zondag 31 maart 2024

Vrolijk Paasfeest vieren in Stiens

Paaszondag 31 maart 2024

Resultaten van het Paasproject 2024
De Heer is waarlijk opgestaan!
Luid galmen de eerste woorden door de kerkzaal: "De Heer is waarlijk opgestaan'.
Daarmee begint vanmorgen de ochtendkerkdienst op deze Paasmorgen in De Hege Stins van de Protestantse Gemeente te Stiens.
Wekenlang hebben we hier in de Veertigdagentijd naar toe geleefd.
Vorige week - in de Stille Week - waren er elke avond in de Stienser Sint-Vituskerk korte vieringen om je ook in de liturgie voor te bereiden op het Paasfeest. 
Vóór in de kerk staat de kleurenrijke boom, waaraan de symbolen van het Paasproject hangen van de Kindernevendienst. Ook de kinderen hebben zich enthousiast onder de bezielende leiding van de Kindernevendienst-vrijwilligers voorbereid op deze feestelijke dag.
Dan is het na Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag vandaag - op Paasmorgen - de hoogste tijd om het Paasfeest te gaan vieren, want - zo kondigt onze voorganger dominee Jak Verwaal aan -: "De Heer is waarlijk opgestaan!"

Pasen vrolijk vieren
De gebedszang van Trienke Sikkes & Piet Smit, met Jaap Overeen op orgel, omlijsten de gebeden.
De andere muziek en de muzikale begeleiding in deze Paasviering wordt vanmorgen verzorgd door onze gemeenteband United. 
Ook vandaag excelleren zij weer met hun rijke variëteit aan luisterliedjes, instrumenten en meezing-liederen. 
Er bruist van alles in deze vrolijke viering. Er wordt uitbundig gezongen, gebeden en uit de Bijbel gelezen. De nieuwe Paarskaars wordt ingedragen.
We luisteren naar de prachtige vertolking van de mooie songs van United. Waar dat past, wordt meegeklapt en geapplaudiseerd. 
De Paas-preek over onder andere de 'Politeia' van Plato, het bijbelse Paasverhaal, een voor ons allen zo herkenbare persoonlijke ontboezeming van de voorganger, over wonderen en tekenen die er nog steeds zijn, en dat de apostel Paulus ons erop wijst dat het kruis en de opstanding van Jezus op zich een prediking zijn voor ons behoud, zijn enkele van de items die ons in deze verkondiging bemoedigen en inspireren.
Waar zovelen ook vol verwachting op hebben gewacht, is de dans van negen dansende meisjes van onze kerkelijke gemeente. Vrolijke muziek, en welvoorbereide en evenzo vrolijke dance-moves geven op z'n Fries mede 'Fleur & Faasje' aan deze vrolijke Paasviering: Alles is  nieuw, alles is volbracht, U bent opgestaan!
Zo'n gevarieerde kerkdienst voor en van jong & oud boeit, verbindt, verheugt en maakt vrolijk. 

Expositie met koffie
Na de kerkdienst is er - zoals elke zondag - gelegenheid om met z'n allen gezellig koffie te drinken in de ontvangsthal van ons kerkgebouw. De kerkzaal zat nagenoeg vol vanmorgen, dus ook tijdens het koffiedrinken na afloop van de kerkdienst is het een gezellige drukte van belang. 
En deze ontmoeting biedt ons ook de gelegenheid om uitgebreid kennis te nemen van de kunstwerken die door enkele gemeenteleden - ook jong & oud - zijn gemaakt in het kader van de weken die vooraf gingen aan Lijdensweek & Paasfeest. 
We kunnen een rondgang maken langs alle kunstwerken die in de hal van De Hege Stins rondom zijn opgesteld.
Tijdens die rondgang hoor ik de waarderende woorden van onze gemeenteleden, die hun waardering uitspreken voor de inzet van deze kunstzinnige mede-gemeenteleden, en voor de kunstwerken die zij in de afgelopen weken in overleg & samenwerking, danwel individueel hebben gemaakt. 
Er is getekend en geschilderd, er zijn drie-dimensionale werkstukken gemaakt.
Bij de kunstwerken liggen en hangen dichtwerken en teksten ter toelichting. 
Hier en daar staan de gemeenteleden die deze Paas-werken hebben gemaakt. Zij beantwoorden vragen over hun werk, en leggen uit hoe ze hun kunstwerk hebben gemaakt, en waarom ze dat zo hebben gemaakt.
Van één van de bewonderende gemeenteleden hoor ik dat hij graag één van de werken graag wil kopen, omdat dat werk hem zo persoonlijk heeft aangesproken en zelfs diep heeft geraakt.
Hij vertelt dat er meer gemeenteleden zijn die andere werken wel zouden willen kopen, en hij oppert het idee om een veiling te houden ter verkoop van de kunstwerken, waarvoor de opbrengst wellicht kan worden geschonken aan een goed doel.
Dat, en nog veel meer is het positieve resultaat van deze, onze blijmoedige viering van het Paasfeest in De Hege Stins van Stiens. 

zaterdag 30 maart 2024

Zonsondergang in Feinsum

Zaterdagavond 30 maart 2024
 
Zonsondergang in Feinsum

Passanten op het Jabikspaad langs Feinsum

Zaterdag 30 maart 2024
 
Pelgrimeren op het Jabikspaad bij Feinsum

Jabikspaad Noord > Zuid
Zomaar weer twee wandelaars op het Jabikspaad langs Feinsum vandaag.
Aan het begin van de middag arriveert de eerste pelgrim op het Jabikspaad bij onze Refugio Ultreia Feinsum. 
Ze is vanmorgen begonnen met het Jabikspaad bij de Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie, en loopt vandaag over het Jabikspaad tot aan Jelsum. 
Voor haar is het Jabikspaad een mooie introductie in het pelgrimeren op de Spaanse Camino's, want over enkele maanden zal ze de Camino Franchés van Saint-Jean-Pied-de-Port lopen tot aan Léon, om dan door te steken naar het zuiden, naar Oviedo, waar ze dan verder gaat pelgrimeren op de Camino Primitivo naar Santiago de Compostela.
Na het verkrijgen van ons refugiostempel in haar pelgrimspaspoort gaat ze het Jabikspaad weer op, om zo via de Hege Hearewei richting Stiens te lopen.

Jabikspaad Zuid > Noord
Nog geen uur later meldt zich weer een wandelaar bij onze Refugio Ultreia Feinsum. 
Ook zij wil graag een refugiostempel, in haar routegids van het Jabikspaad, maar deze wandelaar uit het Friese Burgum vertelt dat ze het Jabikspaad niet systematisch, doch kris-kras gaat lopen. 
Af en toe een traject van zo'n 10-15 kilometer, waarbij het niet uitmaakt of het noord-zuid of zuid-noord gaat.
Ze heeft wel belangstelling voor het pelgrimeren op een camino, bijvoorbeeld op de Caminho Portugués, maar heeft daaromtrent nog geen vastomlijnde plannen. 
En juist daarvoor is het een goed idee om eerst alvast eens het Jabikspaad te gaan bewandelen, om zo alvast kennis te maken met het bewandelen van pelgrimspaden. 
Ze oriënteert zich in Feinsum nog even op de mogelijkheden van de terugreis met het openbaar vervoer, en besluit dan dat voor vandaag (vanuit Koarnjum) ons dorp Feinsum voor haar vandaag haar eindhalte is, dus na het verkrijgen van haar pelgrimsstempel wandelt ze door ons dorp naar de provinciale weg, om daar te bus terug te nemen naar Koarnjum, waar haar vanmorgen aldaar geparkeerde auto op haar wacht voor de terugreis naar huis.

donderdag 28 maart 2024

Stellingenpad

Donderdag 28 maart 2024 
Cover van de wandelgids 'Stellingenpad'


Stellingenpad
In het jaar 2022 gaf de uitgever Nivon Natuurvrienden een nieuwe wandelroutegids uit, met als titel 'Stellingenpad'
De subtitel van de wandelgids is: 'In de voetsporen van de Griffioen'. 
Dit pad wordt in het Engels ook wel de 'Griffin Fairy Trail' genoemd.
De streekverhalen die ook in deze wandelgids staan, worden ingeleid door zogenoemde etappe-elfen en door de Griffioen, het fabeldier dat in het wapen van de Stellingwerven staat.
Inclusief een Zuidlus en een Doorsteek heeft dit wandelpad een totale lengte van 263,4 kilometer. 
De route loopt door de provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland; in grote lijnen vanuit Appelscha door het Drents-Friese Wold, via Vledder, Steenwijk en Giethoorn langs de Weerribben, via Vollenhove door vestingstadjes aan de voormalige Zuiderzee, langs Wolvega, Noordwolde, Oosterwolde, Haulerwijk, en dan weer terug naar Appelscha. En onderweg kruis je enkele slingerende riviertjes en beekjes, zoals bijvoorbeeld De Lende, de Kuunder/Tsjonger en de Slokkert.
Bij het bewandelen van het Stellingenpad viel ons op dat de route veelal langs de dorpen gaat, en in slechts enkele gevallen er doorheen. Dit in tegenstelling tot pelgrimspaden, die doorgaans wel door steden, dorpen en buurtschappen lopen. Kortom, het Stellingenpad gaat overwegend door de buitengebieden. 

