zondag 31 januari 2021

Rottige Meente ideale springplank voor de herintroductie van de otter

Zondag 31 januari 2021
 

Loopbruggetje over de Scheene in de Rottige Meente











Tussen Landweer & Friese Waterlinie

In het jaar 2015 verscheen de wandelgids 'Tussen Landweer & Friese Waterlinie', geschreven door de landschapsjournalist Fokko Bosker. Deze wandelgids bevat vijf Themaroutes, die zijn opgebouwd uit 13 afzonderlijke wandelroutes door de Friese gemeenten Ooststellingwerf & Weststellingwerf, over een afstand van 250 kilometer, en qua etappe-routes gebaseerd op het Friese Wandelknooppuntennetwerk.
De 13 etappes worden door Bosker vooral verhalend beschreven, waarbij de streekhistorie en de flora en fauna van de streek uitgebreid aan bod komen. De gids heeft meer het karakter van een wandelgids, dan een routegids, want je leest wel veel over wat je onderweg wandelend passeert, maar de incidentele teksten over de te wandelen etappe-routes zijn zo globaal, dat ze niet kunnen worden gebruikt om de route onbezorgd foutloos te lopen.

Wandelen in thema's en in etappes
Durkje en ik hebben besloten vandaag weer een route te wandelen van de 13 etappes van deze wandelgids. We lopen vandaag de eerste etappe van Themaroute 5, met als thema-titel 'Op het otterpad - Driedaagse dwaaltocht door de laagveenmoerassen in Zuidoost-Friesland'.
Deze etappe van Wolvega naar Scherpenzeel is 18 kilometer lang.
Etappe 5.1 is getiteld: 'Rottige Meente ideale springplank voor de herintroductie van de otter'. Dat verwijst naar de terugkeer van de - bedreigde en indertijd bijna uitgestorven - otter in het natuurgebied de Rottige Meente.

Padvinden in het Wandelknooppuntennetwerk van Zuid-Oost Fryslân
Van elke etappe wordt in de wandelgids het startpunt en het eindpunt aangegeven, en de route-aanwijzing bestaat uit de opeenvolgende Wandelknooppuntennummers, die je wandelend 'in het veld' passeert. Het kaartje in de wandelgids met daarin de knooppuntennummers is zozeer verkleind afgebeeld, dat die niet kan worden gebruikt als betrouwbare routegids.
We kunnen vandaag voor een deel wel gebruik maken van het Friese Wandelknooppuntennetwerk, waar de routebeschrijving in knooppunten correspondeert met de routeknooppuntpalen in het veld. Er zijn echter ook enkele onvolkomenheden in de nummering en in de volgorde van de nummering, maar als je de huidige Wandelknooppuntendeelkaart 3 van de Wouden erbij gebruikt, kun je de route foutloos bewandelen. 

Etappe 5.1: Rottige Meente ideale springplank voor de herintroductie van de otter
Om 8:15 uur vertrekken we bij het ochtendgloren vanuit Feinsum, en brengen we een auto naar het eindpunt van vandaag, in het Friese Scherpenzeel. Onderweg zien we de zon opkomen. Vanuit Scherpenzeel rijden we met de andere auto terug naar Wolvega, waar we die auto parkeren bij het gerenoveerde NS-station van 1865. Om 9:30 uur parkeren we onze auto op het P+R-terrein bij dat treinstation. Hier begint vandaag onze etappe.
Bij ons vertrek vanmorgen vanuit Wolvega vriest het 6 graden. De lucht is bijna onbewolkt, dus we lopen voor een groot deel van de dag onder een helder blauwe winterlucht. Het waait overigens nagenoeg niet, dus het is schitterend winterwandelweer; beslist niet koud.
Dat het wel winters weer is, blijkt uit het laagje ijs op de wateroppervlaktes en uit de rijk berijpte omgeving. Dit weer en deze winterse omgeving nodigen velen uit om te genieten van al dan moois buitenshuis. Nadat velen vanwege de Corona-maatregelen weer een week binnen hebben gezeten, is het wel heel aantrekkelijk om op deze zonnige zondag naar buiten te gaan, om te genieten van weer en natuur. Dat velen dat doen, blijkt ook wel uit het feit dat we vandaag opmerkelijk veel wandelaars, joggers, wielrenners en fietsers ontmoeten over de gehele lengte van deze etappe. 
Langzaam stijgt de temperatuur vandaag. Voor ons en voor vele anderen een schitterende dag om onder andere te wandelen door het natuurgebied van de Rottige Meente.

Wandelen langs de Linde
Vanaf het NS-station wandelen we eerst naar het Van der Valk-hotel. Daar nemen we het fiets- en voetpad dat langs de Lindewijk loopt, de nieuwbouwwijk van Wolvega. Zo verlaten we Wolvega aan de zuidkant. 
Nadat we de Linde zijn overgestoken, gaan we verder over de Domeinenweg naar de Steenwijkerweg. Waar we de Steenwijkerweg oversteken, begint het geasfalteerde fiets- en wandelpad van het Stroomkantpad. Dat pad volgt eerst een oude meander van de rivier de Linde, maar verderop ligt het pad langs de Linde.



Bij een gemaal gaat het Stroomkantpad over in de Sasweg, die hier ook langs de Linde loopt.
Verderop gaan we met een brug over de Linde, en aan de overzijde van deze Fries-Overijsselse grensrivier verlaten we de Sasweg, om dan over het pad van Gapenburg verder langs de Linde te wandelen in westelijke richting.
Bij de zelfbedieningspont richting Oldemarkt, veranderen we van richting, om dan verderop weer langs de Lende naar Driewegsluis te wandelen.
Vanwege de Corona-pandemie is het horeca-Paviljoen Driewegsluis helaas gesloten, maar gelukkig hebben we zelf een thermoskan koffie meegenomen. Op twee eenzame terrasstoelen nemen we plaats, om heerlijk volop in de warme winterzon te genieten van een meegenomen broodje met koffie.

Door de Rottige Meente
We verlaten nu de Linde, want die draait hier af richting Ossenzijl. Wij moeten naar het natuurgebied van de Rottige Meente, dus wij wandelen na deze pauze voorbij de Linthorst Homan-sluis over de Lindedijk langs de Jonkers- of Helomavaart.
Bij de brug van de Pieter Stuyvesantweg over deze vaart, veranderen we van richting, om dan na een eindje over de parallelweg van de Pieter Stuyvesantweg al spoedig het natuurgebied de Rottige Meente in te kunnen wandelen.
Dit laaggelegen, natte laagveenmoerasgebied heeft prachtige wandelpaden, zowel verhard als onverhard. De onverharde paden zijn een groot deel van het jaar drassig, maar omdat de toplaag van de bodem vannacht is bevroren, zijn zelfs de meest drassige delen van de onverharde voetpaden heel goed toegankelijk.
Over deze mooie onverharde natuurpaden doorkruisen we de Rottige Meente, totdat we via een voetgangsbruggetje de waterloop van de Scheene oversteken.
Daarna gaat de route verder over het asfaltpaadje van het Scheenepad langs de Scheene, langs een aantal kleine veenhuisjes, die deels voor permanente bewoning of voor recreatieve bewoning zijn aangepast.

Het Voetpad door de Grote Veenpolder van Munnekeburen naar Scherpenzeel
Op een gegeven moment zien we rechts van ons in het noorden het dorp Munnekeburen liggen. 
De route gaat dan verder over een schelpenpad naar dit dorp, waar de voormalige lagere school en de kerk en ook enkele woningen op hoogtes zijn gebouwd, om geen natte voeten te krijgen ingeval de waterstand in dit laagveengebied al te grote hoogtes zou aannemen.
Ter hoogte van de dorpskerk van Munnekeburen gaat de route verder over het zogenoemde Voetpad richting Scherpenzeel. Dit voetpad loopt op enkele honderden meters afstand parallel aan de verbindingsweg van Munnekeburen naar Scherpenzeel.
 

Het Voetpad is een schitterend oud voetpad dat aan de noordzijde langs de petgaten en legakkers van de Rottige Meente loopt.
Links en rechts staan oude huisjes en boerderijtjes, die door dit oude Voetpad met elkaar zijn verbonden. Af en toe passeren we de plek waar toch ook nog een nieuw huis is of wordt gebouwd. Het is een bijzonder karakteristiek stukje Fryslân dat we nu doorkruisen.
Enkele kilometers verder kruist dit Voetpad de Pieter Stuyvesantweg. Hier eindigt onze route van vandaag. We wandelen over de parallelweg langs de Pieter Stuyvesantweg naar het monument ter gedachtenis aan Pieter Stuyvesant, dat op een hoge pijler staat bij de entree van Scherpenzeel.
Iets verderop staat onze auto. We eten nog even een broodje, stappen in, en rijden terug naar Wolvega, waar onze andere auto staat. Als we even later vanuit Wolvega weer terug rijden naar Feinsum, zie ik op het display van de auto dat de temperatuur rond 14:30 uur 2 graden Celsius is. Dit betekent dat de dagtemperatuur in deze regio met acht graden is gestegen vandaag. Dat is bijkans ongemerkt gebeurd, waarschijnlijk omdat we weinig wind hebben ervaren vandaag, en omdat het de hele dag heerlijk zonnig was.


zaterdag 30 januari 2021

Lof der dwang

Zaterdag 30 januari 2021
 

Cover van 'Lof der dwang'

Democratische dwang
Veel verbaal geweld, maar geen oplossingen.
Zo typeert socioloog en journalist-schrijver Herman Vuijsje (1946) de woordenstroom over normvervaging en zorgzame samenleving. 
Het gebrek aan respect voor het algemeen en andermans belang blijft ondertussen toenemen.
In zijn boek 'Lof der dwang' (1989) houdt Herman Vuijsje een gedurfd pleidooi voor een betrokken inmenging in elkaars leven, en voor 'democratische dwang' als middel daartoe.
Burgers zullen zich - volgens Vuijsje - alleen socialer gedragen als medeburgers dat ook doen.
Herman Vuijsje stelt dat daarvoor een overheid nodig is die met daadkracht optreedt, en dat een wethandhavingsapparaat duidelijk aanwezig is.
In een prikkelende verkenning van de openstaande wegen doorbreekt Herman Vuijsje met het boek 'Lof der dwang' het taboe.
Om tot een werkelijk 'verantwoorde samenleving' te komen, is een grotere mate van dwang onvermijdelijk.
Maar ja, wie neemt de handschoen op?


Week 1 van de Corona-avondklok
Toen precies een week geleden de avondklok als anti-Coronamaatregel inging, was al voorzien dat deze vergaande vrijheidsbeperkende maatregel tot verzet zou leiden. Iedereen kon wel aanvoelen dat het alleen maar opleggen van deze maatregel niet zou gaan betekenen dat iedereen zich daar geheel aan zou gaan houden. De overheidsinstanties verklaarden dan ook klip en klaar dat de maatregel strikt gehandhaafd zou worden, en dat overtreders van de avondklok in elk geval zouden kunnen rekenen op een boete van 95 euro. 
Een dergelijke maatregel opleggen en die niet handhaven, zou in elk geval in Nederland sowieso tot een fiasco leiden, dus handhaven en ook melden dat er gehandhaafd zou worden, is een harde vereiste voor een optimaal resultaat. Dwang met regels zónder handhaving werkt niet, althans niet in Nederland. 

