woensdag 31 maart 2010

Jurjen Veninga Schilderwerken in Stiens

Woensdag 31 maart 2010

Aan de noordzijde van het bedrijventerrein Middelsee in Stiens vinden we aan de Seerob het bedrijf "Jurjen Veninga Schilderwerken". De meeste Stiensers zullen dit schildersbedrijf in elk geval kennen van de Opel-bedrijfswagen die je veelvuldig in ons dorp tegenkomt.

Veninga heeft zich gespecialiseerd in schilderwerk, beglazingswerk en wandafwerkingswerk. In het voorjaar, de zomer en het najaar is dat veelal onderhoudsschilderwerk buiten. Behalve het schilderwerk verzorgt Veninga vooraf ook het zonodig herstellen van houten delen, die door houtrot zijn aangetast. Glasservice en plafond- en wandafwerkingen kunnen het hele jaar rond worden uitgevoerd. De glasservice omvat zowel de levering als plaatsing van glaswerk, waaronder ook het tegenwoordig subsidiable HR++glas.

De winter is met name geschikt voor het binnenschilderwerk. Het fenomeen van de Nederlandse "winterschilder" komt dan in beeld. De winter is ook bij uitstek het seizoen waarin Jurjen Veninga zich bezig houdt met zijn specialisme van het schilderen van kleine plezierjachten. Door deze goede mix van specialismen is er alle seizoenen van het jaar "werk aan de winkel".

Peilverhoging in de Friese polders

Dinsdag 30 maart 2010

De Gysbert Japicxseal van het Fries Historisch en letterkundig centrum Tresoar in Leeuwarden zit vanavond om acht uur nagenoeg vol. Meer dan 70 belangstellenden hebben gehoor gegeven aan de open uitnodiging om vanavond met elkaar in debat te gaan over het onderwerp “Peilverhoging in de Friese polders”, met als motto: “De doodsteek voor de boeren? Of zijn er ook kansen?”. Dit Debatcafé Fryslân wordt georganiseerd door VU-connected en het Friesch Dagblad (FD), in samenwerking met Tresoar, die als goed gastheer optreedt.

Tijdens de twee debatsessies van vanavond blijkt dat de opkomst niet alleen groot, maar ook divers is, hetgeen de gesprekken verlevendigt. In de zaal bevinden zich onder andere veel boeren, natuurbeschermers, consultants, een agrarische makelaar en een microbioloog, vertegenwoordigers van Wetterskip Fryslân en van de provincie Fryslân en van de belangenvereniging van huizenbezitters die schade lijden door paalrot. Omdat de peilverhoging morgenavond een belangrijk agendapunt is in een commissievergadering van Provinciale Staten is ook een ruime delegatie van CDA, FNP, PvdA, SP aanwezig en ook zij mengen zich in het debat.

Zoals de doen gebruikelijk is Siem Jansen (directeur van de NOM en bestuurder van het FD) vanavond onze gespreksleider. Op zijn eigen wijze laat hij met een hemelse en een aardse vraag de zaal eerst kort maar origineel kennismaken met de beide specialisten die vanavond het deskundigenpanel vormen. Dat zijn de Friese representant Thomas Ietswaart (hoofd afdeling Water van de provincie Fryslân) en wetenschapper Jan Vermaat (universitair hoofddocent bij het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit Amsterdam, één van de instellingen die - zoals altijd bij ons - hun inhoudelijke bijdrage leveren aan VU-connected).

Hieronder een impressie van wat zoal aan de orde komt:

Thomas Ietswaart:
- Omdat Fryslân doorgaans dunnere veenlagen heeft dan overige gebieden in Nederland, hoef je hier in Fryslân minder dan elders rekening te houden met het grondwaterpeil;
- In de komende zomer wordt in de Provinciale Staten van Fryslân de grondwaterpeildiscussie gevoerd;
- Het veen in de veenweidegebieden zakt al eeuwen en dat zal ook doorgaan, wat je er ook aan doet;
- De politiek bepaalt als resultante van het maatschappelijk debat welke grondwaterpeilbesluiten worden genomen, maar de provincie is niet juridisch aansprakelijk voor de daardoor geleden schade.

Inbreng vanuit de zaal:
- Door het op basis van economisch gewin spelen met het grondwaterpeil is een belangrijk deel van de flora en fauna van Fryslân verloren gegaan; bovendien zitten veel huizenbezitters nu met de problemen van paalrot;
- Voor het Wetterskip is het ingewikkeld om verstandige keuzes over het grondwaterpeil te maken. Het is moeilijk om de boeren mee te krijgen in de plannen voor een ander grondwaterpeil en het valt sowieso al niet mee om alle belanghebbenden in dezen op één lijn te krijgen;
- Bij onverstandige keuzes – waarbij je bijvoorbeeld alleen de boeren ter wille bent - over het grondwaterpeil zullen zo’n 3.500 Friese woningen wegzakken als gevolg van paalrot;
- Je moet niet alle problemen met het grondwaterpeil proberen op te lossen; je kunt ter plaatse beter maatwerk leveren; zo leert bijvoorbeeld de nieuwe waterwet ons dat bewoners, gemeente en waterschap samen verantwoordelijk zijn;
- In de komende jaren zullen we zien dat het soms goedkoper zal zijn om de schade voor bewoners te vergoeden, dan de kosten te betalen die gemaakt moeten worden om die schade te voorkomen; dan zal uitkering van schade eerder dan nu plaatsvinden;
- Opmerkelijk is dat de overheid wel betaalt voor de afvoer van water, maar niet voor de aanvoer van water als daarmee schade kan worden voorkomen;
- Het Wetterskip kent wel een schadevergoedingsregeling, maar die keert niet uit bij schade die ontstaat door grondwaterpeilverlagingen, want – zo wordt gesteld - maaiveldverlaging is een normale gang van zaken, it’s all in the game.
- Als de provincie verantwoordelijk is voor grondwaterpeilbesluiten en het Wetterskip geeft uitvoering aan die peilbesluiten, waarom is de overheid dan niet aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade??

Jan Vermaat:
- Ik wil graag de discussie over het grondwaterpeil gaan koppelen aan alternatieve manieren van melkveehouderij bedrijven; je moet boeren niet uitkopen, maar door marktwerking en subsidies kun je de agrarische sector ook een bepaalde richting geven;
- In tegenstelling tot Friesland hebben we in het westen van het land veel woningen met een eigen peilvak.

De Debatcafé’s die we zes maal per jaar elke laatste dinsdag van de maand organiseren, blijken inmiddels een groot succes te zijn. En voor wie nu eens wilde weten hoe aantrekkelijk deze Debatcafé-avonden zijn, was deze avond een bijzonder aantrekkelijke, want de grote variëteit van de aanwezigen, de deskundigheid van de panelleden en de voortreffelijke wijze waarop Siem Jansen het pittige debat op kundige wijze leidt, tonen aan dat deze avond een prima debat oplevert, precies zoals het Debatcafé Fryslân door Friesch Dagblad en VU-connected ook is bedoeld.

Om 22.00 uur is het debat onherroepelijk afgelopen, maar de geanimeerde gesprekken - onder het genot van een hapje en een drankje - gaan na afloop van het Debatcafé nog zeker tot 23.00 uur door.

maandag 29 maart 2010

Installatie Proefvisitatiecommissie Techniek van Stenden Emmen

Maandag 29 maart 2010

Komende zomer zullen alle vijf Techniek-opleidingen van Stenden hogeschool op de locatie Emmen worden gevisiteerd. Evenals alle opleidingen in het Hoger Onderwijs worden ook deze technische opleidingen elke zes jaar gevisiteerd teneinde de accreditatie te verkrijgen, zijnde het keurmerk dat opleidingen van hogescholen en universiteiten behoeven om bijvoorbeeld aan studenten na hun afstuderen wettelijk erkende diploma's af te mogen geven.

De vijf Techniek-opleidingen hebben op grond van het Accreditatiekader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) hun opleiding geëvalueerd en daarvan een Zelfevaluatierapport geschreven. Nog vóór de aanstaande zomervakantie komt een extern visitatiepanel van gezaghebbende en onafhankelijke deskundigen op bezoek (de visitatie) om aan de hand van documentenstudie en panelgesprekken met alle stakeholders de kwaliteit van deze vijf opleidingen te bepalen.

Om dat proces correct te laten verlopen, organiseren we binnen Stenden hogeschool voorafgaand aan alle visitatiebezoeken altijd een zogenoemde Proefvisitatie. Proefvisitaties zijn als het ware generale repetities waarmee wordt bepaald of alle documenten op orde zijn en of alle stakeholders goed zijn voorbereid, opdat de visitatiecommissie haar werk daarna optimaal kan verrichten, om zo op verantwoorde wijze tot haar beoordeling te kunnen komen. Daartoe wordt een Proefvisitatiecommissie geformeerd, die verifieert of de opleiding gereed is voor de naderende visitatie.

Vanmiddag installeren we in Emmen de Proefvisitatiecommissie voor de Techniek-opleidingen. Deze commissie wordt vanmiddag ontvangen en geïnstalleerd door de Dean van de hogeschool-Unit Techniek en de commissieleden worden door de Dean kort geïnformeerd over een aantal organisatorische en inhoudelijke aspecten van deze proefvisitatie, die in de eerste helft van april 2010 zal worden gehouden.

