vrijdag 29 maart 2019

Zonsondergang in Feinsum

Vrijdag 29 maart 2019





Zonsondergang in Feinsum

Beweegredenen van de hedendaagse pelgrim

Woensdag 27 maart 2019
Suzanne van der Beek in gesprek met Herman Vuijsje













De belevingswereld van de pelgrim door de eeuwen heen 
Het pelgrimeren heeft door de eeuwen heen sporen nagelaten. Die vertellen over andere tijden, over de pelgrim van toen, over zijn/haar gedachten en beweegreden. Ze vertellen ook over de smaak van weleer: hoe bouwmeesters, schrijnwerkers, schriftstellers en muzikanten naar de geest van hun tijd daar uiting aan gaven. Wie er oog voor heeft, herkent ze in relieken en devotionalia, in manuscripten en reisverslagen, in het landschap en de infrastructuur van wegen en bruggen, in de architectuur en decoratie van kerken, kloosters en hospitalen. Ze vertellen iets over de veranderende beweegredenen van de pelgrim. 

Lezingenserie 2019: Sporen in kunst en architectuur 
Evenals in voorgaande jaren organiseert de ‘Werkgroep Geschiedenis en Cultuur’ van ons ‘Nederlands Genootschap van Sint Jacob’ weer een lezingenserie. In vijf lezingen belichten gerenommeerde sprekers - aan de hand van casuïstiek uit verschillende stijlperiodes - de sporen van de pelgrim in beeld en kunst langs de Camino (het pelgrimspad). 
Deze avondlezingen vinden in het eerste kwartaal van 2019 plaats in het Institutio Cervantes aan het Domplein te Utrecht. De lezingen zijn toegankelijk voor alle leden van ons nationaal pelgrimsgenootschap, maar ook niet-leden kunnen zich bij het Nederlands Genootschap van Sint Jacob opgeven als deelnemer voor één of meer van deze lezingen.
  • De eerste lezing vond plaats op 30 januari 2019, verzorgd door Franneke Hoeks & Charles van Leeuwen, met als onderwerp: ‘Gestold verlangen en uitgekristalliseerd geloof: de materiële cultuur van het pelgrimeren.; 
  • De tweede lezing vond plaats op 13 februari 2019, verzorgd door Irmgard van Koningsbruggen, met als onderwerp: ‘De belevingswereld van de pelgrim: sporen in architectuur en decoratie; 
  • De derde lezing vond plaats op 27 februari 2019, verzorgd door Jan Nuchelmans, met als onderwerp: ‘Muziek aan de Melkweg – Jacobus verklankt’. 
  • De vierde lezing vond plaats op 13 maart 2019, verzorgd door Wendelien van Welie, met als onderwerp: ‘De Codex Calixtinus, heldenverhalen en pelgrimswegen’. 
Sprekers Herman Vuijsje en Suzanne van der Beek
Herman Vuijsje is socioloog en journalist. Tijdens zijn studie specialiseerde hij zich onder andere in godsdienstsociologie. Sinds het verschijnen van zijn boek ‘Pelgrim zonder God’ is hij verschillende malen naar Santiago de Compostela teruggekeerd om veranderingen te registreren in het aantal pelgrims, hun groepssamenstelling en hun motieven. Zijn laatste bezoek was eind 2017, toen hij het traject Santiago-Fisterra aflegde. Het verslag van die wandeling publiceerde hij in De Groene Amsterdammer van 22 februari 2018.
Suzanne van der Beek studeerde Literatuurwetenschap aan de Universiteiten van Amsterdam, Leiden en Lille. Ze promoveerde in 2018 op een proefschrift getiteld ‘New Pilgrim Stories, waarin ze een analyse presenteert van de 21e eeuwse pelgrimsverhalen rond de Camino de Santiago. Zij was tot voor kort nog bestuurslid van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob, en is lid van de stuurgroep van de Camino Academie en universitair docent Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg.

Unique Selling Points van de Camino de Santiago
In 1989 liep Herman Vuijsje de Camino als atheïstische 'pelgrim' in omgekeerde richting, namelijk van Santiago de Compostela naar Amsterdam, en schreef daarover het boek ‘Pelgrim zonder God’.
Een kleine duizend jaar lang veranderde er maar weinig aan de redenen waarom mensen naar Santiago de Compostela trokken. Sinds eind vorige eeuw lijken de veranderingen, qua aantallen pelgrims en qua motieven, echter revolutionair. Steeds meer pelgrims lopen in hun eentje.
  • Vanwaar deze opkomst van de ‘Bewust Alleenlopende Pelgrim'? (BAP).
  • Hangt dat soms samen met de individualisering van religieuze ideeën? 
Bovendien: steeds meer pelgrims lopen naar Finisterre.
  • Wat heeft dat nog van doen met Santiago de Compostela? 
Al deze veranderingen roepen vragen op naar de ‘Unique Selling Points’ van de Camino de Santiago; sterker: zijn die er nog wel?
Herman Vuijsje en Suzanne van der Beek reflecteren vanavond op deze vragen.

Suzanne van der Beek
De moderne pelgrim – Reflecties op ‘Pelgrim zonder God’
In het eerste deel van dit avondprogramma luisteren we naar de afzonderlijke presentaties van beide avondsprekers. De eerste presentatie wordt verzorgd door Suzanne van der Beek
Aanvankelijk was haar beeld van de pelgrim een nogal traditioneel ouderwets beeld. Suzanne begon pelgrim-romans te lezen, waaronder het door Herman Vuijsje geschreven boek ‘Pelgrim zonder God’. Ze geeft aan dat Herman Vuijsje daardoor één van de eerste 'gidsen' is geweest op haar 'camino'.
Een pelgrimage wordt wel beschouwd als de tocht van een pelgrim naar een 'sacred center out there', naar een buiten mij gelegen heilige plek.
Daar waar een toerist zoekt naar het voor hem/haar 'nieuwe', is een pelgrim op zoek naar het 'bekende', op weg naar een spiritueel thuis.
Omdat Herman Vuijsje met zijn omgekeerde pelgrimstocht indertijd geen religieuze motieven had, maar hij zich op deze omgekeerde pelgrimage ook geen toerist voelt, noemt Herman zich in zijn boek derhalve een 'pelgrim zonder God'. 

Vroeger versus nu
Vorig jaar is het aantal van 300.000 arriverende pelgrims per jaar gepasseerd in Santiago de Compostela.
Suzanne van der Beek onderzocht hoe herkenbaar de oudere pelgrimage-beelden van tientallen jaren geleden nog zijn ten opzichte van de actuele situatie van vandaag de dag. Het boek van Vuijsje geeft de lezer een nostalgisch beeld van de camino van het verleden. Het sentiment zoals dat in dit boek is beschreven, herken je als tegenwoordige pelgrim bij jezelf op bepaalde locaties onderweg hier en daar nog steeds, vooral ook als het gaat om je ervaringen onderweg in het Spaanse Galicië. Daar is het namelijk nog zo authentiek oud mooi. Zoiets wordt dan overigens al snel geromantiseerd.
De armoede die je als pelgrim onderweg in Galicië ziet, wordt door de pelgrim al snel geassocieerd met het authentieke van een streek, dat een toerist zo fel begeert. Dergelijke ervaringen onderweg zijn dus niet zozeer ervaringen van alleen de pelgrim, maar kun je beschouwen als de gebruikelijke ervaring van de reizende mens van tegenwoordig.
Al hoe modern wij ons tegenwoordig ook voelen, wij dragen eigenlijk nog steeds het klassieke, traditionele beeld van de oude pelgrim met ons mee.
Je zou de vraag kunnen stellen of atheïsten de kerk tegenwoordig meer nodig hebben dan ooit het geval was. Niet-gelovige, niet-katholieke pelgrims vragen zich onderweg af of ze onderweg tijdens hun pelgrimage al dan niet naar de mis zullen gaan. En ze stellen zichzelf de vraag of het ontvangen van de pelgrimszegen voor hen al dan niet waarde(n)vol is.

De paradox van de pelgrim
Door de opkomst en toename van het smartphone-gebruik op de camino ontstond een heel nieuwe partij tegenstrijdigheden. Is het bijvoorbeeld wel acceptabel als je met sociale media gaat werken als je pelgrimeert?
Pelgrims willen meestal loskomen van de gebruikelijke sleur van de dag thuis. Pelgrims willen bezig zijn met levensvragen. Daarom gaan ze vaak op stap op belangrijke momenten in hun leven, bijvoorbeeld aan het begin van hun pensionering, of na een ernstige ziekte. Pelgrims vragen zich af hoe ze beter zichzelf kunnen zijn en worden als ze zich helemaal los zouden maken van het gebruik van smartphone en van social media. Tegenwoordige pelgrims vragen zich af of ze tijdens hun pelgrimage wel genoeg lijden, en of ze wel op de goede manier lijden. Is bijvoorbeeld het geheel loslaten van smartphone-gebruik en van social media een passende manier van 'loslaten'?
Eigenlijk hangt de moderne pelgrim van tegenstrijdigheden, van paradoxen aan elkaar.

Vrijheid om te berusten in de paradox
Hoe kunnen we vandaag de dag de moderne pelgrim begrijpen?
Herman Vuijsje duidt dat in zijn boek.
Het gaat niet zoals vroeger om Veiligheid, maar tegenwoordig gaat het om Vrijheid. De camino is vandaag de dag door iedereen vrij in te vullen.
De vrijwaring van gedachten geeft een gevoel van vrijheid.
Verder ervaart de pelgrim onderweg diens vrijheid van expressie, ofwel van het op eigen wijze vorm en inhoud geven aan je eigen pelgrimage. Desalniettemin wordt er op de camino wel degelijk onderscheid gemaakt tussen echte pelgrims en zogenoemde 'bus-pelgrims''.