Dwang in historisch perspectief
Al geruime tijd stond het boek 'Lof der dwang' van Herman Vuijsje in onze boekenkast. Het leek mij een goed idee om in deze eerste week van de avondklok deze ode aan het verschijnsel 'dwang met handhaving' te gaan lezen. Terugblikkend op de grote maatschappelijke onrust en de rellen die zijn ontstaan bij het ingaan en bij het handhaven van deze Corona-avondklok kan ik wel stellen dat de inhoud van dit boek goed past bij wat we in de afgelopen week in Nederland hebben beleefd.
Herman Vuijsje schreef meerdere publicaties over naoorlogse cultuurverschuivingen in Nederland. Ook dit boek 'Lof der dwang' plaatst de manier waarop met name Nederlanders al dan niet gewenst omgaan met regels in een historisch perspectief. De vele beschreven observaties en voorbeelden uit onze samenleving maken duidelijk dat wet- en regelgeving alleen maar succesvol zijn in combinatie met enige vorm van dwang; derhalve dan ook 'Lof der dwang'.

Aanstelleritis in Amsterdam

  • De bodem is uit de sociale controle gevallen.
  • Bemoeien moet met overleg gebeuren, altijd afgestemd op de objectieve omstandigheden.
  • Sociale controle werkt alleen als het daartoe strekkende gedrag conform de norm is, en ook op sociale ondersteuning kan rekenen.
  • Sociale controle in de grote stad kan alleen gedijen bij de gratie van een betere wetshandhaving door politie en justitie.
  • Als je onbeschaafd handelende lieden tegenover je vindt, moet je zelf ook maar een beetje minder verfijnd gaan optreden.
  • Schreeuwen is misschien wel de meest gênante vorm van sociale controle. Wie schreeuwt, doorbreekt niet alleen de privacy, maar laadt ook nog de verdenking van onbeheerstheid op zich.
De openbare ruimte op de tocht
  • Het openbaar domein wordt - toch al aangetast - niet verdedigd, maar verder prijsgegeven.
  • Als de overheid het functioneren van haar eigen voorzieningen niet kan afdwingen, waarom zouden particulieren dan wel voor toezicht en controle kiezen?
  • Je wilt je eigen omgeving gewaarborgd hebben, schoon kunnen houden, de veiligheid zelf in de hand kunnen houden.
  • Het gedoogdenken heeft in Nederland een hoge graad van vanzelfsprekendheid bereikt.
  • De grimmigheid in/van een buurt kun je voorkómen als je bij de bouw van die buurt rekening houdt met de maatschappelijke realiteit, opdat en zodat minder storende, meer geïntegreerde oplossingen bedacht kunnen worden.
De tram als niemandsland
  • Aanwezigheid van controleurs levert 'sociale winst' op.
De terugkeer van de punt
  • In onze dagen treedt een kentering op. De tolerantie is vertaald in duidelijke normvervaging.
Lessen van Voorthuizen
  • Een diender moet niet altijd op de lieve toer gaan
  • Het respect voor andermans eigendommen neemt af.
  • De politiepostcommandant van Voorthuizen beschouwt het dorp als zijn 'eigen tuintje'.

Klikken in de rechtsstaat

  • In Nederland rust op klikken bij het gezag een duidelijk taboe.
  • Motieven als Tolerantie, Respect voor de privacy en voor de rechtsstaat, en Afkeer van eigenrichting functioneren als dekmantel voor onverschilligheid en geïntimideerdheid.
  • Het is heel principieel om iemand niet aan te geven. Het is toevallig ook het veiligste om dat niet te doen.
  • Iemand 'verklikken' of 'aangeven' heeft nog steeds een zwaar beladen klank.
  • Er zijn ook slachtoffers in het geding. Hun positie is veel minder met rechtswaarborgen omkleed.
  • Ik zou het absurd vinden een erbij snabbelende bijstandsontvanger aan te geven.
  • Het negatieve effect voor het algemeen belang is per saldo gering, misschien is zelfs van een positief effect sprake.
  • Burgers die kennis hebben van een misdrijf, moeten dit aan de bevoegde instanties melden.

De opkomst van het Doe-Maar-denken

  • In nog steeds toenemende mate geloven Nederlanders dat je 'moet opkomen voor jezelf'.
  • Waar een stevig vangnet hangt, kan men zijn naaste gerust laten vallen.
  • De vermaatschappelijking van verantwoordelijkheid en schuld is in de verzekeringssfeer zo ver voortgeschreden, dat de idee van morale aansprakelijkheid en verwijtbaarheid praktisch is verdampt.
  • Sinterklaasavond behoort tot de weinige gelegenheden waarbij wij moreel commentaar geven op andermans handelen.
  • Met Kerst moet je 'goed' zijn; van Sinterklaas mag je 'niet stout' zijn, en de Sint zegt daar precies bij wat hij bedoelt.
Aftocht der Apologen (beroepsbegrijpers)
  • Mensen worden weer in toenemende mate verantwoordelijk gehouden voor hun eigen lotgevallen.
  • Elke revolutie moet op een gegeven moment de vraag onder ogen zien: Werkt het ook?
  • Overal in de samenleving zet de ontwikkeling naar een minder moraliserende opstelling van de buitenwereld inzake de privé-afspraken tussen mensen zich onverminderd voort.
  • 'Normovertredingen' werden vooral beliefd te worden gezien als een 'signaal om hulp' of 'een voorstel aan de samenleving'.
  • Normen verslijten net zo snel als schoenen.
  • Normovertredingen zijn noodsignalen; kan best, maar dat wil nog niet zeggen dat er niet tegen moet worden opgetreden.
  • Je wilt vanuit verankerde standpunten je lijn bepalen.
Het dilemma van de uitslovers
  • In het verkeer blijken de Nederlanders hun gedrag in toenemende mate zelf te 'reguleren' en te 'controleren'.
  • Mensen worden in toenemende mate afhankelijk van elkaar, en zullen dus steeds meer rekening met elkaar moeten houden. Hoe ze die onderlinge contacten reguleren, kunnen ze best zelf uitdokteren.
  • Dankzij de onderhandelingscultuur letten we meer op anderen.
  • De onderhandelingshuishouding werkt 'beter' naarmate de betrokkenen een besef hebben van wederzijdse afhankelijkheid.
  • Als het directe eigenbelang samenvalt met dat van de groep, gedragen Nederlanders zich gedisciplineerd. Waar beide belangen haaks op elkaar staan, neemt tot in de meest abjecte situaties de neiging tot normafwijkend gedrag toe.
  • Prisoner's dilemma: Geen van beiden durft over de schuld van de ander te zwijgen, uit vrees dat deze hem wèl zal verraden. Daardoor worden beiden veroordeeld.
  • Amoreel gedrag is vaak gesignaleerd in samenlevingen waar extreme armoede en uitzichtloosheid heersen.
  • Amoreel handelen wordt ook bij ons in toenemende mate als normaal beschouwd. Het persoonlijk eigenbelang staat centraal.
  • Waarom zou jij je uitsloven als niemand anders dat doet?
Het vuil, de stad en de hond
  • Vroeger was een hond een hond, nu is hij 'vermenselijkt'.
Dwingen in Nederland
  • Zelfs tegenover heroïnehoeren wordt het gedogen volgehouden tot de dood erop volgt. Zij moeten maar op vrijwillige basis van gedrag veranderen.
  • De gedoogzone staat voor vertwijfeling en onmacht, vermomd als tolerantie, als onbekrompen politieke visie en permissiveness (tolerantie).
  • Er is een geringe bereidheid van de Nederlandse regering om tot maatregelen van dwang en controle over te gaan.
  • Nederlanders brengen overheidstoezicht, overheidscontrole en overheidsdwang onmiddellijk in verband met totalitaire onvrijheid.
  • Amerikanen zijn gewend de democratie te bekijken als een gecompliceerd stelsel van checks and balances, waarin naast eigen verantwoordelijkheid controle een sleutelrol vervult.
  • In Nederland zijn overheidstoezicht en sociale controle lange tijd beschouwd als diametraal tegenover elkaar staande mogelijkheden.
  • Zeker in de steden gaat sociale controle tegenwoordig door voor een blijk van aanstellerij.
  • Wanneer burgers zich niet meer verantwoordelijk voelen, terwijl de overheid zich beperkt tot het preken van de verantwoordelijke samenleving, ontstaan er stukken 'niemandsland'.
  • De verzorgingsstaat vereist op bepaalde punten een sterkere overheidsbemoeienis dan een terugtredende overheid.
  • Een meer verantwoordelijke samenleving krijgen we alleen als de overheid duidelijk laat zien dat zij bereid is de sociale controle te ondersteunen.
  • De neiging van de overheid om in te grijpen in de persoonlijke levenssfeer van burgers is uiterst gering, omdat de burgers dat zo willen.
Op weg naar een kwintaire sector (overheidsdienstverlening)
  • Mensen maken een kosten-baten-analyse bij elke moreel geladen beslissing.
  • Nog steeds is er behoefte aan gewetensbevestiging, aan voorgangers in rituelen met behulp waarvan mensen zichzelf en elkaar in bedwang kunnen houden.
  • Om eigenzinnige burgers in een geïndividualiseerde samenleving aan het belang van normen en wetten te herinneren, is een permanente public relations-inspanning nodig.
  • Bewogen oproepen dwingen en dreigen niet, en iedere moderne burger weet dat andere burgers amoreel gedrag alleen achterwege zullen laten als er sancties in het geding zijn.
  • Veel politieagenten hebben het gevoel dat zij tot de laatsten der Mohikanen behoren wanneer het gaat om het bewaken van de moraal in de samenleving. De maatschappelijke steun die de politieman geniet, wordt steeds geringer, terwijl de hulp die hij verleent als vanzelfsprekend wordt gezien.
  • Een ongeremde seksbeleving, waarbij je je helemaal kunt laten gaan, is zo ongeveer een grondrecht geworden.
Is Big Brother nog wel links?
  • In een geïndividualiseerde maatschappij blijkt de optelsom van individuele voorkeuren zodanige schade te kunnen toebrengen aan het belang van allen, dat de overheid wel dwangmaatregelen móet nemen.
De Controleurs
  • In Amerika zijn grote delen van de openbare ruimte al in 'controle-eilanden' veranderd.
  • Nederlanders hebben het zo grijs gemaakt dat ze weer meer controle over zichzelf afroepen.
  • De minder moralistische en meer 'zakelijke' visie op het naleven van regels, die leidt tot meer normoverschrijding, maakt ook het ondergaan van controle minder pijnlijk.
  • De Kamer is zelf ook meer controle-minded geworden. Ze ziet zichzelf steeds meer als controleur, niet alleen als wetgever. Controle wordt meer aanvaard als onderdeel van de democratie.
  • De combinatie van advies- en controletaken rukt in de hele controlesector op. De ene keer je adviespet op, de andere keer je politiepet, dat gaat botsen.
  • Controle is niet meer de hoofdtaak van de treinconducteur. Veiligheid en service zijn belangrijker volgens de huidige NS-filosofie.
  • Eigenlijk willen de meeste mensen weer meer controle, op anderen en ook op zichzelf.
  • Niet alleen lijken burgers weer in toenemende mate bereid om controle door functionarissen te accepteren, ook de weerstanden tegen een efficiënte aanpak van toezicht en controle verminderen.
  • Vrouwen: ideale opzieners van de verzorgingsstaat?