Daarna verzorg ik een briefing van zo'n anderhalf uur, waarin deze breed samengestelde Proefvisitatiecommissie onder andere wordt uitgelegd wat haar rol en taken zijn, welke werkwijze aanbeveling verdient, en wat de specifieke aandachtspunten voor deze proefvisitatie zijn. Vervolgens gaat de commissie in intern beraad om bijvoorbeeld een onderlinge werkverdeling en werkafspraken te maken en om alvast een groot aantal documenten van de opleiding hier in deze vergaderzaal door te nemen en te beoordelen. In de week na Pasen volgt dan de proefvisitatie.

zondag 28 maart 2010

Palm palm Pasen, hei koerei

Zondag 28 maart 2010

Palm palm Pasen,
hei koerei.
Over enen zondag,
krijgen wij een ei.
Eén ei is geen ei,
twee ei is een half ei,
dríe ei is een paasei.

Bovenstaand liedje zal vandaag her en der in Nederland veel zijn gezongen.

Reeds enkele weken leven we in de Veertigdagentijd, ook wel Vastendagen of Passietijd genoemd.
Vandaag is het Palmzondag, de zondag voorafgaand aan de inmiddels aangevangen Stille Week, de zondag waarop we stilstaan bij de Intocht van Jezus Christus in Jeruzalem.
De Stille Week is een tijd van inkeer en stilte, om stil te staan bij Jezus' lijden en sterven, dat in de komende dagen steeds dichterbij komt.

Maar nu nog even niet.
Palmzondag is nog een overgangsdag.
Op Palmzondag vieren we het Palmpasen nog wat frivoler dan alle andere zondagen van de Veertigdagentijd.
Kinderen maken Pampasentakken in de vorm van een kruis, met bovenop het kruis een broodhaan en rondom aan de stok hangen veelkleurige slingers met vruchten, noten en snoep. Als de kinderen met deze Palmpasentakken lopen, zingen ze veelal bovenstaand lied.

Aan dezelfde frivoliteiten doet ook de commercie graag en van harte mee. Er wordt deze weken en dagen veel verdiend aan alles wat maar te maken heeft met haan, kip en ei, in combinatie met vooral veel geel en fris lentegroen.
Net als Jezus' intocht in Jeruzalem monden de Stille Week en het overdadige paasassortiment in de winkel allemaal uit in het heerlijk feest van Pasen.

Maar vandaag zingen we nog:

Palm palm Pasen,
hei koerei.
Over enen zondag,
krijgen wij een ei.
Eén ei is geen ei,
twee ei is een half ei,
dríe ei is een paasei.

zaterdag 27 maart 2010

Nederlands Genootschap van Sint Jacob in De Groate Kerk

Zaterdag 27 maart 2010

De plannen om een Pelgrimscentrum te starten in De Groate Kerk te Sint-Jacobiparochie worden met de week concreter. Twee weken geleden hebben we met een Friese delegatie een bestuurlijk werkbezoek afgelegd in het Huis van Sint Jacob van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob te Utrecht. Vandaag worden we in het Jabikshuus in De Groate Kerk van St. Jabik vereerd met het tegenbezoek van een delegatie van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Deze vertegenwoordiging bestaat uit Genootschapsbestuurder Bas Brouwer, Dirk Klop als Coördinator van het Huis van Sint Jacob en twee deskundigen op het technisch gebied van bouwen en inrichten van een Sint-Jacobshuis: Co de Leeuw en Gerard Luiten.

Deze Genootschapsdelegatie ontmoet vandaag een aantal bestuurders van Stichting De Groate Kerk, van Stichting Jabikspaad Fryslân en een bestuurder, een projectleider en de directeur van Stichting Alde Fryske Tsjerken. Het is de bedoeling dat we vandaag afspreken op welke wijze we kunnen gaan realiseren dat de Stichting Jabikspaad Fryslân samen met het Nederlands Genootschap van Sint Jacob een Pelgrimscentrum gaan inrichten in het voorportaal van De Groate Kerk. Met dit beoogde Pelgrimscentrum benadrukken we dat De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie de officiële startplaats van het Jabikspaad (St. Jacobspad) wordt, dat wandelaars/pelgrims optimaal toegerust en goed voorbereid op hun lange pelgrimsweg zet van het Friese Sint-Jacobiparochie (St. Jacob) naar het Spaanse Santiago de Compostela (ook St. Jacob).

We realiseren ons dat we door eendrachtige samenwerking van al deze partijen - en vooral met de nodige hulp van provincie en gemeente - in staat zullen zijn om waarde toe te voegen aan De Groate Kerk en het Jabikspaad in het bijzonder en aan de recreatie en toerisme van de gemeente Het Bildt en van alle andere Jabikspaad-gemeenten in het algemeen. Om een en ander op correcte wijze te laten verlopen, spreken we vandaag over met name restauratie van de kerk, over de bouw en inrichting van het Pelgrimscentrum, over de vorm en inhoud van alle gewenste samenwerkingsrelaties, over financiële constructies qua investeren en exploiteren en natuurlijk over de inzet van vrijwilligers die dit belangrijke pelgrimsproject voor de periode van de bouw en inrichting en voor de vele jaren daarna mogelijk zullen maken.

Het Pelgrimscentrum van St. Jacob wordt een plaats van:
> informatie, waar belangstellenden informatie over wandelen en pelgrimeren verkrijgen;
> ontmoeting, waar aanstaande pelgrims en ervaren pelgrims hun vragen en ervaringen delen;
> bezinning en meditatie, waar ruimte is om letterlijk stil te staan bij en op de kruispunten op je levensweg;
> verhuur, verkoop en bemiddeling, waar je terecht kunt voor kunst & cultuur, waar je bijvoorbeeld je routegidsen haalt en waar vraag en aanbod van wandelaars en pelgrims bijeen komen.

In de komende maand april zal blijken of alle deelnemende besturen het licht op groen zetten om deze mooie plannen uit te voeren. De Stichting Jabikspaad Fryslân kan het Nederlands Genootschap van Sint Jacob nu officieel verzoeken om het voorportaal te exploiteren, zodat de Friese vertegenwoordigers van de Stichting Jabikspaad en van het Genootschap, samen met de vertegenwoordigers van Stichting Groate Kerk - met wellicht in de toekomst nog andere partijen - een mooi Pelgrimscentrum kan openstellen in een straks drie verdiepingen tellend portaal van deze markante grote kerk, die in eigendom is van de Stichting Alde Fryske Tsjerken.

Aan het eind van de middag zijn we allen gunstig gestemd. Het moet en het zal toch hopelijk mogelijk worden om al aan het eind van dit kalenderjaar de opening van dit Pelgrimscentrum van Sint Jacob te realiseren. De intentie is er en het enthousiasme hiertoe is nog altijd groot.

vrijdag 26 maart 2010

Wegen en paden

Vrijdag 26 maart 2010

Als één van de keuzegeschenken van mijn Kerstpakket 2009 van Stenden hogeschool koos ik het boek “Wegen en paden” van Leo Theunissen. Het boek is in 2009 uitgegeven en draagt als ondertitel: “Sporen door het land”. In dit boek vind je zowel een beschrijving van allerlei soorten paden en wegen, als wat je bijvoorbeeld kunt tegenkomen op een wandelroute.

Auteur Leo Theunissen (1935) heeft gewerkt als aardrijkskundedocent en is ook tolk/vertaler. Hij heeft in verschillende landen over allerlei soorten wegen en paden gelopen. Theunissen benadert het wandelen niet zozeer filosofisch (zoals de omslagtekst meldt), maar geeft in dit boek vooral informatie over mooie wandelbestemmingen en sluit zijn boek af met enkele korte wandelroute-beschrijvingen (bijvoorbeeld de holle wegen nabij het Limburgse Eys). Hij combineert de liefde voor cultuur, natuur en mensen met zijn belangstelling voor geschiedenis, poëzie en wat met ander taalgebruik te maken heeft.

Op de omslagtekst schrijft Theo Schrijnemaekers dat het een boekje is om voortaan bij elke wandeling in je rugzak te hebben. Dat acht ik wat teveel van goede, want de doorsnee-wandelaar neemt – om het te dragen gewicht te beperken - doorgaans alleen een wandelroutegids mee en dan ook nog vaak alleen een kopie van de pagina’s die de route van de dag bevatten.

Paden ontstaan als bijvoorbeeld iemand ergens begin te lopen en anderen dat spoor volgen. Waar dat regelmatig gebeurde, kreeg zo’n spoor een vaste route door het landschap; van dorp naar dorp, vanuit het dorp naar de akkers, naar een bron, een put of naar een ceremoniële plaats waar mensen samenkwamen. De beginpunten waren voorheen bijvoorbeeld de erven van boeren, markante plekken in een dorp, zoals een kerk, een pleintje, een werkplek, een vindplaats van erts of een ontginning. Wegen komen voort uit paden, die zich verder ontwikkelden, doordat er karren en wagens over reden. Verharde paden kwamen vroeger uitsluitend voor in de kom van dorpen en steden. Theunissen poogt de wandelaar bewust te maken van natuur, landschap en (vroegere) menselijke aanwezigheid.