  • De camino geeft je vrijwaring/vrijheid van alle gedachten.
  • De camino biedt je vrijwaring van keuzes, de camino maakt je vrij van keuzestress.
  • De camino vrijwaart je van tijdgebrek. Pelgrims ervaren onderweg namelijk de rijkdom van de tijd.
  • De kracht van de camino ligt in de lagen van al deze vrijheden.

Maar ondertussen lijkt de moderne pelgrim wel een persoon van tegenstrijdigheden te zijn, We zijn tegenwoordig gewend om dat vraagstuk te problematiseren, want voor ons gevoel vraagt dat om een oplossing. Maar deze vraagstukken en gevoelens zijn eigenlijk in tegenspraak met het karakter van de camino. Gevolg is dat wij eigenlijk allen voorbeelden zijn van de tegenstrijdige/paradoxale pelgrim. Een andere vrijheid op en van de camino kan heel bevrijdend werken, namelijk die van de vrijheid om te berusten in de paradox van de moderne pelgrim.

Herman Vuijsje
Pelgrim vroeger en nu
Herman Vuijsje noemt zichzelf geen camino-verslaafde, maar een camino-kid.
Hij bespreekt in zijn presentatie een aantal - de volgende - veranderingen die hij ziet en ervaart tussen zijn eerste pelgrimstocht en het heden, namelijk:
  • Een enorme toename van het aantal pelgrims;
  • Steeds meer pelgrims lopen nu alleen. Duizend jaar geleden was het pelgrimeren een collectief gebeuren.
  • De motieven om te pelgrimeren zijn steeds meer naar binnen gericht; het gaat tegenwoordig vooral om een dialoog met jezelf.
  • Tegenwoordig is de spirituele motivatie om te pelgrimeren belangrijk, waar tegenover staat dat het religieus motief minder belangrijk is geworden. Pelgrimsmotieven zijn voor de meeste pelgrims wel diepzinniger geworden.
  • Steeds meer pelgrims eindigen niet in Santiago de Compostela, maar lopen nog door naar het Atlantische eindpunt in Cap Finisterre. Dat is voor veel pelgrims een logischer eindpunt geworden. De zonsondergang in de Atlantische Oceaan is voor sommige pelgrims belangrijker geworden dan de religieuze ervaring in de kathedraal van Santiago de Compostela. De eigentijdse pelgrims zoeken niet meer een 'gewijde' ruimte, maar een 'weide' ruimte. Voor het gevoel van deze moderne pelgrim openbaart God zich in de open ruimte meer aan hen dan in een (kerk)gebouw. Er is derhalve een vervaging gaande tussen de plek waar je God ontmoet, in de kerk of in de natuur. Het verschil tussen de christen-pelgrim en de natuur-pelgrim is aan het vervagen.
  • Alle verschillen vervagen tegenwoordig in onze maatschappij. Eigenlijk zou je kunnen stellen dat de camino als het ware een voorloper is van alle huidige veranderingen in religiositeit. Santiago-pelgrims voelen op de een of andere manier goed aan wat er in de toekomst aan zit te komen. Ze lopen in dat visionaire vaak voorop.
  • Velen zoeken God niet meer in het goddelijke, maar in andere mensen.
  • De huidige opleving van het pelgrimeren versterkt het belang van onderweg zijn, en er is ook sprake van een verandering van de opbrengst van de pelgrimage. Pelgrims ervaren tegenwoordig vaak een gevoel van herwonnen harmonie: met God, met andere mensen, en met jezelf.
  • Tegenwoordig is de noodzaak van het zoeken niet meer aan de orde. Wij weten wel dat gegarandeerde antwoorden niet meer voorhanden zijn. Je hoeft tegenwoordig niet zo nodig meer iets te scoren. In dit veranderde zoeken, zie je dat pelgrims elkaar steeds meer raken.
Wanneer ben je nu een echte pelgrim
Misschien is voor de moderne mens tegenwoordig die heilige weg (de camino) niet echt meer nodig om in de natuur (als zijnde Gods Schepping) te lopen, om alles mee te maken en te ervaren, om aardige mensen tegen komen en om onderweg door anderen geholpen te worden.
Maar wat zijn dan de zogenoemde 'Unique Selling Points' van de pelgrimstocht?
We zien dat de criteria voor het toekennen en uitreiken van een Compostela (certificaat van de bisschop van Santiago de Compostela) verschuiven. Eén ding mag echter niet, en dat is het gemotoriseerd pelgrimeren.
  • Je beleeft als pelgrim heel intens de anonimiteit en de intimiteit in de refugio’s;
  • Je leert onderweg 'aardigheid'. Om ons heen - daar waar wij wonen en werken - is aardigheid tegenwoordig niet algemeen gebruikelijk.
  • Het contact met andere pelgrims en andere mensen onderweg, dat is een karakteristiek van de pelgrimage. Niet alleen de verbondenheid met mensen/pelgrims om je heen ervaar je, maar ook de verbondenheid met al die mensen die je vele eeuwen lang al voorgingen. De pelgrim voelt als het ware onderweg het contact met mensen van eeuwen geleden.
Pelgrims en social media
Suzanne van der Beek zegt dat we ook de social media in aanmerking moeten nemen als we het over pelgrimeren hebben.
Herman Vuijsje: "Ik hoef daar niet aan mee te doen. Dat is een witte plek in mijn kennis. Bij nader inzien moet ik daar nu dan toch maar eens over nadenken."
Een smartphone maakt het langduriger aanhouden van contacten mogelijk, ook als je elkaar niet meer ontmoet op de camino of daarna.
Herman Vuijsje: "De pelgrim die tegenwoordig alleen loopt, loopt naar mijn idee helemaal niet alleen als je de social media meeneemt in je beschouwing."
En dan kennen we tegenwoordig ook het begrip van de 'DAP', de digitaal aangesloten pelgrim.
- Is dat eigenlijk wel een echte pelgrim? 
- En onderscheidt die zich nog wel van de gewone lange afstandswandelaar?
Suzanne van der Beek beweert dat je ook wel achter je computer, via het beeldscherm je pelgrimage kunt maken. Deze zogenoemde 'cyber-pelgrim' heeft eigen ervaringen, die andere - fysieke - pelgrims niet kennen. Zijn die cyber-pelgrims wel echte pelgrims?
Om nu zijn definitie van het begrip 'pelgrim' aan te passen, kijkt Vuijsje naar het vagevuur. Mag je dan stellen dat de weg naar Santiago de Compostela ook een vorm van vagevuur is?
Van alle pelgrims hoor je de verhalen over hun lijden van onderweg. Maar we zouden ons nog de vraag kunnen stellen of het lijden, het afzien ook een essentieel element is voor de pelgrim onderweg. Herman Vuijsje: "Je moet wel lijden om een echte pelgrim te zijn."


Dialoog met elkaar en met de zaal
Na de pauze gaan Suzanne van der Beek en Herman Vuijsje eerst met elkaar in gesprek over een aantal items die ze in hun presentaties hebben genoemd.
Ze spreken bijvoorbeeld over vraagstukken zoals: Hoe essentieel is lijden tijdens het pelgrimeren, en waar ligt de grens van wat nog wel en wat niet pelgrimeren is.
Suzanne van der Beek: "Iedereen die zichzelf pelgrim noemt, neem ik in eerste instantie serieus als pelgrim."
Natuurlijk kent het pelgrimeren uitdagingen en grenzen, maar we moeten ons realiseren dat een begrip als lijden niet meer echt iets is van vandaag de dag. Toch is het zo dat mensen die dat zogenoemde lijden belangrijk vinden voor het pelgrimeren, de digitale pelgrims gemakkelijker veroordelen.
Herman Vuijsje:"Dat oude, christelijke lijden hoeft voor mij niet meer. Ik moest tijdens mijn pelgrimstocht wel afzien, maar dat was geen lijden. Als je wifi onderweg uitvalt, of je smartphone crasht, dat noem ik een nieuwe vorm van lijden."
De definitie van wie ik vind dat ik ben, bepaalt hoe een ander mij heeft te respecteren. Daar zijn echter wel grenzen aan.
Bus-pelgrims zijn vaak Spaanse pelgrims, die traditioneel diep gelovig zijn, en die zichzelf wel degelijk als pelgrim zien. Herman Vuijsje: "Maar waar ligt dan de grens van al dan niet pelgrim zijn?"
Mensen die de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela hebben gelopen, hechten zeer aan het pelgrim zijn, en door anderen ook als pelgrim te worden gezien.

Pelgrimage als verdienmodel
Een vraag aan de sprekers, die vanuit de zaal aan hen wordt gesteld: "Kunnen we de pelgrimage ook als verdienmodel beschouwen? Door lijden kun je immers iets verdienen. Het geloof is toch eigenlijk ook een soort verdienmodel. En als het er niet meer toe doet wat je verdient met je pelgrimage, is dat toch zeker het einde van de pelgrim(age)?"
Suzanne van der Beek: "Alle pelgrims voelen toch wel iets van verbondenheid met het instituut Camino."
Herman Vuijsje wil in de definiëring van pelgrim wel enige ruimte geven, maar wil daarin toch zeker ook wel de nodige beperkingen stellen. Er zijn grenzen.
Een gast in de zaal reageert daarop als volgt: "Een pelgrim zet zijn lichaam in. Dat fysiek presteren kan goed gaan tot het moment dat het pijn gaat doen. Als je dan toch over je pijngrens gaat, ga je de pijn voelen, en dan begint het lijden." Dat lijden kan vormen aan nemen zoals: honger, dorst, zere voeten, angst.
Vraagstelling vanuit de zaal: "Of is de pelgrim wellicht iemand die buiten de banaliteit van het dagelijkse leven treedt?"
Je moet onderscheid maken tussen het instituut van de kerk en van de camino, alhoewel die twee wel met elkaar zijn verbonden.

