18 kilometer lang, maar als we vanmiddag terug in Roden constateren dat we zo'n zes uren onderweg zijn geweest, kunnen we met zekerheid stellen dat de route veel langer dan die 18 kilometer is, waarschijnlijk zoiets als 25 kilometer. Op zich is dat niet erg, integendeel, want dat betekent zo'n zeven kilometer meer & langer wandelplezier.
De temperatuur loopt vandaag op van 14 naar 18 graden Celsius, dus warm voor de tijd van het jaar.
Het thema van deze wandeling is 'De Onlanden als broedplaats voor nieuwe wildernis'. De Onlanden is het open veenweidegebied tussen de stad Groningen in het noordoosten, de plaats Peize ten zuiden, en de plaats Roden in het zuidwesten. Grote delen van deze vroeger in cultuur gebrachte gronden zijn weer teruggegeven aan de natuur. De mens en de natuur hebben deze natte gronden in de loop der jaren veranderd in wat we tegenwoordig ook wel 'nieuwe wildernis' noemen. In De Onlanden heeft de natuur weer meer vrij spel gekregen, waardoor je het als een soort broedplaats voor nieuwe wildernis zou kunnen betitelen.
Deze eerste etappe van vandaag begint in het centrum van de stad Groningen, en voert ons dan door De Onlanden en via de dorpen Peize en Altena naar de plaats Roden als bestemming.

De stad uit
Om 7:45 uur verlaten we Feinsum en rijden we met de auto naar het busstation in het centrum van Roden. We parkeren de auto en wandelen naar de bushalte, en juist op dat moment komt de bus naar Groningen aanrijden. We stappen in, en de bus vertrekt direct om 8:46 uur richting Groningen. Omdat er elk kwartier een bus vanuit Roden naar Groningen gaat, hadden we niet specifiek op een bepaalde vertrektijd gereden, maar een nog snellere aansluiting van uit je auto stappen en dan onmiddellijk in een bus stappen die direct vertrekt, is niet mogelijk. In 27 minuten brengt de bus ons naar de bushalte van het Hoofdstation van Groningen. Hier in het centrum van de stad Groningen begint namelijk onze eerste etappe. Na enkele startfoto's gemaakt te hebben in het stationsgebied, zijn we om 9:15 uur klaar voor vertrek. 
Door het Groninger Stadspark lopen we naar de tunnel onder de A7. Ten zuiden van de A7 lopen we langs het Groninger volkstuincomplex Piccardthof, en vervolgens aan de westzijde om de Piccardthofplas heen. Even later lopen we over de Madijk langs het Omgelegde Eelderdiep. Rechts van ons zien we de huizen van de nieuwbouwwijk, links stroomt het Eelderdiep door de Hoogemaden, en vóór ons ligt Bruilweering en zien we het verkeer over de A7 rijden.
Ter hoogte van de Borchsingel bij Knarsrensweering gaan we De Onlanden in, en daarmee laten we de stad Groningen achter ons. Tijdens de elfde etappe zullen we weer terugkeren in de stad, om tenslotte als twaalfde etappe nog een rondje Groningen te lopen. Maar voor nu zijn we de stad uit.

De Onlanden doorkruist
Als we over het pad richting Peizermade lopen, zien we - vlak voordat we het meanderende Eelderdiep oversteken - een eekhoorn tussen de bomen door huppelen. Even later klimt hij in een boom en gaat zich daar tegoed doen aan de boombast van enkele dunnere takken van die boom. 
Met de zoomlens maak ik foto's en een filmpje, en ondertussen gaat de eekhoorn rustig door met zijn maaltijdje boombast.
Getuige de naampalen langs de Groningerweg verlaten we het Groninger Stadspark aan de zuidkant van Peizermade.
We stekende N372 over en gaan dan via de Langmadijk dieper De Onlanden in. Vrij snel nadat we de Gouwe overstaken, komen we bij de brug over het Peizerdiep. Daar nemen we een koffiepauze op een bankje aan de overzijde van het Peizerdiep. Bij de splitsing van de Roderwoldsedijk gaan we het onverharde pad van de Onlandsedijk op, dieper de Polder Matsloot Roderwolde in. Het pad loopt hier tussen hoog opgeschoten rietvelden door een drassig laagveengebied.
Nadat we de Onlandse Wijk over zijn gegaan, slaan we af in zuidelijke richting om door de veenpolder over een brede polderdijk verder te lopen. Dit grasdijkpad voert ons langs het elzenbroek-moerasbos Het Waal, en verderop komen we dan weer op de Rodewolderdijk. Die volgen we totdat we vlak voor Roderwolde arriveren. We gaan Roderwolde echter niet in, want onze route voert ons nu naar het oostelijker gelegen Peizerdiep.
We steken het Peizerdiep over, en gaan dan eerst over een verhard pad, en verder over een graspad alsmaar langs het Peizerdiep. Verderop zien we in het westen de dorpskerk en de molen van Roderwolde.

Peize en De Pol
Verderop verlaten we het Peizerdiep, om door het open weidegebied van de Stenhorsten en van Noordbroekstukken over smalle veldpaden richting Peize te lopen.
Peize wandelen we over de onverharde Esweg binnen aan de noordzijde en onze route gaat linksom aan de oostzijde door en langs Peize. Op een speelveld met trimveld komt een jongen ons tegemoet, en vraagt ons of we 'de schat' al hebben gevonden. Hij veronderstelt dat wij bezig zijn met geocaching. Als we hem vertellen dat we daar niet mee bezig zijn, vraagt hij waar we dan wel naar op zoek zijn. Wij wijzen hem op de picknickbank verderop, want daar willen we weer een korte rustpauze nemen om onze laatste broodjes te eten. We nemen plaats en hebben het zicht op jongeren en ouderen die verderop hun sportoefening afwerken op het parcours van het trimveld. Net op het moment dat we de broodjes hebben verorberd, komt de puber weer bij ons, en noemt het zelf ook wel een beetje een gekke vraag, maar wil toch graag weten of we voor hem wellicht nog een broodje hebben. Als we hem vertellen dat hij dan net te laat is, heeft hij zijn oplossing al klaar: "O.k., dan gaan we nu naar McDonalds".
De jongen vertrekt met zijn metgezel, en wij gaan naar Het Bosplan Peize, om dat bosperceel te doorkruisen in zuidelijke richting. Van Peize lopen we daarna naar De Pol.

Via Altena naar het Lieversche Diep
Bij De Horst veranderen we van richting, om verderop het buurtschap Witte Veenskampen te passeren. Omdat de Oostingslaan onderbroken wordt door de N386 moeten we met een kleine omweg via de Hornweg en de Boerlaan onze weg vervolgen. Waar we dan weer bij het eind van de Oostinglaan komen, is het de bedoeling dat we het veld in gaan. De route loopt hier namelijk verder als veldpad door de weilanden, onder andere langs een dorpsbosje, met het dorp Altena vóór ons in zicht.
Altena verlaten we over de Lieverseweg. Na de Groote Velddijk en de Scharenhulsedijk door het Groote Veld zien we op een gegeven moment het Sterrebos al in het beekdal van het Lieversche Diep. Voordat we bij het Sterrebos komen, moeten we eerst het Lieversche Diep oversteken. Dat gebeurt in twee fasen, namelijk eerst over een brug en daarna over De Oude Stuw Sterrebos. Dit is zichtbaar een populaire recreatieplek - ook vanwege de mooie vistrap - want her en der staan en lopen de mensen.

Van het Sterrebos naar Roden
Aan de overzijde van het Lieversche Diep nemen we het oeverpad langs het Lieversche Diep / Oude Diep (tevens de bovenloop van het Peizerdiep). Op een plek waar vanaf het hoger gelegen weiland het regenwater wegvloeit naar de waterloop, kunnen we nog maar net met droge voeten verder. 
Ook als we iets verderop langs een brede sloot verder gaan over een veldpad in de richting van Roden, zijn er regelmatig plaatsen waar we diep door de drassige modder voorzichtig verder gaan. Tractoren hebben het veldpad van de oever aan de rechterzijde stuk gereden, dus daar kun je niet lopen. En de smalle strook diep langs de sloot is hier en daar zo drassig, dat we op dergelijke plekken laag over de aflopende slootwal moeten lopen om droog over te komen. Aan het eind van het pad zien we dat de wandelaars uit tegenovergestelde richting met een tekst op een geel-rode streekpadwegwijzer worden gewaarschuwd voor de slechte kwaliteit van dit oeverpad. Met een kleine omweg kun je een zandpad volgen als droege voeten-variant. 
Voorbij dit waarschuwingsbordje gaan we verder over twee zandpaden richting Roden. Bij het Landgoed Mensinge wandelen we Roden binnen. Op het landgoed zijn verschillende werklui van een bomenverzorgingsbedrijf met veel en groot materieel bezig om de bomen op het landgoed de nodige verzorging te geven.
Nu nog enkele honderden meters, en dan arriveren we bij de Catharinakerk van Roden, het eindpunt van deze eerste etappe.