In de verschillende hoofdstukken schetst de auteur onder andere:
- de geschiedenis van onze paden en wegen;
- de verschillende soorten paden, waaronder ook lanen en dreven;
- bekende wandelpaden, zoals het Pieterpad als Lange-Afstands-Wandelpad, het Twentepad als Streekpad, de NS-wandelroutes en de Grote Routepaden van België en Frankrijk;
- de historische paden, zoals Romeinse heirwegen, de Franse Route Napoleon en de Duitse Rennsteig (een oude grensweg);
- merkwaardige paden, zoals het Drentse Boomkroonpad en de zogenoemde Blotevoetenpaden;
- landschappen met dorpen, kerken, kastelen, boerderijen, waterstromen, bruggen, wedden en veerponten;
- spreekwoorden en gezegden met betrekking tot de verplaatsing over wegen en paden.

Hoofdstuk vijf biedt een mozaïek van paden met nieuwsgierigmakende subtitels als:
- Lokkende bergen; Door de bomen het bos nog zien; Zand en strand;
- Volg de rivier; Jeneverbessen, schapen en ruimte; Alsmaar panorama;
- Uitgeholde aarde; Jagen, maar langzaam; Kerkpad, de kortste weg;
- Met wind of water; Alles kabbelt; Devotie of reislust?;
- Smokkelpassie; Staal onder de voeten; Het nauwste straatje;
- Over knuppels en planken; Boer versus wandelaar.

donderdag 25 maart 2010

Haan Reklame in Stiens

Donderdag 25 maart 2010

Signmaking is meer dan een eenmalige actie voor een reclameboodschap; het bepaalt op langere termijn het gezicht van je bedrijf, je product of je dienst. Aan de Seerob op het bedrijventerrein van Stiens is een signmaker gevestigd. Haan Reklame is een totaalleverancier van binnenreclame en buitenreclame. Het bedrijf bestaat sinds 1988. Een team van zo’n twaalf medewerkers werkt voor een groot aantal opdrachtgevers in diverse branches. Door allerlei specialismen in eigen huis te hebben, is Haan Reklame breed in haar dienstverlening; van bijvoorbeeld vrachtwagenbelettering tot interieurdecoratie en van lichtreclame tot huisstijl-implementatie.

Haan Reklame is onder andere actief in de disciplines: binnenreclame (bijvoorbeeld spandoeken), buitenreclame (bijvoorbeeld reclameborden, ook in rotapanels), autoreclame, grootformaat full color, gevelreclame, lichtreclame en bewegwijzering (met bijvoorbeeld quicksigns).

Bij de Borduurstudio kun je terecht voor afname van enkele stuks textiel, maar je kunt er ook een heel bedrijf aankleden met bijvoorbeeld borduurwerk op bedrijfskleding of op sportkleding. Daarnaast wordt tevens gewerkt met technieken als persen en zeefdrukken.

Een door Haan Reklame ontworpen logo of een door jezelf aangeleverd logo kan worden verwerkt tot autoreclame, die bij je organisatie past. Dat kan door autobelettering, stripings en allerlei combinaties van teksten en beelden; zelf ook met complete carwraps.

Met de kennis die men van gevelreclame (bijvoorbeeld vlaggen en banieren) en lichtreclame (ook in neon) heeft, kunnen ze je passend advies geven over kleur en lichtsterkte. Voor het plaatsen van lichtreclame (bijvoorbeeld lichtbakken) is een vergunning nodig. Ze berekenen de lichtsterkte van je lichtreclame en zorgen ervoor dat die binnen de landelijke norm van lichthinder valt. Daarmee wordt de aanvraag voor je vergunning optimaal begeleid.

Ook als je als organisatie op een beurs graag gezien wilt worden, denkt Haan Reklame over de beurspresentatie met je mee. Je kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor de aanschaf van een standaard presentatiewand, maar ook verdergaand voor een volledige custom-made, eigen beursstand. Je kunt hier terecht voor de productie, de levering of verhuur van alles wat je in je beursstand wilt hebben.

Qua gevelreclame zou je voor je bedrijf kunnen kiezen voor een reclamebord, een bord met bijvoorbeeld freesletters of zelfs een complete gevelbekleding. Je huisstijl wordt dan doorgevoerd op de gevel van je bedrijfspand om zo een passende uitstraling te realiseren; bijvoorbeeld heel zakelijk of exclusief of misschien ook wel opvallend origineel.

Voorts kun je er terecht voor allerlei fullcolour-producten als bijvoorbeeld: foto’s, artist impressions, logo’s en stickers. En alles kan worden geproduceerd op zelfklevend materiaal en voorzien van een UV-Block laminaat; om zo blijvend iets moois te laten zien.

Als je op de weg van Leeuwarden naar Hallum het westelijk gelegen bedrijventerrein Middelsee van Stiens passeert, zie je het opvallende bedrijfspand van Haan Reklame. En wellicht heb je ook de Opel-bedrijfswagen van Haan Reklame BV wel eens gezien, met daarop het beeldmerk met hanekam, met ook Haans motto “Signs with passion” en uiteraard de opvallend grote vogelkop van een haan.

woensdag 24 maart 2010

De Electrificatie van 1952

Woensdag 24 maart 2010

In 1922 werd besloten om een deel van het Nederlandse spoorwegnet te elektrificeren. Dat zou het einde inluiden voor de stoomtrein. Daar gingen echter nog wel jarenlang uitgebreide discussies en onderzoeken aan vooraf. Er waren tegenstanders, die zich afvroegen waarom elektrificatie nodig was. Verder was toen nog de vraag welk systeem het beste gebruikt zou kunnen worden. En ook op de vraag waar de benodigde elektriciteit vandaan moest komen, moest nog een antwoord worden gevonden.

Het spoorwegnet rond Leeuwarden onderging in de eerste twintig jaren na de Tweede Wereldoorlog geen uitbreiding of inkrimping. Kort na de bevrijding kwamen de treinen weer op gang met haveloze rijtuigen en opgelapte stoomlocomotieven, waarvan vele in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog door Geallieerde vliegeniers waren stukgeschoten.

Bij de aanvang van de Zomerdienstregeling op 18 mei 1952 werd in Noord-Nederland de voltooiing van de elektrificatie van de spoorlijn tussen Zwolle en Leeuwarden gevierd. Deze datum wordt beschouwd als de afsluiting van het snel herstel en de radicale vernieuwing van het spoorwegbedrijf. Niet alleen op deze hoofdlijn ging de stoomtrein letterlijk van de baan, ook op andere lijnen werd de toen onrendabele stoomtractie vervangen door electromotorische dieseltreinen.

In het Leeuwarder stationsgebouw hangt ter gelegenheid van deze Electrificatie van 18 mei 1952 een groot tegeltableau, met daarop de passende tekst: “De minsken wolle ornaris wêze hwêr’t se net binne”. Deze spreuk werd vele jaren later ook gekozen als de titel van een in 1995 uitgegeven boek van de uit Friesland afkomstige kunstenares Wapke Feenstra

Dit bijzondere tegeltableau is aangeboden door het Departement Leeuwarden en Omstreken van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel. De grondkleur blauw past bij de kleur van de blauwe elektromotorische treinen, die destijds in de volksmond ook wel de “Blauwe Engel” werden genoemd.

dinsdag 23 maart 2010

Lente in Drachten

Dinsdag 23 maart 2010

De temperatuur gaat deze dagen met sprongen omhoog. Vanmiddag ben ik aan het werk op de locatie Emmen van Stenden hogeschool. Als ik daar arriveer, zie ik dat het laatste bultje sneeuw dat hier vorige week nog op de parkeerplaats lag, inmiddels letterlijk als sneeuw voor de zon is verdwenen. De warme zon en de aangename buitentemperatuur hebben de eergisteren aangevangen lente ingeluid.

Aan het eind van de middag kom ik op de terugweg door Drachten. Al vele jaren is de entree van Drachten-West in de vroege lente gedecoreerd met paarse en witte Krokussen. Zo ook dit jaar. Een bont tapijt van Krokussen flankeert hier de Overstesingel, die onder de grote, markante fietsers-/voetgangersbrug van Drachten de Zuiderhogeweg kruist.

Duizenden Krokussen luiden hier onmiskenbaar de lente in.

Regiocomité Fryslân Vereniging VU-Windesheim bijeen in Leeuwarden

Maandag 22 maart 2010

Het Regiocomité Fryslân (het regionaal verband van de Vereniging VU-Windesheim), komt vanavond bijeen in Stenden University Hotel te Leeuwarden. Na ontvangt in de hotel-lobby en een maaltijd in het geheel vernieuwde bedrijfsrestaurant "Canteen" van Stenden hogeschool, vangt rond het avonduur dit overleg aan.

Na een aantal huishoudelijke agendapunten worden twee recent georganiseerde activiteiten geëvalueerd, waarna we ons richten op de voorbereiding van de komende activiteiten van VU-connected, zoals twee debatcafés, een lezing, een alumnibijeenkomst, een kuier en een symposium.