Pelgrims definitie
De conclusie aan het eind van de avond is dat er (dus) heel veel manieren zijn om 'de pelgrim' te definiëren; daar zit kennelijk veel variatie en flexibiliteit in.
Aan het eind van deze avond is ons duidelijk geworden dat Suzanne van der Beek een ruimere interpretatie van het begrip 'pelgrim' hanteert dan Herman Vuijsje. Zou dat iets te maken hebben met het feit dat Suzanne van der Beek haar pelgrimstocht liep naar het bedevaartsoord, en dat Herman Vuijsje zijn tocht in omgekeerde richting liep?

maandag 25 maart 2019

Highway to hell or Stairway to Heaven

Zondag 24 maart 2019 
Dominee Gerard Rinsma tijdens de Sing In in De Hege Stins te Stiens



















Top 2000 Dienst

Vanavond organiseert onze Evangelisatie- en Zendingscommissie van de Protestantse Gemeente van Stiens weer een Gemeentedienst, in de vorm van een Sing In, in De Hege Stins te Stiens.
Daartoe heeft deze commissie dominee Gerard Rinsma samen met de band Grace uitgenodigd om een zogenoemde Top 2000-dienst te organiseren. In zo'n kerkdienst gebeurt van alles, en vooral de popmuziek met een boodschap speelt een belangrijke rol in zo'n Top 2000-dienst.
We gaan luisteren naar muziek met een verhaal, met hier en daar ook een hele duidelijke boodschap van of over God.
In deze Stienser Gemeentedienst gaat predikant-muzikant dominee Gerard Rinsma voor. Alle muziek wordt live gespeeld en gezongen door de band Grace, waar ook ons gemeentelid Taco Osinga deel van uitmaakt.

Rinsma & Grace on stage

Hier ben ik
Grace begint qua plaatsbepaling met de song 'Hier' van Blöf:

"Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk.
Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk.
Dit is mijn haven, hier leg ik aan.
Hier kan ik slapen, hier moet ik staan.
Hier ligt mijn hart voor jou."

De vaste elementen van een kerkdienst passeren vanavond ook de revue, zoals de groet & bemoediging, de gebeden van dominee Rinsma, de bijbellezingen van onze pastoraal werkster Tine de Vries, en de woorden ter overdenking van de voorganger.
We luisteren naar songs, zoals:

  • She's not there, van Santana;
  • I still haven't found where I am looking for, van U2;
  • Teach your children well, van Crosby, Still, Nash & Young;


Amusement over hel en oordeel
Na de bijbellezingen uit Psalm 121 en over de gelijkenis van de onvruchtbare vijgeboom in Lucas 13 luisteren we naar de overdenking, die begint in een 'scary escape room', waar je bij de 'narrow escape' het gevoel kreeg te zijn ontsnapt aan de hel.
Rinsma: "De hel en het Laatste Oordeel zijn een vorm van amusement geworden".
Hij illustreert dat samen met Grace met gezongen en gespeelde muziekfragmenten uit songs, zoals:

  • Bat out of hell, van Meat Loaf;
  • Runnin with the devil, van Van Halen;
  • Highway to hell, van AC/DC;
  • Bohemian Rhapsody, van Queen;
  • Sympathy for the devil, van The Rolling Stones;
  • Go to hell, van Alice Cooper
  • Papa, van Stef Bos;
  • The final countdown, van Europe.

Bijbelverhalen met muziek
Maar ook allerlei bijbelverhalen passeren in deze overdenking de revue, met verhalen over bijvoorbeeld Noach, Jona, Abraham en Zacheüs
Daarbij krijgen we opnieuw song-fragmenten te horen, van bijvoorbeeld:

  • Harder dan ik hebben kan, van Blöf;
  • You've got a friend, van Carole King;
  • Welterusten meneer de president, van Boudewijn de Groot;
  • Sorry, van Nothing but thieves;
  • Stairway to Heaven, van Led Zeppelin;
  • Let it grow, van Eric Clapton

Verdieping door muziek in klank en tekst
Na de dienst van het delen en de gebeden werken we naar het eind van deze avondviering, met het luisteren en meezingen met deze songs:

  • Iedereen is van de wereld, van The Scene;
  • Let me entertain you, van Robbie Williams

Pop-theoloog
En speciaal wil ik graag nog de indrukwekkende song 'Lord of the Ages' van Magna Carta vermelden, die enkele malen in deze avonddienst terugkomt in muziek en vertelling.
Dit is één van de liederen die volgens mij vanavond voor een essentiële verdieping in deze viering heeft gezorgd. Zeker de moeite waard om eens te beluisteren, en om de songtekst mee te lezen.
Je moet er wel even een kleine tien minuten voor gaan zitten, maar dan hoor en lees je ook tot welk meesterwerk een theoloog - zoals de bandoprichter Chris Simpson - kan komen, met een popsong zoals deze.

Open Huis bij vernieuwd uitvaartcentrum Slingehof in Drachten

Zaterdag 23 maart 2019
Aula met uitzicht op de tuin van de begraafplaats Slingehof



















Gastvrij huis

Na een periode van ongeveer een jaar is het nu zover dat uitvaartcentrum Slingehof aan de Overstesingel in Drachten weer in bedrijf is. Met een Open Huis wordt aan alle genodigden en overige belangstellenden vandaag getoond hoe mooi het vernieuwde uitvaartcentrum nu is. Met mim - als één van de genodigde buurtbewoners - bezoek ik de openstelling van dit gemoderniseerde uitvaartcentrum. In de ontvangsthal worden we warm welkom geheten, en krijgen we een persoonlijke begeleider, die ons wegwijs maakt tijdens een eerste ronde door de benedenverdieping van het gebouw.

Eén van de vier opbaarkamers
Beneden
Vanuit de entree wandelen we door de ontvangstzaal naar de stijlvolle aula, waar voor ongeveer honderd gasten een zitplaats is tijdens afscheidsbijeenkomsten voor overledenen. Vanuit deze aula hebben de gasten een sfeervol uitzicht op de tuin van de begraafplaats. 
Door de familiekamer komen we bij de vier opbaarkamers, die alle een naam hebben gekregen van één van de waterlopen rond Drachten. In deze kamers staan grote borden, waarop kinderen bijvoorbeeld kunnen tekenen en schrijven, en waar ook tekeningen op kunnen worden bevestigd. Tijdens de afscheidsbijeenkomst in de aula komt dat bord in de aula bij de overledene te staan. Zo zijn met oog voor detail zorgvuldig keuzes gemaakt, die bijdragen aan een goed afscheid van de overledene.

Boven
Op de bovenverdieping vinden we de werkvertrekken van de medewerkers die in het uitvaartcentrum werkzaam zijn, waaronder het administratief personeel, de directie en de uitvaartbegeleiders. Overal staan medewerkers van het uitvaartcentrum om de gasten welkom te heten, en om hen rond te leiden in dit prachtig vernieuwde gebouw. Beneden en boven is het een drukte van belang, maar toch zie je dat de medewerkers in staat zijn om iedereen persoonlijk, vriendelijk te woord te staan. Een mooi voorbeeld van 'een gastvrij huis'. 
Het oorspronkelijke gebouw dateert van 1967. In de afgelopen vijftig jaar is er om ons heen veel veranderd, en zo ook in het uitvaartwezen. Uitvaartcentrum Slingehof is nu weer geheel up to date, en klaar voor vele jaren welverzorgde uitvaartbijeenkomsten.

dinsdag 19 maart 2019

Zonsondergang in Feinsum

Dinsdag 19 maart 2019

Zonsondergang in Feinsum

Een pelgrimage naar het hart van religie

Maandag 18 maart 2019
Laurentiuslezing 2019 van Frits de Lange in Raerd


















Laurentiuslezing 2019 in Raerd
Vanavond verzorgt professor Frits de Lange de jaarlijkse Laurentiuslezing in de Laurentiuskerk van het Friese Raerd.
Frits de Lange (1955) is hoogleraar Ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit, in de vestiging Groningen.
Oude geloofszekerheden verdampen. Veel mensen kunnen weinig meer met de traditionele geloofsleer. Maar de behoefte aan spirituele verdieping en geloofsvernieuwing leeft enorm. Met zijn boek 'Heilige Onrust. Een pelgrimage naar het hart van religie' schreef Frits de Lange een boek voor hen die het besef hebben van 'iets groters en sterkers dan zijzelf', maar dat moeilijk onder woorden kunnen brengen.

Pelgrim 2.0
Frits de Lange zoekt naar nieuwe wegen, en gaat daarvoor te rade bij de 'moderne' pelgrim, die tegenwoordig massaal naar Santiago de Compostella trekt. Voor die zogenoemde 'pelgrim 2.0' telt niet zozeer de kerkelijke leer meer, maar veel meer de spirituele en fysieke ervaring van de reis zelf. Ze voelen zich door iets of iemand (is dat ‘God’?) geroepen om op pad te gaan.
Veel theologie zit in het hoofd; zeker bij protestanten. Dan gaat het over de leer.
Maar volgens Frits de Lange is de kern van geloven: opstaan, in beweging komen, de ene voet voor de andere zetten.
Frits de Lange: “Voor mij is de kern van geloof dat je de moed hebt om elke morgen opnieuw uit bed te stappen, te verlangen naar beter, voller, rechtvaardiger leven, en de hoop niet opgeeft dat het er ooit van komt.” 
In het spoor van de moderne pelgrim probeert De Lange tot het hart van de joods-christelijke traditie door te dringen.

Professor Frits de Lange in de Laurentiuskerk van Raerd

Transformatieproces
Frits de Lange vertelt dat hij afkomstig is uit een gereformeerd gezin, dat hij theologie ging studeren in een tijd waarin alle oude zekerheden vervluchtigden.
De Lange:

  • We weten niet precies meer wat religieus en spiritueel is. 
  • Godsdienst heeft echter zijn langste tijd niet gehad. 
  • Wie noemt zich niet spiritueel? 
  • Het geloof is aan het reshuffelen; en wij transformeren; maken ook deel uit van dat proces. 