zondag 24 januari 2021

In the beginning

Zondag 24 januari 2021
 

Cover van 'In den beginne'

Spanning tussen streng chassidisch en liberaal

Het boek 'In the beginning' (1975) is de vierde roman van Chaim Potok. 
Herman Harold (Chaim) Potok (1929–2002) was een Amerikaans schrijver en rabbijn. Hij kreeg vanwege de traditie van zijn Poolse immigranten-ouders na zijn geboorte ook nog de Hebreeuwse namen Chaim Tzvi. 'Chaim' betekent 'leven'.
De spanning tussen enerzijds een streng chassidisch milieu en anderzijds een liberale opvoeding, is iets wat Chaim Potok ervoer in zijn eigen leven. Hij werd opgevoed in een orthodox-joods gezin. In zijn orthodox-joodse familie en omgeving heeft Chaim veel weerstand moeten trotseren om van zijn talent zijn beroep te kunnen maken.
Peter Sollet en Jeannette Bos hebben dit boek uit het Engels vertaald, en op de Nederlandse boekenmarkt verscheen dit boek in 1987 met de titel 'In den beginne'.
De titel van deze roman is ontleend aan de eerste woorden van de Bijbel: "In den beginne schiep God de hemel en de aarde".
De titel van dit boek geeft ook aan dat het proces van volwassenwording geen werkelijk einde kent. De opdracht van van de hoofdpersoon is het begin van zijn verdere leven.
Voor een goed begrip van de gebruikte terminologie begint dit boek met een Woordenlijst, waarin de in het boek gebruikte termen zoals Chanoeka, gojim en sjofar worden verklaard.

Alle begin is moeilijk
Dit boek begint heel passend met de beginzin "Alle begin is moeilijk".
De roman beschrijft hoe de hoofdpersoon David Lurie - een ziekelijk, maar wel hoogbegaafd jongetje - opgroeit, hoe hij Hebreeuws en Engels leert lezen, hoe hij gefascineerd raakt door de bijbelwetenschappen, besluit die te gaan studeren; en welke obstakels David daarbij tegenkomt, zoals : gezondheidsproblemen, antisemitisme, depressie van zijn vader (na de crisis) en van zijn moeder (na de Tweede Wereldoorlog), en ook het onbegrip van Davids familie. |
Het verhaal speelt zich af in de twintiger tot veertiger jaren van de vorige eeuw in New York. Maar veel gebeurtenissen uit het verleden in Poolse steden van die tijd - zoals Lvov en Bobrek - spelen ook een rol. Alleen het laatste hoofdstuk speelt zich af bij het oorlogsmonument van Bergen-Belsen ('Hier is het verleden'), waar Davids hele Poolse familie is overleden.

In den beginne
David wordt geconfronteerd met antisemitisme, armoede en met het joodse geloof. Alhoewel David het joodse geloof op een ander manier bestudeert dan dat men gewoon was in de joodse wereld, probeert David in dat joodse geloof toch zijn geluk te vinden.
In deze roman staat het thema 'geweld' centraal. David komt bijvoorbeeld voor de keuze te staan of Jodenhaat - naast Polen en Duitsland ook in de Verenigde Staten - al dan niet met geweld moet worden beantwoord. Ook in New York worden namelijk Joden openlijk afgetuigd. Daar staat tegenover dat de Joden óók geweld gebruikten. David zijn vader is bijvoorbeeld lid van de 'Am Kedosjiem', een organisatie die zich met wapens verzet tegen Jodenvervolging.
David kiest daarentegen een andere weg. Hij wil zijn tegenstanders namelijk met woorden verslaan.
Zelfs  als zijn Joodse geloofsgenoten het niet van David accepteren dat hij behalve niet-joodse, zelfs ook Duitse werken over hun heilige geschriften leest, blijft David zich openstellen voor de meer moderne methoden om de Tora en daarmee ook het Jodendom te verdedigen,

"Als je het heden voedt,
mag je het verleden nooit vergeten."

zaterdag 23 januari 2021

De Acht om de Groate Kerk

Zaterdag 23 januari 2021
 

Cover van de wandelgids
De drie van de Acht
In het jaar 2011 gaf de Stichting Alde Fryske Tsjerken na de restauratie en bij de heropening van De Groate Kerk een wandelgids uit met als titel: 'De Acht om de Groate Kerk'. De subtitel 'Wandelroutes rondom Sint-Jacobiparochie' maakt duidelijk dat het gaat om meerdere wandelroutes rondom Sint-Jacobiparochie. 
Johannes de Jong zorgde voor de tekst, de fotografie en voor de vormgeving; en de eindredactie van deze wandelgids was in handen van Jaap van der Boon.
Op de cover van deze wandelgids prijken enkele foto's van karakteristieke punten langs de route; en op de achterzijde worden een aantal teksten vermeld, die de wandelaar van deze routes onderweg stof geven tot nadenken. Deze citaten zijn afkomstig uit het inspiratieboek 'Pelgrimeren, Onderweg naar Santiago de Compostela'.
Deze wandelgids bevat drie verschillende routes, die samen als het ware de vorm van een '8' vormen ten noorden, in, en ten zuiden van Sint-Jacobiparochie. Alle drie routes beginnen bij De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie, het startpunt van de pelgrimsweg van het Nederlandse Sint-Jacob naar het Spaanse Sint-Jacob (Sant-iago de Compoostela).
Je kunt als wandelaar kiezen uit een totale afstand van 10 kilometer, over de volgende drie routes:

  1. De Monumentenroute, van 1,5 kilometer;
  2. De Route om de Noord, van 5 kilometer;
  3. De Route om de Zuid, van 3,5 kilometer.
Middagwandelen
De hele week al zijn de weersvooruitzichten voor vandaag en morgen niet erg mooi. Met enkele graden boven nul en met een doorgaans matige wind is het weliswaar niet erg koud, maar er wordt elke keer wel gewaarschuwd voor winterse buien, waarin regen en sneeuw elkaar kunnen afwisselen. Niet echt een weertype dat ons uitnodigt om op grotere afstand van huis een lange wandeling van zo'n 20 kilometer te gaan maken. 
Gisteravond bleek de voorspelling te zijn dat het vanmorgen zou gaan regenen, en dat het vanmiddag droog is, waarna de avond - de eerste avond van de anti-corona-avondklok - weer getekend zou worden door winterse neerslag. 
Daarom hebben Durkje en ik er gisteravond voor gekozen om vanmorgen eerst iets anders te gaan doen, om pas rond het middaguur op stap te gaan voor een iets kortere middagwandeling. Daartoe kozen we voor vandaag derhalve de wandelroute 'De Acht om de Groate Kerk'.
Om 12:00 uur arriveren we met de auto vanuit Feinsum bij de prachtige Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie.
 

1. Monumentenroute
Deze eerste route voert ons langs monumenten in verschillende bouwstijlen uit de 18e, de 19e en uit de 20e eeuw. 
De route begint bij de voormalige pastorie (1760) van Sint-Jacobiparochie, die achter de Groate Kerk staat. 
Over het Oosteinde loop je dan langs een woonhuis met een trapgevel uit 1790, en daarna naar de Kadal, waar de oudste boerderij (1649) van Het Bildt staat.
Vlak vóór het eind van de bebouwde kom keer je om bij de villa uit 1914, in chalet-stijl en met tekenen van art-nouveau. 
Over het Oosteinde weer terug wandelend naar de Groate Kerk, passeer je de imposante 21 kamers rijke dokterswoning uit 1914, herkenbaar aan het zeshoekige torentje op het dak van dit grote pand. 
Voorbij de Groate Kerk passeer je daarna aan het Westeinde een woonhuis uit 1765.
Tot slot keer je om naar de neoclassicistische Groate Kerk (1843), een ontwerp van de beroemde architect Thomas Romein uit Leeuwarden.

2. Route om de Noord
Voor de tweede route lopen we vanaf de Groate Kerk in westelijke richting over het Westeinde. Daarbij passeren we eerst de hoek waar vroeger een café met herberg stond, en daarna lopen we langs De Jacobshoeve, en zien we iets verder de plek waar men vroeger het evangelisatiegebouw 'Zoar' (1899) achter een woonhuis heeft gebouwd. 
Bij de westrand van de bebouwde kom lopen we het zogenaamde Spoorrondsy op; een wandelpad over het tracé van de voormalige spoorlijn van de 'Noord Friesche Lokaal Spoorweg', vroeger van Leeuwarden via Sint-Jacobiparochie naar Harlingen.
 

Onderweg krijgen we af en toe even te maken met een kleine bui, die gepaard gaat met een vrij harde westenzeewind, maar ondertussen schijnt verderop om ons heen ook de zon.
Daarna gaat de route verder over het Sandpad, tegenwoordig een schelpenpad, dat is vernoemd naar het oude kerkenpad. Dit Sandpad volgen we langs de buitenrand van enkele boomgaarden (appels, peren, pruimen), waarna het schelpenpad tussen de vruchtbare akkers door loopt naar de Oude Bildtdijk, een voormalige zeekering uit 1505.
Over de Oude Bildtdijk wandelen we langs de machinefabriek van Meijer naar de T-splitsing met de Kadal. Hier steken we via de brug weer de Ouwe Faart over, om daarna over het fietspad langs de Kadal weer terug te lopen naar Sint-Jacobiparochie. 
Op de plaats waar vroeger het oude station van Sint-Jacobiparochie heeft gestaan, slaan we rechtsaf, om dan over een smal schelpenpaadje langs de Delfts rode (inmiddels witgeschilderde) tuindorp-arbeidershuisjes naar de George van Saksenstraat te lopen. Deze volgen we tenslotte langs de uit 1904 daterende dorpskerk tot aan het grote plein vóór de Groate Kerk.