Wandelgids
Deze wandelgids verdeelt de route over 15 etappes door de Stellingwerven, waarvan er zeven zijn onderverdeeld in elk twee deeletappes. 
Het Stellingenpad heeft een lengte van 263,4 kilometer.
De kortste etappe is 10,4 kilometer, en de langste heeft een lengte van 28,1 kilometer. 
Elke etappe heeft haar eigen thema.
Omdat Durkje en aanvankelijk probeerden om de etappe-lengtes dicht rond het gemiddelde van zo'n 20 kilometer per wandeldag te houden, hadden wij vooraf een eigen etappe-verdeling gemaakt, uitgaande van zo'n 13 wandeldagen op het Stellingenpad. 
Na het afronden van de 9e etappe hebben we echter van de vier laatste etappes drie langere etappes gemaakt, van ongeveer 25 kilometer per etappe. 
Totaal kwamen we toen op 12 etappes voor het hele Stellingenpad, met een gemiddelde afstand van bijna 22 kilometer per dag.
De wandelgids bevat naast de routebeschrijving (in beide richtingen) en 42 topografische kaarten ook voorlichtende teksten over het landschap van de Stelllingwerven, en over de natuur, markante plaatsen, over bijzondere gebeurtenissen, en over het ontstaan, de geschiedenis en de taal van de Stellingwerven (vroeger ooit een autonome boerenrepubliek), want ook deze regio heeft een heel eigen karakter. Daarnaast kun je in deze wandelgids ook elfen-belevingsverhalen en cultuurhistorische verhalen lezen.
Deze route kent overigens geen eigen route-markering, maar maakt gebruik van het landelijke wandelknooppunten-netwerk, dat trouwens per provincie voor wat betreft vormgeving van de aanduidingen op onder andere de routepalen verschilt, bijvoorbeeld:
  • Fryslân werkt met een rood-blauwe kleurstelling;
  • Drenthe werkt met een bruin-witte kleurstelling;
  • Overijssel werkt met wisselend gekleurde pijlen. 
De wandelgids geeft je helpende aanwijzingen voor onderweg daarbij, zodat je in het veld weet op welke wegwijzers je moet letten bij het navigeren.
 

Twaalf wandeldagen
Durkje en ik liepen het Stellingenpad in 12 dagen op de volgende wijze:

Stellingenpad van Westervelde naar Appelscha

Woensdag 27 maart 2024
 
Takkenbrug gemaakt om sloot over te steken

Stellingenpad
In het jaar 2022 gaf de uitgever Nivon Natuurvrienden een nieuwe wandelroutegids uit, met als titel 'Stellingenpad'. De subtitel van de wandelgids is: 'In de voetsporen van de Griffioen'. Dit pad wordt in het Engels ook wel de 'Griffin Fairy Trail' genoemd. 
De streekverhalen in deze wandelgids worden ingeleid door etappe-elfen en door de Griffioen, het fabeldier dat in het wapen van de Stellingwerven staat.
Inclusief een Zuidlus en een doorsteek heeft dit wandelpad een totale lengte van 263,4 kilometer. De route loopt door de provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland; in grote lijnen vanuit Appelscha door het Drents-Friese Wold, via Vledder, Steenwijk en Giethoorn langs de Weerribben, via Vollenhove door vestingstadjes aan de voormalige Zuiderzee, door Wolvega, Noordwolde, Oosterwolde, Haulerwijk, en dan weer terug naar Appelscha. En onderweg kruis je enkele slingerende riviertjes en beekjes, zoals bijvoorbeeld De Lende, de Kuunder/Tsjonger en de Slokkert.

Wandelgids
Deze wandelgids verdeelt de route over 15 etappes door de Stellingwerven, waarvan er zeven zijn onderverdeeld in elk twee deeletappes. De kortste etappe is 10,4 kilometer, en de langste heeft een lengte van 28,1 kilometer. Elke etappe heeft haar eigen thema. 
Omdat Durkje en ik proberen om de etappe-lengtes dicht rond het gemiddelde van zo'n 20 kilometer per wandeldag te houden, hebben wij een eigen etappe-verdeling gemaakt, uitgaande van zo'n 13 wandeldagen op het Stellingenpad. Na het afronden van de 9e etappe hebben we echter van de vier laatste etappes drie langere etappes gemaakt, van ongeveer 25 kilometer per etappe. Totaal komen we dan op 12 etappes voor het hele Stellingenpad.
De wandelgids bevat naast de routebeschrijving (in beide richtingen) en 42 topografische kaarten ook voorlichtende teksten over het landschap van de Stelllingwerven, en over de natuur, markante plaatsen, over bijzondere gebeurtenissen, en over het ontstaan, de geschiedenis en de taal van de Stellingwerven (vroeger ooit een autonome boerenrepubliek), want ook deze regio heeft een heel eigen karakter. Daarnaast kun je in deze wandelgids ook elfen-belevingsverhalen en cultuurhistorische verhalen lezen.
Deze route kent overigens geen eigen route-markering, maar maakt gebruik van het landelijke wandelknooppunten-netwerk.

In het dal van de Slokkert & Rijksmonumenten in de strafkolonie Veenhuizen
Vandaag lopen we onze twaalfde - en daarmee laatste - dagwandeling op het Stellingenpad, over een afstand van 25,6 kilometer. Dit zijn de laatste 0,4 kilometers van etappe 11 en de 25,2 kilometers van etappe 12 van onze wandelgids. Het is de derde wandeldag van onze driedaagse afsluiting van het Stellingenpad. 
Omdat we vooraf nog een kilometer vanuit Westervelde naar de doorgaande route in het beekdal van de Slokkert moeten lopen, om daar onze route te vervolgen, is de totale loopafstand voor ons vandaag 26,6 kilometer
Het thema van etappe 11 is: 'In het dal van de Slokkert'. Daar beginnen we vanmorgen.
Het thema van etappe 12 is: 'Rijksmonumenten in de strafkolonie Veenhuizen'. Die passeren we vanmorgen.
Rond 7:40 uur vertrekken we vanuit Feinsum, om dan eerst naar het Friese Appelscha te rijden, waar we de auto parkeren aan de Boerestreek. Daarna rijden we met de andere auto naar het dorpscentrum van het Drentse Westervelde, want daar begint onze twaalfde dagtocht van het Stellingenpad.
Het is 12 graden Celsius als we vertrekken, en de temperatuur daalt vandaag naar 9 graden Celsius. 
Alleen 's morgens vroeg schijnt de zon nog even, maar daarna wordt het geheel bewolkt, krijgen we af en toe even te maken met hele lichte motregen, en alleen tussen Ravenswoud en Appelscha moet door de toenemende motregen enkele kilometers gebruik worden gemaakt van de paraplu. Het waait nog weer iets frisser dan gisteren. Maar alles overziend, hebben we vandaag toch goed wandelweer in de Drents-Friese provinciegrensstreek.

Door het beekdal van de Slokkert
Om 9:10 uur gaan we in het dorpscentrum van Westervelde van start, om dan over een zandpad eerst naar de Broekdijk te lopen. Hier in het beekdal van de Slokkert stappen we weer op de doorgaande route, op de plek waar we die gisteren hebben verlaten.
Direct na het oversteken van de Hoofdweg tussen Veenhuizen en Westervelde gaan we in zuidelijke richting over een onverhard pad door Tonckensbosch en veld. 
Vlak voordat we op De Fledders de Slokkert oversteken, passeren we een bosperceel.
Daar is een man bezig om de boomstammen van de in het bos gekapte bomen in de berm langs De Fledders op te stapelen.

Huis te Velde
Aan het eind van De Fledders komen we in het buurtschap Huis te Velde.
Daar steken we eerst de N919 over en direct daarna de Kolonievaart (1823).
Ten zuidoosten van de vaartbrug gaan we het bosgebied in, waar we langs een open veld een kudde schapen passeren, die omringd worden door een zogenoemd wolvenhek.
We maken de doorsteek naar het Bos van de Toekomst, een perceel waarop mensen persoonlijke gedenkbomen mogen planten, met daarbij een informatiebordje waarop een herdenkingstekst staat. Staatsbosbeheer zal dertig jaar lang deze gedenkbomen verzorgen, waarna de bomen in het nieuw gecreëerde bos zelfstandig verder kunnen groeien. Inmiddels staan er al meer dan 250 van deze gedenkbomen.
Als we in zuidelijke richting verder lopen langs de rand van het Bos van de Toekomst, passeren we een medewerker van Staatsbosbeheer die hier een dode boom vervangt. 
Verderop passeren we een boom met veel zwammen aan de boomstam.
Bij het Esmeer aangekomen, lopen we daar aan de noordkant omheen. Dit is de grootste pingo-ruïne van Drenthe.
Rechts van het heidepad ligt een broekbos, waarin veel berken in het water staan. De waterstand is hier nogal hoog in dit natte veengebied.