Met zijn boek probeert hij ook de religie opnieuw aan de orde te brengen, en dat doet hij aan de hand van het beeld van 'de pelgrim'.

Het beeld van de pelgrim
Frits de Lange gebruikt de pelgrim om te ontdekken wat religie is. De pelgrim vindt de religie namelijk opnieuw uit.
We hoeven niet fysiek op stap op het Jabikspaad (Fries pelgrimspad) of op de Spaanse Camino om ‘pelgrim’ te zijn. Maar de lopende pelgrims houden ons wel een spiegel voor:
  • Waar kom ik vandaan? 
  • Waar ga ik naar toe? 
  • Wat doe ik hier?
Dat zijn de vragen van de pelgrimerende wandelaar. Dit zijn ook de primitieve oervragen van mensen die religieus zijn.
We gaan vanavond met deze lezing terug naar het geloof, aan de hand van de beantwoording van deze vragen.
We richten ons vanavond op de nieuwe pelgrim.
Pelgrims worden door fundamentele overtuigingen gedreven; dat er machten zijn die groter zijn dan wij zelf; dat we daar een relatie mee kunnen onderhouden.

Pelgrimeren
Pelgrimeren is het verlangen naar en het raken aan dat heilige.
Er zijn plekken waar die machten transparant dichtbij ons lijken te zijn; zoals bijvoorbeeld de kathedraal van Santiago de Compostela. Maar zo'n heilige plek kan ook binnen in je liggen.
Pelgrimeren kun je ook seculier doen. Pelgrims gaan door het gebied tussen 'religie' en 'seculier'.
De pelgrimage kun je beschouwen als een metafoor van de heilige onrust, met de pelgrim die overhoop ligt met zichzelf; omdat wij als mens moeilijk samen vallen met onszelf, maar wel reikend naar wat we verlangen ooit te bereiken en ooit te zullen zijn.
Wij zijn allen pelgrims op weg naar de eeuwigheid; zie daartoe het boek van John Bunyan.

De nieuwe pelgrim
De 'nieuwe pelgrim' (heden ten dage) is op weg naar een doel. Hij/zij pakt diens rugzak in en gaat weg van hier. De bestemming is: ‘weg van hier’.
Kan ik als thuisblijver van hen - van die nieuwe pelgrims - leren? Kan ik dan ook toegang krijgen tot wat religie in deze tijd kan betekenen?
De ontkerkelijking gaat hard, maar het aantal mensen op de camino stijgt daarentegen.
Miljoenen mensen liepen eeuwen geleden al de pelgrimstocht, en op een gegeven moment was het pelgrimeren naar Santiago op stervens na dood. Maar al tientallen jaren is er weer een enorme opleving van het aantal camino-gangers dat op weg gaat naar en onderweg is (geweest) naar Santiago de Compostela.
Je hoeft - als je wilt pelgrimeren - trouwens niet allemaal naar Santiago de Compostela te lopen. Je kunt bijvoorbeeld ook de 'Walk of Wisdom' lopen; een 125 kilometer lange wandeltocht zonder één woord over God, maar wel met de rituelen van de pelgrim, zoals bijvoorbeeld overnachten in kloosters. Kortom, wandelen zonder verwijzing naar het christendom. Verder is er nog het zogenoemde 'Gelukkigerwijspad'; een pelgrimage rondom Amersfoort. De vraag is nu of dit een 'seculiere pelgrimage' is.

Wat leren we van die nieuwe pelgrim
De pelgrim - als metafoor van het leven - heeft de fysieke bedevaart nodig.
De camino helpt ons de ‘nieuwe pelgrim’ te verstaan; ook al blijven we thuis.
De Fransman Jean-Christophe Rufin heeft de pelgrimstocht ook gelopen; niet zozeer om er een boek over te schrijven, maar om gehoor te geven aan zijn innerlijke onrust. Naar Santiago de Compostela, ondanks zichzelf. Hij beschrijft in zijn boek (dat hij dus uiteindelijk toch wel schreef) dat je als pelgrim terug gaat naar de essentie, naar de naaktheid van je bestaan. Je sociale conventies doen er onderweg niet meer mee.
Toen Rufin op weg ging, zocht hij niets, maar toch heeft hij 'het' gevonden.
Je houdt als pelgrim onderweg ook niets over, en stelt dus eigenlijk niets voor. Je gaat terug naar de naakte kern van je bestaan, daar waar een nieuwe religiositeit kan bestaan.
Je ultieme doel en de essentie van je bestaan is niet meer dan je ene been voor je andere te zetten.

5 lessen van de nieuwe pelgrim

  1. De waarheid is betrekkelijk. Wij hebben geen directe lijntjes naar boven voor wat exact goed en kwaad is. Dat betekent niet dat alles kan en alles mag. De waarheid is wel relatief. Als we perspectivisch naar God en naar ons leven kijken, dan zie je dat; bijvoorbeeld als twintiger of als zeventiger. Dan zie je dat je visie op het leven eigenlijk heel betrekkelijk is. Laten we elkaar dat dan ook gunnen, want dat zou ons al een hoop nare intolerantie besparen. Vertel bijvoorbeeld bij kennismakingen elkaar eerst eens wat je allemaal hebt meegemaakt, voor een goed begrijpen van elkaar. God is symbool voor wat groter is dan wie ik ben.
  2. Je leven is te beschouwen als een heilige reis. Het leven is niet zinloos. Wie gelooft, heeft iets van overstijgend en waarachtig leven ervaren, en geeft zich aan die ervaring gewonnen. Dat kan in de kunst, in het beroep dat een naaste op je doet, en dat God op je doet, en met iets dat je uit jezelf vandaan roept. Ik moet daar gehoor aan geven, want dat maakt mijn leven tot een heilige reis.
  3. Zet de ene stap voor de andere. Het gaat in je leven om de 'Stem' die je roept, die geen naam mag hebben, die het opneemt voor het zwakke leven, en die je doet uitkijken naar morgen. Het jodendom is een messiaanse religie, want in dat jodendom is elke dag een poort waardoor de Messias naar binnen zal komen.
  4. Leef van en in gastvrijheid. Je leven zou een door en door gastvrij gebeuren kunnen zijn. Er moet elke dag voor elke nacht een deur voor je open worden gedaan als je pelgrimeert. Daarmee loop je dus wel een risico als pelgrim. De vraag voor de pelgrims is: stel ik mij open voor dat wat groter en sterker is dan mijzelf? Gastvrijheid is niet alleen een deugd voor (onder andere) de pelgrim, maar het is zijn hele ethiek. Stel ik mij open voor een ander, of sluit ik mij af? Gastvrijheid is wellicht de kern van de christelijke religie: het gaat altijd om iemand die met je onderweg is, die een beroep doet op je gastvrijheid, en die ondertussen tegelijk ook zelf nog gastheer is.
  5. Geloof in het leven. Geloven is Ja zeggen tegen het leven. Ik geloof. Geloof is een daad van je openstellen. Niet geloven in iets of aan iets, maar geloven door je open te stellen. Als je je openstelt, geloof je; als je je afsluit, geloof je niet. Geloven is dus een houding, en geloven is morgen weer een stap zetten in je leven. Het leven moet je lief hebben, want het leven heeft zin in zichzelf. Er is geen andere zin van het leven, dan het leven zelf.

Frits de Lange:

  • We zijn allemaal wezens van verlangen, op zoek naar geluk.
  • De pelgrimage zou je eens moeten beschouwen als een vorm van gemeenschapsvernieuwing.
  • Pelgrimeren doe je eigenlijk nooit alleen. Ga eens met elkaar onderweg en praat onderweg met elkaar, eet dan met elkaar, en overnacht onderweg bij mensen die je niet kent. 
  • De langste reis is de reis naar binnen.
  • Onderweg biedt je elkaar als pelgrims een thuis.
  • Preken is proberen heel dicht op elkaars huid te komen.


zondag 17 maart 2019

Chr. Pedagogische Akademie 'Koningin Juliana Kweekschool' te Drachten 1976-1979

Zondag 17 maart 2019
De cover van het jubileumboek CPA Drachten 1976-1979
























40 jaar in het onderwijs
Natuurlijk sta je er wel eens bij stil hoeveel jaren het al is geleden dat je toetrad tot het onderwijs, om dan af en toe ook eens terug te blikken op wat al die onderwijsjaren je hebben geboden. Toen ik in 1979 afstudeerde aan de Christelijke Pedagogische Akademie (CPA) in Drachten werd het nog als bijzonder beschouwd dat je 40 jaar werkzaam was in het onderwijs, en voor de meesten was dan ook wel het magische moment aangebroken om met een volkomen aantal van 40 pensioenjaren vaarwel te zeggen tegen het onderwijs, en vrijwillig uit te treden uit dat onderwijs.
Tegenwoordig wordt daar toch iets anders tegen aan gekeken, hetgeen onder andere te maken heeft met het opschuiven van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar naar 66 en 67 en enkele maanden daarna. Dat opschuiven van die pensioendatum maakt dat het aantal jaren dat medewerkers in het onderwijs (tot de pensioengerechtigde datum) werkzaam blijven, groter wordt naarmate de jaren voortschrijden. Omdat ik in 1979 op 20-jarige leeftijd als docent in het onderwijs ging werken, komt die voorheen zo magische arbeidsduur van 40 jaren in het onderwijs al in zicht; voor mij in augustus van dit jaar. Anno 2019 is dat niet meer zo'n belangrijke mijlpaal in je onderwijsloopbaan; en zeker niet als je - zoals ik gelukkig - nog vitaal bent en nog altijd met veel élan, ambitie en passie graag elke dag je bijdragen mag leveren aan het onderwijs.

Maar gaat het dan allemaal ongemerkt voorbij?