3. Route om de Zuid
Nadat we bij de Groate Kerk even uit de wind en in de zon hebben gepauzeerd om iets te eten en te drinken, gaan we verder, met de derde route van vandaag.
Over het Zuideinde lopen we eerst langs café De Brouwerij, en daarna langs een karakteristiek graanpakhuis uit 1880 en daarna een iets ouder graanpakhuis uit 1860. We ontmoeten bij het tweede pakhuis de eigenaar van de antiekzaak naast de Groate Kerk, die hier in beide voormalige graanpakhuizen zijn voorraad voor de verkoop van antiek heeft staan.
Iets verderop komen we langs de imposante voormalige aardappelbeurs van Sint-Jacobiparochie, en dan gaat de route verder, het dorp uit naar de plaatselijke begraafplaats ten zuiden van het dorp.
Aan de oostzijde van het Zuideinde gaan we verder over een betonpad langs de 37 meter hoge slanke watertoren uit 1957. 
Een heel eind verder in zuidelijke richting zien we de nieuwe radartoren bij Wier, waarmee het Nederlandse luchtruim wordt bewaakt door de Vliegbasis Leeuwarden.
Tussen ons betonpad en die radartoren loopt het restant van een oude geul (1505), de Klaine Blikvaart. Die waterloop stroomt daar verderop door een veel lager geleden gebied. Deze natte gronden zijn niet zo geschikt voor de landbouw, dus daar zien we overwegend natte graslanden, die deel uitmaken van het natuurgebied van Staatsbosbeheer. Vlak voordat we weer naar het noorden afbuigen, horen we verderop een grote groep ganzen gakken in het veld.
Het betonpad voert ons weer terug naar de oostelijke rand van de bebouwde kom van Sint-Jacobiparochie. Bij de eerder gepasseerde villa uit 1914 wandelen we het Bildtse Sint Jabik weer binnen. Onder het kombord staat ook aangegeven dat we nu het 'Santiago aan het Wad' weer binnenwandelen, en vóór ons zien we al weer de toren van de Groate Kerk, eindpunt van deze mooie wandelroute in drie delen.


donderdag 21 januari 2021

Camino de Santiago

Donderdag 21 januari 2021
 

Cover van het boek 'Camino de Santiago'

Heilige mannen van het pelgrimspad

Tussen de steden Nájera en Burgos is de Spaanse Camino de Santiago gekenmerkt door een opvallende concentratie van heiligdommen, waar de middeleeuwse pelgrim halverwege het pelgrimstraject van de Pyreneeën naar Santiago de Compostela kon verpozen.
Eerbiedwaardige mannen - vereerd in de kerken van San Millán de la Cogolla, San Juan de Ortega en Santo Domingo de la Calzada - worden tot op heden nog herdacht in de naamgeving van de plaatsen waar ze leefden en stierven.
In de stad Burgos herinneren de kerk van San Lesmes en de kapel van San Amaro aan twee andere heiligen, die hun leven in dienst stelden van de pelgrims naar Galicia.
Het loont de moeite de grafmonumenten van deze vijf heiligen te bezoeken. Die monumenten werden namelijk met grote kunstvaardigheid opgericht, uit dankbaarheid aan hen die de Camino (het Spaanse pelgrimspad) letterlijk en figuurlijk begaanbaar maakten.

Mireille Madou
Hierover schreef Mireille Madou het boek 'Camino de Santiago', dat ze de pakkende ondertitel gaf van "Heilige pelgrims, pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg", waarmee ze kort maar kracht aangeeft waarover dit boek gaat.
Dit boek verscheen in het jaar 1990. Gedeelten van dit boek werden eerder gepubliceerd in het pelgrimstijdschrift 'De Jacobsstaf', het magazine dat wordt uitgegeven door het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, waarvan Mireille Madou mede-oprichtster en erelid was. Deze vereniging telt momenteel inmiddels zo'n 13.000 leden.
Het boek verscheen eerder ter gelegenheid van de jaarwisseling van 1989-1990, als geschenk voor vrienden en relaties van uitgeverij Conserve.
Schrijfster Mireille Madou (1931-2020) studeerde kunstgeschiedenis. Vanaf 1976 doceerde ze kunstgeschiedenis van de Middeleeuwen aan de Rijkuniversiteit te Leiden. Haar onderzoeksgebied besloeg de heiligeniconografie, de geschiedenis van het middeleeuwse kostuum en de Camino de Santiago.

Heilige pelgrims, pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg
Levenshoudingen en mentaliteiten veranderen in de loop der tijd. Eeuwen geleden ging men op bedevaart met grote godsvrucht en zachtmoedigheid. De hedendaagse pelgrim vertrekt vaak na een grondige voorbereiding, leest reisgidsen en wegenkaarten, en bezoekt dan met een cultuurhistorische inslag onderweg de diverse monumenten.
De grafmonumenten langs de camino - die in dit boek worden besproken - leggen hun getuigenis af van de waardering van de vijf hier besproken pelgrimsheiligen.
Dit boek is geschreven voor de pelgrims en andere reizigers die de verre reis naar het Spaanse Galicië gaan maken. De inhoud gaat vooral over dat stukje Spaanse Camino tussen de pelgrimssteden Nájera en Burgos. Vijf heiligen van dit stukje pelgrimspad staan in dit boek centraal. Hun leven en werken en hun grafmonumenten worden in deze publicatie belicht, om hen niet te vergeten en om hen onderweg te bezoeken en te gedenken.

San Millán de Cogolla
San Millán de Cogolla is geboren in of rond het jaar 474. Begonnen als schaapherder, ging hij in de leer bij een monnik, om daarna veertig jaar een leven van strenge boete en ontberingen te leiden. De roem van zijn heiligheid verspreidde zich. In het jaar 575 werd hij begraven in de grot waarin hij het grootste deel van zijn leven doorbracht. De plaats San Millán de Cogolla wordt beschouwd als belangrijk voor het ontstaan van een monastieke traditie in Spanje. Het graf van San Millán de Cogolla is in de Middeleeuwen één van de meest bezochte monumenten langs de camino.
Wie het klooster van San Millán de la Cogolla wil bezoeken, verlaat Nájera niet in westelijke richting om naar Santo Domingo de la Calzada te gaan, maar loopt vanuit Nájera in zuidelijke richting, om eerst naar San Millán de Cogolla te gaan, om dan pas na die lange zuidelijke omweg weer noordwestelijk verder te lopen naar Santo Domingo de la Calzada.
Pelgrims bezoeken San Millán de Suso (boven, met daar het praalgraf van San Millán de Cogolla) en San Millán de Yuso (beneden; dat onder invloed van het klooster van het Franse Cluny kwam te staan).

Santo Domingo de la Calzada
Santo Domingo de la Calzada leefde van omstreeks 1019 tot 1109. Deze herdersknaap voelde zich geroepen tot het kloosterleven. Hij koos ervoor om in een paleisruïne bij de plaats Ayuela - ver van de bewoonde wereld - God te dienen in volstrekte eenzaamheid.
Zij roeping werd de verzorging van pelgrims, waardoor hij het bouwen van een pelgrimshospitaal als eerste noodzaak beschouwde. Ook zorgde hij voor een verharde straat (een calzada) tussen Nájera en Redecilla, via Azofra en Cirueña, en hij bouwde een brug voor de pelgrims over de rivier de Oja. 
Vanaf het jaar 1094 werd deze heilige wegenbouwer bijgestaan door Juan de Ortega. 
Na zijn overlijden werd de nederzetting rond het pelgrimshospitaal van deze heilige wegenbouwer genoemd naar hem: Santo Domingo de la Calzada. Hier vinden we tegenwoordig ook het praalgraf van deze heilige patroon van de stad.
Eén van de meest beroemde mirakelverhalen van Santo Domingo de la Calzada is het verhaal van de haan en de hen, die tot op de dag van vandaag nog in levende lijve als witte hen en witte haan zijn te aanschouwen in de 15e eeuwse een kooi tegenover het praalgraf in de kerk van Santo Domingo de la Calzada. Hij is de patroon voor allen die werkzaam zijn in een bouwbedrijf, maar voor de pelgrims is hij de heilige van de haan en de hen.

San Juan de Ortega
San Juan de Ortega leefde tot 1163. Hij koos een gevaarlijk en onherbergzaam gebied om daar zijn levenswerk te realiseren, in dienst van de arme pelgrims. Vijftien jaar lang werkte hij samen met Santo Domingo de la Calzada. 
Na zijn bedevaart naar Rome en Jeruzalem vestigde hij zich als eremiet (kluizenaar) in de omgeving van de plaats Urteca. In het jaar 1120 realiseerde hij er een kapel, en tien jaar later een pelgrimshospitaal.
Hij wijdde zich aan de aanleg van een weg tussen Atapuerca en Villafranca de Montes de Oca en hij bouwde bruggen tussen Logroño en Ortega. In Ortega stichtte hij een kloostergemeenschap, mede voor de veiligheid en een goed onthaal van de pelgrims.
Hij is begraven in zijn kapel van Sint Nikolaas in het tegenwoordige San Juan de Ortega. Hij is de patroon van de metselaars, de architecten en de bruggenbouwers. Zijn grafmonument wordt beschouwd als de meest monumentale 12e-eeuwse grafcreatie in Noord-Spanje.
Zijn ander grafmonument - een praalgraf - is nooit bedoeld geweest voor zijn lichaam, maar om hem ermee te eren en ervoor te zorgen dat zijn wonderdaden in de gedachtenis van latere generaties pelgrims zouden voortleven.

San Lesmes
San Lesmes leefde tot 1097. Als kind onderscheidde hij zich al door zijn deugdzaamheid. Hij deed afstand van al zijn bezittingen ten bate van de armen en ging als arme pelgrim op bedevaart naar Rome.
Terug in Spanje vestigde hij zich bij een kapel in Burgos, waarbij ook een hospitaal stond waar de pelgrims naar Santiago de Compostela een onderkomen vonden. Zijn grootste zorg ging uit naar de pelgrims.
Uiteindelijk werd na zijn overlijden San Lesmes een rustpunt en tevens pelgrimsdoel op zich. Zijn graf in de kerk van San Lesmes ligt aan de camino door Burgos. Zijn praalgraf tonen de vier kardinale deugden: Voorzichtigheid, Rechtvaardigheid, Sterkte en Matigheid. Ontdaan van alle luister rust San Lesmes met grote waardigheid en sereniteit in het graf in het midden van zijn kerk.

San Amaro
Van San Amaro is het sterfjaar niet bekend.
Om de kapel van San Amaro te bezoeken, moet je als pelgrim een kleine omweg maken langs de oude camino, die voorbij het Hospital del Rey door Burgos loopt. Dat koninklijk hospitaal is oorspronkelijk gesticht voor het welzijn van de armen en van de pelgrims.
Als pelgrim op weg naar Santiago de Compostela vond San Amaro een onderkomen in dit hospitaal. Omdat hij hier werd getroffen door de grote liefde waarmee pelgrims werden ontvangen, keerde hij na zijn aankomst in Santiago de Compostela terug naar het Hospital del Rey, waar hij zijn diensten als medewerker aanbood. Zijn zachtmoedigheid en geduld, zijn naastenliefde en godsvrucht werden door iedereen opgemerkt. 

zondag 17 januari 2021

Lessen in Kwalisofie

Zaterdag 16 januari 2021

Cover van 'Lessen in kwalisofie'
Van onderwijzen en managen naar kwaliteitszorg
Op het moment dat ik binnen onze hogeschool de overstap maakte vanuit onderwijs geven & onderwijsmanagement naar het monitoren van en het adviseren op kwaliteit van hoger onderwijs - eind negentiger jaren - kreeg ik van de voorzitter van het College van Bestuur van de toenmalige Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) het in 1997 uitgegeven boek 'Lessen in kwalisofie' kado. Dit is een handelseditie van het oorspronkelijke boek 'Van Plato tot Pluto - Lessen in kwalisofie', dat verscheen in het jaar 1996 als eigen publicatie van een organisatie-adviesburo.
De ondertitel van de in 1997 uitgegeven handelseditie luidt: 'Een synthese van kwaliteitszorg en filosofie'.
Dit boek is samengesteld door Jan Maas, Kees Kapteyns, Roel Becking, Marjan Hoogendijk en Henk Doeleman.