Takkenbrug maken voor oversteek in het bos
Van die hoge waterstand krijgen we even later last, want verderop staat het zandpad over de hele breedte onder water, en ook het gebied naast het pad staat onder water.
Hier kunnen we zo niet verder, dus we lopen een eindje terug, om dan door een hoger gelegen stuk bos naar de plaats te gaan waar we met droge voeten verder kunnen. Daarbij komen we echter voor een brede sloot te staan, waar we zo niet zondermeer over kunnen steken. Met links van ons het onder water staande gebied, zien we rechts van ons dat deze brede bossloot nog een heel eind verder gaat, zonder een dam te zien in de verte.
Er zit dus niets anders op dan van de rondom in het bos liggende takken samen een takkenbrug te maken van wal tot wal over de sloot.
Als we voldoende hout hebben aangedragen, wagen we het erop, en kunnen we met droge voeten de oversteek over de brede bossloot maken.
Aan de overzijde van de sloot kunnen we onze route vervolgen, op weg naar de Kolonievaart.

Bankenbosch
Over de Norgervaart langs de Kolonievaart lopen we in de richting van Veenhuizen.
Op de Veenweg moeten we middels een oude ophaalbrug een zijvaart van de Kolonievaart oversteken, maar die ophaalbrug is afsloten voor alle doorgaande verkeer.
Er zit dus niet anders op dan nabij deze vervallen ophaalbrug de Kolonievaart over te steken via een houten brug, om dan aan de noordzijde van de Kolonievaart naar de brug over het Veenhuizerkanaal te lopen, om dan de vaart over te steken in Veenhuizen.
Daar betreden we dan het Bankenbosch.over een smal veldpad tussen de Schaaphokswijk rechts en de Bankenbosweg links van ons.
Bij de kruising met de gestremde Veenweg gekomen, steken we middels de houten brug de Schaaphokswijk westwaarts over.
Na het uitlopen van een breed bospad slaan we af in zuidelijke richting, de brede boslaan in. In wal van de vaart langs de laan groeien mooie frisgroene mosbanken.
Die bosweg lopen we geheel uit, totdat we op de grens van het Bankenbosch het open terrein van het Fochteloërveen bereiken. Hier houden we onze koffiepauze.

Fochteloërveen
Daarna verlaten we het Bankenbosch om het Fochteloërveen te doorkruisen via het schelpenpad, over een zand- en keileemrug, die dateert van de laatste ijstijd.
Tot aan de Drents-Friese provincieëngrenspaal zien we rechts van het fiets- en wandepald de hoge ruggen van klei en zand, die in dit uitgestrekte veengebied in de afgelopen winter zijn opgeworpen, om te dienen als waterkering, waarmee men per vak van dit veengebied het niveau van het water kan reguleren, om het veen in optimale conditie te houden. Verdroging wordt namelijk beschouwd als de grootste vijand van dit natte veengebied.
We verlaten het schelpenpad van de Bonghaar, om dieper - onverhard - het veengebied in te gaan. Hier in dit gebied lagen vroeger nog boekweitveldjes op de schrale gronden.
Hier volgen we een smal heidepad, enigszins hoger gelegen tussen de natte veengronden door.
Aan de zuidkant van het Fochteloërveen komen we bij een grote veenplas, waar we aan de westzijde omheen lopen.
Bij de zuidelijke parkeerplaats van het Fochteloërveen staat een groot aantal wegwijzers in de berm. Hier valt veel richting te kiezen voor fietsers en wandelaars.
Vervolgens lopen we zuidelijk om de Brunstingerplas heen, waar ook aan de westzijde veel bomen in het water staan; een broekbos dus.

Door de Compagnonsbosschen naar Ravenswoud
Vervolgens gaan we door een open veld over een betonpad - deels langs de Lycklamavaart - de Polder Ravenswoud in.
Bij het betreden van de Compagnonsbosschen komen we langs de locatie waar vroeger een plaggenhut heeft gestaan. In de bosbodem kun je de contouren van de voormalige plaggenhut nog herkennen.
We wandelen over een veldpad langs de Eerste Wiek, en steken die verderop over.
Door het bosgebied gaat het dan verder naar het vervolg van de Eerste Wiek. 
Hier gaan we de Bokslootweg op. 
Deze Bokslootweg blijven we langs de Eerste Wiek volgen tot aan de oude ophaalbrug van Ravenswoud.
Inmiddels begint het iets harder te motregenen. Het is nu bijna 14:00 uur, dus de hoogste tijd voor onze lunchpauze, die we hebben op een picknickbank aan de overzijde van de Eerste Wiek, vlak voordat de eerste bebouwing van Ravenswoud begint. Hier pauzeren we, onze broodjes etend onder de paraplu, ter bescherming van regen en wind. Dat gaat prima zo.
Het blijft nog wel even aanhoudend motregenen, dus we besluiten om verder te wandelen langs de Eerste Wiek, daarbij onze paraplu gebruikend ter bescherming van de lichte neerslag en zijwind.

Appelscha als eindpunt van het Stellingenpad
Via de Bokslootweg wandelen we de bebouwde kom van Appelscha binnen.
In de berm tussen de weg en de Eerste Wiek staat het oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de drie jonge mannen, die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog hier in het kader van de Friese Melkstaking uit represaille zijn gefusilleerd.
In Appelscha volgen we een eindje de Vaart-Noordzijde langs de Opsterlandse Compagnonsvaart, tot de plek waar we via een smal bruggetje de vaart over kunnen steken.
Dan komen we in het Sterrebos (met vijver), ook wel het Dorpsbos 't Bergje (1871) genoemd, dat in het kader van een sociaal werkgelegenheidsproject indertijd is aangelegd, betaald uit de zogenoemde Reservekas.
Via de Drentseweg en de Tilgrupsweg wandelen we langs recreatiepark Hildenberg naar het Bosbad, het openluchtzwembad van Appelscha, aan de bosrand ten zuiden van het dorp.
Tussen het Bosbad en recreatiepark De Roggeberg gaan we het bos in, in de noordelijke richting van Appelscha.
Daar lopen we langs de open Zandvlakte van de zandverstuiving van  Appelscha. 
Tot slot lopen we door het bos van de Bosberg naar de Boerestreek, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Hiermee sluiten we het Stellingenpad af, na 12 wandeldagen de afstand van het Stellingenpad van 263,4 kilometer te hebben afgelegd.
Met de auto rijden we terug naar Westervelde, om daar onze andere auto af te halen, waarna we doorrijden naar huis.

Stellingenpad van Een-West naar Westervelde

Dinsdag 26 maart 2024
 
Over de Broekdijk door de Tempelstukken

Stellingenpad
In het jaar 2022 gaf de uitgever Nivon Natuurvrienden een nieuwe wandelroutegids uit, met als titel 'Stellingenpad'. De subtitel van de wandelgids is: 'In de voetsporen van de Griffioen'. Dit pad wordt in het Engels ook wel de 'Griffin Fairy Trail' genoemd. 
De streekverhalen in deze wandelgids worden ingeleid door etappe-elfen en door de Griffioen, het fabeldier dat in het wapen van de Stellingwerven staat.
Inclusief een Zuidlus en een doorsteek heeft dit wandelpad een totale lengte van 263,4 kilometer. De route loopt door de provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland; in grote lijnen vanuit Appelscha door het Drents-Friese Wold, via Vledder, Steenwijk en Giethoorn langs de Weerribben, via Vollenhove door vestingstadjes aan de voormalige Zuiderzee, door Wolvega, Noordwolde, Oosterwolde, Haulerwijk, en dan weer terug naar Appelscha. En onderweg kruis je enkele slingerende riviertjes en beekjes, zoals bijvoorbeeld De Lende, de Kuunder/Tsjonger en de Slokkert.

Wandelgids
Deze wandelgids verdeelt de route over 15 etappes door de Stellingwerven, waarvan er zeven zijn onderverdeeld in elk twee deeletappes. De kortste etappe is 10,4 kilometer, en de langste heeft een lengte van 28,1 kilometer. Elke etappe heeft haar eigen thema. 
Omdat Durkje en ik proberen om de etappe-lengtes dicht rond het gemiddelde van zo'n 20 kilometer per wandeldag te houden, hebben wij een eigen etappe-verdeling gemaakt, uitgaande van zo'n 13 wandeldagen op het Stellingenpad. Na het afronden van de 9e etappe hebben we echter van de vier laatste etappes drie langere etappes gemaakt, van ongeveer 25 kilometer per etappe. Totaal komen we dan op 12 etappes voor het hele Stellingenpad.
De wandelgids bevat naast de routebeschrijving (in beide richtingen) en 42 topografische kaarten ook voorlichtende teksten over het landschap van de Stelllingwerven, en over de natuur, markante plaatsen, over bijzondere gebeurtenissen, en over het ontstaan, de geschiedenis en de taal van de Stellingwerven (vroeger ooit een autonome boerenrepubliek), want ook deze regio heeft een heel eigen karakter. Daarnaast kun je in deze wandelgids ook elfen-belevingsverhalen en cultuurhistorische verhalen lezen.
Deze route kent overigens geen eigen route-markering, maar maakt gebruik van het landelijke wandelknooppunten-netwerk.