Het tweede deel van de avond wordt besteed aan de verenigingsactiviteiten, zoals de voorbereiding van het Voorzittersoverleg, de Ledenraad en de tussentijdse sessies die her en der in den lande worden georganiseerd.

Het laatste anderhalf uur van onze vergadering wordt bijgewoond door de nieuwe directeur van VU-connected, de heer Tom Doude van Troostwijk. Na de kennismaking vertelt Tom wat op dit moment de stand van zaken betreffende VU-connected is en in welke richting het gesprek over het nieuw in te richten VU-connected zou kunnen gaan. Tevens wisselen we behoeften, wensen en verbetersuggesties met elkaar uit. Een alleszins onderhoudend gesprek wordt hierover gevoerd, waarbij we ook een kijkje in de keuken krijgen van de connecties die momenteel worden gesmeed tussen VU-connected, de Vereniging VU-Windesheim, VU-medisch centrum, de Vrije Universiteit en Windesheim.

Eerder in dit overleg hebben we onze Friese notitie over de relatie van de Vereniging VU-Windesheim met de Vrije Universiteit vastgesteld. In het gesprek met Tom Doude van Troostwijk blijkt ons dat deze notitie de komende maanden een goede bijdrage zal kunnen leveren aan de huidige heroriëntatie van de Vereniging met de afzonderlijke instellingen die uitgaan van deze Vereniging VU-Windesheim.

maandag 22 maart 2010

Wereldwijs onderwijs

Zondag 21 maart 2010

Een lange periode van onderzoek en gesprekken ging er aan vooraf om binnen Stenden hogeschool de overstap te maken van de oorspronkelijke Onderwijsconcepten van de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) en van Hogeschool Drenthe (HD) naar een nieuwe, gedeelde Onderwijsvisie van de inmiddels bestuurlijk gefuseerde Stenden hogeschool. Studenten, Docenten, Stafmedewerkers, Management en Bestuur gingen in de aanloop naar de nieuwe onderwijsvisie behalve met elkaar ook met externe stakeholders in gesprek teneinde een zoveel mogelijk gedeelde visie te ontwikkelen omtrent het onderwijs van Stenden hogeschool voor de komende planperiode. Eind 2008 stelde het College van Bestuur de nieuwe Onderwijsvisie vast en in 2009 publiceerde Stenden hogeschool deze in het tweetalige (Engels & Nederlands) boekwerk, dat een titel en twee subtitels mee kreeg, te weten: “Wereldwijs onderwijs, Leven leren leiden, Stenden Onderwijsvisie”.

Hoofdstuk 1 – “Inleiding”- maakt duidelijk dat deze onderwijsnota qua vorm en inhoud aansluit bij het Strategieplan van Stenden hogeschool, getiteld: “New University, Tocht naar de toekomst”. Wereldwijs onderwijs wordt hier het “wenkend perspectief” genoemd “dat richting geeft aan de onderwijsontwikkeling binnen de nieuwe hogeschool in de periode van 2008-2012”.

In hoofdstuk 2 – “Uitgangspositie”- komen in de paragraaf over de organisatie in feiten en getallen de Grondslag, Missie, Opleidingen en Locaties aan de orde. Daarna wordt het huidige onderwijsbeleid verklaard als de logische doorontwikkeling van de ontwikkelingen binnen de beide hogescholen in de jaren van 2003-2008.

In hoofdstuk 3 – “Externe analyse” – worden de vijf dominante ontwikkelingen uit het strategieplan “New University” aangevuld met de drie aanvullend reliëfgevende ontwikkelingen: Internationalisering van het hoger onderwijs, Economisering van het hoger beroepsonderwijs en Behoefte aan nieuwe doelgroepen.

In hoofdstuk 4 – “Interne analyse” – worden de vijf sterke en drie zwakke punten van de hogeschool uit het strategieplan “New University” aangevuld met een aanvullende uitdaging, die is gelegen in de proceskwaliteit van het onderwijsproces. Voor onze nieuwe hogeschool die zich wil onderscheiden in onderwijskwaliteit en identiteit is een goede operationele organisatie veel meer noodzaak dan luxe.

Hoofdstuk 5 – “Een nieuwe strategische richting” – legt uit dat onze “New University” met haar nieuwe missie (Unleashing potential in our students, staff and surrounding communities) & visie (Serving to make it a better world) in de vijf jaren van deze planperiode haar profiel verder gaat versterken en verdiepen aan de hand van de aspecten Meesterschap, Waarden, Ondernemend en Intercultureel.

Hoofdstuk 6 – “Onderwijsbeleid 2008-2012” – stelt dat de in de hoofdstukken 3 en 4 genoemde ontwikkelingen ons duidelijk maken dat alles anders, nog beter en meer onderscheidend moet worden. We willen studenten opleiden tot volledige mensen met persoonlijk leiderschap. Daartoe gaan we verder op de ingeslagen weg van sociaal-cultureel-constructivistisch onderwijzen en leren. We spreken daarbij ieders verbeeldingskracht en creativiteit aan. Onze New University groeit door naar een zogenoemde “PBL-blended University” waarbinnen we voortdurend het optimum zoeken van de combinatie van Problem Based Learning (PBL) met aanvullend bijvoorbeeld ook case studies en thematisch onderwijs. Om in het onderwijsbeleid samenhang te brengen en te houden, hebben we een Onderwijsplanetarium ontwikkeld, waarin rond onze missie & strategie de zeven raderen draaien van het Mensbeeld, de Onderwijsvisie, Imaginatie, de Maatschappelijke rol, de Onderwijsmethode, de Leeromgeving en Internationalisering. Daarbij zijn we ons bewust van het feit dat we dit alles doen vanuit onze maatschappelijke functie, verankerd in onze regio, bewust van de publieke functie en met aandacht voor duurzaamheid en bovendien internationaal geöriënteerd.

In hoofdstuk 7 – “Opleiden tot volledige beroepsbeoefenaren” – worden onze kaders gegeven en beschreven voor de inhoud van ons onderwijs. De vijf kaders die met elkaar het inhoudelijke, onderwijskundige profiel van Stenden hogeschool vormen, zijn: De volledige mens, Meesterschap, Waarden, Intercultureel en Ondernemend.

Hoofdstuk 8 – “PBL-blended University” – beschrijft de didactisch-onderwijskundige profilering van Stenden hogeschool, ofwel: hoe willen we onderwijzen. Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) ofwel PBL of Probleemgestuurd Leren (PGL) blijft bij alle vernieuwing en kwaliteitsborging het uitgangspunt en de basis. Daartoe zijn realistische leeromgevingen zoals in bijvoorbeeld ervarings- en leerbedrijven gewenst. Docenten zullen voortdurend worden toegerust, opdat ze de lesstof goed kunnen overdragen, waardoor de studenten zich de leerstof eigen kunnen maken. Om in de komende jaren te kunnen voldoen aan de opdracht van de overheid om te komen tot 50% hoger opgeleide beroepskrachten zullen we ook nóg meer aandacht geven aan de optimale aansluiting op de studenteninstroom vanuit het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO/ROC’s) en vanuit het Voortgezet Onderwijs (HAVO & VWO) om te komen tot optimaal doorlopende leerwegen.

zaterdag 20 maart 2010

Voorjaarsbijeenkomst Nederlands Genootschap van Sint Jacob

Zaterdagmiddag 20 maart 2010

Vanaf de Jaarbeurs Utrecht wandel ik naar de nabijgelegen Hogeschool Domstad, waar vandaag de Najaarsbijeenkomst plaatsvindt van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Het thema van deze pelgrimsontmoeting is "Pelgrimeren = Beweging van Lichaam en Geest". Bij binnenkomst bezoek ik op de Informatiemarkt eerst de informatiestand van onze Stichting Jabikspaad Fryslân, die hier met een grote standbezetting vandaag het Friese Jabikspaad promoot. Ook hier blijkt onder de aanwezige langeafstandswandelaars veel belangstelling te bestaan voor ons Friese pelgrimspad dat start bij De Groate Kerk te Sint-Jacobiparochie.

De eerste workshop die ik bijwoon, gaat over de inhouden van de schrijfcursus "Kom op verhaal, pelgrim", verzorgd door Anke Jansen en Joop van der Donk, een ex-collega van me die vroeger bij ons werkte op de - toen nog - Christelijke Hogeschool Nederland. In dit uur zijn we enerzijds bezig met de wijze waarop je als pelgrim je materiaal verzamelt om daar een goed leesbaar verhaal over te schrijven en anderzijds worden enkele tips gegeven om je schrijfproces te starten bij het op weg gaan. Tijdens de workshops gaan we ook enkele malen in tweetallen aan het werk met het schrijven van korte teksten.

Dan is het tijd voor de lunch. En dan blijkt ook dat de opkomst vandaag weer groot is. Zo'n 400 pelgrims zijn uit alle delen van het land gekomen om elkaar hier vandaag te ontmoeten, om zich te laten informeren en om met elkaar terug te blikken op elkaars wandelervaringen en vooruit te blikken op wandelplannen.