Kwalisoof en kwalisofie
Een 'kwalisoof' wordt gedefinieerd als: 'iemand die verliefd is op waarheid en op wijsheid, en tegelijkertijd de daadkracht opbrengt om de mens en zijn omgeving te willen verbeteren'.
'Kwalisofie' mag worden beschouwd als: de synthese van kwaliteitszorg en filosofie.
Om in het hoger onderwijs het vak van onder andere 'quality care' & 'quality management' & 'quality assurance' & 'quality control' steeds beter te leren verstaan en te beheersen, bleek het nodig om me aanvankelijk vooral op de systemische vraagstukken te richten, maar mede door het af en toe weer eens pakken van dit boek, en ingegeven door de weerbarstigheid van de praktijk in en buiten de hogeschool, werd ik steeds meer aangetrokken door de meer filosofische kant van het denken over kwaliteit. En achteraf kan ik nu stellen dat vooral ook onze levensveranderende ervaringen op het gebied van het enkele malen pelgrimeren naar Santiago de Compostela er mede aan heeft bijgedragen dat deze pelgrim stapje voor stapje minder docent en manager, en daarmee meer kwalisoof van hoger beroepsonderwijs is geworden.

Op de loop-baan van kwaliteitszorg
Alhoewel een pelgrim op weg gaat naar een heilige bestemming en al dan niet met een vooropgesteld doel, realiseert hij zich onderweg steeds meer dat niet die bestemming, maar dat juist de weg daar naar toe eigenlijk veel belangrijker is. De pelgrim verandert niet door zijn doel, maar door de weg die hij al heeft afgelegd. Om op weg te gaan en om op koers te blijven, helpt het de pelgrim om onderweg gebruik te maken van goede wandelgidsen. 
Terugblikkend op een lange loop-baan van kwaliteitszorg in het hoger onderwijs is dit boek één van die gidsen geweest.
Het boek 'Lessen in kwalisofie' legt op speelse wijze, met ook veel cartoons en kernachtige uitspraken, een verband tussen de ontwikkeling van kwaliteitszorg en het menselijk denken & handelen binnen verschillende tijdperken & stromingen in de geschiedenis.
Begrippen uit de kwaliteitszorg worden uitgelegd aan de hand van uitspraken en gedachten van filosofen, wetenschappers, kunstenaars en van andere invloedrijke persoonlijkheden. Een aanrader voor wie open staat voor verandering & verbetering.

Korte lessen kwalisofie
Het boek begint na het Voorwoord met 'Een stukje geschiedenis', onder andere over de Egyptenaren & Babyloniërs', over de Klassieke oudheid. de Middeleeuwen, de Renaissance. de 17e en 18e eeuw, over de Moderne tijd, en tenslotte met een vooruitblik op de 21e eeuw, waarin wij nu leven.
Daarna volgen er in het tweede boekdeel 49 korte lessen in kwalisofie, over bijvoorbeeld: procesdenken, continu verbeteren, creativiteit, gedrag & houding, probleemoplossen, communicatie, collegiale toetsing, teamwork, klantvriendelijkheid, belonen en straffen, vakmanschap, omgaan met kritiek, en over de kwaliteit van het bestaan.
Deel drie sluit af met de titel: Op weg naar de sterren: "Logica brengt ons tot kwaliteitssystemen, verbeelding brengt ons naar de sterren."

Kwalisofie in weinig woorden

  • Nobody is perfect. My name is Nobody.
  • De mens is de maat voor alle dingen.
  • Alles wat wij doen, is een proces.
  • Niet de mens is belangrijk, maar de relatie tussen de mensen.
  • Bij belangrijke beslissingen luistert de abt vooral naar de jongere monniken, want zij dragen de stem van God in zich.
  • Durf je eigen verstand te gebruiken.
  • Heers door te dienen, en dien door te heersen.
  • Het ligt in de menselijke natuur om verstandig te denken, en idioot te handelen.
  • Kwaliteit moet het plezier in het werk verhogen.
  • Men kan stilstaan in stromend water, maar niet in de wereld van mensen.
  • Het is niet gemakkelijk vrijheid te realiseren, zonder dat er chaos van komt.
  • Wie met beide benen op de grond blijft staan, komt geen stap verder.
  • Als je zorg draagt voor de middelen, zal het doel wel voor zichzelf zorgen.
  • Waar geen visie is, gaat het volk ten onder.
  • Wat is er zo doodsbleek als papier.
  • Wat er ook verkeerd gaat, er is altijd wel iemand die dat altijd al geweten heeft.
  • Conversatie bestaat niet. Er bestaat alleen zoiets als het onderbreken van elkaars monologen.
  • Kwaliteit is geen kostenpost, maar een investering.
  • Je wordt volwassen op de dag dat je jezelf voor het eerst uit kunt lachen.
  • Mensen in systemen gedragen zich niet zoals het systeem dat verlangt.
  • Je moet een radijsje niet uit de grond trekken om te kijken of het goed groeit.
  • Een organisatie krijg je niet voor elkaar zonder organisatie.
  • Gevoel is belangrijker dan rede.
  • Wat beloond wordt, wordt gedaan.
  • Vakmanschap is meesterschap.
  • Effectief en efficiënt betekent niet dat een organisatie ook leefbaar is.
  • Het buitengewone geschiedt niet langs de gebaande, gewone weg.
  • Jonge rijst kan men buigen, maar oude bomen niet.
  • In God we trust; everything else we audit.
  • De zwakheid van de mens is dat hij dingen wil weten, die hij liever niet zou weten zodra hij ze eenmaal weet.
  • De weg naar de hemel is geplaveid met goede voornemens: strategie en beleid, zonder dat dat vertaald wordt in verandering van processen.

vrijdag 15 januari 2021

De hoofdprijs ligt verborgen in het talud van de Tjongerdijk

Vrijdag 15 januari 2021
 

Winters wandelen in de Tjongervallei over de Tjongerdijk











Tussen Landweer & Friese Waterlinie
In het jaar 2015 verscheen de wandelgids 'Tussen Landweer & Friese Waterlinie', geschreven door de landschapsjournalist Fokko Bosker. Deze wandelgids bevat vijf Themaroutes, die zijn opgebouwd uit 13 afzonderlijke wandelroutes door de Friese gemeenten Ooststellingwerf & Weststellingwerf, over een afstand van 250 kilometer, en qua etappe-routes gebaseerd op het Friese Wandelknooppuntennetwerk.
De 13 etappes worden door Bosker vooral verhalend beschreven, waarbij de streekhistorie en de flora en fauna van de streek uitgebreid aan bod komen. De gids heeft meer het karakter van een wandelgids, dan een routegids, want je leest wel veel over wat je onderweg wandelend passeert, maar de incidentele teksten over de te wandelen etappe-routes zijn zo globaal, dat ze niet kunnen worden gebruikt om de route onbezorgd foutloos te lopen.

Wandelen in thema's en in etappes
Durkje en ik hebben besloten vandaag weer een route te wandelen van de 13 etappes van deze wandelgids. We lopen vandaag de tweede (en daarmee laatste) etappe van Themaroute 3, met als thema-titel 'Over de grens', waarmee de Fries-Drentse provinciegrens wordt bedoeld.
Deze etappe van Noordwolde naar Wolvega is 24 kilometer lang.
Etappe 3.2 is getiteld: 'De hoofdprijs ligt verborgen in het talud van de Tjongerdijk'. Dat verwijst naar de vondst - door Fokko Bosker - van een pasgeboren reekalf, dat Bosker op het dijktalud in de bocht van de Tjonger aan het eind van de Tjongerdellen vond toen Fokko hier passeerde.

Padvinden in het Wandelknooppuntennetwerk van Zuid-Oost Fryslân
Van elke etappe wordt in de wandelgids het startpunt en het eindpunt aangegeven, en de route-aanwijzing bestaat uit de opeenvolgende Wandelknooppuntennummers, die je wandelend 'in het veld' passeert. Het kaartje in de wandelgids met daarin de knooppuntennummers is zozeer verkleind afgebeeld, dat die niet kan worden gebruikt als betrouwbare routegids.
We kunnen vandaag overigens wel volledig gebruik maken van het Friese Wandelknooppuntennetwerk. De routebeschrijving in knooppunten correspondeert geheel met de routeknooppuntpalen in het veld.

Etappe 3.2: De hoofdprijs ligt verborgen in het talud van de Tjongerdijk
Om 7:30 uur vertrekken we in het donker vanuit Feinsum, en brengen we onze auto naar het eindpunt van vandaag, bij het trein- en busstation van Wolvega. Om 8:20 uur parkeren we onze auto op het P+R-terrein bij het station. Daar stappen we over in de bus van 8:39 uur, waarmee we via De Blesse en Peperga naar Noordwolde rijden. Door in deze corona-tijd toch maar gebruik te maken van het openbaar vervoer voorkomen we dat we met twee auto's zouden moeten rijden. Durkje en ik zitten in het midden van de bus en achterin de bus zit nog maar één andere passagier.
Om 9:00 uur stappen we in Noordwolde uit bij de bushalte nabij het Nationaal Vlechtmuseum. Hier begint vandaag onze etappe.
Het is vandaag 1 à 2 graden Celsius, en het blijft de hele dag bewolkt. Het waait overigens nagenoeg niet, dus het is best wel aangenaam wandelweer; beslist niet koud. Dat het wel winters weer is, blijkt uit het laagje ijs op de wateroppervlaktes, de berijpte en licht besneeuwde omgeving en de hele dunne sneeuwvlokjes die af en toe om ons heen dwarrelen. Kortom een mooie winterse wandeldag.