Zoeken en vinden
Dat niet, ook al was het alleen al omdat ik op zondag 14 januari 2018 - als uit het niets - zomaar onverwacht een mailbericht kreeg van ene Haaie Spoelstra, die mij vroeg of ik die Wiep Koehoorn was met wie hij vroeger in Drachten op school had gezeten. Mijn antwoord: ja, dat was ik.
En dan begint die trein te rijden. Enkele herinneringen wisselden we uit; ik stuurde hem enkele foto's en anekdotes, en toen was 'het hek van de dam'.
Haaie - inmiddels al niet meer werkzaam in het onderwijs - beschikte over voldoende tijd en was heel gemotiveerd om de uitdaging aan te gaan om alle studiegenoten van cohort 1976 op te sporen, die allen in 1976 met ons van start gingen en in 1979 afstudeerden op de Christelijke Pedagogische Akademie te Drachten.
En met zijn enthousiasme en doorzettingsvermogen is het hem gelukt om alle oud-studiegenoten te traceren, alhoewel daar wel de verdrietige constatering bij kwam dat inmiddels twee van onze voormalige studiegenoten helaas al in de jaren 2005 (48 jaar) en 2016 (60 jaar) zijn overleden.
En natuurlijk was het heel moeilijk om die allerlaatste (van 46) medestudent nog te traceren, maar Haaie slaagde daar uiteindelijk wel in, toen hij een mail kreeg: "Je hebt me gevonden; de enige echte". Zelfs een naamsverandering van deze oud-klasgenoot was voor Haaie geen berg te hoog. Hij had ze allemaal gevonden.

Schrijven en redigeren
Haaie ging verder; vroeg alle mogelijk documentatiemateriaal van vroeger op, zoals bijvoorbeeld foto's, en kreeg positieve reacties van bijna alle ex-medestudenten. Bijna iedereen was bereid om op zijn verzoek aan Haaie hun levensverhaal te zenden van die 40 jaren vanaf ons afstudeerjaar van 1979. Een enorme hoeveelheid materiaal en anekdotes en verhalen kwam bij Haaie binnen. Hij ordende het en bracht alles samen in één document. Tussen al die bedrijven door hadden Haaie en ik af en toe even contact over de voortgang, en zo'n twee weken vóór Kerst 2018 ontving ik het bestand van een concept-jubileumboek, zo'n 200 pagina's, met het verzoek of ik alle teksten wilde redigeren, en voor deze bundel een Voorwoord wilde schrijven.
Aan het eind van de kerstvakantie, aanvang 2019, had ik alles verwerkt en bewerkt, en stuurde ik Haaie zijn manuscript geredigeerd retour. Alle finale teksten werden nog eens ter verificatie en akkoord voorgelegd aan alle oud-klasgenoten, en met de laatste aanvullingen qua teksten, foto's en andere illustraties kon de opmaak worden gedaan voor het jubileumboek.

Jubileumboek
Halverwege vorige week kreeg ik van Haaie bericht dat het boek klaar was, en zou worden verzonden naar iedereen. En gisteren - zaterdag - was het dan zover dat de bestelbus van de bode bij ons thuis stopte en de bode het jubileumboek bezorgde.
Ik had nagenoeg alle inhoud al een keer gezien, ook in de opmaak, maar als je dan zo'n boek van 256 pagina's op A4-formaat in handen krijgt, is dat toch wel een bijzondere ervaring; en al helemaal als je het eerst eens helemaal doorbladert om alle teksten snel te scannen en de foto's vol aandacht te bekijken.
Inmiddels heb ik het hele boek gelezen, en kom tot de conclusie dat we met zijn allen, met vooral de grote en gewaardeerde inzet van Haaie Spoelstra, een prachtig jubileumboek het licht hebben doen zien.
Je wentelt je weer helemaal in de 70-er jaren, en leest gretig al die levensverhalen van je mede-studiegenoten. Ze spreken over hard werken in het onderwijs, met humor over wat we vroeger met elkaar hebben beleefd in binnen- en buitenland, over pijn en verdriet in persoonlijke situaties, en over gelukzalige momenten van bijvoorbeeld het gezegend zijn met kinderen en ook al kleinkinderen.

Libbensferhalen
Na mijn Voorwoord volgt de Inleiding van Haaie, en daarna volgt een serie grote groepsfoto's. Prachtig zijn ook de verhalen met heel veel foto's over onze werkweken in bijvoorbeeld Lheebroek (1976), Aurich (1978) en Parijs (1979). Ook de foto's van studentikoze feesten, zoals Sinterklaasfeest en studenten- en docentencabaret, passeren de revue.
Daarna volgt van iedereen diens levensverhaal, waarin je ziet hoe al die oud-studenten zich in het onderwijs, in andere werkkringen, in sport en vereniging, in kerk en vrijwilligerswerk, en in allerlei andere samenwerkings- en samenlevingsverbanden in binnen- en buitenland verdienstelijk hebben gemaakt. Wat een mooie mensen zijn dat, die in 1979 in Drachten afstudeerden, die daarna met allemaal werk en vervolgstudies zich verder hebben bekwaamd voor hun onderwijs, gezin, en voor onze maatschappij. En dat ging beslist niet zonder slag of stoot, want soms ging het gewoon niet goed, en was er pijn en verdriet dat het niet ging zoals je had gedroomd en verwacht. Maar meestal zie dat er dan wel weer een oplossing komt; soms uit heel onverwachte hoek, en vaak wel weer met goede afloop en nieuwe toekomst. Heel indrukwekkend om te lezen en er over na te denken.

Tientallen jaren in woord en beeld
Daarna volgt enkele tientallen pagina's passages uit documenten uit die eind 70-er jaren, die door een medestudent goed waren bewaard en beschikbaar werden gesteld aan Haaie.
En daarna mogen uiteraard de verhalen van de vroegere directieleden, de docenten, en het overige personeel van de Christelijke Pedagogische Akademie niet ontbreken. We zien van hen veel foto's, en lezen de teksten die ze voor deze jubileumuitgave hebben geschreven. Een aantal CPA-medewerkers van deze groep is helaas al langere of kortere tijd geleden overleden, maar gelukkig hebben we ook nog een behoorlijke groep oud-medewerkers in ons midden, en ontmoeten we hen soms gelukkig ook nog wel. Van een aantal van deze bekende oud-medewerkers vinden we fotoreportages van hun afscheid, en vinden we weergaven van allerhande publicaties van de vele jaren waarin deze Pedagogische Akademie heeft bestaan, alvorens die met een tussenfase (De Him in Sneek) opging in de Christelijke Hogeschool Nederland, de latere Stenden Hogeschool, en momenteel NHL Stenden Hogeschool, waar ik nu al weer ruim 26 jaar werkzaam ben.

Slot
Het boek sluit af met de personalia van de hele populatie oud-studenten en oud-medewerkers, waarmee we in de gelegenheid worden gesteld om elkaar persoonlijk te benaderen.
En dan tenslotte sluit Haaie Spoelstra zijn 'meesterwerk' af met 'Een woord van dank'.
Terugbladerend in dit boek mag je gerust stellen dat Haaie ons allen de kans heeft gegeven om op heel positieve wijze nog eens weer terug te blikken op die (nu bijna) 40 jaren na afstuderen, met grote dank aan iedereen die hieraan zo'n mooie bijdrage heeft geleverd om dat nu met elkaar te delen.

zaterdag 16 maart 2019

Nijkleaster: Vasten & Vieren, Vergaderen en Afscheid nemen

Donderdag 14 maart 2019 
Vasten & Vieren in de Veertigdagentijd bij Nijkleaster
























Veertigdagentijd bij Nijkleaster
In de kloosterkerk van Nijkleaster - in de Sint Radboudkerk - in Jorwert is vanmiddag en vanavond weer van alles te beleven.
Aan het eind van de middag komt een groep van zo'n 25 mensen bijeen om deel te nemen aan het doorlopende programma 'Vasten & Vieren' dat in deze Veertigdagentijd elke donderdagavond wordt aangeboden door Nijkleaster, in deze kloosterkerk  te Jorwert.
Begonnen wordt met een korte viering, die wordt gevolgd door een sobere avondmaaltijd, bestaande uit soep en brood.

Bestuursvergadering
Aansluitend vindt de bestuursvergadering van het stichtingsbestuur van Nijkleaster plaats op De Ferdjipping van de kloosterkerk, gelegen boven de Voorkerk van de Sint Radboudkerk.
Een 18 agendapunten tellende vergaderagenda ligt voor ons op tafel, waarvan we vanavond in elk geval 14 items bespreken, en daarop de nodige bestuursbesluiten nemen.
Vanuit de Kleastterried komen programma-ideeën voor de nabije toekomst, we bespreken jaarcijfers van vorig jaar en de begroting voor dit jaar, bespreken de voortgang op ons project van de nieuwe, beoogde kloostervestiging in It Westerhûs, bespreken - zoals elke vergadering - ook de resultaten en plannen inzake de lopende fondsenwerving, en bespreken personele aangelegenheden van beroepskrachten en vaste vrijwilligers van Nijkleaster.

Wisseling van penningmeester
We houden ons aan de afspraak dat we vanavond om 22:00 uur de bestuursvergadering sluiten, omdat wij bezoek ontvangen van onze afscheidnemende penningmeester van het bestuur van Nijkleaster. Na enkele jaren trouwe en gepassioneerde dienst als penningmeester is Bert Hummelen in ons bestuursmidden om vanavond afscheid te nemen als penningmeester van ons bestuur. We prijzen ons gelukkig dat we inmiddels in de persoon van Andries Visser een goede nieuwe penningmeester hebben gevonden, dus we kunnen vanavond voor alle partijen ook met een gerust hart afscheid nemen van onze vorige penningmeester.