Via de vennen en pingo's langs de meanderende Tsjonger & In het dal van de Slokkert
Vandaag lopen we onze elfde - en daarmee voorlaatste - dagwandeling op het Stellingenpad, over een afstand van 23,6 kilometer. Dit zijn de laatste 10 kilometers van etappe 10 en de eerste 13,6 kilometers van etappe 11 van onze wandelgids. Het is de tweede dag van onze driedaagse afsluiting van het Stellingenpad.
Omdat we vanaf de doorgaande route - aansluitend - nog een kilometer vanuit het beekdal van de Slokkert naar onze auto moeten lopen, is de totale wandelafstand voor ons vandaag 24,6 kilometer
Het thema van etappe 10 is: 'Via de vennen en pingo's langs de meanderende Tsjonger'.
Het thema van etappe 11 is: 'In het dal van de Slokkert'.
Rond 7:30 uur vertrekken we vanuit Feinsum, om dan eerst naar het dorpscentrum van het Drentse Westervelde te rijden, waar we de auto parkeren. Daarna rijden we met de andere auto naar het Drieprovinciënpunt bij Een-West, want daar begint onze elfde dagtocht van het Stellingenpad.
Het is 6 graden Celsius als we vertrekken, en de temperatuur stijgt vandaag tot 12 graden Celsius. 
De jas kan vandaag niet uit, want ondanks dat het een kwestie van genieten is van het aangenaam zonnige wandelweer, het waait harder en daarmee frisser dan gisteren. Maar alles overziend hebben we vandaag prachtig wandelweer in de Fries-Drentse provinciegrensstreek.

Door het Mandefjild naar Haulerwijk
Om 9:15 uur gaan we in het Mandeveld van start bij het Drieprovinciënpunt tussen Bakkeveen en Een-West.  
Over een smal bospaadje langs de Nije Drintse Wei lopen we naar het verzetsmonument ten zuiden van de Nije Drintse Wei, waarmee tien oorlogsslachtoffers worden herdacht, die hier op 10 april 1945 - dus vlak vóór het einde van de Tweede Wereldoorlog - zijn geëxecuteerd. Eén van deze slachtoffers is de befaamde Groninger kunstenaar Hendrik Werkman.
Over het Smidslaantje lopen we in de richting van Haulerwijk. Tijdelijk verlaten we het Smidslaantje, om langs de bosrand van een langgerekt bosperceel te lopen.
In Haulerwijk volgen we een stukje van de Haulerwiekster Vaort, om even later over de onverharde weg van de Kerkstraat Haulerwijk zuidwaarts te verlaten. Langs dit pad passeren we twee borden, die op humoristische wijze in eerste instantie suggereren om gratis yogalessen te volgen, maar wat bij nader inzien het opruimen van je hondenpoep beoogt.

Door het Blauwe Bos en dan op weg naar Drenthe
Als we aan de noordzijde van het Blauwe Bos aankomen, nemen we de zandweg die langs de noordkant van het bos in westelijke richting loopt. Dit pad is smal en hoog in het midden, maar loopt dan behoorlijk steil naar beneden aan beide zijden van het zandpad. Een achteropkomende auto met aanhangwagen - vol met zand en grind - moet dan ook heel voorzichtig naar links of naar rechts hellend over dit zandpad rijden.
Vlak vóór De Wiek (ofwel Haulervaart) buigen we af naar het zuiden, het bos van het Haulerveld in.
We komen dan in het centrum van het Blauwe Bos op het heideveld van de Blauwe Steentjes.
Een open veld in het Blauwe Bos staat grotendeels onder water.
Maar wij kunnen onze weg over de hoger gelegen paden van de route prima vervolgen, en even later verlaten we het Blauwe Bos aan de oostzijde, ten zuiden van Haulerwijk.
Via de Tonckensweg gaan we de Koumansburg op, waar we een houten picknicktafel aan de rand van een weiland vinden, waarop we in een wat zuinig zonnetje, maar met nog wel een frisse wind, onze koffiepauze houden.
Verderop komen we daarna langs een weiland met enkele schapen, met zwart-witte lammetjes; een mooie voorjaarsbode.
We steken de Kromme Elleboogvaart over, en vrij snel daarna steken we de Fries-Drentse provinciegrens over.

Veenhuizen 
Op weg naar Veenhuizen lopen we langs de Boksloot. 
De boer heeft hier een brede strook van enkele meters langs de slootkant niet geploegd, wat voor wandelaars resulteert in een breed wandelpad langs de waterloop.
Aan de overzijde van de Zesde Wijk zien we op de T-kruising van de Eikenlaan en de Oude Norgerweg een groot aantal wegwijzers in de berm staan, die duidelijk maken dat we toch wel dichtbij Veenhuizen zijn.
We gaan de Oude Norgerweg op, en komen daar langs de voormalige Katoenspinnerij en-weverij Het Stoom, de onderneming waar vroeger de eerste stoommachine van Nederland is geïnstalleerd.
Verderop kunnen we de Oude Norgerweg even verlaten, om over een smal bospaadje naar Het Spaansche Kerkhof (heen en weer) te gaan. Op deze bult - nu als open veld in het bos - heeft in de 14e en 15 eeuw de kerk van het vroegere Veenhuizen gestaan. Hier omheen hebben indertijd overigens ook zo'n 70 huisjes gestaan. De kerk is ergens in de jaren tussen 1600-1660 gesloopt, en niets (dan alleen deze aarden bult) laat nog iets zien van de kerk en van die voormalige huisjes.

Drassig langs de Slokkert
Als we het bos nabij Veenhuizen verlaten, steken we via de Dominee Germsweg het riviertje de Slokkert over. Dit is de gekanaliseerde versie van de rivier.
Al direct daarna komen bij Het Witte bruggetje, dat de oversteek vormt over het veel oudere, sterk meanderende deel van dit riviertje.
Hier houden we onze lunchpauze op een bank naast Het Witte Bruggetje.
Aan de overzijde van het riviertje staat een informatiepaneel waarop wordt meegedeeld dat men zo'n halve kilometer verderop bij archeologisch onderzoek nog restanten heeft gevonden van een vlonderpad door deze beekvallei.
Een grote foto toont een soort reconstructie van hoe dat vlonderpad vroeger de oude Slokkert overstak.
Verderop nemen we dan een karrenspoor om enigszins parallel aan de Slokkert het beekdal van dit hele oude riviertje in te gaan.
Als je dan de Tempelstukken in gaat, merk je al spoedig dat dit beekdal een drassig gebied is. Links van het pad zien we bijvoorbeeld al een broekbosje, waarin de bomen in het water staan.
Over de Broekdijk naderen we De Brul, die grenst aan de Slokkert. Enkele dode bomen staan hier langs het pad.
Het pad is buitengewoon drassig, dus we moeten het hier en daar hoger opzoeken, boven over de aarden wal langs het pad lopend, om met droge voeten voort te kunnen gaan.
Dat betekent wel dat we af en toe ons in diverse bochten moeten wringen om tussen de bomen en struiken bovenop die aarden wal door te gaan.
Maar zo komen we stapje voor stapje toch - met droge voeten - verder. 
Rechts van ons zien we dat het beekdal vanaf de Slokkert tot aan ons pad nagenoeg geheel onder water staat.
In de zomer zullen delen van het beekdal wel droog komen te liggen, maar nu kun je alleen maar door het water wadend de graslanden oversteken om hier bij de rivier te komen.