Over de Meenthe en door de Lindevallei
We verlaten Noordwolde al spoedig aan de noordzijde. Verderop gaat de Hellingstraat met een kleine knik over in de Meentheweg. Zodra we bij een bosperceel komen, gaan we dat bos in. Over mooie bospaden lopen we verder in noordelijke richting, totdat we op een open heidevlakte in westelijke richting verder moeten, om het mooie natuurgebied van de Noordwolder Meenthe te doorkruisen. 
Daarna volgen we de IJkenweg, totdat we aankomen bij de voormalige schutsluis in de Noordwoldervaart.
Vanaf die plek volgen we het IJkenverlaatpad, dat nagenoeg geheel wit besneeuwd is. Aan het spoor in de sneeuw kun je zien dat alleen één fietser ons vandaag voor is geweest. Wij zijn vandaag dus nog maar de tweede/derde persoon die gebruik maken van dit geasfalteerde pad langs de vaart.
Via het ons van eerdere wandeletappes bekende witte bruggetje steken we de rivier de Linde over, om dan over de Lolkema's Leane naar de N351 te lopen. Daarbij passeren we Tjasker De Hoeve, aan de rand van een bevroren ondergelopen 'wetland'. 

Langs de N351 lopen we naar Nijeholtpade. In de beschutting van een abri vinden we een comfortabele zitplaats, om even te rusten, te eten en te drinken. Daarna wandelen we langs de Nicolaaskerk de plaats Nijeholtpade binnen.

Door de Tjongervallei
Langs het beeld van de 'Takkemaeker' en door het bosperceel ten oosten van Nijeholtpade lopen we naar de Hoofdweg. Waar we de Vriesburgerweg op gaan, zien we drie wat al te langgeparkeerde en daardoor door de natuur reeds overwoekerde Range Rovers achter elkaar in de berm staan.

Direct daarna nemen we een graspad, dat langs een grote zandwinput loopt.
Waar de ene zandwinput eindigt, en de tweede begint, gaan we de grasdijk op en lopen we over het graspad hoog door de Tjongervallei. Rechts van ons zien we een hele oude meander van de rivier de Tjonger door de vallei stromen, en verderop stroomt het gekanaliseerde rechte deel van de Tjonger. De sloten en de onder water staande delen van de Tjongervallei liggen er besneeuwd en bevroren bij.
Vlak bij waar een knik in de Tjongerdijk zit, zien we iets verderop in het veld aan de overzijde van de brede sloot het kadaver liggen van wat een hond of een vos lijkt.
Aan het eind van dit polderdijkstuk komen we uit bij het nieuwe en het oude gemaal aan de Ruskemadenweg. We volgen die Ruskemadenweg, die eerst langs een oude Tjonger-meander en daarna een stukje langs de brede Tjonger loopt.

Via Oldeholtwolde terug naar Wolvega
De Ottersweg volgen we richting Oldeholtwolde. Daarbij passeren we een geologisch monument, waarop je kunt zien uit welke delen van Noorwegen, Zweden en Finland de zwerfkeien door het landijs vroeger naar de Stellingwerven zijn gevoerd.
Door de tunnel van de Slingerweg gaan we onder de A32 door, en verderop steken we de Heerenveenseweg over, waarna we over een mooi oud pad naar de Weerdijk lopen. Halverwege pauzeren we op een houten bankje, om weer even iets te eten en te drinken.
Via de Weerdijk en de oude Heirweg lopen we dan weer terug naar de Heerenveenseweg. Daarna gaat het in een rechte lijn en deels parallel aan de spoorlijn terug naar het bus- en treinstation van Wolvega. Daar arriveren we om 13:45 uur, dus we hebben de 24 kilometers vandaag in een kleine vijf uren gelopen. 
Op de terugweg gaan we nog even langs Garyp, om daar bij Reinder & Baukje iets voor Nijkleaster te bezorgen. Onderweg horen op de autoradio dat ons kabinet is gevallen op de toeslagenaffaire. Onderweg luisteren we naar de persconferentie, die premier Rutte geeft. Hij zal straks op de fiets naar de koning om het ontslag van het kabinet aan te bieden. 
Vanuit Garyp rijden we terug naar huis in Feinsum.

Quist

Woansdei 13 jannewaris 2021

Boekomslach fan 'Quist'
Geandewei fan Ljouwert nei Harns
In man mei in lege rolstoel foar him út triuwend, rint fan Ljouwert nei Harns, om dêrnei troch te reizgjen nei ien fan ’e eilannen Skylge of Flielân. Mar dy rolstoel is net fan himsels. Hy hat dizze rolstoel nammentlik stellen.
Mar is dizze man - Julius Quist, learaar oan in gymnasium yn de Fryske haadstêd - dêrmei in dief? 
Achter dy rolstoel sit it ferhaal, fan in frou mei wa’t Quist - steande foar it rút fan syn skoallokaal - in brekbere bân-op-ôfstân oangie. Oare kant strjitte wennet dizze frou, dy’t er út it rút fan syn lokaal wei withoefaak sjocht. Mar mear komt der net fan. Kin soks wol in relaasje neamd wurde?
No is Julius geandewei ûnderweis nei har begraffenis. Al gau fernimt er dat neat gewoan is op dizze tocht. Dat hat ek te krijen mei Julius' fûle reaksje op de fraach fan syn rektor oft it net tiid waard om wat betider mei pensjoen te gean. Quist hie antwurde: "De duvel mei my helje as ik op jo suggestje yngean".
Nee, dat hie er better net sizze kind... 

Learaar en feniks
It Fryske boek 'Quist' (2020) is skreaun troch Koos Tiemersma (1952), in populêr skriuwer fan Frysktalige lieten en fan in oantal romans. Dit is syn tsiende roman.
Op it boekomslach sjogge wy it byld ‘Wurge Feniks’, makke troch de Drachtster keunstner Jan Ketelaar.
It boek is sawol op papier as digitaal yn it Frysk ferskynt, wylst der ek in Nederlânsktalige ferzje as e-boek beskikber is.
Tiemersma hat wol in bysûndere foarm fûn foar de opskriften fan alle haadstikken fan syn boek. Dizze titels binne nammentlik de lêste wurden fan it haadstik. Dat hie ik - tinkt my - noch nea earder sa sjoen yn in boek.
Koos Tiemersma hat syn boek 'Quist' oanbean oan de leararen Dútsk dy’t ferbûn binne oan it kristlik Gymnasium Beyers Naudé te Ljouwert. Dat de presintaasje dêr wie, hat alles te krijen mei de ynhâld fan dit boek, dat de lotgefallen fan Julius Quist beskriuwt, dy't ek learaar Dútsk is.
Dizze roman is in soarte fan Faustiaanse fertelling, dy’t boeit fan begjin oant en mei de ferrassende ûntknoping oan 'e ein fan it ferhaal.

"De duvel mei my helje as ik op jo suggestje yngean". 
Nee, dat hie er better net sizze kind tsjin syn rektor.

Lytse en grutte Julius
It is in útspraak mei gefolgen. Sa gau as Julius Quist beslút om it adfys fan syn rektor dochs mar op te folgjen, en hy ûnderweis nei skoalle ta net útsjocht by it oerstekken, wurdt er oanriden. Fysyk rekket er yn in koma, mar syn geast slagget it al om oerein te kommen en de oerstek oer strjitte ôf te meitsjen. 
In bysûndere kuiertocht mei in rolstoel folget. Ljouwert út, op Harns oan. Oeral ûnderweis - fia Weidum, Jorwert, Baard, Winsum, Tsjom en Hitsum - wurdt de lytse en de folwûksen Julius konfronteard mei syn ferline, al is it Quist net altyd dúdlik wat de wûnderlike figueren dy’t er ûnderweis nei Harns allegearre tsjinkomt presys fan him wolle.
Wat folget is ek in tocht troch Quist syn ûnderbewuste, dy't in klimaks fynt yn de haven fan Harns.

Höchste Zeit!
  • Oait stelde er wat foar, wie er in man fan oansjen.
  • Of wie er te wis fan himsels en stie er dêrtroch net mear op skerp?
  • Nettsjinsteande syn solitêr karakter woe er der dochs by hearre, sûnder der oat echt by te hearren.
  • Wa of wat hâldt jo tsjin?
  • Sa is it dus om dea te gean. 
  • No priuwt er in foarm fan frijheid, einlings.
  • Hjoed is alles oars.
  • Net elkenien is segene mei in sosjaal netwurk.
  • Dêr stiet er, de steile learaar dy't yn 'e kunde komt mei syn kwetsberens.
  • Syn fuotten komme him foar as ferkenners op ûnbekend terrein.
  • Sels fan myn bestimming bin ik net wis.
  • De takomst leit iepen. Of it ferline, mar krekt wat jo wolle.
  • Hie it net better west om de leechte gewoan mar leech te litten?
  • Wat is it dochs fijn om te rinnen.
  • In groede is net mear as in oerbliuwsel. De wûne derûnder liket faak hiele te wêzeb, mar de praktyk leart gauris dat it oars leit.
  • It kontrast tusken de prinsipes dy't er oaren foarhold en syn dwaan fan 'e moarn kin net grutter wêze, beseft er.
  • In ympulsyf beslút is net per definysje in ferstânnich beslút.
  • Elk boek kreëert in dreamwrâld.
  • Soe hysels dat ek kind hawwe, in wyldfrjemde passant sûnder foarbehâld talitte?
  • Mar wat west hat, hat west.
  • Lang ha 'k der net by stilstien hoe 't ik op jim oerkaam. Mar de lêste tiid is der wat feroare.
  • Wy moatte allegearre troch deselde tunnel hinne, hoe unyk oft wy ek tinke te wêzen.
  • De dea lit him net omkeare.
  • Hieltyd mar wer om 'e hite brij hinne draaie hat ek gjin doel.
  • Der is mar ien wei, en dy leit fóár him.
  • It bestean is ienrjochtingsferkear, om te einigjen op in bline muorre, al of net behongen mei de snypsnaren fan in religy.
  • Ik moat leare om te betrouwen en net allinnich op mysels ôf te gean.
  • Net by stilstean, dêr wurdt it net better fan.
  • Jorwert. Wat moatte je dêr?
  • Ien dy't de kuier altyd seach as tiidferdriuw foar lju dy't neat omhannen hawwe.
  • Troch ôfstân te nimmen, silst sjen dat ek pine in begjin hat. Wat ynhâldt dat er ek in ein oan komt.
  • Wat de oanwêzigens fan in frou net al losmakket yn in man.
  • Dit is de werklikheid, of better sein: ien fan 'e werklikheden sa't dy har oan in minske foardogge.
  • Bern falle net samar út 'e loft.
  • Elk oardiel hat syn bline hoeken.
  • Betsjut dit dat er omdoarmet yn it lân fan 'e ivige jeugd? Of dat er bûten de tiid pleatst is, yn in romte dy't apart foar him yn sêne set waard?
  • Soms is it hast net te begripen hoe't it kin dat de dingen geane sa't se geane.
  • Hâldt hjir ek de stille foarm fan fertriet ta dy't him achter safolle doarren nei wenjen set hat, as in fantoom?
  • Ik bin leaver gelokkich fan mysels.
  • Wenne oan 'e dea kin altyd noch.
  • Hoe is dat eins, libje mei in brijwein oan prakkesaasjes?
  • Hy fynt it net sjyk om te praten oer in oar as dy der sels net by is.
  • In komplimint lit him makliker diele.
  • Hy mist it rinnen.
  • It húske, it abonnemint fan de âldere man.
  • Dat is er fansels ek: ien dy't noait echt meidien hat, him altyd bewust fan 'e kleau tusken him en de oaren.
  • Wêrom docht er hieltyd it ferkearde?
  • Hy wol sels ferantwurdlik wêze foar wat er docht.
  • De sjippehelling fan wat men ûnderwiisfernijing neamt.
  • In betider pensjoen is in kreaze manier om ôfskied te nimmen.
  • Elk lijen freget om in betsjutting.
  • Sin lit him it meast effektyf bestride mei ûnsin.
  • Wêr't de âlden har puberteit ynsetten as ekskús, dêr brûke har bern dy as wapen.
  • De jongerein hat gjin weet mear fan plichtsbesef, wylst ik myn godgânse bestean dêroan ophongen haw.
  • Ier of let feroarje wy allegear yn in âld sok.
  • Omsangerje op 'e jongerein is fan alle tiden.
  • Haast is de smaroalje fan ús maatskippij, in foarm fan leafde.
  • Troch te rinnen falle de problemen teplak.
  • Der ûntstie in balâns tusken libben en dea, tusken de jonge dy't der noch wie en it famke dat fuortfoel.
  • Hy krige tagong ta in leafde dy't se him earder ûntsein hie.
  • Op hûs oan is gjin opsje.
  • Oer de sechstich, yn syn belibbing in kantelpunt, it momint dat âldens en kwalen elkoar opsykje om al lispeljend ferdjerklike plannen te smeien.
  • Nimmen yn Nimmenslân. Hoechst neat mear. Gjin ferline, gjin takomst en foaral gjin no.
  • Tsjom. mei in oermoedich wizende toer.
  • De blêden risselje yn 'e nuete wyn, lykas syn gedachten, dy't ek net mear binne as losse blêden oan 'e stâle fan it tafal.
  • Hy bestiet út neat mear as syn eagen, de rest docht it net.
  • Makket er werklik diel út fan twa realiteiten tagelyk?
  • Neigeraden dat er langer ûnderweis is, falt er yn hieltyd lytsere fragminten útelkoar.
  • Hy kin it him amper foarstelle, de soan dy't deryn slagge om syn mem har ferstjerren te ferhastigjen, as in died fan meiminsklikens.
  • Hoe kin it dat ik der no pas achter komt dat al dy boeken my neat wezentliks brochten.
  • Underwilens stiet oeral in fraachteken.
  • Sjoen wurde: hy ûndergiet it ûnderwilens as in kadoke, in befêstiging fan syn bestean.
  • Ik bin ûnderweis, al bin ik der net wis fan dat ik hjir bin of op in oar plak.
  • Iepenhertich wêze nei in oar ta bliuwt mar lestich, wend as er is om himsels te rêden.
  • Wa kin er eins noch fertrouwe, wa is wat er seit te wêzen?
  • Net elkenien is ynsteld op it selskip fan oaren. 
  • In drokke begraffenis seit my it measte net.
  • Elke foarm fan bestean freget om in skriftlike befêstiging.
  • Wêr't it fielen regeart is it drôchbyld noait fier.
  • It skouspul docht surrealistys oan.
  • In swart gat slokt him op om him oan 'e oare kant út te spuien.
  • Hy priuwt syn namme.
  • Hoefolle tiid moat deroerhinne gean foardat minsken beseffe dat der wat weardefols ferlern gien is.
  • Iensumens komt noait allinnich.
  • Gjinien bloeit op achter de geraniums, bewege is sûn.
  • In goede start is alles yn syn fak. Wissichheid, útstrieling, dêr komt it op oan.
  • Quist begjint oan it lêste stikje fan syn karriêre: "Höchste Zeit!"