Penningmeester Bert Hummelen wordt toegesproken door voorzitter Henk Kroes

Spreken tot en spreken over
Stichtingsbestuursvoorzitter Henk Kroes opent de afscheidssessie met een toespraak, waarin hij benadrukt met hoeveel passie en ambitie Bert in de afgelopen jaren Nijkleaster heeft gediend op financieel en ander bestuurlijk vlak, en dat het natuurlijk voor ons nogal wennen is om Bert niet meer in ons bestuur in ons midden te hebben, maar dat het hem ook van harte is gegund om na deze gewaardeerde inzet een stapje terug te zetten.
Na deze afscheidsspeech krijgt Bert zelf het woord, en benoemt hij een aantal zaken die in de afgelopen jaren van wezenlijke betekenis zijn geweest voor Nijkleaster en (daarmee ook) voor ons allen. In een afsluitende ronde richt hij zich achtereenvolgens tot alle individuele bestuurders, en reflecteert daarin op de boeiende pioniersjaren die al weer achter ons liggen.
Bert sluit af met het ten gehore brengen van het mooie lied 'Waar liefde woont', waarna we in de sobere stijl van vasten in deze Veertigdagentijd deze afscheidssessie afsluiten met een hapje & drankje.

De Codex Calixtinus: wonderen, heldenverhalen en pelgrimswegen

Woensdag 13 maart 2019
De Codex Calixtinus      (ofwel Liber Sancti Jacobi)


















De belevingswereld van de pelgrim door de eeuwen heen 
Het pelgrimeren heeft door de eeuwen heen sporen nagelaten. Die vertellen over andere tijden, over de pelgrim van toen, over zijn/haar gedachten en beweegreden. Ze vertellen ook over de smaak van weleer: hoe bouwmeesters, schrijnwerkers, schriftstellers en muzikanten naar de geest van hun tijd daar uiting aan gaven. Wie er oog voor heeft, herkent ze in relieken en devotionalia, in manuscripten en reisverslagen, in het landschap en de infrastructuur van wegen en bruggen, in de architectuur en decoratie van kerken, kloosters en hospitalen. Ze vertellen iets over de veranderende beweegredenen van de pelgrim.

Lezingenserie 2019: Sporen in kunst en architectuur 
Evenals in voorgaande jaren organiseert de ‘Werkgroep Geschiedenis en Cultuur’ van ons ‘Nederlands Genootschap van Sint Jacob’ weer een lezingenserie. In vijf lezingen belichten gerenommeerde sprekers - aan de hand van casuïstiek uit verschillende stijlperiodes - de sporen van de pelgrim in beeld en kunst langs de Camino (het pelgrimspad).
Deze avondlezingen vinden in het eerste kwartaal van 2019 plaats in het Institutio Cervantes aan het Domplein te Utrecht. De lezingen zijn toegankelijk voor alle leden van ons nationaal pelgrimsgenootschap, maar ook niet-leden kunnen zich bij het Nederlands Genootschap van Sint Jacob opgeven als deelnemer voor één of meer van deze lezingen.

  • De eerste lezing vond plaats op 30 januari 2019, verzorgd door Franneke Hoeks & Charles van Leeuwen, met als onderwerp: ‘Gestold verlangen en uitgekristalliseerd geloof: de materiële cultuur van het pelgrimeren.;
  • De tweede lezing vond plaats op 13 februari 2019, verzorgd door Irmgard van Koningsbruggen, met als onderwerp: ‘De belevingswereld van de pelgrim: sporen in architectuur en decoratie;
  • De derde lezing vond plaats op 27 februari 2019, verzorgd door Jan Nuchelmans, met als onderwerp: ‘Muziek aan de Melkweg – Jacobus verklankt’.


Wendelien van Welie
Spreekster Wendelien van Welie
De lezing van vanavond wordt verzorgd door Wendelien van Welie. Wendelien van Welie is kunsthistorica en mediëviste; gespecialiseerd in middeleeuwse Christelijke, Byzantijnse en Karolingische kunst. Zij doceert aan de Universiteit van Amsterdam Kunstgeschiedenis van de Middeleeuwen. Miniaturen en codices behoren tot haar favoriete onderwerpen.

Codex Calixtinus
Een belangrijke bron van informatie over de Jacobus-verering en over de middeleeuwse vormen van pelgrimage is te vinden in de ‘Codex Calixtinus’, ook wel het ‘Liber Sancti Jacobi’ genoemd. Deze codex, bewaard in het kathedrale museum in Santiago de Compostela, is een samenstel van vijf boeken. Ze verhalen over de wonderen van Jacobus, maar ook over Karel de Grote, en omvatten voorts een groot aantal do’s & don’ts bij het pelgrimeren naar Santiago de Compostela.

Gestolen en gevonden
Het origineel van de Codex Calixtinus is een 12e-eeuws manuscript. Het mag dan wel vaak een reisgids worden genoemd, en dat is het deels ook wel, maar het is toch ook heel veel meer.
Vanavond gaan we ons ook richten op wat deze Codex Calixtinus voor de middeleeuwse mens betekende. De Codex Calixtinus is al heel lang in het bezit van de kathedraal van Santiago de Compostela. Hij werd vroeger in het archief van de kathedraal bewaard.
In 2011 werd in de kathedraal een aantal boeken gemist, en toen ontdekte men dat deze oudste pelgrimsgids -  de Codex Calixtinus - ook weg was. Dat was wereldwijd schokkend nieuws. Omdat er geen braaksporen waren, en maar drie mensen (de deken en twee archivarissen) met een sleutel toegang hadden tot de Codex Calixtinus, werd eerst nog aan hen als daders gedacht. Maar een klusjesman die voor zijn werkzaamheden ook in het archief kon komen, bleek uiteindelijk de Codex Calixtinus te hebben gestolen. De Codex Calixtinus lag – toen de politie hem vond - gewoon in een plastic boodschappentas in zijn garage. Gelukkig dat hij op korte termijn al weer terug was.

Boek in vijf delen
De Codex Calixtinus gaat over de geschiedenis van de heilige Jacobus, over zijn rol in de bevrijding van Spanje van de Moren, over de wonderen die hij heeft verricht voor de pelgrims, en bevat informatie over de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.
De echte pelgrimsgids zit pas aan het eind van het boek. De verschillende porties van deze bundel zijn verschenen in afzonderlijke boeken, en bevat de stand van zaken over wat men in de jaren 1130-1140 wist over Jacobus.
De Codex Calixtinus bestaat uit de volgende vijf boeken:

  1. Preken over Jacobus en liturgische teksten, en losse gedichten en pelgrimshymnes (die staan op muziek, twee- of driestemmig, om te zingen). Totaal is dit eerste deel qua omvang al bijna de helft van het hele boek. Uit de meeste 12e-eeuwse illustraties blijkt een grote belangstelling voor initialen. De miniaturen zijn kleurrijk.
  2. Boek twee gaat in 22 hoofdstukken over de wonderen van Jacobus, tijdens en na zijn leven.
  3. Het derde boek gaat over hoe het lichaam van Jacobus is ontdekt, en het vertelt waarom de pelgrims schelpen mee moeten meenemen.
  4. Vierde boek is de geschiedenis van Karel de Grote en Roeland. Dit boek heeft de grootste illustratie van het hele boek.
  5. Het vijfde en laatste boek is de pelgrimsgids. Niet heel groot, en met een appendi.
Deze basis-editie van de Codex Calixtinus is verschillende keren gekopieerd. Sommige kopieën hebben echter (nog) maar vier boeken. De vraag is natuurlijk waarom ze dat ene boek (nummer 4) eruit hebben gehaald.

Wie is de auteur?
Alle verhalen in de Codex Calixtinus hebben een eigen karakter.

  • Men dacht eerst dat Paus Calixtinus (1119-1124) de schrijver was, en dat het was gericht aan de geestelijkheid van de basilica van Cluny, maar dat kan niet, want de Codex Calixtinus is geschreven tussen de jaren 1130-1140.
  • Tweede optie voor de auteur is Turpijn, bisschop van Reims. Iedereen wist wie hij was. Door het vierde boek de ‘Historia Turpini’ te noemen, zou je kunnen suggereren en denken dat Turpijn het vierde boek heeft geschreven. De vraag is echter waarom dit boek in de Codex Calixtinus staat.

Men hechtte grote waarde aan de Codex Calixtinus. Er zijn er al zo’n 159 afschriften van dit boek bekend.

  • De derde optie voor wat betreft de mogelijke auteur is Aimerie Picaud. Hij noemt zichzelf de auteur. Hij zegt dat hij een kopie van zijn boek aan de kathedraal van Santiago de Compostela gaf. Hij was priester in Partehenay. En hij heeft ook gewoond in Ascains, en leefde toen onder de naam Olivier samen met Gerberga uit Vlaanderen. Picaud zou hebben gewerkt in de parochiekerk van Sint-Jacobus. Maar, in de archieven van deze kerk komt zijn naam niet voor. Deze parochie viel onder Vezelay. Aimerie Picaud zat wel in het brandpunt van pelgrims, vlak bij Vezelay. Dat was ook een belangrijke plek voor vertrekkende pelgrims. Hij heeft 24 jaar als ‘vagant’ (bedelende en drinkende reiziger) rondgezworven om gegevens over Jacobus te verzamelen. In de Middeleeuwen was overigens het imago van de vaganten (losbollen) niet best.

De ‘Carmina Burana’ met zijn 228 liederen en gedichten uit de 12e en 13e eeuw, dàt zijn de soort liederen die de vaganten vooral ook zongen. Waarschijnlijk zijn die liederen door later weer gesettelde vaganten (die op den duur vaak weer terugkeerden in een klooster) opgeschreven.
In de 9e eeuw ontstond de verering van Jacobus, en in de 12e eeuw was het op de pelgrimswegen wel druk, maar was die drukte nog niet op het hoogtepunt.
Met zekerheid weten we nog steeds niet wie de schrijver van de Codex Calixtinus was, maar Aimerie Picaud heeft wel heel veel van de liederen uit de Codex geschreven, of hij was daar de editor van. De pelgrimsgids is overigens waarschijnlijk wel van zijn hand. Later zal hij wellicht een kopie naar Santiago de Compostela hebben gebracht, maar we weten niet zeker of/dat dit het origineel is. Het zou dus best zo kunnen zijn geweest dat hij een handschrift-kopie heeft meegenomen, en heeft gebracht naar Santiago de Compostela.
Daarna zijn er veel kopieën van gemaakt. Er zijn ook nog 15e-eeuwse kopieën van de Codex Calixtinus, maar de minitaturen in die kopieën zijn op een geheel andere manier gemaakt dan in de versie die we momenteel beschouwen als origineel. In het Vaticaan en in Salamanca liggen bijvoorbeeld kopieën van de Codex Calixtinus, in verschillende uitvoeringen. Er zijn trouwens geen kopie-exemplaren in Frankrijk (bekend).