Over de lock down op straat
Omdat we vanaf hier nog terug moeten naar onze auto bij het busstation, wandelen we vervolgens door het hoofdwinkelgebied van Roden naar onze auto aan de andere zijde van het winkelcentrum. In het winkelgebied horen we een buiten zijn kapsalon op straat staande kapper aan voorbijgangers vertellen dat hij nu direct al voor enkele weken volgeboekt is met knipklanten, nadat gisteren door het kabinet bekend werd gemaakt dat de behandelsalons van de zogenoemde contactberoepen - zoals kappers - weer open mogen na bijna drie maanden sluiting door de 'lock down' als maatregel tegen verspreiding van het Corona-virus. Begrijpelijk dat kappers en consumenten hier blij van worden, maar zorginstellingen uiten vandaag hun bezorgdheid, want wat gaat dit betekenen voor de wijze waarop het Corona-virus zich verder zal gaan verspreiden? 
Als we bij onze auto arriveren, stappen we in en rijden we tot slot weer terug naar Feinsum. De eerste etappe - beginnend in de stad Groningen - door de provincies Groningen & Drenthe zit erop. De volgende etappe zal het 'Rondje Roden over Terheijl' zijn, maar daarover in een volgende blog meer.

dinsdag 23 februari 2021

Zonsondergang in Feinsum

Dinsdagavond 23 februari 2021

Zonsondergang in Feinsum

Tussen landweer & Friese Waterlinie

Dinsdag 23 februari 2021
 
Cover van de wandelgids van Fokko Bosker

Wandelen door de Stellingwerven
Ooststellingwerf en Weststellingwerf vormen al eeuwenlang een eigenzinnige Saksische enclave in Fryslân, met een eigen dialect en karakter. Bij uitstek geschikt voor voetreizen. Een schilderachtig palet van loofbos en naaldwoud, heidevelden, bouwland, zompig moeras, zandverstuivingen en karakteristieke boerendorpen. Een verademing voor de lanterfant.
De wandelgids 'Tussen landweer & Friese waterlinie' verbindt de oude geschiedenis met het ontstaan van het landschap en de mooie hedendaagse natuur en cultuur. De dertien bijbehorende thematische verhalen verweven de rijke historie van de streek met de prachtige flora en fauna.
Fokko Bosker verkende ongeveer zes jaar geleden geleden verrassende wandelroutes vanaf de toppen van het Friese land tot aan de waterrijke delta richting voormalige Zuiderzee.
De Friese Saksen zijn trots op hun gebied, eigenheid en cultuur en delen die graag met gasten.

Tussen landweer & Friese Waterlinie
In het jaar 2015 verscheen de wandelgids 'Tussen Landweer & Friese Waterlinie', geschreven door de landschapsjournalist Fokko Bosker. Deze wandelgids bevat vijf Themaroutes, die zijn opgebouwd uit 13 afzonderlijke wandelroutes door de Friese gemeenten Ooststellingwerf & Weststellingwerf, over een afstand van 250 kilometer, en qua etappe-routes gebaseerd op het Friese Wandelknooppuntennetwerk.
De 13 etappes worden door Bosker vooral verhalend beschreven, waarbij de streekhistorie en de flora en fauna van de streek uitgebreid aan bod komen. De gids heeft derhalve meer het karakter van een wandelgids, dan een routegids, want je leest wel veel over wat je onderweg wandelend passeert, maar de incidentele teksten over de te wandelen etappe-routes zijn zo globaal, dat ze niet kunnen worden gebruikt om de route onbezorgd foutloos te lopen. In mijn hieronder vermelde blogs heb ik regelmatig aangegeven waar enkele onduidelijkheden zitten in de combinatie van wandelgids en wandelknooppunten in het veld, opdat de na ons volgende wandelaars vooraf weten waar iets meer dan gemiddelde oplettendheid en voorbereiding op de route wenselijk is.

Vijf themaroutes
Elke etappe van deze wandelgids heeft een eigen thema, en wel als volgt:
  • Themaroute 1: Rondje Landweer in vijf etappes, van Elsloo via Oosterwolde, Haulerwijk en Ravenswoud weer terug naar Elsloo (5 etappes, met een totale afstand van 90 kilometer);
  • Themaroute 2: Et Laand van Lend' en Kuunder, van Makkinga naar Oldeberkoop, en weer terug (2 etappes, met een totale afstand van 39 kilometer);
  • Themaroute 3: Over de grens, van Boyl via Noordwolde naar Wolvega (2 etappes, met een totale afstand van 42 kilometer);
  • Themaroute 4: Modern waterbeheer zegen voor natuur, een rondje bij Wolvega (1 etappe, met een afstand van 21 kilometer);
  • Themaroute 5: Op het otterpad / Driedaagse dwaaltocht door de laagveenmoerassen in Zuidoost-Friesland, van Wolvega via Scherpenzeel en Ossenzijl weer terug naar Wolvega (3 etappes, met een totale afstand van 58 kilometer).
Padvinden in het Wandelknooppuntennetwerk van Zuid-Oost Fryslân
Van elke etappe wordt in de wandelgids het startpunt en het eindpunt aangegeven, en de route-aanwijzing bestaat uit de opeenvolgende Wandelknooppuntennummers, die je wandelend 'in het veld' passeert. De twee kaartjes - van Ooststellingwerf en Weststellingwerf - in de wandelgids met daarin de knooppuntennummers zijn beide zozeer verkleind afgebeeld, dat die niet kunnen worden gebruikt als betrouwbare routegids.
Verder moet je er als wandelaar altijd rekening mee houden dat het Nederlandse - en ook het Friese - Wandelknooppuntennetwerk nog volop in ontwikkeling is. Het ligt dan ook voor de hand dat een wandelgids van het jaar 2015 deels achterhaald is ten opzichte van de actuele Wandelknooppuntpalen die je onderweg in het veld aantreft. Je weet dan vooraf dat de nummers in de wandelgids niet geheel meer overeenkomen met de palen van het Wandelknooppuntennetwerk die je in het veld passeert. 
Ondertussen heeft Fryslân al wel de drie hele mooie Wandelknooppuntkaarten '1. Meren', '2. Wadden' en '3. Wouden' (versie 2020), dus als je bijvoorbeeld deze wandelgids van Fokko Bosker als uitgangspunt neemt, en die legt naast de Wandelknooppuntenkaart van het Friese Recreatieschap Marrekrite, en dan met ook bijvoorbeeld Google Maps vooraf de juiste route uitstippelt, dan lukt het prima om de door Fokko Bosker beoogde route te bewandelen. 

De 13 etappes
Durkje en ik hebben in jaren 2018, 2019 en 2021 de 13 etappes van deze wandelgids als volgt gelopen:
  1. Op 13 oktober 2018 wandelden we eerst de route van Elsloo naar Oosterwolde, over een afstand van 18 kilometer;
  2. Op diezelfde 13 oktober 2018 liepen we aansluitend het zogenoemde intermezzo rond Oosterwolde, over een afstand van 10 kilometer;
  3. Op 24 februari 2019 wandelden we van Oosterwolde naar Haulerwijk, over een afstand van 19 kilometer;
  4. Op 14 april 2019 wandelden we van Haulerwijk naar Ravenswoud, over een afstand van 24 kilometer;
  5. Op 7 april 2019 liepen we van Ravenswoud naar Elsloo, over een afstand van 19 kilometer;
  6. Op 20 februari 2021 wandelden we van Makkinga naar Oldeberkoop, over een afstand van 19 kilometer;
  7. Op 22 februari 2021 liepen we van Oldeberkoop terug naar Makkinga, over een afstand van 20 kilometer;
  8. Op 9 januari 2021 wandelden we van Boyl naar Noordwolde, over een afstand van 18 kilometer;
  9. Op 15 januari 2021 liepen we van Noordwolde naar Wolvega, over een afstand van 24 kilometer;
  10. Op 2 juni 2019 wandelden we een rondje rond Wolvega, over een afstand van 21 kilometer;
  11. Op 31 januari 2021 liepen we van Wolvega naar Scherpenzeel, over een afstand van 18 kilometer;
  12. Op 5 februari 2021 wandelden we van Scherpenzeel naar Ossenzijl, over een afstand van 21 kilometer;
  13. Op 14 februari 2021 liepen we van Ossenzijl naar Wolvega, over een afstand van 19 kilometer;