Ja-maar ... omdenken ... kijk - denk - creëer

Maandag 11 januari 2021
 

Cover van 'Omdenken; kijk - denk - creëer'
Omdenken
Bij 'omdenken' gaat het om aanpassen van het 'denken in beperkingen' naar 'denken in mogelijkheden'
Dus niet langer beren op de weg zien, maar het tegenovergestelde. 
Het boekje 'Ja-maar ... omdenken ... kijk - denk - creëer' (2009) laat je in een notendop zien wat omdenken betekent en hoe je dat precies doet. 
Het is een gevarieerd boekje, om in te bladeren, te grazen, ideeën op te doen, op het verkeerde been gezet te worden en vooral om je eigen creatieve vermogens te prikkelen. Kortom, een boekje om te kijken, te denken, en – vooral – te creëren.

Van Ja-maar naar Ja-en
Auteur van dit boekje is Berthold Gunster (1959), de grondlegger van de zogenoemde 'Ja-maar® filosofie', van het 'omdenken'. Zijn boeken zijn bestsellers, en verschijnen in verschillende talen en edities. 
Van de zijde van Gunster kennen we verschillende instrumenten, zoals boeken, theatershows, trainingen, shows, workshops, podcasts en jaarlijks ook een Omdenken-scheurkalender.

Nieuwjaarsbijeenkomstvoorproefje 
Als medewerkers van NHL Stenden Hogeschool hebben we allen een exemplaar thuis ontvangen van deze Omdenken-publicatie, zulks ter voorbereiding op de online Nieuwjaarsbijeenkomst 2021 van onze hogeschool, zoals die staat gepland voor volgende week maandag. 
Een aantal externe gasten zullen tijdens die virtuele bijeenkomst een verfrissend verhaal vertellen, om ervoor te zorgen dat wij met andere ogen naar het nieuwe kalenderjaar zullen gaan kijken, zo meldt de aankondiging en uitnodiging voor deze online hogeschoolbrede sessie.
Dit vooraf toegezonden Omdenken-boekje is voor ons als collega's dus alvast een voorproefje, ter introductie op de komende Nieuwjaarsbijeenkomst 2021 van NHL Stenden Hogeschool.

Van Vastdenken naar Omdenken
  • Vastdenken: als we ons verzetten tegen problemen, hebben ze nogal eens de neiging over te gaan in een ramp.
  • Jouw oplossing is deel van het probleem geworden.
  • Als er íéts is dat demotiverend werkt, dan is het wel een 'enthousiasmerende' monoloog van je ouders.
  • Steeds meer van hetzelfde doen, werkt in elk geval niet.
  • Je oplossing op korte termijn doet het prima; de tragiek is alleen dat het probleem op de langere termijn steeds groter wordt.
  • De oplossingen van vandaag zijn vaak de problemen van morgen.
  • Sommige problemen zijn gewoon irritant.
  • Problemen zijn een deel van ons leven. Maar soms kunnen we er het beste van maken.
  • Van een probleem een mogelijkheid maken, is een probleem 'omdenken'. Door van een 'ja-maar' een 'ja' te maken, maak je van een probleem een feit. Als je van die 'ja' daarna een 'ja-en' maakt, heb je van het probleem een mogelijkheid gemaakt.
  • Onze verwachtingen maken dat we een feit als probleem ervaren. Het goede nieuws is: de feiten kunnen we niet veranderen, maar onze verwachtingen wel.
  • We denken vaak dat we weten hoe het zit, maar vaak zien we niet wat er te zien is, we zien vooral wat we denken.
  • Of iets al dan niet een probleem is, hangt nauw samen met het perspectief dat we kiezen.
  • De drie meest effectieve strategieën zijn: 1. Omkeren; 2. Collaboreren; 3. Ontregelen.
  • Niets doen kan ook een effectieve, creërende strategie zijn. Wachten. De tijd nemen. Geduld hebben. Kortom: 'Wu-wei': niet-handelen tegen de aard der dingen in.
  • Om te kunnen omdenken, moeten we in staat zijn om elke aanname waarmee we in het leven staan tegen het licht te houden.
  • Maak van een probleem 'de bedoeling'.
  • Oprechte. diepgaande acceptatie leidt meestal tot verandering.





Manke meeuw

Dinsdag 12 januari 2021

Manke meeuw zoekt wormen in Feinsum










Harde landing
Tegenover onze woning, op de grens van dorp en open veld, zien wij elke dag veel verschillende vogels voorbij vliegen of foerageren.
Vaak gaat het om groepen vogels, zoals mussen, zwaluwen, meeuwen, spreeuwen, meerkoeten, kraaien, eenden, ganzen en zwanen.
Opvallend echter is de nog geen eenjarige meeuw, die enkele malen per dag onze tuin bezoekt, op zoek naar voedsel. Als de meeuw in het gras landt, zie je direct al dat er iets aan de hand is met deze eenzame vogel. De meeuw zakt dan namelijk door de poten, en maakt daarmee een tamelijk harde buiklanding in het gras.

Hink-trappeldans
Zodra deze jonge vogel begint te lopen, zie je dat de meeuw een handicap heeft aan één van de poten. Op een vergroting van de foto's die ik van deze meeuw heb gemaakt, kun je zien dat er een verschil zit op de plek rond de beide gewrichten. Wellicht is de afwijkende poot op enige moment gebroken, en inmiddels toch weer zover hersteld dat de manke poot in elk geval sterk genoeg is om het gewicht van de vogel staand te dragen.
Ook als de meeuw druk in het gras staat te trappelen om wormen te vangen, zie je duidelijk dat hij hinkt op de gemankeerde poot en trappelt met de goede poot. Effectief is zijn hinken en trappelen wel, want heel regelmatig trekt hij tussen zijn dansjes door een lange, dikke worm uit de grond.
Even later loopt de manke meeuw op beide poten een eindje verder, om dan zijn hink-trappeldans daar te herhalen.


Zin en onzin rond de Bijbel

Zondag 10 januari 2021

Cover van 'Zin en onzin rond de Bijbel'
Bijbelgeloof, bijbelwetenschap en bijbelgebruik
Het boek 'Zin en onzin rond de Bijbel' (2000) is een vervolg op de meerdere malen herdrukte drieluik van de schrijver professor dr. C.J. Labuschagne: 1. 'Wat zegt de Bijbel in Gods naam?'; 2. 'Gods oude plakboek'; 3. 'Zin en onzin over God'.
De publicaties van Labuschagne zijn gegroeid uit een jarenlang bezig zijn met vragen rond het verstaan van de Bijbel en het daarop gebaseerde geloof in God. 
De auteur beschrijft het proces van voortdurende confrontatie die de bijbelwetenschap ons aanreikt. 
Hij voert een hernieuwd pleidooi om de moderne bijbelwetenschap serieus te nemen en haar resultaten te integreren in de bijbelbeschouwing en in de daaruit voortvloeiende persoonlijke geloofsvoorstellingen. 
Door de Bijbel anders te lezen - niet meer naïef, maar kritisch en met verstand - kunnen wij volledig modern mens zijn en tegelijkertijd in God (blijven) geloven. 
Als het licht van de wetenschap op onze uitleg van de Bijbel schijnt, komen we tot verrassend nieuwe inzichten, niet alleen over de ware toedracht van zaken rond het ontstaan van de Bijbel, maar ook met betrekking tot de heel eigen manier waarop de bijbelschrijvers hun geloof in God en Zijn handelen tot uitdrukking hebben gebracht.
De ondertitel van dit boek luidt dan ook: 'Bijbelgeloof, bijbelwetenschap en bijbelgebruik'.