Halte Westervelde
Met het zicht op de Hoofdweg tussen Veenhuizen en Westerveld vóór ons, verlaten we voor vandaag de doorgaande route van het Stellingenpad.
Vanaf dit punt gaan we namelijk in noordelijke richting naar het esdorp Westervelde, waar onze auto staat.
Over een mooi droog pad wandelen we in noordelijke richting naar het begin van de bebouwde kom van Westervelde. Hier gaan we de Hoofdweg op, richting dorpscentrum.
Daarbij passeren we Huis te Westervelde, waar een aantal lange boomstammen in de brede sloot tussen de weg en en het landgoed van Westervelde liggen te wateren, wat de kwaliteit van het later te verwerken hout bevordert.
Op de T-kruising met de Voorstukken staat onze auto.
We stappen in, en rijden terug naar Een-West, om daar onze andere auto af te halen, om tenslotte terug te rijden naar huis.
Morgen gaan we de laatste etappe van het Stellingenpad bewandelen.

maandag 25 maart 2024

Stellingenpad van Prikkedam naar Een-West

Maandag 25 maart 2024
 
Het bospad van de Bakkeveensterduinen staat onder water

















Stellingenpad
In het jaar 2022 gaf de uitgever Nivon Natuurvrienden een nieuwe wandelroutegids uit, met als titel 'Stellingenpad'. De subtitel van de wandelgids is: 'In de voetsporen van de Griffioen'. Dit pad wordt in het Engels ook wel de 'Griffin Fairy Trail' genoemd. 
De streekverhalen in deze wandelgids worden ingeleid door etappe-elfen en door de Griffioen, het fabeldier dat in het wapen van de Stellingwerven staat.
Inclusief een Zuidlus en een doorsteek heeft dit wandelpad een totale lengte van 263,4 kilometer. De route loopt door de provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland; in grote lijnen vanuit Appelscha door het Drents-Friese Wold, via Vledder, Steenwijk en Giethoorn langs de Weerribben, via Vollenhove door vestingstadjes aan de voormalige Zuiderzee, door Wolvega, Noordwolde, Oosterwolde, Haulerwijk, en dan weer terug naar Appelscha. En onderweg kruis je enkele slingerende riviertjes en beekjes, zoals bijvoorbeeld De Lende, de Kuunder/Tsjonger en de Slokkert.

Wandelgids
Deze wandelgids verdeelt de route over 15 etappes door de Stellingwerven, waarvan er zeven zijn onderverdeeld in elk twee deeletappes. De kortste etappe is 10,4 kilometer, en de langste heeft een lengte van 28,1 kilometer. Elke etappe heeft haar eigen thema. 
Omdat Durkje en ik proberen om de etappe-lengtes dicht rond het gemiddelde van zo'n 20 kilometer per wandeldag te houden, hebben wij een eigen etappe-verdeling gemaakt, uitgaande van zo'n 13 wandeldagen op het Stellingenpad. Na het afronden van de 9e etappe hebben we echter van de vier laatste etappes drie langere etappes gemaakt, van ongeveer 25 kilometer per etappe. Totaal komen we dan op 12 etappes voor het hele Stellingenpad.
De wandelgids bevat naast de routebeschrijving (in beide richtingen) en 42 topografische kaarten ook voorlichtende teksten over het landschap van de Stelllingwerven, en over de natuur, markante plaatsen, over bijzondere gebeurtenissen, en over het ontstaan, de geschiedenis en de taal van de Stellingwerven (vroeger ooit een autonome boerenrepubliek), want ook deze regio heeft een heel eigen karakter. Daarnaast kun je in deze wandelgids ook elfen-belevingsverhalen en cultuurhistorische verhalen lezen.
Deze route kent overigens geen eigen route-markering, maar maakt gebruik van het landelijke wandelknooppunten-netwerk.

Over heidevelden en door broeklanden & Via de vennen en pingo's langs de meanderende Tsjonger
Vandaag lopen we onze tiende dagwandeling op het Stellingenpad, over een afstand van 25,1 kilometer. Dit zijn de laatste 7 kilometers van etappe 9 en de eerste 18,1 kilometers van etappe 10 van onze wandelgids. Het is de eerste dag van onze driedaagse afsluiting van het Stellingenpad.
Het thema van etappe 9 is: 'Over heidevelden en door broeklanden'.
Het thema van etappe 10 is: 'Via de vennen en pingo's langs de meanderende Tsjonger'.
Om 7:35 uur vertrekken we vanuit Feinsum, om dan eerst naar het Drieprovinciënpunt bij Een-West te rijden, waar we de auto parkeren. Daarna rijden we met de andere auto terug en door naar de Prikkedaem-brug over de Tjonger, want daar begint onze tiende dagtocht van het Stellingenpad.
Het is 5 graden Celsius als we vertrekken, en de temperatuur stijgt vandaag tot 11 graden Celsius. 
De jas kan na een uur al uit, en het is genieten van aangenaam zonnig wandelweer vandaag tijdens onze etappe door de Stellingwerven.

Langs Tsjonger en door Ontwijk naar Donkerbroek
Om 9:00 uur steken we bij Prikkedam bij het kunstwerk van de rechtopstaande kano de Tsjonger over.
Over het schouwpad van de zuidelijke rivieroever lopen we langs de Tsjonger van de Prikkedaem naar de Balkweg.
Over de Balkweg-brug steken we de Tsjonger weer over, maar nu in noordelijke richting. Daarna gaan we door de tunnel onder de N381 door, waarna we naar het oosten afbuigen, en het bosgebied van Ontwijk in gaan.
Een deel van Ontwijk is nog heideveld, dat we van zuid naar noord doorkruisen.
Verder zouden we in Ontwijk om een grote pingo-ruïne heen moeten lopen, maar dat gaat niet lukken, want het heidepad is over veel meer dan de volle breedte geheel onder water gelopen.
Daarom gaan we over een hoger gelegen bospad via de andere kant om de waterplas. 
Aan de noordkant van de pingo-ruïne kunnen we het doorgaande bospad hervatten, waar we even later de grote stenen faunatoren van Donkerbroek passeren, waarin allerlei openingen zijn gemaakt, waardoor vogels (holenduif en koolmees), zoogdieren (vleermuizen), insecten (bijen, pissebedden, oorwurmen en spinnen) en amfibieën (kikkers en padden) naar binnen kunnen gaan om daar bijvoorbeeld te nestelen. Een mooi initiatief, en bovendien heel decoratief op deze open plek in het bos, waar vroeger het doolhof van Donkerbroek was.
We verlaten het bosgebied van Ontwijk bij de Opsterlandse Compagnonsvaart, ter hoogte van het neoclassisistische buitenhuis Ontwijk, waar we de bebouwde kom van Donkerbroek binnen lopen.
Langs de vaart die Donkerbroek doorsnijdt, bloeit inmiddels het groot hoefblad.
Nabij de brug over de Opsterlandse Compagnonsvaart zien we de Laurentiuskerk met de klokkenstoel van Donkerbroek.

Over de Duurswouder Heide en de Stripe
Aan de oostzijde van de vaart doorkruisen we Donkerbroek over de Herenweg, waarna we de Kerkereed in noordelijke richting op gaan.
We blijven een heel eind in een rechte lijn in noordelijke richting lopen, om dan na het oversteken van de voormalige waterkering van de Leidijk het bosgebied van de Duurswouder Heide op te gaan.
Op de rand van bos en heide vinden we een houten bank in de zon, met uitzicht over het uitgestrekte heideveld, het grootste van Fryslân. Hier houden we onze koffiepauze.
Na deze pauze steken we het grote heideveld van de Duurswouder Heide over.
Daarna lopen we eerst langs de bosrand, en verderop weer een stuk door het bos.
Zo ongeveer halverwege tussen Wijnjewoude en Bakkeveen gaan we de Stripe op. Rechts van het pad staat in een tuin een oude vrachtwagen die niet meer wordt gebruikt.
De routegids geeft aan dat we tot aan de Kromme Singel door zouden moeten lopen over de Stripe, maar dat mag niet. Bijna aan het eind van de Stripe staat dat we als voetgangers niet verder mogen wegens asfalteringswerkzaamheden verderop. We moeten dus een alternatief zien te vinden om voort te kunnen gaan.

Over beton en boomstammen en zandpaden door het bos van De Slotplaats
Waar het wandelverbodsbord staat, kunnen we over een ander zandpad het bosgebied van landgoed De Slotplaats in gaan. Rechts van het pad ligt een grote veenplas, waarin enkele solitaire bomen op kleine pollen in het water staan.
We nemen het eerste bospad linksaf, waar we om een enorme omgevallen boom heen moeten lopen.
Aan het eind van die bosbaan, gaan we rechtsaf, het nieuwe wegdek van de Kromme Singel op, die is aangelegd als losse betonplaten. Over het nieuwe beton gaan we voort tussen het Alddjip (ofwel Koningsdiep) links van ons, en het bosperceel van De Slotplaats rechts van het betonpad.
Hier vervolgen we iets verderop het bospad, terug in De Slotplaats. Daar moeten we via het Boaz Brugje een brede veenplas oversteken. Aan het eind van het Boaz Brugje staan verkeersborden, die de doorgang richting betonpad achter ons verbieden. 
Tussen de Kromme Singel en de Witte Singel gaan we een zogenoemd Nattevoetenpad op. Dat spreekt boekdelen, en blijkt ook werkelijk zo te zijn, want verderop staat het bospad over de volle breedte onder water. We nemen derhalve een smalle bypass door het bos, maar moeten daartoe nog wel over een rijtje naast elkaar liggen boomstammetjes een brede sloot oversteken. Met ieder een wandelstok en elkaars hand vasthoudend tot steun balanceren we ons veilig en droog over de stammetjes naar de overzijde van de bossloot.
Via de Beakendyk en over de Zwarte Singel gaat het daarna over de mooie brede bospaden door De Slotplaats richting de Foarwurker Wei in Bakkeveen. Rechts van het bospad zien we een ooievaar met succes foerageren langs de oever van een veenplas.
Op het terras van het Informatiecentrum van Natuurmonumenten houden we onze lunchpauze bij De Slotplaats (1668) van Bakkeveen.