Wat is er leuk aan dit handschrift?
De Codex Calixtinus is dus inderdaad wel een pelgrimsgids, schrijvend over de pelgrimswegen naar Santiago de Compostela. De vier ons nu bekende Franse pelgrimsroutes zijn onlosmakelijk verbonden met het pelgrimeren. Voor het eerst wordt over deze vier traditionele pelgrimsroutes geschreven in de Codex Calixtinus. Dit boek beschrijft dat deze vier Franse pelgrimswegen naar de heilige Jacobus bij elkaar komen bij Puente la Reina, en dat ze van daaruit verder voeren door Spanje. Daarna volgt een beschrijving van deze vier middeleeuwse routes.
We starten tegenwoordig in Parijs, maar vroeger begon deze pelgrimsreis in Tours of in Orléans.
De Via Lemovicensis is naar de Loire genoemd. Het portaal van de kerk van Vézelay laat de uit-zending van de apostelen zien. Dat wijkt af van veel andere kerkportalen. In Vézelay symboliseert dit portaal de uitzending van de pelgrims.
De Via Podiensis (podium) is de pelgrimsroute waarvan bekend is dat de oudst bekende pelgrim die naar Santiago de Compostela vertrok, vertrok vanuit Le-Puy-en-Velay, het startpunt van deze pelgrimsroute.
De Via Tolosana is naar Toulouse genoemd, waarschijnlijk omdat die pelgrimsroute daar voorheen begon. De Codex Calixtinus wijst er daarentegen op dat je als pelgrims eerst naar en via de kathedraal van Arles moet gaan. De Codex Calixtinus raadt je overigens aan om verschillende dingen langs de pelgrimsroute te gaan bekijken, maar meldt daarbij niets over kunst, maar wel van alles over relieken. Vanuit de kathedraal van Arles ging je ook eerst de lokale graven van heiligen bekijken, voordat je verder trok. De portaal van de abdij van Saint-Gilles-du-Gard lijkt heel veel op de triomfboog van Constantijn in Rome. Dit abdijportaal is dus eigenlijk een symbool van de triomf van het geloof. Die triomf werd benadrukt, want dergelijke beelden had je als pelgrim in die tijd wel nodig om die lange pelgrimsreis te maken.
De huidige pelgrimswegen zijn van origine veelal oude Romeinse wegen, die gemakkelijk begaanbaar waren voor de Romeinse legioenen. Die konden de pelgrims dus ook heel goed gebruiken. Zo werd de Romeinse infrastructuur dus dankbaar gebruikt door de pelgrims. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de Via Domitiana. Pelgrimswegen zijn dus van oorsprong vaak al oeroude wegen.

Is het wel een reisgids?
Ja, de Codex Calixtinus is toch ook wel een reisgids, want je kon je er goed mee voorbereiden, door de gelezen informatie goed te onthouden. Men was toen nog gewend om veel meer te onthouden, want zo’n zwaar boek kon je onderweg natuurlijk niet meedragen als reisgids.
Waarom werd de Codex gebruikt? Is het – zoals wel eens is beweerd - ook een schoolboek, om grammatica te leren? Nou nee, waarschijnlijk niet. Dat de grammatica in de Codex Calixtinus niet zo goed is, kan heel goed zo zijn omdat de teksten door vaganten is geschreven. Indertijd was lang niet iedereen sterk in grammatica. De toenmalige geschreven komedies in het Latijn konden daar wel voor worden gebruikt. En een psalterboek bijvoorbeeld werd indertijd ook wel gebruikt om ermee te leren lezen, al reciterend en lezend leren tegelijk.
Maar als de Codex Calixtinus geen grammatica-boek is, wat is het dan wel? Waarschijnlijk is de bundel bedoeld geweest om alles over Sint Jacobus bij elkaar te halen en te houden.
De apostel Jacobus is volgens de Bijbel gedood in Jeruzalem in opdracht van Herodes. Een andere lezing is echter dat hij is uitgezonden door Jezus, en dat hij zo in Spanje terecht is gekomen. En wellicht is hij daarna voor een convent tijdelijk teruggegaan naar Jeruzalem, en daar toen gedood, Maar hoe kwam hij dan weer terug in Santiago de Compostela? Het verhaal gaat dat hij in Israël onrustig lag als dode, dus hij werd door vrienden ingescheept in een boot in Jaffa. Een engel stuurde zijn schip aan, en liet het aankomen in Spanje, de rivier op, naar El Pedron. De steen waarop hij toen is gelegd, werd zacht, en voegde zich wonder boven wonder als een sarcofaag om hem heen. Dan komt er een ossenkar aanrijden, en Jacobus wordt op de wagen geladen, en rijdt zo dan …. naar de plek waar nu de kathedraal staat.
Door het samenvoegen van alle vijf boeken over Sint Jacobus wordt de indruk gewekt dat alles wat erin staat ook waar is.

De Codex als propagandaboek
De Codex Calixtinus gaat ook over Jacobus als Morendoder, in de slag tussen de Christenen en de Moren. Een man te paard vocht ineens mee in de Slag om Clavijo. Later zei men: dat was Jacobus. Maar de Slag van Clavijo heeft feitelijk echter nooit plaatsgevonden. Toch had dit Jacobus-verhaal wel impact. Ramiro (9e eeuw) introduceerde Jacobus als krijger, als - Santiago Matamoros’ (de Morendoder). Ook op het timpaan van de kathedraal van Santiago de Compostela zie je Santiago Matamoros. Dat wordt een heel bekend beeld in Spanje. Het beeld van een heilige (Jacobus) werd gebruikt in de strijd tegen de Moren.

Karel de Grote in de Codex Calixtinus
Het verhaal gaat dat Karel de Grote een visioen krijgt. In die droom staat de heilige Jacobus aan zijn bed. Jacobus vertelt Karel de Grote: “Niemand bekommert zich om mijn graf. Maar heiligen moeten worden vereerd. Kijk goed naar en volg de sterren van de Melkweg; dan zul je bij mijn graf aankomen.” Karel de Grote vertrekt daarop naar Spanje en verovert Santiago de Compostela. En daarmee is dan het begin van de pelgrimage naar Santiago de Compostela een feit. In het jaar 813 wordt een herder ‘geleid’ naar het graf van Jacobus. Op die plek werd toen een kerk gebouwd, daar waar nu de kathedraal van Santiago de Compostela staat.
Karel de Grote is dus eigenlijk ‘ingezet’ om het pelgrimeren te promoten. In de Dom van Aken staat de schrijn met daarin het lijk van Karel de Grote. Karel de Grote werd na zijn dood in het jaar 1165 heilig verklaard door keizer Frederik Barbarossa. Daarna komt de schrijn van Karel de Grote te staan in de domkerk van Aken.

Hâld fan Feinsum en stim lokaal

Tiisdei 12 maart 2019
Ik hâld fan Feinsum



















Dûbele ferkiezings
Yn de oanrin nei de ferkiezings fan de leden van de provinsjale steaten en fan it Fryske wetterskip fine jo rûnom yn Fryslân in ferskaat oan utingsfoarmen foar de promoasje fan de kommende ferkiezings en fan de polityke partijen en harren kandidaten dy't meidogge oan dizze beide ferkiezings.
Kandidaten op de kieslist, polityke partijen, en in tal ambassadeurs fan dizze partijen dogge dizze wiken en dagen - mear as oars - alle war om oandacht te freegje, om ynformaasje te jaan oer partijprogramma's en om kiezers te nûgjen om fral op harren partij en harren kandidaat te stimmen.

Hâlde fan en kieze foar
Bij de haven fan Feinsum stiet in mânsk ferkiezingsboerd wêr't wy in ferskaat oan plakkaten fyne, die't ús oandacht freegje; en ien party hat dêr boppe op ek nog in twatal banieren ophong yn ús doarp.
As wy de kûm fan ús doarp ynride wolle oan de eastside, komme jo by ien fan dizze banieren del. Dizze banier keppelet myn leafhawwen fan Feinsum oan it lokaal stimmen, en dan leafst fansels op de partij die harren banier fol yn it sicht set hat.

Nei it stimlokaal
Wy moatte it ferskaat fan oanbod fan partijen en kandidaten yn de ankommende dagen noch mar efkes goed yn ús omgean litte, om dan nije wike woansdei 20 maart 2019 fol oertsjûging nei it stimburo te gean om mei pasje te foldwaan oan ús maatskiplike boargerplicht. Dat woansdei mar net stinne, en gean der hinne.

zondag 10 maart 2019

Geloof en een hoop liefde in Stiens

Zondagavond 10 maart 2019
The Freedom Singers tijdens de Sing In in De Hege Stins van Stiens 













Themadienst
De Gemeentedienst die vanavond in De Hege Stins van Stiens plaatsvindt, wordt als Sing In georganiseerd door de Evangelisatie- en Zendingscommissie van de Protestantse Gemeente van Stiens. Deze commissie heeft voor vanavond de gospelgroep 'The Freedom Singers' uitgenodigd, die afkomstig is van het Friese Engwierum.
Deze gospelgroep biedt ons vanavond een themadienst aan met als thema 'Geloof en een hoop liefde'.
Het wordt een avondprogramma met een verhaal, met (samen)zang en dans, met mooie muziek.