In het heetst van de strijd

Maandag 22 februari 2021
 
Bospad over de zandrug van Frankrijk bij Nijeberkoop

















Tussen Landweer & Friese Waterlinie
In het jaar 2015 verscheen de wandelgids 'Tussen Landweer & Friese Waterlinie', geschreven door de landschapsjournalist Fokko Bosker. Deze wandelgids bevat vijf Themaroutes, die zijn opgebouwd uit 13 afzonderlijke wandelroutes door de Friese gemeenten Ooststellingwerf & Weststellingwerf, over een afstand van 250 kilometer, en qua etappe-routes gebaseerd op het Friese Wandelknooppuntennetwerk.
De 13 etappes worden door Bosker vooral verhalend beschreven, waarbij de streekhistorie en de flora en fauna van de streek uitgebreid aan bod komen. De gids heeft meer het karakter van een wandelgids, dan een routegids, want je leest wel veel over wat je onderweg wandelend passeert, maar de incidentele teksten over de te wandelen etappe-routes zijn zo globaal, dat ze niet kunnen worden gebruikt om de route onbezorgd foutloos te lopen.

Wandelen in thema's en in etappes
Durkje en ik hebben besloten vandaag de voor ons laatste route te wandelen van de 13 etappes van deze wandelgids. We lopen vandaag de tweede van de twee etappes van Themaroute 2, met als thema-titel 'Et laand van Lend' en Kuunder'. Dat Saksisch Stellingwerver thema verwijst naar de tocht heen en terug tussen Makkinga en Oldeberkoop, waarbij je wandelt door het tweestromenland tussen de twee Friese rivieren Lende (of Linde) ten zuiden en Kuunder (of Kuinder, Tjonger, Tsjonger) ten noorden van deze twee etappes.
Deze tweede etappe, van Oldeberkoop naar Makkinga, is volgens de wandelgids 20 kilometer lang, maar als we aan het eind van de route constateren dat we bijna zes uren onderweg zijn geweest, vermoeden we dat de route ongeveer vijf kilometer langer is.
Etappe 2.2 is getiteld: 'In het heetst van de strijd'. De plaatsen Makkinga en Oldeberkoop liggen op de eeuwenoude verdedigingslinie - uit de Spaanse tijd - tussen enerzijds het Friese Slijkenburg & Overijsselse Kuinre, voorheen beide gelegen aan de voormalige Zuiderzee, en anderzijds Frieschepalen, op de grens van Fryslân/Groningen, waar dit Friese verdedigingswerk aansloot op de Groninger Waterlinie tot aan Nieuweschans, op de Nederlands-Duitse landsgrens. De strijd die hier heeft plaatsgevonden met de Spaanse en Munsterse troepen, is bepalend geweest voor onze vaderlandse geschiedenis. Dankzij deze Friese Waterlinie met haar schansen, wallen, grachten en bastions is Fryslân nooit gevallen in de verdediging tegen de Spanjaarden en tegen de Munsterse troepen. 

Padvinden in het Wandelknooppuntennetwerk van Zuid-Oost Fryslân
Van elke etappe wordt in de wandelgids het startpunt en het eindpunt aangegeven, en de route-aanwijzing bestaat uit de opeenvolgende Wandelknooppuntennummers, die je wandelend 'in het veld' passeert. Het kaartje in de wandelgids met daarin de knooppuntennummers is zozeer verkleind afgebeeld, dat die niet kan worden gebruikt als betrouwbare routegids.
We kunnen vandaag gebruik maken van het Friese Wandelknooppuntennetwerk, waar de routebeschrijving in knooppunten correspondeert met de routeknooppuntpalen in het veld.
We komen vandaag een behoorlijk eind met de Friese Wandelknooppuntendeelkaart 3 van de Wouden, en met alle andere aanwijzingen in de routegids en in het veld, kunnen we de bedoelde route goed volgen zoals die door samensteller Bosker is bedoeld. Onderweg merken we echter wel dat de opeenvolgende nummers van de wandelknooppunten uit onze wandelgids niet geheel corresponderen met de Wandelknooppuntpalen in het veld, want er ontbreken genummerde palen en ander palen in het veld staan niet in onze wandelgids, maar dat is vandaag geen belemmering om goed 'en route' te blijven. 

Etappe 2.2: In het heetst van de strijd
Om ongeveer 8:00 uur vertrekken we met twee auto's vanuit Feinsum. Met beide auto's rijden we eerst naar het centrum van Makkinga. Vlakbij de Laurentiuskerk parkeren we de eerste auto. Daarna rijden we met de andere auto door naar het centrum van Oldeberkoop, zo'n acht kilometer verderop naar het westen. Iets na 9:00 uur parkeren we onze auto bij de Bonifatiuskerk van Oldeberkoop. Hier begint vandaag onze etappe.
De temperatuur loopt vandaag tijdens onze wandeling op van 7 tot 14 graden Celsius. De wind vanuit het zuiden waait niet hard en de zon schijnt vanmorgen al vroeg. De lucht wordt licht vertroebeld door de enorme wolk van Saharazand die vandaag hoog over Nederland drijft. Hoe later het wordt, hoe meer de bewolking toeneemt, maar het blijft vandaag prima wandelweer. Het is een ware lentedag. Onderweg staan sneeuwklokjes, krokussen en een forsythia al in bloei.

Van Bonifatiuskerk naar zonnepark Molenbosch in Oldeberkoop
We lopen achter de eeuwenoude Bonifatiuskerk van Oldeberkoop langs in de richting van Hotel Lunia. Bij de oprit zien we dat het hotel 'koffie-to-go' verkoopt, dus die onthouden we even voor straks. We gaan namelijk via de Heerenveenseweg eerst het Meulebosch in. Even later willen we het bungalowpark Molenbosch binnenwandelen, maar dan moeten we de pas inhouden. Op dit moment rijdt namelijk een grote truck met oplegger het bungalowpark in. Op de dieplader staat een groot transformatorstation, dat stapvoets over de rijplaten door het bungalowpark moet, ondertussen met behulp van transportpersoneel vóór en achter de lange vrachtwagencombinatie goed oplettend dat het hoog opgaande transformatorstation tussen de dikke bomen door kan, en aan de bovenzijde niet in botsing komt met overhangende takken. 
We blijven rustig achter het transportpersoneel aan lopen, totdat de vrachtwagen bij de bosrand stopt, en één van de mannen aangeeft dat we hem langs de zware vracht kunnen volgen, om zo om de vrachtwagencombinatie heen te lopen. Aan de voorzijde van de truck zien we wat de bedoeling van dit spektakel is. Men is namelijk bezig om in het weiland aan beide zijden van het pad een heel groot zonnepark te bouwen. Alle onderstellen staan al opgesteld, maar de zonnepanelen moeten er nog op worden gemonteerd. Verderop staat aan op de rechter weide een hoge kraan klaar, die straks het transformatorstation van de oplegger zal takelen, om het dan in de gereed zijnde ondiepe bouwput te plaatsen.

Go for coffee
We laten dit in aanleg zijnde zonnepark achter ons, en lopen door een klein bosperceel naar het open veld, waar we voorbij de bosrand in de verte de rivier de Tjonger zien in het beekdal verderop. Waar nu de brug over de Tsjonger ligt, was vroeger één van de verdedigingswerken van de Friese Waterlinie: de zogenoemde Tolbrugschans.
We volgen de bosranden en wandelen daarna door het bos en langs een andere bosrand naar de Wolvegasterweg. Die weg volgen we richting Oldeberkoop. Daarbij passeren we de boerderijwinkel langs de weg, die bij Kaasboerderij De Stelp hoort. In het gebouwtje staan enkele verkoopautomaten, waarin je tegen betaling allerhande boerderijproducten kunt kopen, zoals boerenkaas, aardappelen, droge worst, diverse zuivelproducten, geschenkmanden, en allerlei andere streekproducten.
Nadat we de bebouwde kom van Oldeberkoop weer binnen zijn gelopen, zouden we eigenlijk in zuidelijke richting verder moeten gaan, maar we kiezen ervoor om eerst even door (terug) te lopen naar Hotel Lunia, want daar kunnen we immers verse koffie-to-go kopen. Binnen haal ik koffie, en buiten vinden we een plek om heerlijk in de volle winterzon te genieten van een heerlijke kop koffie, met een broodje erbij.