Over de Bakkeveensterduinen en de Heide van Allardsoog
Daarna steken we de Bakkeveensche Vaart over, om dan het bosgebied van De Miumer in en door te gaan. 
In dit bosperceel staan hele oude bomen met prachtige boomstammen.
Vooral de boomschors is bijzonder decoratief.
Waar we de Mjûmster Wei oversteken, zouden we het bospad van de Bakkeveensterduinen op moeten gaan, maar ook hier weer gaat dat niet lukken. Over een heel breed terrein staat namelijk dit bos en ook het bospad geheel onder water, dus deze doorsteek is geen optie.
We lopen daarom langs de Mjûmster Wei, totdat we ter hoogte van de Slotleane wel - zij het ook met enig balanceren over een zeer drassig pad - het bos in kunnen lopen.
Voortgaan gaat een tijdje goed, maar als we op een gegeven moment de Bakkeveensterduinen over moeten steken, steekt een ondergelopen heidepad daar nog eens weer een stokje voor. 
Wederom moeten we een alternatieve route zoeken door dit mooie stuifduinengebied.
Midden in het duinengebied bloeit inmiddels de geelbloeiende brem.
Aan de oostzijde komen we op de Heide van Allardsoog, waar we over een holle weg lopen, een oeroud karrenspoor.
We konden zojuist ook al niet langs de Poepedobbe lopen, omdat ook het toegangspad tot die dobbe onder water staat, maar op de Heide van Allardsoog komen we wel langs een andere grote pingo-ruïne van dit heideveld.
Nadat we langs de Volkshogeschool-conferentieoord Allardsoog zijn gelopen, komen we om 14:35 uur het natuurgebied uit op het Drieprovinciënpunt ten westen van het buurtschap Een-West, waar we vanmorgen onze auto hebben achtergelaten.
Met deze auto rijden we terug naar Prikkedam, waar we de ander auto afhalen, alvorens we terug rijden naar huis, alwaar we om 15:45 uur arriveren.

zondag 24 maart 2024

Palmpasen vieren in De Hege Stins en bij Alliade in Stiens

Palmzondag 24 maart 2024 - Palmpasen
 
Kleurrijke Palmpasenstokken in De Hege Stins van Stiens

















Heden Hosanna, morgen kruisig Hem
Vandaag vieren we Palmpasen in Stiens, tijdens de ochtendkerkdienst van de Protestantse Gemeente te Stiens, met vanmorgen dominee Jaap Overeem als voorganger.
Deze zondag vóór Pasen heet Palmzondag, en het feest van vandaag noemen we ook wel Palmpasen. 
Deze Palmzondag is voor christenen de eerste dag van de zogenoemde Stille Week, die ook wel de Goede Week wordt genoemd. 
In veel kerken - en zo vandaag bij ons ook in Stiens - wordt het bijbelverhaal gelezen, waarin Jezus op een ezel de stad Jeruzalem binnenrijdt. 
De naam van deze zondag - Palmzondag - verwijst naar de palmtakken, waarmee de mensen in Jeruzalem zwaaiden toen ze Jezus juichend (Hosanna) welkom heetten in de stad. 
Het is een dag om blij te zijn vanwege de feestelijke intocht van Jezus in Jeruzalem, maar tegelijk is het ook een dag om verdrietig te zijn, want we weten ook dat we nu de Lijdensweek in gaan, waarin Jezus gevangen zal worden genomen, waarna hij wordt bespot, gemarteld, aan het kruis wordt gehangen, en daar de onmenselijke kruisdood sterft.

Bevrijding van de slavernij & Opstanding uit de dood
Tijdens de intocht van Jezus waren er zoveel mensen in Jeruzalem, die naar de stad waren gekomen om er het Joodse Paasfeest te vieren. In die traditie kwamen ook Jezus en zijn vrienden (onder andere Zijn discipelen/leerlingen) dus naar Jeruzalem. 
Het Joodse Paasfeest heet in het Hebreeuws Pesach. Tijdens dat Paasfeest vieren de Joden dat God de Israëlieten vroeger uit Egypte bevrijdde, waar ze slaven waren van de Egyptenaren.
Door de komst van Jezus rond het begin van onze christelijke jaartelling kreeg dat Paasfeest een andere invulling erbij. Omdat Jezus na zijn lijden en sterven opstond uit de dood, vieren christenen Zijn opstanding uit de dood elk jaar als het christelijke Paasfeest.

Palmpasenstok maken
Maar voordat we volgende week zondag het Paasfeest vieren, wordt vandaag dus eerst Palmpasen gevierd.
De kinderen hebben thuis houten kruisen gemaakt, die ze hebben meegenomen naar de kerk, om die vanmorgen tijdens de kindernevendienst te gaan versieren.
Een Palmpaasstok wordt gemaakt van hout in kruisvorm. Het afgestorven hout staat symbool voor de winter, waarin de natuur afgestorven lijkt en alles kaal is. Dat kruishout wordt versierd met groene takken en linten. Die symboliseren het nieuw leven, ofwel de frisse lente, die na de dorre winter komt.
Aan zo'n Palmpasenstok (houten kruis) worden allerlei lekkere dingen gehangen, die symbool staan voor de elementen van het bijbelverhaal van het lijden, sterven en de opstanding van Jezus.
Als de kinderen op de muziek van piano en gemeentezang met hun Palmpasenstokken in optocht de kerkzaal weer binnen komen, zien we aan het kruis bijvoorbeeld de buxustakjes die symbool staan voor de palmtakken, de 12 doppinda's die symbool staan voor de 12 leerlingen van Jezus, de 30 Nibb it Rings die de 30 zilverstukken symboliseren, en bovenop het kruis staat een grote broodhaan, die verwijst naar de haan die driemaal kraaide in het beroemde bijbelverhaal.

Palmpasenoptocht bij Alliade in Stiens 
De lange stoet van kinderen maakt tijdens onze vrolijke zang enkele rondgangen door de kerkzaal, en daarna laten ze op het podium aan de kerkgangers zien hoe mooi hun Palmpasenstokken zijn geworden.
Na de kerkdienst gaan de kinderen met hun begeleiders en ook met de kerkgangers naar het woonzorgcentrum van Alliade in Stiens, om daar bij de bewoners van Alliade hun Palmpasenoptocht voort te zetten, en dat feest met z'n allen af te sluiten met iets lekkers in de kantine van Alliade.
Na afloop zullen deze kinderen vast en zeker al heel snel gaan genieten van al die lekkere dingen die ze aan hun kleurrijke Palmpasenstokken hebben gehangen.

zaterdag 23 maart 2024

In Memoriam Jacobus Knol

Zaterdag 23 maart 2024
 
Jacobus Knol (1936-2023)

Bestjoerder fan de KFFB
Op 30 novimber 2023 is Jacobus Knol ferstoarn. Hy is berne yn 1936 en hikke en tein yn Dokkum. Jacobus wie by syn ferstjerren 87 jier. De tanktsjinst foar syn libben en wurk wie op 6 desimber 2023 yn de Sint-Catharinatsjerke fan Ealsum.
Koos – want sa neamden wy him ek wol – hat him tige ynset foar allerhande maatskiplike saken. It falt dan ek net ta om yn it ramt fan in beheind In Memoriam in folslein oersjoch te jaan fan wat Koos allegearre úteinset hat yn al syn aktive jierren.
Hjirûnder komt in tal priuwkes fan wat Koos oan wurk ferset hat, en dan fansels fral oer syn grutte bydrage oan it wurk foar de Kristlik Fryske Folksbibleteek (KFFB). Jacobus wie nammentlik in betûft taallearaar, mar ek in wurdearre skriuwer, oersetter en bestjoerder fan de KFFB.

Learaar
Nei syn beropsoplieding oan de kristlike kweekskoalle wie Knol ûnderwizer. Hy hie syn wurk ûnder oaren op Nij-Guinea, yn Beverwyk en yn Snits. Koos learde troch foar de hegere ûnderwiisaktes Nederlânsk en Frysk, en waard learaar Nederlânsk en Frysk oan Klaerkamp en Mariënburg. Dat wienen eartiids de kristlike pedagogyske akademys fan Dokkum en Ljouwert, dy’t letter beide opnommen waarden yn de Kristlike Hegeskoalle Noard-Nederlân, tsjintwurdich NHL Stenden Hegeskoalle.
Knol wie net allinne learaar mar ek ynspirator foar syn studinten. Fan wat ik fan myn frou Durkje de Jong fan Broeksterwâld heard haw – ien fan syn eartiidske studintes – wie Knol as kundich taallearaar wol in taalpurist, mar gjin taalaktivist. Durkje seach him as in noflik learaar, en hja sei oer Knol: “Hy learde ús it Frysk goed.” 