Na deze pauze woon ik de workshop bij van de Werkgroep Spiritualiteit van het genootschap, die wordt verzorgd door Gerard van Poppel. De workshop begint met een meditatieoefening, waarbij je als pelgrim in meditatief opzicht terug gaat naar het moment waarop je besloot om op pelgrimage te gaan, naar je ervaringen onderweg en hoe je dat verwoordt voor jezelf, voor je vertrouwenspersoon en hoe je dat voor een breder publiek bijvoorbeeld op schrift zou zetten. Daarna blik je diep in je herinneringen terug over het verschil dat je ervoer tussen het moment dat je van thuis vertrok en het moment dat je aankwam in Santiago de Compostela. Na deze meditatieve sessie krijgen de aanwezigen ook de gelegenheid om iets over hun eigen ervaringen te vertellen.

Tenslotte ben ik aanwezig bij de lezing van Ineke Albers. Ze is als buitenkerkelijk theoloog en fotograaf ook gespecialiseerd in neurowetenschappen en promoveerde in 2007 op het proefschrift "Heilige kracht wordt door beweging losgemaakt", het resultaat van een onderzoek over pelgrimage, lopen en genezing. Het onderwerp van haar lezing vandaag is: "Bewegen is een zegen voor de geest".

Na een korte introductie over een onderzoekrapportage uit 1907 handelend over de massa ofwel het gewicht van de ziel, gaat ze dieper in op de volgende twee onderwerpen van haar lezing:
1. De invloed van beweging op het ontstaan van de geest, aangaande het eigentijdse denken over het feit dat het bewegende lichaam cruciaal is voor het ontstaan en voor de groei van de menselijke geest;
2. De invloed van beweging op de toestand van de geest, over de stelling dat lopen je vrolijk/opgewekt en slim maakt en dat het je in een euforische toestand van de "zevende hemel" brengt.

Jean Jacques Rousseau zei het al: "Mijn lichaam moet in beweging zijn om mijn geest in beweging te brengen".
Tijdens intensief wandelen wordt in de hersenen het stofje "dopamine" aangemaakt, dat er bij langdurig wandelen voor zorgt dat er een soort van wandelverslaving wordt gecreëerd in je hersenen, maar dan in elk geval wel een aangename en doorgaans gezonde verslaving.

Vakbeurs Kerk & Gemeente 2010

Zaterdagochtend 20 maart 2010

Kerken in Nederland verschillen, maar ze hebben in grote lijnen wel dezelfde vragen en lopen tegen nagenoeg dezelfde problemen aan. Natuurlijk worden hun specifieke vraagstukken verschillend benaderd en zijn er uiteenlopende behoeften en wensen. Voor een groot aantal dienstverlenende organisaties en bedrijven en voor die Kerken is het meestal ondoenlijk om over en weer de juiste personen en adressen te vinden om op de actuele kwesties met elkaar in contact te komen. De Vakbeurs "Kerk & Gemeente 2010" brengt dit aanbod en deze vraag bij elkaar op de grootste kerkenbeurs voor alle Kerken en christenen in Nederland.

Op het moment dat deze Vakbeurs vanmorgen voor de tweede beursdag wordt geopend, arriveer ik bij de entree van de beursvloer in in de Jaarbeurs te Utrecht.
Om daar te komen, moest ik me op de weg naar de Jaarbeurs in de ontvangsthal van het Beatrix-Congrescentrum een weg banen door de grote groep enthousiaste reformatorische jongeren die juist zijn gearriveerd voor de landelijke Jongerendag van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP), overigens juist op het moment dat hier hun SGP-Tweede Kamerlid Bas van der Vlies arriveert.

In de Jaarbeurs aangekomen, wordt snel zichtbaar waar Nederland tegenwoordig warm voor loopt.
Eerst passeer ik zo tegen tien uur een immense rij van honderden wachtenden, die allen wachten op de opening van de Vakbeurs "Beauty Trade Special 2010".
Bij de ingang van een volgende beurshal staan daarentegen maar enkele tientallen mensen te wachten om toegelaten te worden op de Publieksbeurs "Eigen Huis (Ver)Bouwen 2010-Nationale Bouwbeurs".

En daarna arriveer ik bij de entree van de beurs die ik vanmorgen bezoek, namelijk de Vakbeurs "Kerk & Gemeente 2010", waar slechts zo'n tien beursbezoekers in de rij staan om te worden toegelaten tot de beursvloer.
In die kleine rij wachtenden bedenk ik dat je aan de rijen wachtenden van deze drie beurzen de - zij het voorzichtige en wellicht niet geheel juiste - conclusie kunt verbinden dat het in Nederland kennelijk zo is dat er heel veel belangstelling is voor de schoonheid van het lichaam van de mens, dat er iets minder belangsteling is voor de schoonheid van de woning van de mens en dat de minste belangstelling - althans hier - uitgaat naar de schoonheid van de ziel van de mens. Het zij zo.

Om 10.00 uur betreed ik "Kerk & Gemeente 2010", de beurs voor alle kerken en kerkelijke werkers. Het is de eerste keer dat ik deze beurs bezoek en ik moet zeggen dat het een alleszins verrassend gevarieerde beurs is. Er is een bijzonder breed aanbod aan: Accommodatie & Reizen, Audiovisuele apparatuur & Kerktelefonie, Boeken & Bladen & Muziek, Dienstverlening, Gebouw & Onderhoud, Goede doelen, Hulpverlening, Instellingen & Opleidingen, Interieur, Jeugdwerk, Kerkelijke kunst (waaronder de schilderende kunstschilder Kees Albers), Liturgisch Design & Religieuze artikelen en Verzekeringen.

Al op het begin van de beursvloer passeer ik de stand van Vellema Torenuurwerken, een divisie van het Electrotechnisch Installatiebedrijf Vellema uit het nabij Stiens gelegen Hallum. Nooit geweten dat Vellema ook gespecialiseerd is in reparatie, restauratie en onderhoud van (monumentale) torenuurwerken. Een van de medewerkers laat mij zien hoe ze tegenwoordig LED-lampjes monteren op de grote wijzers van torenuurwerken, zodat ook in het donker de tijd zichtbaar is.

In de beursstand van de Nationale Synode onmoet ik Bert de Jong, tot voor kort nog werkzaam bij het NBG, inmiddels betrokken bij de organisatie van de Nationale Synode, die voor het eerst na bijna 400 jaar weer zal worden gehouden als breed-protestants forum te Dordrecht.

En uiteraard is ook het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) present op de beursvloer, met als thema: "De kerk kan niet zonder de Bijbel". In de beursstand wordt de aandacht gevestigd op onder andere de nieuwe kinderbijbel-uitgaven van de mooie Prentenbijbel van Marijke ten Cate, die nu ook in kleine boekkaterns inclusief filmanimaties door het NBG wordt uitgegeven.

De tijd vliegt om tijdens het bezoeken van de beursstands en omdat ik vanmiddag een andere bijeenkomst in Utrecht bijwoon, verlaat ik de beurs aan het eind van de ochtend. Bij het verlaten van de beurs passeer ik pianist Jan Vayne en ontmoet buiten de Friese kerkcabaretier Ruurd Walinga, die zijn cabaretprogramma's op deze beurs zal gaan presenteren, zo vertelt hij me. Een volgende keer moet ik de beurs maar eens weer - en dan wat langer - bezoeken, want ik ben vandaag bijvoorbeeld nog niet eens toe gekomen aan het beursaanbod van praktische en informatieve workshops en podia met debatten en optreden.

vrijdag 19 maart 2010

Iterijke ta ôfskie fan it KFFB-bestjoer

Freed 19 maart 2010

Yn de Statutêre Lede-jiergearkomste fan de Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB) fan 20 febrewaris 2010 hawwe Minne Vis as foarsitter en ik as twadde foarsitter offisjeel ôfskie nommen fan it ferieningsbestjoer fan de KFFB. Mar dêr bliuwt it net by, want nei 20 jier bestjoerssit fan Minne en goed fjouwer jier fan my wie it wol fertsjinne - tochten de oare bestjoerders - en bied ús beide (en elts mei de frou) in iterijke ta ôfskie oan. En dat soe dan ynkoarten heve.

En hjoed is it dan safier. Dat wy komme jûn byinoar yn Restaurant Liuwherne yn it sintrum fan Ljouwert en hawwe dêr in noflike jûn mei lekker iten en fleurige petearen fan weromsjen en foarútsjen. Wy binne bliid dat wy der jûn allegearre by wêze kinne en dat makket dat de jûn krekt sa noflik ferrint lykas wy dat yn 'e ôfrûne jierren wend binne fan ús bestjoersgearkomsten op tal fan plakken yn Fryslân.

De ôfkoarting fan "KFFB" wurdt ek wol ferklearre mei: "Klim Fleurich Fierder Berch-op". No hawwe wy as bestjoer yn 'e ôfrûne jierren fral fleurich meiinoar oparbeide en ik winksje it hjoeddeistige bestjoer mei de nije bestjoerders dy't yn de kommende tiid taheakje sille ek dat hja op dizze noflike wize noch lang en fier meiinoar fleurich fierder berch-op klimme sille.