Van Koepelbosch naar Bekhofschans
Na deze koffiepauze lopen we langs de voormalige Landbouwschool weer terug naar de Wolvegasterweg, om daar over mooie bospaden door het noordelijk deel van het Koepelbosch naar het zuidelijke deel van het Koepelbosch te lopen, dat aan de overzijde van de N351 ligt. Aan de achterzijde van het wegrestaurant komen we op het pad naar het grote hertenkamp van het Koepelbosch. Hier is het al gezellig druk. Veel jonge ouders zijn hier aan het wandelen met hun kleine kinderen, al dan niet in hun wandelwagens. We gaan dieper het Koepelbosch in, om uiteindelijk uit te komen bij de rivier de Linde.
Aan de overzijde van de Noordwolderweg gaan we de Madenweg op in oostelijke richting. Deze asfaltweg voert ons naar de brug over de Linde, op de locatie waar vroeger het verdedigingswerk van de Bekhofschans was. Op een verhoging heeft men een heg geplant in de vorm van de muren van deze voormalige schans, dus zo kun je enigszins een beeld krijgen van hoe deze Bekhofschans er vroeger uit zag.

Van Stuttebosch naar Frankrijk
Achter de Bekhofschans gaan we het Stuttebosch in voor een rondje boswandelen, linksom eerst door het hoger gelegen droge bos, waarna het rondje verder gaat rondom de veel lager gelegen wetlands van het Stuttebosch. 
Als we even later weer terugkomen bij de Bekhofschans, pauzeren we op de picknickbank tussen de Bekhofschans en de Linde. Tijdens deze pauze komt een auto aanrijden. Bestuurster en grote hond stappen uit, en na een kort praatje met ons gaan ze samen ook het Stuttebosch in voor een wandelrondje.
Na deze etenspauze gaan wij het schelpenpad op dat langs de Lende loopt in oostelijke richting. Dat pad voert ons naar de Bovenweg. Als we over de parallelweg Nijeberkoop in zijn gelopen, gaan we voorbij Landgoed Boschhoeve de Oosteregge op. Ten zuiden volgen dan mooie paden door een door de IJstijd geschapen glooiend landschap van de streek die hier Frankrijk heet.  

Via Twijtel naar Makkinga
Via de Abbendijk - met nog een omweggetje door een klein bosperceel - steken we de Bovenweg over, om dan via de Abbendijk naar het buurtschap Twijtel te lopen.
Vanaf de kruising in Twijtel volgen we de Bercoperweg tot aan de ijsbaan aan de rand van Makkinga. Tegenover dat ijsbaanterrein verlaten we de Bercoperweg om nog een boswandeling door het prachtige, heuvelachtige Makkingasterbos te maken. Aan de zuidkant steken we de Bovenweg wederom over, om dan over de Middelburen naar de Wemerweg te lopen.
Nog eenmaal steken we de Bovenweg weer over, om dan via de Wemerweg terug te lopen naar Makkinga. Aan de zuidkant van Makkinga gaan we nogmaals het Makkingasterbos in, waarna we over het bospad langs het hertenkamp Makkinga binnen wandelen. Door een woonwijk gaan we naar de Bercoperweg, en dan is het via de Bercoperweg door het centrum van Makkinga nog maar een klein stukje naar de Laurentiuskerk, waar we vanmorgen onze auto parkeerden.
Bij de Laurentiuskerk aangekomen, zien we dat de kerkdeur open staat, dus we gaan nog even naar binnen om het kerkinterieur te bezichtigen van deze uit 1775 stammende dorpskerk.
Tot slot rijden we van Makkinga terug naar Oldeberkoop, waar we onze andere auto afhalen, om dan weer terug te rijden naar Feinsum.
We sluiten hiermee de laatste etappe af van deze wandelgids, met de constatering dat dit ook al weer zo'n prachtige route is door de mooie Stellingwerven.

zondag 21 februari 2021

Een tweedaagse zwerftocht langs de stellingen van de Friese Waterlinie

Zaterdag 20 februari 2021
 
Langs een heideven over de Delleboersterheide naar Oldeberkoop

















Tussen Landweer & Friese Waterlinie
In het jaar 2015 verscheen de wandelgids 'Tussen Landweer & Friese Waterlinie', geschreven door de landschapsjournalist Fokko Bosker. Deze wandelgids bevat vijf Themaroutes, die zijn opgebouwd uit 13 afzonderlijke wandelroutes door de Friese gemeenten Ooststellingwerf & Weststellingwerf, over een afstand van 250 kilometer, en qua etappe-routes gebaseerd op het Friese Wandelknooppuntennetwerk.
De 13 etappes worden door Bosker vooral verhalend beschreven, waarbij de streekhistorie en de flora en fauna van de streek uitgebreid aan bod komen. De gids heeft meer het karakter van een wandelgids, dan een routegids, want je leest wel veel over wat je onderweg wandelend passeert, maar de incidentele teksten over de te wandelen etappe-routes zijn zo globaal, dat ze niet kunnen worden gebruikt om de route onbezorgd foutloos te lopen.

Wandelen in thema's en in etappes
Durkje en ik hebben besloten vandaag de voor ons voorlaatste route te wandelen van de 13 etappes van deze wandelgids. We lopen vandaag de eerste van de twee etappes van Themaroute 2, met als thema-titel 'Et laand van Lend' en Kuunder'. Dat Saksisch Stellingwerver thema verwijst naar de tocht heen en terug tussen Makkinga en Oldeberkoop, waarbij je wandelt door het tweestromenland tussen de twee Friese rivieren Lende (of Linde) ten zuiden en Kuunder (of Kuinder, Tjonger, Tsjonger) ten noorden van deze twee etappes.
Deze eerste etappe van Makkinga naar Oldeberkoop is 19 kilometer lang.
Etappe 2.1 is getiteld: 'Een tweedaagse zwerftocht langs de stellingen van de Friese Waterlinie'. De plaatsen Makkinga en Oldeberkoop liggen namelijk op de eeuwenoude verdedigingslinie - uit de Spaanse tijd - tussen enerzijds het Friese Slijkenburg & Overijsselse Kuinre, voorheen beide gelegen aan de voormalige Zuiderzee, en anderzijds Frieschepalen, op de grens van Fryslân/Groningen, waar dit Friese verdedigingswerk aansloot op de Groninger Waterlinie tot aan Nieuweschans, op de Nederlands-Duitse landsgrens.

Padvinden in het Wandelknooppuntennetwerk van Zuid-Oost Fryslân
Van elke etappe wordt in de wandelgids het startpunt en het eindpunt aangegeven, en de route-aanwijzing bestaat uit de opeenvolgende Wandelknooppuntennummers, die je wandelend 'in het veld' passeert. Het kaartje in de wandelgids met daarin de knooppuntennummers is zozeer verkleind afgebeeld, dat die niet kan worden gebruikt als betrouwbare routegids.
We kunnen vandaag gebruik maken van het Friese Wandelknooppuntennetwerk, waar de routebeschrijving in knooppunten correspondeert met de routeknooppuntpalen in het veld.
We komen vandaag een behoorlijk eind met de Friese Wandelknooppuntendeelkaart 3 van de Wouden, en met alle andere aanwijzingen in de routegids en in het veld, kunnen we de bedoelde route prima volgen zoals die door samensteller Bosker is bedoeld. Onderweg merken we dat de opeenvolgende nummers van de wandelknooppunten uit onze wandelgids niet geheel corresponderen met de Wandelknooppuntpalen in het veld, maar dat is geen belemmering om goed 'en route' te blijven. Enkele tussenliggende wandelknooppunten en hun palen zijn uit het veld verwijderd, maar de nog wel aanwezige Wandelknooppuntpalen houden ons prima op de beoogde route.