Voorwoord
  • Veel inzichten die al generaties lang bekend zijn en onder bijbelwetenschappers gemeengoed geworden zijn, blijken vaak nog niet goed doordrongen te zijn naar het grondvlak van de samenleving.
  • Alle misvattingen omtrent de Bijbel moeten geweten worden aan de traditionele fundamentalistische visie op de Bijbel.
  • Door de onzin omtrent de Bijbel tegen het licht te houden, wil ik vooral duidelijk maken wat de zin is, opdat hij beter tot zijn recht kan komen.
Traditioneel bijbelgeloof geconfronteerd met wetenschap
  • Ik begin dit boek met een bezinning over de relatie tussen geloof en wetenschap.
  • De theologie gaat er van uit dat God er toch is.
  • In het geloof neemt men zonder bewijs een aantal grondstellingen als waarheid aan.
  • Geloof en wetenschap sluiten elkaar niet uit, maar juist in.
  • De bijbelkritiek heeft heel oude papieren.
  • De Reformatie moet gezien worden als een beslissend keerpunt in de richting van een kritische bestudering van de bijbelse geschriften in hun historische context.
  • De Franse theoloog Richard Simon kwam tot het inzicht dat het ontstaan van de bijbelboeken een lang proces is geweest, waaraan niet enkele, maar vele verschillende schrijvers hadden meegewerkt.
  • Eén van de meest rampzalige ontwikkelingen in de geschiedenis van het bijbelonderzoek is de botsing tussen geloof en wetenschap.
  • De enige fundamentalistische omroep in dit land is de Evangelische Omroep. In haar praatprogramma's wordt het christenfundamentalisme ongegeneerd gekoesterd.
  • Het fundamentalisme vormt in onze tijd één van de grootste bedreigingen voor de wereldvrede.
  • Meer dan voorheen moet ernst worden gemaakt met de integratie van wetenschappelijke kennis in onze wereld- en levensbeschouwing.
  • Eén van de meest gebruikte argumenten om je in je geloof niet door wetenschap te laten hinderen, is dat je moet geloven als een kind.
  • Geloven als een kind kan, zolang je kind bent. Als het langer duurt, ben je òf niet volwassen geworden, òf je bent naïef.
  • Wie als volwassene vragen over de Bijbel heeft, hoort volwassen antwoorden te krijgen.
De verworvenheden van de bijbelwetenschap
  • Bijbelwetenschap heeft mensen kunnen helpen de Bijbel anders en beter te lezen en de resultaten van de natuurwetenschappen in hun geloof te integreren.
  • Het doel van de bijbelwetenschap is om de grootst mogelijke zekerheid te verschaffen over het ontstaan, de literaire vorm, samenstelling en eigen aard van de bijbelse geschriften en over de tijd-, de leef- en denkwereld van de mensen die ze hebben voortgebracht en verzameld.
  • Het 'spreken' van God is geen historische, maar een puur theologische notie.
  • Het godsbeeld dat we in de Bijbel tegenkomen, is het beeld dat de bijbelse auteurs zich van Hem hebben gevormd.
  • Een goed verstaan van de Bijbel zal ertoe leiden dat we hem beter zullen waarderen en op een meer verantwoorde manier gaan gebruiken, en dat we genuanceerder over God gaan denken en spreken.
Hoe lezen we de verhalen in de Bijbel?
  • De bijbelverhalen zijn afkomstig uit een heel andere tijd dan de onze, en uit een heel andere cultuur.
  • We moeten open staan voor de kennis over de Bijbel, en voor de inzichten in de cultuur van die tijd.
  • We moeten de Bijbelverhalen met verstand lezen: kritisch en nuchter.
  • Maarten 't Hart schijnt niet te beseffen dat er een fundamenteel verschil is tussen een beeld van God en God Zelf; tussen Zijn imago en Zijn identiteit.
  • De centrale boodschap van het bijbelboek Daniël: houd moed, volhard, want eens komt er een eind aan de macht van het kwaad.
  • Het verrichten van wonderen is in de Bijbel een onmiskenbaar teken dat iemand op een wonderbaarlijke wijze door God is gezonden, toegerust en bijgestaan.
  • In tegenstelling tot de voorstelling van de herleving van een dode, gaat het bij de opstanding om verschijningservaringen.
Hoe gaan we om met getallen in de Bijbel?
  • Een getal kon men gebruiken om een bepaald idee of gedachte op symbolische wijze tot uitdrukking te brengen (bijvoorbeeld: 40 staat voor een lange, onbepaalde tijd).
De bijbelse geboden; hun herkomst, status en relevantie
  • Degene die Israël de Tien Geboden oplegt, is voor alles de Bevrijder.
  • Strikt genomen is de sabbat een uiterst heilzame humanitaire maatregel: een geregelde adempauze, een hele dag bevrijd van de tirannie der alledaagse bezigheden; en dat om te genieten van de rust, de vrijheid, de vrede, de harmonie, het geluk en de vreugde.
  • De grondhouding van respect voor ouderen en voor leidinggevenden is de basisvoorwaarde voor een geordende samenleving.
  • Alleen degene die zijn begeertes weet te beheersen en binnen de perken kan houden, is vrij.
  • Theologisch gesproken is de universele goddelijke wereldorde niets anders dan de heerschappij van God in de wereld.
  • Gerechtigheid is een toestand van evenwicht, harmonie en vrede; een situatie waarbij zowel de schepping als de individuele mens tot hun recht komen: tot ontplooiing komen, hun bestemming bereiken en functioneren naar Gods bedoeling. Gerechtigheid is ook de absolute voorwaarde voor vrede, de toestand van heelheid, welzijn, geluk en veiligheid, waarbij mensen elkaar niet naar het leven staan.
  • In de Bergrede leert Jezus ons wat God in een bepaalde situatie van de mens vraagt.
Wat stellen we ons bij het 'spreken' van God voor?
  • In de christelijke traditie is theologie te definiëren als: het spreken over God op grond van het spreken van God.
  • Woorden van God krijgen pas gestalte in menselijke woorden.
  • Het spreken van God is een zaak van religieuze ervaring en geloof.
Misvattingen betreffende de profetische geschriften
  • God kan op Zijn voornemen terugkomen, Zijn plannen wijzigen, en een keer brengen in het lot van mensen.
Het 'einde der tijden' en de bijbelse toekomstverwachting
  • De bijbelse toekomstvisie staat volledig in het teken van hoop voor de wereld; wortelt ten diepste in een volstrekte onvrede met de gangbare wereld, en worstelt in de hoop dat het anders kan en anders moet in de wereld.
  • Met de Schepping op zich is er niets verkeerd. Wat vernieuwd moet worden, is de mensenwereld.
  • Door Jezus voor te stellen als Iemand die dingen doet die alleen God kan, willen de evangelisten met deze verhalen duidelijk maken dat Jezus 'Zoon van God' is.
  • De idee dat God 'Geest' is, en door zijn Geest in de wereld werkt, is één van de meest wezenlijke elementen in de Oudisraëlitische godsdienst.
  • Het is niet alleen de Messias die de Geest van God ontvangt; zij wordt ook geschonken aan gewone mensen.
  • De gehoorzaamheid aan Gods geboden zal niet alleen een radicale verandering van mentaliteit meebrengen, maar ook sociale rechtvaardigheid, vrede en veiligheid; zodat de wereld weer een lustoord wordt.
  • Wat God bij de Schepping doet, doet Jezus bij zijn volgelingen: hun Zijn Geest als levensadem inblazen.
  • Er kunnen zich situaties voordoen, waarin het gebruik van macht en geweld niet alleen onontkoombaar is, maar zelfs geboden kan zijn.
  • Er is zoiets als zinvol geweld, dat nodig is om een eind te maken aan geweld. Daarbij moeten we het ideaal van een volstrekt geweldloze weg hoog in het vaandel houden.
Slotbeschouwing: visie op de Bijbel en zijn plaats in de samenleving
  • De Kerk heeft het voor vele kritisch denkende mensen moeilijk, zo niet onmogelijk gemaakt om de Bijbel en het daarop gebaseerde geloof serieus te nemen.
  • De Kerk van de toekomst zal alles in het werk moeten stellen om haar imago in de wereld te veranderen.
  • God 'dienen' betekent primair medewerker van God zijn, ter instandhouding van de leefwereld van de mens.
  • De mens is vrij om het goede te doen, maar even vrij om kwaad te bedrijven.
  • Gods heerschappij is voor te stellen als diens creatieve bemoeienis in de geschiedenis, waarbij Hij mensen op weg naar hun bestemming begeleidt en telkens opnieuw mogelijkheden creëert en nieuwe perspectieven opent.
  • Kenmerkend voor de bijbelse toekomstverwachting is haar nimmer aflatende hoop.
  • Omdat het kwaad in de wereld mensenwerk is, is ook de uitbanning van het kwaad mensenwerk.
  • De kern van het evangelie van Jezus Christus is dat Hij grote ernst heeft gemaakt met het ideaal van de op recht en gerechtigheid gebaseerde heerschappij van God in de wereld. 
  • Jezus heeft het voorbeeld gegeven en mensen opgeroepen om Hem na te volgen en zich door dezelfde Geest te laten leiden.
  • Jezus kende vergeving en verzoening in de omgang van mensen met elkaar de uiterst belangrijke plaats toe.
  • De Kerk zal meer dan voorheen haar diensten aan de hele samenleving moeten aanbieden.
  • De Kerk dient alle mogelijkheden die de moderne media bieden te benutten om onze veelal onverschillige en materialistisch geworden cultuur te humaniseren en de weg te wijzen naar een cultuur van betrokkenheid, barmhartigheid, liefde en respect; niet alleen voor medemensen, maar voor alles wat leeft.
  • De wereldkerk kan een proces van bezinning en bewustwording op gang brengen en richting geven aan vernieuwende krachten in de maatschappij.
  • De kerk moet ophouden alleen maar met zichzelf bezig te zijn; ze moet zich diepgaand gaan bezinnen op haar plaats en vooral haar taak in de samenleving als geheel.
  • Hoofddoel van alle inspanningen moet zijn de terugkeer en herontdekking van de Bijbel in onze samenleving als het grote erfgoed van de christelijke beschaving waar zij in een belangrijke mate haar identiteit aan heeft ontleend.
  • Men zal af moeten zien van de naïeve veronderstelling dat de Bijbel 'het zelf kan doen'.
  • Niet de mens moet centraal staan, maar de aarde als leefwereld van vele vormen van leven.
  • Ik heb alle hoop dat de Kerk, toegerust met wetenschappelijk gefundeerde kennis, en geïnspireerd door het bijbelse godsgeloof en de bijbelse toekomstverwachting, een belangrijke bijdrage zal kunnen blijven leveren aan onze cultuur, om mee te beginnen, aan de bezwering van de huidige crisis.