It is moai dat noch safolle minsken yn en bûten Fryslân lid binne fan de KFFB, want dêrmei kin de KFFB mei nocht en wille de takomst yn.

donderdag 18 maart 2010

De Minor-markt van Stenden hogeschool in Leeuwarden

Donderdag 18 maart 2010

Onze HBO-Bachelor-opleidingen van Stenden hogeschool bestaan qua curriculum uit een Major- en een Minor-onderwijsprogramma. Het Major-programma is het overgrote, verplichte deel van het onderwijsprogramma dat de opleiding haar karakteristieke kleur en smaak geeft. De Minor is het half jaar waarin elke student binnen gestelde kaders een eigen invulling geeft aan zijn of haar opleiding. Minoren kunnen je opleiding bijvoorbeeld verbreden, verdiepen of internationaliseren. Om daarin een verstandige keus te maken voor je studie-loopbaan is het van belang je als student vooraf serieus te verdiepen in alle mogelijkheden. Elke student heeft een studieloopbaanbegeleider die hem of haar daarin begeleidt. Daarnaast wordt periodiek binnen Stenden hogeschool de Minormarkt georganiseerd, waarin het totaalaanbod van Minoren aan belangstellende studenten wordt gepresenteerd.

Vandaag vindt in Stenden hogeschool te Leeuwarden zo'n "Stenden Minormarkt" plaats. Tussen 11.00 uur en 14.00 uur kunnen de studenten die volgend jaar een (keuze-)Minor gaan volgen (maar ook alle andere studenten die zich alvast oriënteren) in de centrale hal informatie verzamelen over het grote aanbod van Minors voor het studiejaar 2010-2011.

Het aanbod bestaat onder andere uit algemene Minoren. Dat zijn keuzemodules waaraan studenten van alle hogeschoolopleidingen kunnen deelnemen, zoals "De mens als bron voor leiderschap" en "Students In Free Enterprise".

Andere Minoren zijn alleen toegankelijk voor studenten van een bepaald opleidingendomein of voor een aantal specifieke opleidingen. Zo is de Minor "Sportmanagement" alleen toegankelijk voor Economiestudenten en is de Minor "Financial Retail" gemaakt voor studenten van de opleidingen Small Business and Retail Management, Hoger Hotel Onderwijs, Vrijetijdsmanagement en Media en Entertainment Management.

Studenten voor wie het standaardaanbod nog niet specifiek genoeg is, bestaat de gelegenheid om in te tekenen op de "Open Minor". Je kunt daartoe individueel of als studentengroep een onderwijs-projectvoorstel indienen dat is toegesneden op je eigen behoeften en wensen. Toekenning geschiedt door de Examencommissie en de onderwijsbegeleiding door een of meer bij het project passende hogeschool-docent(en).

En voor die studenten voor wie Stenden hogeschool en/of Nederland te klein is, bestaat de mogelijkheid om ook nog te kiezen uit een buitengewoon groot aanbod van hogescholen en universiteiten in het buitenland met wie Stenden hogeschool exchange programmes onderhoudt. Of je nu wilt kiezen uit de Finse "Tampere Polytechnic ", de Britse "University of Ulster at Coleraine", de "Southern Cross University" in het Australische Lismore of het "Instituto de Estudios Superiores de Tamaulipas" in het Mexicaanse Altamire, het kan allemaal, want met deze instituten onderhouden we uitwisselingsprogramma's voor studenten (en docenten). Maar je kunt er bijvoorbeeld als student ook voor kiezen om de Stenden-Grand Tour-Minor "Humanitarian Management" te volgen op onze eigen site (vestiging) van Stenden hogeschool in het Zuidafrikaanse Port Alfred.

Eén ding is duidelijk: mits verantwoord wordt gekozen, is er op de Stenden Minormarkt "geen nee te koop". Er is altijd een passend aanbod voor je onderwijsvraag, en als je in het hoger onderwijs altijd al iets bijzonders wilde leren, dan is de Minor nu jouw kans bij uitstek!

woensdag 17 maart 2010

Slagboom vervangt Appelboom

Woensdag 17 maart 2010

Zo langzamerhand verandert de centrale buitenruimte van Stenden hogeschool te Leeuwarden weer van een bouwplaats in een parkeerplaats. De bouwwerkzaamheden aan het hoofdgebouw en aan de loopbrug tussen het hoofdgebouw en de nieuwbouw vorderen gestaag. Nadat eerst de hoge sneeuwbulten verdwenen en nu ook veel bouwmateriaal als sneeuw voor de zon verdwijnt, wordt het aantal parkeerplaatsen langzaam weer teruggebracht naar het oorspronkelijk aantal beschikbare plaatsen.

De doorgang tussen het hoofdgebouw en de nieuwbouw in voert je nog steeds naar de parkeerplaats op de centrale buitenruimte tussen de hogeschoolgebouwen en de Dokkumer Ee. Als je voorheen deze toegangsweg nam naar dit parkeerterrein, passeerde je aan je linkerzijde de Notarisappel-boom van Stable. Maar die is bij aanvang van de bouwwerkzaamheden al verwijderd.

Op nagenoeg dezelfde plaats is weer een nieuwe boom geplaatst: een slagboom. Ik moest daarbij vandaag even denken aan de "geldboom" uit het liedje van "Kinderen voor Kinderen", waarvan het refrein als volgt begint:
"'k Ben toch zeker Sinterklaas niet, er staat een geldboom in m'n tuin.
'k Ben Sinterklaas niet, ik heb een negatief fortuin.
Als er straks bankbiljetten groeien op m'n rug,
ben jij de eerste die het hoort, kom dan nog maar eens terug."

Vaarwel appelboom, we rijden een nieuw tijdperk binnen, de slagboom tegemoet.

dinsdag 16 maart 2010

BronSnijder in Stiens

Dinsdag 16 maart 2010

BronSnijder is een woninginrichter in Noord-Oost Friesland, met vestigingen in Stiens en in Nes (op Ameland). Bij BronSnijder vind je in de woonwinkel een assortiment op het gebied van meubelen, vloeren (tapijt, laminaat, pvc), raamdecoratie (gordijnen, vitrage), slapen (bedden, beddengoed) en zonwering (lamellen, shutters).

In 1947 startte Wicher Bron samen met zijn vrouw een winkel in hoeden, kleding en woninginrichting in het centrum van Holwerd. Tot 1981 bouwden zij de zaak op tot een bloeiend bedrijf. Daarna nam hun zoon Anne Bron met zijn vrouw de zaak van hem over en werd in de winkel steeds meer de nadruk gelegd op woninginrichting. In 2004 kwam er een filiaal op Ameland. In 2005 stapte Martinus Bron, als de derde en huidige generatie in de zaak.

In 1975 opende Wymer Snijder met zijn vrouw de zaak Snijder Woonideën aan de Uniawei in Stiens, nadat hij in 1965 de zaak in textiel en manufacturen van zijn vader in Oude Bildtzijl had overgenomen. In 1987 kwamen zijn zonen Benno en Meile Snijder in de zaak en namen deze in 1994 over. Op de plaats van het voormalige, tegenover de winkel gelegen Stienser zwembad werd daarna een nieuwe zaak in woninginrichting geopend, die na het vertrek van Meile Snijder na enige jaren door Benno Snijder werd beëindigd.

Martinus Bron en Meile Snijder bundelden toen hun krachten en ervaring, om zo een nieuwe zaak te starten. Ze zijn verder gegaan onder de naam BronSnijder. Nu bijna een jaar geleden - in april 2009 - is de nieuwbouw van BronSnijder in Stiens geopend aan de Seerob op het Stienser bedrijventerrein. In deze nieuwe winkel is met name ruimte gecreëerd voor een slaapafdeling en een meubelhoek.

Inmiddels rijden er in onze regio al grotere en kleinere auto's rond met de nieuwe huisstijl in donkergrijs met oranje, waarvan de op bijgaande foto afgebeelde Renault-bedrijfswagen een voorbeeld is.

maandag 15 maart 2010

Tentoonstelling Minor Beeldende Praktijken van Stenden Leeuwarden

Maandag 15 maart 2010

Op donderdag 18 maart 2010 vindt in Stenden hogeschool te Leeuwarden de Stenden Minormarkt plaats. Tussen 11.00 uur en 14.00 uur kunnen alle studenten die volgend jaar een (keuze)Minor gaan volgen in de centrale hal informatie verzamelen over het grote aanbod van minors voor het studiejaar 2010-2011.

Eén van de minors die dit collegejaar wordt aangeboden, is "Beeldende praktijken". In de vitrine langs de Kennisboulevard van Stenden hogeschool zie ik vandaag geëxposeerd werk van de "Tentoonstelling Minor Beeldende Praktijken". De werkstukken in deze vitrine zijn gemaakt tijdens de eerste workshops van de Minor. Deze Minor is bestemd voor studenten die beeldende werkvormen willen inzetten binnen hun toekomstige beroepspraktijk; geschikt voor studenten van bijvoorbeeld de opleidingen Sociaal Pedagische Hulpverlening, Opleiding tot Leraar Basisonderwijs, Creatieve Therapie en Human Resource Management).