Etappe 2.1: Een tweedaagse zwerftocht langs de stellingen van de Friese Waterlinie
Enkele minuten vóór 8:00 uur vertrekken we met twee auto's vanuit een betrekkelijk warm Feinsum. Toen we vorige week vertrokken voor een andere etappe vroor het namelijk zes graden, maar vanmorgen vroeg is de temperatuur al 8 graden Celsius, en daarmee dus op dezelfde tijd 14 graden warmer dan vorige week.
Met beide auto's rijden we eerst naar het centrum van Oldeberkoop. Vlakbij de dorpskerk parkeren we de eerste auto. Daarna rijden we met de andere auto door naar het centrum van Makkinga, zo'n acht kilometer verderop naar het oosten. Tegen 9:00 uur parkeren we onze auto bij de Laurentiuskerk (1775) van Makkinga. Hier begint vandaag onze etappe - letterlijk - bij de klokslag van 9:00 uur..
De temperatuur loopt vandaag op tot 15 graden Celsius. De wind vanuit het zuiden waait niet hard en de zon schijnt vanmorgen al vroeg, dus waar we vorige week zondag nog een winterwandeling maakten tussen Ossenzijl en Wolvega, genieten we vandaag van een ware lentewandeling door de Tjongervallei tussen Makkinga en Oldeberkoop.

Warm wandelen langs ijs en sneeuw
We verlaten Makkinga via de Bercoperweg aan de westzijde, om dan via de Meulebosweg en de Kuinderweg door het open polderlandschap naar de - op een zandrug - hoger gelegen Balkweg te lopen. Links en rechts van ons zien we nog de restanten van het ijs en van de sneeuw van vorige week liggen in de sloten en tegen de oevers van die waterlopen.
Op de Balkweg passeren we het stalen halte-monument van de vroegere tramlijn tussen Oosterwolde en Steenwijk. Enkele honderden meters verder zien we waar dat oude smalspoor vroeger via een spoorbrug de Tjonger overstak.
Bij de huidige brug over de Tjonger slaan we linksaf, om dan het veldpad op te gaan, dat we enkele kilometers volgen op de kade langs de Kuunder. In de rietkraag langs de Tsjonger, en ook in de lange en brede poldersloten richting Makkinga liggen in de Makkingasterpolder ook nog de winterse restanten van ijs en sneeuw van vorige week. Waar in een brede sloot het water opborrelt uit een wel, treffen we evenwel een open plek aan tussen het met sneeuw bedekte ijs.
 

Als we een groot wiel (een oude rivierdoorbraak) passeren ter hoogte van de rivierbrug bij Prikkedam, schijnt de zon al volop en warm. We steken de doorgaande weg over en vervolgen ons veldpad over de kade langs de Kuunder.

Door de Diaconievene en over de Delleboersterheide
Verderop verlaten we de gekanaliseerde Tjonger, om dan door de rivierpolder over drassige paden en over een breed zandpad langs bosperceeltjes naar het buurtschap Egypte te lopen.
Door Egypte lopen we naar het bosperceel van de Diaconievene. Op een houten bank aan de oever van het uitgestrekte water van de ven van Diaconievene nemen we plaats om even te rusten, en om een broodje te eten bij de door ons meegenomen koffie uit de thermosfles. We hebben een schitterend uitzicht over het nog grotendeels met een restantlaagje ijs bedekte veenmeertje.
Na deze koffiepauze lopen we verder door de Diaconievene in de richting van de Delleboersterheide.
Aan de overzijde van de Alberdalaan wandelen we over de Delleburen die Delleboersterheide op. Daarbij passeren we eerst de Catspoele, één van de vennen in dit uitgestrekte heidegebied.
We volgen de af en toe drassige wandelpaden die door het noordelijke deel van de Delleboersterheide lopen. Ook hier passeren we weer een heideven. We ontmoeten er een stel dat enkele dagen in deze streek verblijft - om die vervelende Corona-perikelen even te vergeten - en dat volop geniet van dit mooie natuurgebied.
Waar we door een duinengebied de Tjonger weer zijn genaderd, veranderen we van richting, om dan in zuidoostelijke richting verder te gaan over de Delleboersterheide.


Naar Oldeberkoop
Over een breed zandpad lopen we het heidegebied uit naar de parkeerplaats van de Delleboersterheide aan de Oosterwoldseweg. Twee mannen bekijken daar een auto met een groen kenteken van top tot teen. Kennelijk maken ze een proefritje en checken ze onderweg even deze auto op zichtbare technische mankementen.
Dan rest ons nog enkele kilometers door de berm via de Oosterwoldseweg, langs Deddingabuurt richting Oldeberkoop. Halverwege komen we langs een zitbank, waar we nog even pauzeren om ons laatste meegenomen brood te eten.
Tot slot wandelen we dan langs de Oosterwoldseweg naar Oldeberkoop. Bij het Hof van Oldeberkoop naast de Bonifatiuskerk arriveren we bij onze hier geparkeerde auto. 
Met deze auto rijden we rechtstreeks terug naar Makkinga, waar onze andere auto staat geparkeerd bij de Laurentiuskerk. Dan rijdt Durkje door naar Appelscha, waar ze Baukje met Elwin & Nolan ontmoet voor een korte boswandeling, en rijd ik naar Drachten om op de terugweg nog op bezoek te gaan bij mim. Aan het eind van de middag zijn we beiden weer thuis in Feinsum, terugblikkend op deze prachtige lentewandeldag in het 'Laand van Lend' en Kuunder'.

maandag 15 februari 2021

De uniformering voorbij

Zaterdag 13 februari 2021

Cover van 'De uniformering voorbij'

De uniformering voorbij

Het Nederlandse landschap roept ongenoegen op. Steeds luider klinken de klachten over eenvormigheid. Karakteristieke, regionale landschappen en woonoorden zijn na de Tweede Wereldoorlog verdwenen ten gunste van gebieden die volstrekt inwisselbaar lijken.
Deze uniformering heeft met name sinds het laatste decennium van de twintigste eeuw een krachtige reactie opgeroepen. Er is een verlangen naar meer variatie, historisch besef, naar spontaniteit en wildheid. Dit romantische verlangen neemt verschillende gedaanten aan: de bescherming van idyllische cultuurlandschappen, maar ook het scheppen van nieuwe wilde natuur, waarin de menselijke invloed minimaal is; de toegenomen belangstelling voor monumentenzorg, maar ook het bouwen van nieuwe huizen in traditionele stijl; de wens om in het groen te wonen en het idee dat iedereen zijn eigen huis kan laten bouwen.

Een nieuwe romantiek van stad en land
Het boek 'De uniformering voorbij'
(2002) werd samengesteld door Koos Neuvel. De subtitel van deze publicatie is: 'Een nieuwe romantiek van stad en land'.
Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met VU-podium. Socioloog Koos Neuvel was indertijd stafmedewerker van VU-Podium.
In deze bundel interviews gaat Koos Neuvel in gesprek met een aantal deskundigen op het terrein van landschap, architectuur en stedenbouw.
Aan de orde komt de vraag hoe en in welke mate er een uniformering van het landschap heeft plaatsgevonden, en hoe de alternatieven te beoordelen die het landschap een meer gevarieerde aanblik beogen te geven.

  • Is de nieuwe romantiek van stad en land louter een vorm van nostalgie waarmee we de toekomst de rug toekeren?
  • Of is dit romantisch verlangen juist waardevol omdat het leidt tot een inrichting van stad en land waarin een mens zich daadwerkelijk thuis kan voelen?
Het ongenoegen over de inrichting van het Nederlandse landschap wordt steeds luider uitgesproken.
De consensus luidde dat Nederland eenvormiger en daarmee minder aantrekkelijk is geworden.