Skriuwer 
Jacobus Knol waard yn 1988 bestjoerslid fan de KFFB. Yn it jier 1994 waard troch de hânskrifte-karkommisje fan de KFFB in publikaasje-adfys yn it bestjoer fan de KFFB ynbrocht, om de nije útjeften foar it kommende jier fêst te stellen. Ien fan de manuskripten dy’t goedkard waarden, wie it manuskript fan Styntsje Piters mei de titel ‘In libben as Styntsje’. Letter die bliken dat Styntsje Piters de skûlnamme wie fan Koos.
Jier op jier folgen nije boeken fan Jakobus Knol, nammentlik: ‘In earsten dragonder’ (yn 1996), ‘In opwinend fraachteken’ (1997) en ‘Tusken Boedapest en Burgerheide’ (1998). Dêrnei waard Jacobus sels ek lid fan de Karkommisje fan de KFFB, om mei oaren de ynbrochte hânskriften fan al bekinde en fan nije skriuwers te beoardielen. 
Yn dy jierren wie ik as twadde foarsitter fan de KFFB ek ien fan de meibestjoerders dy’t op grûn fan de adfizen fan de Karkommisje de hânskriften al of net goedkarden foar publikaasje as KFFB-boek. 
Yn 1979 hie Koos trouwens al twa publikaasjes fan de KFFB op syn namme krigen, nammentlik ‘Sa gong it mei Jezus’ en ‘Jezus komt yn 'e wrâld’, twa bibelferhalen foar de bern yn ienfâldich Frysk.

Oersetter 
Yn 1978 ferskynde de ‘Nije Fryske Bibeloersetting’ by it NBG. Knol hat ek foar dizze nije útjefte – fral ek op it mêd fan de nije Fryske stavering – in bydrage levere. Noch net iens sa lang lyn ferskynde de lêste oersetting fan Jacobus Knol, mei de útjefte fan it boek ‘Nina’ fan de skriuwer Frédéric Lenoir, útjûn as KFFB-boek yn it jier 2020.
In tige grut en wichtich projekt fan Jacobus wie it út it Frânsk en it Ingelsk nei it Frysk oersetten fan in tal boeken fan Elie Wiesel, de skriuwer dy’t de konsintraasjekampen Auschwitz en Buchenwald oerlibbe yn de Twadde Wrâldkriich. Dat wienen ‘De nacht’ (1995), ‘Alle rivieren rinne nei see, diel 1 en 2 (1999, 2000), ‘…mar de see rekket nea net fol’, diel 1 en 2 (2001, 2002), ‘De Nacht De Dage De Dei’ (2002), ‘De stêd fan it lok’ (2006), en Twiljocht (2009).
Ek ferskynden fan Jacobus noch oersettings fan: ‘Teatske Alzum har wrâld’ (2004), ‘Wy, dy’t bidde (2014), ‘It Geheim՚ (2015). Ek sette er út it Dútsk de roman ‘De skilderesse fan de fjoerstoarm’ (2017) oer. Net allinnich om de kwaliteit fan dizze oersette boeken, mar ek om’t it foar de KFFB wol gauris dreech wie om gaadlike hânskriften goed te karren foar publikaasje, wie it Knol dy’t der mei foar soarge dat de KFFB-leden alle jierren harren nije Fryske boeken krigen. 

Stean en gean foar de KFFB
Mar Jacobus Knol die folle mear, suver te folle om hjir te beneamen. Tink bygelyks mar oan syn redaksjewurk, korreksjewurk, opmakwurk, en skriuw-adfys jaan oan nije en bekinde skriuwers. In soad fan dat wurk hat de beskieden Koos yn alle stilte dien. Mar yn dy stilte binne der in soad minsken dy’t mei grutte wurdearring werom sjogge op alle goede wurken fan Koos.
En it wie grif net allinnich mar burowurk dat Koos die. Hy stie en gie foar alle wurk fan de KFFB. In foarbyld: Yn 2008 hat Koos soarge foar in goed plak foar ús boekefoarrie fan de KFFB, doe’t alle boekedoazen ferfarre moasten fan de garaazje fan ús meibestjoerder Dick Eisma yn Aldehaske nei in boerepleats yn Boarnwert. Mei ús auto's en twa swiere oanhingweinen fol KFFB-boeken rieden Dick en ik oerdei nei ús nije KFFB-magazyn yn Boarnwert. Dêr hie Koos al in soad wurk ferset mei it meitsjen fan in grut tal boekerekken; in knap stik wurk. En dêr stie Koos fansels ek al wer klear om Dick en my by te stean mei it sjouwen fan alle boekedoazen fan 'e oanhingweinen yn 'e nije boekerekken.

Ofskie fan Koos
Doe’t Jacobus Knol nei in bestjoerssit fan 24 jier ôfskie naam fan it bestjoerswurk foar de KFFB yn 2012, haw ik yn myn deistige bloch al skreaun dat der net genôch wurden binne om Koos mei paste eare tank te sizzen foar al syn goede wurk foar syn en ús Kristlik Fryske Folksbibleteek, en dat bliuwt oerein. As wy as bestjoerders en as leden fan de KFFB werom sjogge op wat Jacobus Knol rûnom en spesifyk foar de KFFB dien en betsjut hat, dan begrype jo grif wol dat wy Koos dêr allegearre tige tankber foar binne.

Dit troch my skreaune 'In Memoriam' is publisearre yn de krante 'De Fleanende Krie' nûmer 201 fan febrewaris 2024, de útjefte foar de leden fan de Kristlik Fryske Folksbibleteek (KFFB).
 

donderdag 21 maart 2024

Stormvloeden en Scheepsrampen

Donderdagmiddag 21 maart 2024
 
Lezing van Yftinus van Popta in Tresoar


Lunchlezing van Yftinus van Popta in Tresoar
Aan het begin van deze middag zijn Durkje en ik aanwezig bij de Lunchlezing, die plaatsvindt in Tresoar te Leeuwarden.
De spreker van vandaag is de maritiem archeoloog-onderzoeker Yftinus van Popta
Hij richt zijn lezing op het ontstaan van de Zuiderzee, ruim duizend jaar geleden. 
  • Wat zijn de gevolgen daarvan? 
Dorpen verdronken, land verdween en de scheepvaart en handel bloeide op. 
  • Hoe gingen onze voorouders daarmee om?
Wreedheden van de Zuiderzee 
Nederland is een waar waterland. Al eeuwenlang zijn haar landschap en bewoners verbonden met het water, soms liefdevol, soms vol van angst en vaak met ontzag. Dat alles komt samen in het maritieme hart van Nederland: het Zuiderzeegebied. 
Stormvloeden zorgden daar in de Middeleeuwen voor het verlies van land en nederzettingen (land werd zee), maar die creëerden ook nieuwe maritieme handelsroutes, die op termijn voor welvaart en voorspoed zouden zorgen. Eeuwenlang was de Zuiderzee daardoor het maritieme knooppunt van Nederland. 
Vele duizenden schepen hadden deze binnenzee nodig om hun bestemming in Nederland te bereiken. Ze kwamen daar echter lang niet allemaal aan, want het gevaar lag altijd op de loer. 
Ondiep vaarwater, zandbanken en plotselinge weersveranderingen zorgden voor veel scheepsrampen. Niet voor niets is Flevoland dan ook het grootste scheepskerkhof op land ter wereld. Tot nu toe zijn daar al ruim 450 scheepswrakken in de voormalige zeebodem aangetroffen.

Ruimtelijk en archeohistorisch perspectief
Popta’s lunchlezing volgt de uitkomsten van nieuw maritiem archeologisch onderzoek, dat zich enerzijds richt op de veranderingen in het landschap (land werd zee) en anderzijds op de gebeurtenissen die op zee plaatsvonden (scheepsrampen). 
Eerst toont Yftinus aan hoe het Zuiderzeegebied transformeerde van een onontgonnen en onbewoond veengebied naar open zee, waarbij nagenoeg alle resten van tussentijdse ontginning, landbewerking en bewoning werden opgeruimd. Boeren, handelaren, heren en uiteindelijk ook vissers leerden daarin omgaan met het water.
Daarnaast besteedt hij aandacht aan de vele scheepswrakken van Flevoland. Van veel wrakken zijn alleen objectieve gegevens bekend, zoals het scheepstype en de ondergangsperiode, waardoor het vrij statische houten constructies blijven. Dat neemt niet weg dat achter ieder wrak een persoonlijk verhaal schuilgaat van een ramp en leed. Om dat te kunnen achterhalen, moet allereerst de identiteit (naam) van het wrak en van de opvarenden worden vastgesteld, wat veelal onmogelijk blijkt te zijn. Lukt het wel, dan ontstaat een zeer levendig en persoonlijk verhaal van hetgeen zich ooit op het water afspeelde. 
Tijdens deze lezing wordt zo’n verhaal (met een duidelijk Friese, Sneker connectie) aangehaald.