In het onderwijsprogramma van deze Minor zijn workshops opgenomen op het gebied van:
- Taal en beeld, eenvoudige druktechnieken, schrijfoefeningen en woord- en beeldcombinaties;
- Ruimtelijke werkvormen in klei, piepschuim en assemblage;
- Schildertechnieken zoals aquarel, acrylverf en olieverf.
In de tweede helft van deze Minor-onderwijsmodule is er gelegenheid tot verdieping binnen één van deze richtingen.

Studenten die in en na deze week een keuze zullen gaan maken uit het verbredende, verdiepende en internationale Minoren-aanbod kunnen aan de hand van het momenteel tentoongestelde werk van studenten in elk geval een beeld krijgen van wat in de werkplaatsuren van dit keuzemoduul zoal gemaakt wordt.

zondag 14 maart 2010

Welkom, kinderen van God

Zondag 14 maart 2010

Vanmorgen worden in De Hege Stins te Stiens maar liefst vijf kinderen tegelijk gedoopt. Als gemeente staan we vandaag - samen met de doopouders en hun familie - stil bij het geschenk van dit nieuwe leven en het geschenk van geloven. Voorgangers zijn de predikanten Janny van Dijken en Jaap Overeem, die wisselend voorgaan. Tijdens de doop betekent dit een grote schare rond het doopvont, te weten: de predikant, tien doopouders en vijf babies met ieder ook een broer of zus.

In de overdenking maakt dominee Overeem duidelijk dat er vandaag voor is gekozen om de vijf kinderen eerst te dopen en om pas daarna aan de ouders te vragen de doopvragen te beantwoorden. Want, zo verklaart dominee Jaap, het begint niet bij de ouders, maar bij God. God, die het kind eerst door de doop opneemt in zijn barmhartigheid, waarna de ouders de doop kunnen beamen en verklaren dat zij het gedoopte kind aan hun zorg krijgen toevertrouwd om het te voeden, op te voeden en verder te begeleiden op hun levensweg.

Na het beantwoorden van de doopvragen vraagt de voorganger aan alle gemeenteleden of wij deze kinderen ook willen dragen in ons gebed en of wij met deze dopelingen de weg zullen gaan van het Koninkrijk. Die vraag beantwoorden we met zijn allen als volgt:
Welkom kinderen van God,
welkom in de kerk van Christus,
wereldwijd en in ons midden.

Uit de doopouders is een gelegenheidsensemble geformeerd dat onder begeleiding van dominee Jaap Overeem op piano en dominee Desirée Scholtens op contrabas het Opwekkingslied "Kom tot de Vader" zingen, met onder andere deze woorden:

Nog voordat je bestond, kende Hij je naam.
Hij zag je elk moment, en telde elke traan
Omdat Hij van je hield, gaf Hij Zijn eigen Zoon.
Hij wacht alleen nog maar totdat jij komt.

Kom tot de Vader, kom zoals je bent.
Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend.
De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt,
daarmee is alles klaar wanneer jij komt.

Aan het eind van deze feestelijke doopdienst sluiten we deze dienst - die geheel in het teken stond van het door God gegeven geschenk van nieuw leven en doop - af met de woorden van het lied:

'k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God.
Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij.
'k Zie naar Hem op en 'k weet: Hij is mij steeds nabij.


In dat geloofsvertrouwen nemen de doopouders van het groot aantal aanwezigen in de volle kerkzaal na de zegen de felicitaties en goede wensen in ontvangst.
Wat een feest om dit vanmorgen zo met elkaar te vieren!

zaterdag 13 maart 2010

Bestuurlijk werkbezoek aan Nederlands Genootschap van Sint Jacob in Utrecht

Zaterdag 13 maart 2010

Met de trein arriveren we vanmorgen op station Utrecht Centraal. Vandaag vindt het bestuurlijk werkbezoek plaats bij het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, in het Huis van Sint Jacob te Utrecht. Onze degelatie bestaat uit een bestuurlijke vertegenwoordiging van de Stichting Alde Fryske Tsjerken, de gemeente Het Bildt, de Stichting Groate Kerk en onze Stichting Jabikspaad Fryslân. Op Utrecht Centraal worden we vriendelijk ontvangen door Genootschapsbestuurder Bas Brouwer en Dirk Klop, de Coördinator van het Huis van Sint Jacob. Gezamenlijk wandelen we naar het Huis van Sint Jacob, een zijkapel van de Sint Janskerk in het centrum van Utrecht. Daar worden we gastvrij ontvangen door Sonja Brouwer. In de ontvangsthal van dit Huis van Sint Jacob start rond de stamtafel onze eerste gespreksronde van vandaag.

Als Friese combi-delegatie zijn we hier en nu op bezoek om ons te oriënteren op de wijze waarop het Nederlands Genootschap van Sint Jacob hier in en vanuit Utrecht met zo'n 100-150 vrijwilligers vorm en inhoud geeft aan ledenservice & ledeninformatie ten behoeve van haar ruim 9.000 leden en overige belangstellenden die meer willen weten over het pelgrimeren naar Santiago de Compostela. Dirk Klop geeft inzicht in hoe hier bijvoorbeeld gewerkt wordt aan kennisontwikkeling en kennisdeling op het gebied van pelgrimeren. Hier wordt voornamelijk vraaggericht gewerkt, hetgeen betekent dat de vrijwilligers van het Genootschap hun uiterste best doet om de beantwoording van alle vragen van de bezoekers optimaal te verzorgen.

Als vertegenwoordigers van de genoemde vier Friese organisaties proberen we vandaag mogelijkheden te zoeken en te vinden om een filiaal van dit Informatiecentrum van het Genootschap onderdak te bieden in het Informatiecentrum voor Sint Jacobspelgrims dat de Stichting Jabikspaad Fryslân met alle genoemde partners met een voor ons belangrijke financiële stimulans van de Friese Stichting Plattelânsprojekten en de Provinsje Fryslân graag wil realiseren. We zijn ons er allen van bewust dat dit alleen maar gaat lukken als alle partijen van harte instemmen met de plannen en daaraan ook allemaal een bijdrage willen en kunnen leveren. We zijn daarin met recht nog steeds hoopvol gestemd.

Na de eerste gespreksronde worden we uitgebreid rondgeleid door alle vertrekken van het Huis van Sint Jacob. We kunnen nu met eigen ogen zien hoe hier - ook vandaag - informatie wordt gegeven aan belangstellende wandelaars en fietsers, door het verstrekken van bijvoorbeeld kaartmateriaal, routegidsen, informatie voor pelgrims en door het uitgebreid antwoord geven op alle vragen die beginnende en gevorderde pelgrims hier in de informatieruimte stellen aan de aanwezige voorlichtinggevende vrijwilligers van het Genootschap. En dat allemaal in een aangenaam gastvrije sfeer, in een goed georganiseerd Huis van Sint Jacob.

Na een heerlijke lunch aan de overzijde van de straat volgt een tweede overlegronde in het Genootschapshuis, waarin we in goed overleg samen zoeken naar voorstellen en alternatieven om in het meerdere verdiepingen tellende voorportaal van De Groate Kerk van het Friese Sint-Jacobiparochie nog dit kalenderjaar een aantrekkelijk Pelgrimscentrum te realiseren, waarin belangrijke elementen als informeren, bezinnen en ontmoeten centraal staan. Het realiseren van deze plannen betekent dat we een essentieel nieuwe functie toevoegen aan de huidige functie die De Groate Kerk momenteel in het dorp, in de gemeente en tot ver in de regio nu al met succes vervult.

Aan het eind van de middag zien we goede kansen om onze plannen gezamenlijk te realiseren en maken we een vervolgafspraak voor een tegenbezoek van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob aan ons Fries collectief, dat zal plaatsvinden in De Groate Kerk in Sint-Jacobiparochie. Dan zullen met name ook de bouw- en restauratieplannen, de inrichting van het Informatiecentrum en de exploitatie van dit geheel centraal staan.

Aan het eind van de middag gaan we bijzonder tevreden weer naar Fryslân terug, want we zien - met grote dank aan onze gastvrouw en gastheren van het Genootschap - terug op een buitengewoon aangenaam werkbezoek, dat ons allen hoopvol stemt dat het echt mogelijk zal worden om een waardevol en aantrekkelijk Informatiecentrum van het Genootschap voor pelgrims te realiseren in De Groate Kerk te Sint-Jacobiparochie. Dat zou een grote stimulans betekenen voor de rol die de dorpsgemeenschap van Sint Jacobiparochie, de gemeente Het Bildt en de Stichting Jabikspaad Fryslân vanaf de komende jaarwisseling kan en zal gaan vervullen op het gebied van toerisme en recreatie in het algemeen en de pelgrimage van Sint Jacob(iparochie) naar Sint Jacob (Santiago de Compostela) in het bijzonder. Na vandaag zien we dan ook met vertrouwen de toekomst in dezen tegemoet.

vrijdag 12 maart 2010

Een lange weg

Vrijdag 12 maart 2010

“De Vrije Universiteit loopt voorop in ‘diversiteit’, in een poging oplossingen te zoeken voor de problemen die ontstaan wanneer opvattingen over mens en maatschappij, moraal en ethiek flink op elkaar botsen. Het klinkt waarschijnlijk vaag en multicultureel (dat schijnt tegenwoordig een vies woord te zijn), maar de benadering van dat begrip diversiteit is buitengewoon pragmatisch. Zo pragmatisch dat grote bedrijven op de nabijgelegen Zuidas al diversiteitsmanagers aanstellen. En dat is weer heel logisch, want er studeren heel veel jonge, talentvolle allochtonen af en die zijn zeer gewild bij banken, verzekeraars, advocatenkantoren en dergelijke. Om sociale frictie te voorkomen en op te lossen, zijn mensen nodig die het waardepluralisme van Isaiah Berlin in praktijk kunnen brengen.”