Inleiding - het onbehagen in het landschap - Koos Neuvel
  • In de loop van de 90-er jaren verbreidde zich een gevoel van onvrede met het Nederlandse landschap en de woonomgeving, dat werd beoordeeld als kaal en monotoon.
  • In de kritiek op de Vinex-wijk (mengvorm van functies zoals: wonen, werken en winkelen, vol levendige stedelijkheid) balde zich a.h.w. het ongenoegen van een kleine halve eeuw uniformering samen.
  • Het onbehagen over de inrichting van Nederland nam ook toe door een onmiskenbare nivellering van het verschil tussen stad en platteland.
  • Iedere eenzijdige ontwikkeling roept zijn tegendeel op. 
  • Tegenover een trend van uniformering en rationalisering van het landschap staat een even snel groeiende behoefte aan wildernisromantiek (van stad en land, van natuur en architectuur).
  • Onder 'behoud door ontwikkeling' van landschap verstaan we niet dat we het verleden moeten bevriezen en musealiseren, maar dat we het landschap moeten revitaliseren.
  • Eén van de belangrijkste doelstellingen is om vanuit recreatief belang de toegang tot het landschap te vergroten.
  • Voor instandhouding van het landschap staan van oudsher twee strategieën ter beschikking: behoud en restauratie.
  • Architecten hebben zich nooit in massapopulariteit mogen verheugen.
  • Moderne woonwijken werden als kil, anoniem en monotoon betiteld, terwijl de oudere vormen van bouwkunst in verband werden gebracht met sfeer, geborgenheid en herkenbaarheid.
  • De kwaliteitseisen van bewoners gingen zich steeds meer richten op een gevarieerde vormgeving van de woonomgeving. De overgangen tussen cultuur en natuur moesten niet scherp, maar juist vloeiend zijn.
  • Architect Carl Weber bepleitte het idee dat in principe alle mensen in staat moesten zijn een huis naar eigen voorkeur te laten bouwen.
  • Gemiddeld 17% van de woningbouwproductie in Nederland werd door particulieren gerealiseerd, maar in een provincie als in Fryslân ligt dat op 40%.
Het romantisch wandelen van Ton Lemaire - Ton Lemaire
  • Voor de Nederlandse cultuurfilosoof Ton Lemaire is wandelen niet een vorm van activiteit, maar meer een bijzonder vorm van passiviteit van het ontvankelijk zijn voor de omgeving, voor het zich open stellen voor alle zintuiglijke indrukken. Wandelen is voor hem het vermogen om stil te staan bij de dingen om ons heen.
  • Natuurgenot is mede mogelijk gemaakt door natuurbeheersing.
  • Het verlangen naar de natuur was voor de Franse schrijver en filosoof Jean-Jacques Rousseau identiek aan verlangen naar vrijheid en authenticiteit. Zijn liefde voor de natuur is een vorm van cultuurkritiek, een verzet tegen de uniformering van het denken en het gedrag.
  • Wie tegenwoordig door het Nederlandse landschap wil wandelen, wordt vooral geconfronteerd met de aanslagen erop.
  • Wanneer het ons allemaal te hard gaat, willen we ontsnappen aan de cultuur en idealiseren we de natuur, verafschuwen we de stad en verheerlijken we het landleven.
  • Het wandelen heeft voor Lemaire altijd te maken gehad met zowel een bewondering voor de natuur als voor de geschiedenis.
  • Behoed ons voor de alles regelende, alles plannende, alles calculerende en alles vermenselijkende geest van de beschaving.
Bijna nergens is stilte te vinden - Ton Lemaire
  • De ruilverkaveling heeft er mede voor gezorgd dat de natuur en het landschap werden verarmd door een rigoureuze aanpassing aan de eisen van de intensieve landbouw en veeteelt.
  • Bergsporten wijzen op een fascinatie voor een ontmoeting met min of meer ongerepte natuur.
  • Thoreau verzucht dat er een beschaving mogelijk moet zijn die ons in staat stelt te genieten van de voordelen van de moderne tijd zonder te lijden onder de nadelen ervan.
Het wezen van het Nederlands landschap ligt in een combinatie van enerzijds nut en noodzaak en anderzijds schoonheid - Gerrie Andela
  • De industrialisering van de landbouw maakte het landschap strakker en kaler, en de regionale landschapsverschillen werden aanzienlijk genivelleerd.
  • Natuurbeleving is altijd een stedelijke aangelegenheid geweest, niet iets van de boeren zelf.
  • Wat de één in een boerderij beoordeelde als krakkemikkigheid, waardeerde de ander juist als charme.
  • Het idee van rationalisering, voortkomend uit het Taylorisme, uitgaande van het principe van arbeidsdeling, specialisatie en efficiënt handelen, kende ook een agrarische pendant.
  • Ruilverkaveling werd landinrichting.
  • Tegenwoordig gebeurt landinrichting vooral op recreatieve en landschappelijke voorwaarden. De landbouw is allang op zijn retour.
  • Andela pleit ervoor het landschap als een ontwerp-opgave te zien.
  • De bedoeling is om natuurgebieden in heel Nederland met elkaar in verbinding te brengen.
  • Nu maken boeren meer gebruik van de mogelijkheid tot het verkrijgen van subsidie voor het onderhoud van natuurwaarden en landerijen. Men probeert allerwegen nieuwe inkomsten te genereren. Tegenwoordig hebben boeren stedelijke nevenfuncties, met name op het terrein van recreatie. Maar achter de ydille speelt zich een drama af. Veel boeren zijn gedwongen hun bedrijf te beëindigen.
  • In Nederland is de inrichting van een gebied geheel het gevolg van overheidsoptreden of van een door de samenleving gewenste functie. Alles is bewust gepland. Ook de functie natuur is gepland. Aan het creëren van soortenrijkdom ligt een technologische handelingswijze ten grondslag.
  • Landschappen zijn geografische eenheden, waarover bij voorkeur op grote schaal moet worden nagedacht.
  • Landschapsarchitecten hebben veel goed werk verricht.
  • Nederland zet steeds opnieuw het landschap naar eigen hand.
Wild is mooi maar het moet niet te gek worden - Henny van der Windt
  • De Nederlandse natuurbescherming had in de beginjaren een licht romantische inslag.
  • De tuinen van het Loo en van Versailles belichamen een extreme vorm van natuurbeheersing.
  • Altijd is er een verlangen naar wildheid en vervolgens een confrontatie met de maatschappelijke praktijk.
  • Vogels zijn de voornaamste representanten van een natuur die mag doen wat die wil.
  • Een natuurmonument is een zeer cultureel verschijnsel.
  • In Nederland was geen natuur in zijn oorspronkelijke vorm te vinden, maar het was ook geen puur cultuur. Het begrip 'half-natuur' was een hele opluchting, een passende omschrijving van het Nederlands landschap.
  • Naarmate de natuur in de loop der eeuwen in toenemende mate van zijn ongereptheid is ontdaan, is het verlangen naar ongereptheid alleen maar toegenomen.
  • Wilde natuur is voor de gemiddelde wereldburger niet anders dan voor de 19e-eeuwse Nederlander: ellende!
  • Hoe groter de dreiging van de natuur, hoe minder natuurbescherming er zal zijn.
  • De grenzen van het verlangen naar een wilde natuur zijn al in zicht gekomen.
  • Niet voor niets hebben we ons de afgelopen eeuwen ontworsteld aan de overmacht van de natuur.
  • Als we terug willen naar de natuur van 400 jaar geleden, krijgen we ook een deel van de last terug die we destijds van de natuur hadden.
  • Men heeft het tegenwoordig wel over natuurethiek, maar dan vooral over de intrinsieke waarde van het landschap, over natuur die een geheel eigen plek dient te hebben.
  • In het woord 're-creatie- zit het eigenlijk al inbegrepen: het je zelf hervinden. We hebben het tegenwoordig over de behoefte om even alleen te zijn, tot rust te willen komen, de gedachten de vrije loop te laten. Het begrip recreatie is zo vanzelfsprekend geworden, dat hoef je niet meer uit te leggen.
  • Babyboomers zijn opgeleid aan democratiserende universiteiten en bezitten een activistische mentaliteit.
  • Natuur mocht geen franje meer zijn, maar moest een geheel eigen politiek beleidsterrein worden.
  • Door de enorme aanwas van leden van natuurorganisaties werden deze organisaties een machtsfactor van belang.
  • Natuurontwikkeling zal veel meer worden gekoppeld aan zaken als waterberging en recreatie.
Ik word bang van die collectieve liefde voor alles wat er is, en die geringe belangstelling voor wat er komen moet - Auke van der Woud
  • Als in de 19e eeuw de begrippen waarheid en karakter in een gebouw belichaamd waren, was sprake van bouwkunst (waarheid = de buitenkant laat zien hoe het gebouw er van binnen uit ziet) ( karakter = een gebouw laat zien welke functie het heeft).