De verdronken dorpen van de Noordoostpolder
Archeologisch onderzoek is voorheen teveel gericht geweest op de scheepswrakken, in plaats van op het maritieme landschap. 
Yftinus van Popta onderzocht de late Middeleeuwen (van 1100-1400), en deed dat met een nieuwe methode, waarbij de archeologie boven de geologie werd gesteld.
Zijn aanpak was interdisciplinair en ruimtelijk, met elementen van archeologie, landschapsgeschiedenis, geologie en historische geografie.
Hij begon met de reconstructie van het landschap rond het jaar 1100, liggende tussen de bekende zee- en landkaarten over de vermeende situatie van de jaren 800 en 1500.
Van Popta kon gebruik maken van de bewoningssporen van de late Middeleeuwen, zoals bijvoorbeeld: dakpannen, dierenresten, gebruiksvoorwerpen.

Historie van de Zuiderzee
  • De Zuiderzee was het maritieme hart van Nederland. 
  • In de Zuiderzee vind je een nieuwe bodem op oud land. 
  • Na de ijsbedekking ontstond hier een poolwoestijn, en daarna hoogveen, laagveen (het Flevomeer in de tijd van de Romeinen), en toen meren die aan elkaar groeiden (tot Almere), waardoor tenslotte zee onstond.
  • Yftinus van Popta onderzocht de periode van de meren (800 na Christus) tot de zee (1500 na Christus).
  • De Zuiderzee was in dat tijdperk een maritiem verkeersknooppunt, dat overigens ook voor dood en verderf stond qua scheepsrampen.
  • De Zuiderzee is steeds verder getransformeerd. Haar veengebieden werd ontwaterd, ontgonnen en bedijkt, maar door de inklinking van het veen kon het lage land tijdens de stormvloeden in de late Middeleeuwen overstromen, met verdrinking van mensen en nederzettingen als gevolg.
  • Hij ging heel veel data verzamelen, onder andere aangaande de 400 bekende scheepswrakken. Daarbij liet hij op een kaart zien waar die scheepswrakken voornamelijk liggen.
  • In de Oostvaardersplassen zouden trouwens wellicht ook nog wel zo’n 40 scheepswrakken moeten liggen, maar daar mag je ze niet opgraven, omdat het een natuurreservaat is.
  • Kuinre en Schokland waren duidelijk al oude bewoningsplekken, maar er zijn zeker ook nog enkele andere plekken geweest van bewoning, die nog niet onderzocht zijn.
  • Van Popta heeft tijdens zijn onderzoek heel veel materiaal en onderzoekstechnieken gebruikt, om zicht te krijgen op de ondergrond van de polder. 
  • Als je alle ingetekende kaarten (van de diverse onderzoekslagen) over elkaar heen legt in het GIS-programma, dan rolt daar een reconstructie uit van hoe de Noordoostpolder er vroeger uit moet hebben gezien in de tijdperken 1100 en 1400.
  • Vóór Kuinre moet eeuwen geleden al een heel groot schiereiland van veen hebben gelegen. 
  • Urk en Schokland zijn vroeger veel groter geweest dan voorheen (tot voor kort nog) werd gedacht. 
  • Door deze vorm van onderzoek spoor je resten van bewoning en van ontginning op. Op zo'n plek ga je dan graven, niet alleen in oude documenten (bijvoorbeeld uit het Friese Sint-Odulphusklooster), maar uiteraard ook in de grond. 
  • Het eerste Fenehuysen (dat is verdronken in zee, en later elders opnieuw gebouwd), Marcnesse en Nagele zijn in dit gebied drie oorspronkelijke dorpen. In die gebieden werden in het kader van het onderzoek middeleeuwse sloten opgegraven. Daarin - zo bleek toen - lieten mensen vroeger hun afval achter, zoals bijvoorbeeld: baksteen, glas, verbrand klei, kogelpotten; ook wel 'nederzettingsruis' genoemd.
  • Het Fenehuysen 1 is verdronken in de 17e eeuw, en daarom landinwaarts opgeschoven naar Fenehuysen 2, en vervolgens ook nog naar Fenehuysen 3. De sporen in de bodem op deze drie locaties wijzen op de opeenvolgende tijden en fasen van deze vreogere bewoningsplaatsen Fenehuysen.
  • Zo ontstond op grond van Yftinus zijn onderzoek een nieuwe interpretatie en beleving van het laatmiddeleeuwse noordoostelijke Zuiderzeegebied.
De ondergang van een Sneker stoomschip op de Zuiderzee
  • Eén van de wrakken die in de voormalige Zuiderzee is gevonden, was van een houten stoomschip uit Sneek, van jonge datum, geheel met stort (blik) bekleed. 
  • De vondst van dit scheepswrak werd aanvankelijk van weinig belang geacht, en derhalve werd het wrak geruimd door de pachter van de grond waarop dit scheepswrak was aangetroffen. In dat wrak werd toen ook een kalender van 1921 gevonden, een postzegelalbum, en heel veel kachelonderdelen (hetgeen namelijk de lading van dit schip was).
  • Zo’n wrak kun je nog wel identificeren met oude documenten, want gezien de kalender moet het schip zo rond 1921 zijn vergaan.
  • Bij nader onderzoek door Yftinus bleek dat ten zuiden van Lemmer in 1921 inderdaad een schip was vergaan, genaamd de 'Reserve 1', van wie de eigenaar nota bene ook bekend was. 
  • De oorspronkelijke wrak-onderzoeker stopte vroeger zijn onderzoek, maar Yftinus van Popta pakte dat onderzoek tientallen jaren later weer op, daarbij vervolgens ook gebruik makend van nieuwe bronnen.
  • Toen bleek dat op 11 september 1921 inderdaad een stoomschip met kachelonderdelen was vergaan. Een zekere Klaas Weissenbach was de schipper van de Reserve 1. 
  • Klaas Weissenbach voer van Kampen naar Sneek, en kwam daarbij op de Zuiderzee in een zware storm terecht. Zijn schip Reserve 1 raakt daarbij onbestuurbaar, raakt vast en zonk. Een zekere Jacob Tijsseling redde de bemanning.
  • Over deze scheepsramp is recent een gedramatiseerde podcast gemaakt in de podcast-serie 'Het Wrakke Water'.
  • Zo zie je dat achter elk scheepswrak een verhaal schuilt, maar ja, het probleem is om dat verhaal te achterhalen.
  • Bij dergelijk scheepsramp-onderzoek ontdek je vaak veel persoonlijk leed en dramatische gebeurtenissen.
  • Soms kun je aan de hand van hele kleine details uiteindelijk veel te weten krijgen.
  • Dit alles draag ook bij aan de geschiedenis van het verhaal van Flevoland.

Tussen Franchés en Primitivo op het Jabikspaad

Donderdag 21 maart 2024

Pelgrim Bernetta bij Refugio Ultreia Feinsum
Ervaren pelgrim op het Jabikspaad
Nadat we gisterochtend in onze Refugio Ultreia Feinsum twee beginnende pelgrims op bezoek hadden voor een refugiostempel, arriveerde gisteren halverwege de middag al weer een pelgrim in onze refugio.
Het is de pelgrim Bernetta uit het Friese Warten, die vanmiddag en vanavond bij ons te gast is in onze refugio, om vannacht in ons pelgrimsverblijf te overnachten, teneinde morgen verder te gaan op het Friese Jabikspaad.
Het is een ervaren pelgrim, die onder andere de Spaanse Camino Franchés al heeft gelopen, en ook de Portugese Camino Portugués, beide naar Santiago de Compostela.
En nu is ze bezig met de voorbereiding van de Camino Primitivo in Spanje, van Oviedo naar Santiago de Compostela.
Afgelopen zaterdag hebben we al kennis met elkaar gemaakt, want ze was evenals wij ook aanwezig bij de landelijke Voorjaarsbijeenkomst in Utrecht van ons pelgrimsgenootschap, het Nederlands Genootschap van Sint Jacob.

Jabikspaad ter voorbereiding op de Camino Primitivo
Ter voorbereiding op de mooie pelgrimstocht van de Camino Primitivo door het bergachtige noordwesten van Spanje is het een goed idee om alvast enkele dagtochten ter voorbereiding te gaan lopen, en dat doet ze op het Jabikspaad in Fryslân, gisteren en vandaag twee etappes. 
Daartoe is pelgrim Bernetta gisteren van start gegaan bij de Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie, om naar Feinsum te lopen op de oostelijke routevariant van het Jabikspaad, en vanmorgen - na haar overnachting en het ontbijt in Refugio Ultreia Feinsum - nemen we afscheid van elkaar na een fijne ontmoeting, en gaat ze vanuit Feinsum over It Kanael het Jabikspaad weer op, richting Stiens, om vandaag haar volgende etappe tot voorbij Leeuwarden te lopen.