Zingen over geloven, hopen en liefhebben
We krijgen in deze avonddienst een gevarieerd programma aangeboden met gospelsongs van The Freedom Singers, zoals:

  • Breath;
  • Ik wil leven door Uw Geest;
  • Mag ik dan bij jou;
  • Zo zullen zij zien;
  • Ken je mij ...;
  • This little Child;
  • De kruisiging.

Dromen van bomen
The Freedom Singers heeft voor een mooie opbouw van deze themadienst gekozen.
Tussen de songs door luisteren we elke keer naar een volgende passage van het verhaal over drie jonge bomen op een berg, die alle drie dromen van een eigen toekomst als hout en boom. Maar het is net als in ons echte leven. Je kunt wel denken dat je schatkist gaat worden, maar wat als je in plaats daarvan een voederbak wordt. En je kunt wel hopen dat je later een zeewaardig schip zult zijn, maar hoe ga je er mee om als je later niet verder komt dan een nietig vissersbootje. En wat als je denkt een eindeloos leven te gaan leiden als hemelhoge boom, en je eindigt als een bult balken?


Expressie van jongeren draagt bij
Maar de gospelgroep reikt verder dan alleen dit verbale en muzikale. Twee jongeren verschijnen frequent in beeld om middels dramatische expressie en dans de songs te ondersteunen met beweging en onderstrepende materialen, zoals textiel, paperassen, een glazen schaal en olielampjes. Met hun knappe expressie wordt de zang en muziek van de gospelgroep duidelijk ondersteund. Niet voor niets worden muziek- en expressiestukken telkens met applaus bekroond.
De zangondersteuning tijdens de samenzang van het refrein en de coupletten van 'De rivier' doen het goed voor de toon die in de kerkzaal wordt gezet, en ook de ondertoon van het accordeonspel tijdens het muziekstuk 'De kruisiging' doet duidelijk haar invullend werk.

Het komt wel goed
Aan het eind van de uitvoering wordt ons duidelijk gemaakt dat je als jonge boom in je leven wel grootse plannen kunt hebben, en dat je gedurende je levensloop wel eens verdrietig kunt worden als je dromen geen realiteit worden, maar wellicht heeft God wel een heel ander plan met jou gehad. Met een beetje meer geloof en een hoop liefde had je misschien wel het geduld kunnen opbrengen om erop te blijven vertrouwen dat jou als boom een betere plek in de wereld is gegund. Want misschien mag je Jezus als grootste Schat van de wereld ontvangen in je voederbak, of blijk je als klein vissersbootje toch wel stormvast als de Heer bij je aan boord is, of draag jij als balkenkruis door Jezus' kruisdood bij aan het (her)scheppen van een hoop hoop. Met geloof en een hoop liefde kom je ook een heel eind in je leven.

Samen zingen
En tussendoor is er ook volop gelegenheid voor samenzang. Zo zingen we met zijn allen bijvoorbeeld de liederen:

  • Jezus, hoop van de volken;
  • De rivier;
  • Schijn met Uw licht in ons hart;
  • God wijst mij een weg;
  • Heer, ik prijs Uw grote naam;
  • Een parel in Gods hand;
  • Heer, onze Heer;
  • Gebed om zegen.

Gedraaid naar het Licht
Na het slotlied als gebed om zegen, volgt nog een enthousiaste toegift van de gospelgroep, als zij en ook wij met zijn allen zingen van de 'Tienduizend redenen'.
De jeugd van de gospelgroep staat bij de uitgang om visitekaartjes van de gospelgroep uit te delen, met daaraan gehecht een zakje met zonnebloemzaadjes, omdat de zonnebloem symbool staat voor het gezicht dat naar het licht, naar Jezus Christus, is gedraaid.
Wij prijzen ons in Stiens gelukkig dat onze muzikale gasten van vanavond vanuit Engwierum naar De Hege Stins zijn gekomen om ons te wijzen op 'Geloof en een hoop liefde'.


Pelgrimsdag 15 pelgrimeren op Psalm 15

Zondagmiddag 10 maart 2019
Be good

15
De pelgrimstocht van Durkje en mij van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela, en iets verder door naar Cabo Fisterra duurde 152 + 4 = 156 dagen. Met enige berekening had dat ook wel in 150 dagen gekund.
Wij zijn er op uit getrokken, naar buiten getreden, en ontdekten onderweg steeds meer dat je gaandeweg ook een reis naar binnen maakt, een innerlijke reis. Die reis naar binnen kun je sturen door elke dag een tekst ter bezinning mee te nemen, die je dan wandelend en/of rustend overdenkt. Durkje en ik hebben dat niet gedaan.
Maar daar hoeft het niet bij te blijven.
Ik ben opnieuw op reis gegaan.
Deze denkbeeldige tocht is een reis van Psalmen, van één Psalm voor elke pelgrimsdag. Een avontuur met de vraag wat het verbinden van de volgende Psalm aan de volgende Pelgrimsdag op je wandeling naar binnen van je vraagt, en wat het je heeft geschonken als je wandeling met God en met elkaar ten einde is.
Een inleiding op deze Psalmenpelgrimage schreef ik in mijn blog van 16 januari 2015.
Nog steeds nieuwsgierig naar onze bestemming, en bovenal naar wat deze weg ons brengt, wandel ik vandaag verder op deze denkbeeldige Psalmenreis met Psalm 15 op Pelgrimsdag 15.

Leestip
Hieronder staat eerst een weblink naar ons wandelverslag van deze Pelgrimsdag.
Daaronder staat een weblink naar deze Psalm, met de bijbeltekst van de 'Nieuwe Bijbelvertaling' (NBG 2004).
Onder de Psalm staan altijd de tussenkopjes van de 'Bijbel in Gewone Taal' (NBG 2014).
Ultreia!


Van Groesbeek naar Afferden

Goede mensen mogen bij de Heer komen

Thuis of dakloos
Tijdens deze vijftiende etappe van onze pelgrimage ontmoetten we in De Heerenwaard aan de rivier de Maas twee oudere dames uit het nabijgelegen Gennep. Daar woonden ze ook al toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Op last van de Duitse bezetters moesten zij in de Tweede Wereldoorlogsjaren hun huizen en Gennep verlaten, en waren zij afhankelijk van gastgezinnen ten noorden van de Rijn, die door bemiddeling van de kerken deze (t)huislozen een gastvrij huis boden. Pas na de oorlog keerden zij weer terug naar hun huizen (of wat daar nog van over was) in Gennep.
De meesten van ons zijn gewend om een dak boven ons hoofd te hebben, om ergens te (blijven) wonen, vaak ook voor langere tijd. Je vraagt je in zo'n geval eigenlijk nooit af waarom je hier mag (blijven) wonen.
Het voor langere tijd (blijven) wonen in je huis is lang niet iedereen gegeven. Denk maar aan al die mensen om ons heen die dakloos zijn geworden, bijvoorbeeld omdat ze de woonlasten niet kunnen betalen, of door huiselijk geweld, door de onteigening van je woning, of omdat je moet vluchten voor honger en/of geweld. Mensen die dakloos zijn, beseffen zich maar al te zeer dat het niet vanzelfsprekend is dat je ergens mag (gaan of blijven) wonen.

Op visite of wonen bij God
Psalm 15 gaat over wie bij God welkom zijn, en wie mag wonen in Zijn huis. De verschillende bijbelvertalingen spreken over het wonen in Gods tent, of in Zijn tempel, waarbij we dan kunnen denken aan het huis van God.
Je hoeft niet een belangrijke persoon te zijn - bijvoorbeeld een voorname, bekende of beroemde Nederlander (BN-er) om bij God op bezoek te mogen komen. Je mag je bij God geborgen weten als je eerlijk leeft, en doet wat goed is. Als je goed doet, mag je niet alleen bij God op visite, maar mag je ook bij Hem wonen, aldus Psalm 15.

Een goed mens zijn
Als je graag bij God wilt zijn en wonen, kan dat dus als je al een goed mens bent of een goed mens wordt. Daar moet je kennelijk dus iets voor hebben gedaan of iets aan doen in je leven. Kortom, wanneer ben je dan een goed mens?
Om antwoord op die vraag te krijgen, kun je te rade gaan bij de tekst van Psalm 15. Psalm 15 geeft namelijk aan wat uitdrukkelijk niet de bedoeling is, en stelt daar tegenover waar je wel aan zou kunnen en moeten voldoen om als 'een goed mens' te worden beschouwd.

How to?
Als we ons hier en nu eens bij de positieve persoonskenmerken bepalen, en onderzoek doen naar de positieve gedragskenmerken die worden genoemd in enkele verschillende bijbelvertalingen en bijbelvertolkingen, dan kunnen we uit Psalm 15 onder andere de volgende positieve persoonskenmerken halen:
  • Je gaat de volmaakte weg, dus leeft eerlijk en oprecht;
  • Je doet wat recht en goed is;
  • Je spreekt oprecht de waarheid, dus zegt wat je denkt en wat waar is;
  • Je doet niet aan lasterpraat, dus spreekt geen kwaad over anderen;
  • Je benadeelt je vriend en ieder ander niet, maar behandelt iedereen goed en bent trouw aan hem of haar;
  • Je drijft geen spot met je naaste (een ander), en beledigt dus niemand;
  • Je gaat niet om met mensen die geen achting waard zijn, dus je gaat niet om met slechte mensen;
  • Je houdt van mensen die trouw zijn aan God, en je eert daarmee mensen die ontzag hebben voor God; die de Heer eren;
  • Je verbreekt geen eed, en doet wat je hebt beloofd; ook als dat in je eigen nadeel is.
  • Je vraagt geen (woeker)rente als iemand geld van je leent, dus zorg ervoor dat je royaal bent als iemand geld van je leent;
  • Je laat je niet omkopen om te liegen over iemand die onschuldig is;
  • Zorg ervoor dat je hierin sterk bent, en altijd het goede blijft doen.

Kijk, luister en zing mee: PSALM 15