  • Het zoeken naar het karakter van historische voorbeelden is een middel om tot expressie van een eigentijdse architectuur te komen.
  • In de 20e eeuw werd de originele kunstenaar iemand die grenzen verlegde en zich van het verleden niets aantrok.
  • De architecten van de 19e eeuw interesseerden zich voor het verleden, juist omdat de toekomst hen ter harte ging.
  • In de 20e eeuw is de artistieke missie verdwenen; die missie is geïncorporeerd in de techniek van het bouwen.
  • De geschiedenis en het karakter van een gebouw zijn in de modernistische architectuur niet aan de orde.
  • Het Groninger Museum is één van de meest opvallende moderne gebouwen.
  • Schoonheid is iets dat wij kunnen aanvoelen, en mensen met een gemeenschappelijke achtergrond kunnen die elkaar aanwijzen, maar onder woorden brengen, is een stuk moeilijker.
  • Ten onrechte bestaat de indruk dat restaureren een terugbrengen in oude luister is. Er vindt bovendien een musealisering van de oude architectuur plaats. En musealiseren is verstarren.
  • Een reconstructie is altijd een momentopname.
  • De hele cultuur is ingesteld op groei en verandering. En die verandering houd je niet tegen, zo je dat al zou willen.
  • Architectuur en stedenbouw zijn bij uitstek culturele activiteiten.
Sinds men in de Bijlmer met het breken begon, is in Nederland een grote afbraakwoede ontstaan - Koos Bosma
  • Direct na de 2e Wereldoorlog vond in hoog tempo een standaardisering van de woonomgeving plaats.
  • Systeembouw leidt tot verstarring.
  • Wanneer de bevolking tot op zekere hoogte homogeen is, kun je uniform bouwen.
  • De burger wil het liefst een zo leeg mogelijke woning, die hij naar eigen voorkeur kan inrichten.
  • Er is onvoldoende besef geweest dat bij het bouwen van een woning zoveel mis kan gaan.
  • In de wederopbouw maakten mensen zich er minder zorgen over of hun huis wel streekeigen was, en meer over het aantal vierkante meters van de woning.
  • In de Woningwet worden huizen in 50 jaar afgeschreven.
  • De woningplattegronden zijn nog altijd heel kneuterig, en de tuintjes blijven klein. Het probleem van de Vinex-wijken is niet dat ze monotoon in uiterlijk zijn , maar monotoon in functie.
  • Het is niet minder belangrijk een aanzienlijke woningvoorraad te hebben voor de laagste inkomens. 
  • Ook voor de starters op de woningmarkt is het nuttig dat er kleine, goedkope huurwoningen blijven bestaan.
Er ontbreekt een nationaal besef dat het platteland een eigen cultuur bezit - Willem van Toorn
  • Het landschap is leesbaar, de sporen van het verleden vallen er in aan te treffen.
  • Men begrijpt niet dat wanneer je over landschap spreekt, je het niet zozeer over natuur hebt, maar over cultuur.
  • Nederland heeft geen vrije, ongerepte natuur; is al eeuwenlang een park.
  • Het platteland is het recreatiegebied van de stedeling geworden.
  • De stedeling is vervreemd geraakt van het platteland.
  • Gebrek aan kennis is heel gevaarlijk, want dan interesseert het je ook niet meer om iets in stand te houden.
Het moet bedreigd zijn willen we het mooi vinden - Wybren Verstegen
  • Spontane herbebossing is vaak helemaal niet leuk, want dit leidt tot saaie landschappen.
  • Als we het aan de natuur hadden overgelaten, zouden we helemaal geen fraai landschap hebben.
  • De meeste mensen willen een rijkgeschakeerd landschap. We willen afwisseling, en geen eindeloze bossen.
  • Het landschap is ontegenzeglijk verschraald en eenvormig geworden.
  • In Nederland wilde men zelfs ooit de Waddenzee inpolderen. Dat die er nog is, komt omdat we die gronden niet meer nodig hebben.
  • De natuur gaat gewoon haar gang, en weet niets.
  • De mensheid heeft het voor het zeggen op deze planeet.
  • Ieder stukje van het land heeft steeds een scherp afgebakende functie.
  • Er zijn te veel Nederlanders die te veel willen.
De opkomst van het prikkeldraad heeft het aantal landschappelijke prikkels verminderd - Marius de Geus
  • De opkomst van het prikkeldraad betekende een aanslag op de biodiversiteit, aangezien het doorgaans in de plaats kwam van gevlochten heggen; en die vormen een toevluchtsoord voor diverse kleine diersoorten, zoals boomkikkers, vlinders en vogels.
  • Er dient sprake te zijn van een wisselwerking tussen mens (niet als overheerser, maar als participant) en natuur.
  • Het ideaal van De Geus is dat mensen vrijwillig met elkaar samenwerken en een intensievere relatie met het landschap onderhouden.
  • Wij leven in een samenleving die voortdurend in verandering is, waarin flexibiliteit het hoogste goed is.
  • Er moeten oases van wildernis zijn, omdat de mens daar behoefte aan heeft.
  • Een utopie is een niet te realiseren ideaaltoestand, die niettemin wel een richting kan aangeven.
  • Zoals de vele fusies in het onderwijs niet hebben geleid tot kwaliteitsverhoging, zo brengt verstedelijking vaak sociale ellende met zich mee.
  • Goed beschouwd is onze enige wildernis te vinden in het Waddengebied.
  • Ruimte en landschap vormen een sterk veronachtzaamd beleidsgebied.
  • Boeren moeten meer bij het landschapsbeheer betrokken worden. Dan kunnen ze minder eenzijdig afhankelijk worden van landbouw- en veeteeltproductie. Er ontstaat dan voor hen een grotere diversiteit aan inkomstenbronnen.
  • Het doel van het leven is het bereiken van zelfkennis, ontplooiing en geluk (Aristoteles).
Het tempo van verandering maakt ons duizelig - Jan Kolen
  • De geschiedenis kan men alleen maar aan het landschap onttrekken, door haar op te graven en te vernietigen.
  • We weten het meeste van de landschappen die er niet meer zijn.
  • Archeologen moeten meer gebruik maken van de historische verhalen die er al zijn.
  • De verbeeldingskracht mag best aan het werk worden gezet.
  • Individueel gevoel en persoonlijke herinnering zijn waarden die in de moderne samenleving niet erg belangrijk meer worden gevonden.
  • Een hele ervaringseconomie is zich aan het ontwikkelen. Daarin ontbreekt het aan authenticiteit. Mensen willen leerzame en luchtige ervaringen ondergaan.
  • Geschiedenis kan ook buitengewoon traumatisch zijn.
  • Een ernstige bedreiging voor het historisch bewustzijn is het ontwikkelingstempo van het landschap.
  • Er bestaat een voortdurende strijd tussen twee kampen: de behoudzuchtigen versus de ontwikkelingsdenkers.
  • Mensen hechten wel waarde aan het verleden in het landschap.
  • Er bestaat kennelijk een behoefte aan contrasterende landschappen, die niets met ons eigen verleden te maken hebben.
  • De mens heeft de wens om ooit herenigd te worden met plekken en landschappen die in onze persoonlijke geschiedenis of in de geschiedenis van onze voorouders een belangrijke rol hebben gespeeld.
Mensen willen in een sprookje wonen, maar dat mag niet van het gilde van de goede smaak - Vincent van Rossem
  • De consument wil een romantisch huis.
  • De Nederlandse overheid brengt een rigoureuze scheiding aan tussen stad en land.
  • We hebben ruime huizen nodig, minimaal 120 vierkante meter op een redelijke kavel.
  • Op dit moment (2002) zou het voor de volkshuisvesting werkelijk een zegen zijn als de overheid stopt zich ermee te bemoeien.
  • Het kan niet aantrekkelijk zijn om hoog te wonen in een weiland in de buurt van Leeuwarden.
  • Alle modieuze architecten kunnen de meest onbewoonbare woningen ontwerpen en ermee weg komen.
  • Architectuur is volgens Van Rossem iets waar je alleen maar last van hebt.
  • Het is opvallend dat veel architecten in Nederland niet in een door henzelf ontworpen huis wonen.
  • We hebben collectief een hekel aan eigentijdse architectuur.
  • De eentonigheid van de Vinex-locaties zit hem vooral in het woningtype.
  • Het is een wonderlijke manier van denken dat je iets niet zou mogen kopiëren.
  • In de architectuur geldt: een kopie van iets wat goed is, is óók goed. In de praktijk is architectuur vooral een kwestie van goed afkijken. Ongeveer eens in de eeuw staat een architect op die werkelijk creatief is.
  • Tegenwoordig (2002) is modernisme alleen maar vormgeving.
  • Hoe mobieler de burgers, hoe conservatiever de huizenkeus.
  • Een normaal mens wil op een zeker moment tot zichzelf komen.
  • Het getuigt juist van intelligentie om niet consequent te zijn, om het beste van verschillende werelden te combineren.
  • We zijn voortdurend op zoek naar een handig compromis.
  • In hedendaagse (2002) bouwvakbladen staan geen mooie huizen meer, en ze verkopen er ook nog eens kletsverhalen bij.
  • Een huis is geen autonoom kunstwerk, je moet er gewoon in kunnen wonen en werken.
  • De retro-trend is heel stevig, de mensen zijn het modernisme namelijk spuugzat.
  • We willen ons in toenemende mate ontspannen in aantrekkelijke, cultuurhistorische landschappen.
Wij architecten moeten leren om net als in de kledingindustrie confectielijnen te ontwerpen - Carel Weber
  • Het gaat Weber erom dat er een gedifferentieerd woningaanbod komt.
  • Het onderscheid tussen wonen en recreëren is al sterk vervaagd.
  • De staatsbemoeienis leidt tot een zekere eenheid in vorm (bijvoorbeeld: modernistische cultuur), en daarmee tot een specifiek soort esthetiek.
  • Wie bepaalt eigenlijk wat kwaliteit is?
  • Samenhang leidt tot teveel uniformiteit.
  • In het buitenland vernieuwen de steden zich ook van binnen.
  • We hebben bezwaar tegen de vorm, omdat we de vorm van een morele inhoud hebben voorzien; de vorm is verbonden met ideologie.
  • Architectuur is geen vrije expressie. Een architect dient zich te laten leiden door opdrachtgever en overlevering.
  • In de echte architectuur gaat het om de ambitie om een werk de expressie te laten zijn van individuele creativiteit.
  • In de confectie bestaat een enorme diversiteit; waar architecten goed naar moeten kijken.
Alles wat bijdraagt aan de complexiteit en differentiatie van een landschap is een verrijking - Freek Coeterier
  • Mensen willen graag verrast worden.
  • Er bestaat een theorie die zegt dat een bepaalde hoeveelheid activiteit, een hoeveelheid informatie, nodig is om de hersenen op gang te houden.
  • Rustgevend is niet altijd hetzelfde als het ontbreken van prikkels.
  • In Nederland dient ook de wilde natuur er verzorgd uit te zien.
  • Zodra in een historische omgeving de verloedering haar intrede doet, begint een negatieve spiraal van meer verwaarlozing en vandalisme.
  • Het landschap krijgt gevoelswaarden (bijvoorbeeld een beeld van zuiverheid) die het niet had toen mensen er hard moesten ploeteren.
  • Het natuurlijke associëren we met geheimzinnigheid en onvoorspelbaarheid.
  • Een natuurgebied en een historische binnenstad hebben door hun organische uitstraling hetzelfde vermogen om bij mensen een gevoel van intimiteit en geborgenheid op te roepen.
  • Afwisseling moet zich altijd afspelen binnen een zekere samenhang en passen in een geheel; er moet zowel eenheid als verscheidenheid zijn. Als er alleen maar verscheidenheid is, ervaren mensen dat als een rommeltje.
  • Er heeft zich een eenzijdige ontwikkeling voorgedaan, waarbij techniek en functionaliteit de overheersende krachten zijn geworden.
  • Architecten werken alleen voor eigen glorie. Met architecten valt moeilijk samen te werken. Ze voelen zich kunstenaar. 
  • In de moderne architectuur is het bedachte dominant, en het gevoelsmatige nagenoeg afwezig.
  • Moderne gebouwen zijn niet per se slecht, zo lang ze maar aan de behoefte van het gevoel tegemoetkomen.
  • Het is een realiteit dat landschappen in Nederland steeds minder van elkaar zijn gaan verschillen.
  • De eigenheid van het dorp wordt aangetast door de nieuwbouwwijk, door het verschijnsel dat er zoveel forenzen zijn. Landschappen worden soms letterlijk uitgehold, en de beleving daarmee ook. Het typische lokale is aan het verdwijnen.
  • Alles wat bijdraagt aan de complexiteit en differentiatie van het landschap is een verrijking.
  • Laat de mensen maar meedenken over de inrichting van hun omgeving. Dat vergroot niet alleen het draagvlak, maar ook de inspiratie om tot creatieve plannen te komen.
  • We moeten vanuit de bestaande situatie onze omgang met het landschap gaan verbeteren.
De verbondenheid met de geschiedenis gaat niet diep - Hans Mommaas
  • Mensen gunnen zichzelf niet meer de tijd iets langzaam te ontdekken, maar willen bij voorbaat gegarandeerd zijn van de opbrengst van hun schaarse vrije tijd. 
  • Tegenwoordig (2002) is niet de standaardisering aan de macht, maar de diversificatie.
  • De belangrijkste energie van mensen gaat uit naar de eigen woning als centrum van het bestaan, in het bijzonder ook het centrum van ontspanning en vrijetijdsbesteding.
  • Het is een voortdurend gevecht om spaarzame tijd.
  • De economische waarde van de binnenstad is sterk toegenomen.
  • Alle steden zijn in concurrentie met elkaar en investeren hevig in de eigen belevingswaarde. Het historiseren van het stadsbeeld is daar een belangrijk onderdeel van.
  • Uniformering en diversificatie zijn een gevolg van mondialisering en schaalvergroting.
  • Juist door standaardisering wordt het des te belangrijker om iets aan eigenheid te bewaren.
  • Er is een toenemende behoefte en noodzaak om vast te houden aan de eigen identiteit.
  • Het toerisme, en alles wat we meebrengen van elders, is voor een belangrijk deel de inrichting van het land gaan bepalen. Als gevolg van toerisme en migratie komen er andere cultuurelementen in de eigen cultuur.
  • Vroeger bestond er nog een zekere eenheid van tijd en ruimte.
  • De manipuleerbaarheid van de ruimte is veel groter geworden.
  • We creëren een ideaalbeeld van een landschap in de eigen tuin - het pastorale landschap.
  • We willen interessante natuur.
  • Het landschap zal van een typische productiesector steeds meer veranderen in een decor voor consumptie in het kader van de vrijetijdsbesteding. Daarbij willen we iets met bos en water, en in ieder geval veel afwisseling.
  • De mensen in de Vinex-wijken zijn allerminst ontevreden over hun woningen, maar zien hun verblijf wel als een overgangsfase, tot ze echt iets landelijks of stedelijks kunnen krijgen.
  • De diversiteit zal blijvend zijn.
Nabeschouwing: romantiek en natuur - naar een andere beleving - Bart Voorsluis
Voorsluis herneemt het verbindende thema van een nieuwe romantiek en verdiept die nog eens.
  • In Nederland heeft er een omslag plaatsgevonden in waardering voor de omgeving.
  • Na de 2e Wereldoorlog was er een schreeuwende behoefte aan woningen en aan voedsel, en geen van beide was voldoende aanwezig.
  • Wie gewend is Nederland te bezien als een natie waar overleg het basisprincipe van besluitvorming is, wordt getroffen door de allesoverheersende rol van de overheid in dit proces.
  • Bij de herinrichting van het boerenbedrijf ging het vooral om schaalvergroting, doelmatigheid, scheiding van werk en leefsfeer en rationalisering van de voedselproductie.
  • Mensen kunnen zich met smaak onderscheiden en volgens sociologen is smaak in onze vrijwel klassenloze maatschappen verbonden met status en beantwoordt ze aan een algemene distinctiedrift.
  • De Romantiek wil de werkelijkheid begrijpen, interpreteren en ziet in die benadering de mens als een zichzelf ontplooiend wezen.
  • De moderne cultuur schept een vals beeld van de werkelijkheid en vernietigt wat voor ons van wezenlijk belang is.
  • Romantiek is een terugkeer naar de natuur, in naam van de cultuur.
  • De verwantschap met de natuur is door de moderne cultuur verstoord en zelfs vernietigd.
  • We moeten tot het besef komen dat we in disharmonie met onszelf en met onze omgeving leven.
  • Iedereen heeft een eigen schema, een eigen maat en een eigen tempo.
  • Er is sprake van geleidelijke ontplooiing, maar de onbepaaldheid ervan is principieel.
  • Wat je wordt, beantwoordt aan wat je zelf bent.
  • Je herkent gaandeweg steeds beter wat van jezelf is en daarmee wat niet bij je hoort. Het is een groei in bewustzijn.
  • Ik ben, uiteindelijk, mijn eigen criterium en die waarheid betekent iets van vitaal belang: trouw aan mezelf.
  • De natuur is groeikracht en creatie; identiteit is wasdom en rijkdom.
  • Maatschappelijke regels houden de mensen verdeeld, en dringen gevoel en verstand uiteen.
  • Als de cultuur ons omtrent onszelf bedriegt, waar herkent de mens dan nog iets van zichzelf; waartoe behoort hij wezenlijk?
  • We moeten terug naar een oorspronkelijke natuur, naar een houding van aanvaarding en respect, wellicht van overgave. De ongereptheid en de harmonie moeten terugkomen.
  • Nostalgie (pijn om de terugkeer) is lijden aan het bestaande, in het besef dat het eens anders was, maar dat terugkeer niet mogelijk is.