Zo luidt de omslagtekst van het essay “Een lange weg”, geschreven door Marcel Möring (1957). Hij is de auteur van succesromans en publiceert artikelen en essays, ondermeer in NRC-Handelsblad en in Vrij Nederland. Inmiddels debuteerde hij ook als dichter. Exclusief voor de Vrije Universiteit te Amsterdam (VU) schreef hij dit essay. Dit boek gaat onder andere over de moeite die Nederlanders hebben om ‘het vreemde’, de vreemdeling (de “ander”) en “De Ander” een volwaardige plaats te geven in de eigen samenleving. Dit boek was in december 2008 het Kerstgeschenk van de VU aan haar medewerkers en haar relaties. De Faculteit der Letteren van de VU bood het toen aan haar studenten aan en de Vereniging VU-Windesheim zond het als Kerst- en Nieuwjaarswens aan haar Verenigingsleden.

Marcel Möring fungeerde in de VU - in navolging van Abdelkader Benali (De Soefi) - als tweede (in de serie van de vijf) “Schrijver op Locatie” in de periode van 1 februari 2008–1 februari 2009, om een indruk van de academische wereld van de VU te krijgen. In dit essay beschrijft hij de moeizame en lange tocht (“Een lange weg”) van integratie van zijn (Joodse) voorvaderen in de (ook Nederlandse) samenleving. Hij houdt ons een spiegel voor wat betreft onze vermeende tolerantie.

Möring vraagt zich ook af of die Nederlandse tolerantie na de ontzuiling vanuit desinteresse in de ander is ontstaan. Eigenlijk is het hele boek een pleidooi voor openstaan voor andere invloeden, voor het niet verdelen van de samenleving in "wij" en "zij"; een betoog over aanpassen en inpassen en bovendien over het hebben van geduld bij dergelijke, generaties durende processen. Het is een boeiend en helder betoog, dat je ook weer aan het denken zet over je eigen kennis, inzicht en denkbeelden.

Möring over “Het (de integratie; van ook zijn Joodse voorouders) is een lange weg geweest” in hoofdstuk 1:
- “De aansluiting bij het leven in Holland was moeizaam, ….”;
- “Migratie plaatst het individu bovendien in de moeilijke positie van de ander: ….”;
- “Identificatie met een identiteit is een vorm van zelfobjectificatie: het individu reduceert zichzelf …..”;
- “Bovendien kan het individu zich door zelfobjectificatie buiten de gemeenschap plaatsen waarvan hij nog niet zo lang geleden deel uitmaakte.”:
- “Laat ons allen zwervers op de wereld zijn en geen rechten ontlenen aan of trots zijn op de toevalligheid van onze afkomst of geboorteplek.”;
- “Omdat ik mij niet thuis voelde wilde ik zo anders zijn dat ik kon denken dat zij mij niet afwezen, maar ik hen.”;
- “Identificatie met een identiteit begint altijd daar waar de voordelen van zo’n identiteit het grootst zijn”.;
- ….. aan alles ontlenen mensen (delen van) hun identiteit.”.

In hoofdstuk 2 schrijft Marcel Möring dat de huidige studentenpopulatie van het “University College of London” (waar hij eerder al “writer in residence” was) een logisch gevolg is van de ideeën (van Jeremy Bentham) die 170 jaar geleden ten grondslag hadden gelegen aan de oprichting van het UCL en dat dit UCL als het ware een ingebouwd soort gevoeligheid heeft voor de kwesties waarmee “zij die anders waren” te maken hadden.
Möring over de Nederlandse mythe:
- “…..”iets” ben je thuis en in het publieke domein ben je net als alle anderen “niets”.;
- “Uiteindelijk leidt de Nederlandse voorkeur voor ongedefinieerdheid er toe dat de afkeer van het vreemde, of de vreemdeling, in dit land moeilijk zichtbaar is.”;
- “Deze nieuwe groepen, oude allochtonen en nieuwe vluchtelingen, werden niet geabsorbeerd door het neutrale publieke domein. ….. Zij waren niet van plan om niets te zijn”;
- “Wij hebben ons ontworsteld aan het idee dat je je identiteit aan de groep ontleent en nu komen zij (lees: immigranten) en willen juist dat?”;
Möring over de VU:
- “Er is een borstbeeld van de oprichter Abraham Kuyper, maar dat staat lichtelijk verdekt opgesteld …..”;
- “Er is een kerkzaal, helemaal bovenin het gebouw, die vooral lijkt te fungeren als opslagplaats …..”;
- De andere uitingen van het particuliere, de gebedsruimtes voor moslims en de stilteruimte, zijn evenzeer weggemoffeld.”;
- Er is van alles, maar wat we te zien krijgen lijkt op niets.”;
Ik vraag me af: zou dat laatste ook de foto op de omslag van dit boek verklaren?

In hoofdstuk 3 schrijft Möring over het denken van de Britse politieke filosoof Isaiah Berlin (1909) als volgt:
- “niet alle werkelijke of ware menselijke waarden zijn verenigbaar”;
- “waardeconflicten zijn reëel en onontkoombaar en bestaan soms zonder uitzicht op een bevredigende oplossing”;
Beschaving is volgens Möring:
- wat mensen vrijwillig doen en laten om de ander ruimte ten vrijheid te geven en
- wat het geheel van de samenleving doet en laat om het individu ruimte en vrijheid te verschaffen.
- het andere (leefwijze, cultuur, gevoeligheden en trots) van je naaste kennen (in plaats van je blik afwenden en net doen of die “anderen” er eigenlijk niet zijn).
“Zo raakten wij verder van elkaar verwijderd, zij en wij”, schrijft Möring; en dan vervolgens:
- “Wij in de nieuwe vrijheid, èn nieuwe zakelijkheid, van het publieke domein,
- zij in de beschutting van de zuilen die zij begonnen te vormen om zich te wapenen tegen de kille wind die waaide op dat publieke plein”.
Möring bepleit de methode van Berlin, die al onze verschillende waarden naast elkaar wil laten bestaan, “in het besef dat wij allen tastend door het duister lopen, op zoek naar de lichtknop”.

En tenslotte wijdt Marcel Möring het hele vierde en laatste hoofdstuk van dit boek aan de VU, waar hij onder andere schrijft:
- “De VU is ….. in meer dan één opzicht bijzonder”;
- “De VU is de meest gemengde universiteit van Nederland.”;
- “….. het nog steeds wat brave imago van de VU, maar dat is achterhaald.”;
- studenten met exotische achtergronden kiezen voor de VU, omdat de VU ook “ergens vandaan komt”.;
- De VU maakt een ongedefinieerde indruk en presenteert het eigen gereformeerde verleden low profile;
- De benadering van het begrip “diversiteit” van de VU is buitengewoon pragmatisch;
- De VU loopt het risico zelf aan identiteit in te boeten. “Ik geloof dat dat zelfs al het geval is”;
- De wortels van de VU liggen diep verborgen. “Studenten weten vagelijk dat de VU van huis uit “christelijk” is, maar zien dat slechts als het verleden; ze merken er zelf niet veel van.”;
- Ik geef de voorkeur aan de Engelse methode, waarbij een buste of beeltenis van de grondlegger (lees: Abraham Kuyper) een prominente plaats krijgt.”
- en over het verwachte succesverhaal van de VU aan de Amsterdamse Zuidas: “Maar de vraag is waar de herinnering blijft ….” aan de oprichters en oprichting van de VU.

Möring noemt die geschiedenis van de VU “een lange weg” en een lang verhaal, maar het lijkt hem wel “een weg die herinnerd en een verhaal dat verteld moet worden”.

Marcel Möring heeft de VU al meer dan een jaar geleden weer verlaten.
De VU is nu aan zet!
De Vereniging VU-Windesheim is daarmee ook aan zet!

Voor belangstellende lezers, zie en lees het gehele essay:
Marcel Möring, Een lange weg, Essay, 2008

donderdag 11 maart 2010

Contouren Sporthal Kenniscampus Leeuwarden worden zichtbaar

Donderdag 11 maart 2010

Op 4 december 2009 gaf de Leeuwarder wethouder Gerrit Krol het startsein voor de bouw van de sporthal op de Kenniscampus Leeuwarden. Met de komst van deze sporthal is de realisatie van het totaalconcept van de Kenniscampus Leeuwarden een behoorlijk eind gevorderd. Dit nieuwe sportcomplex zal gaan bestaan uit een dubbele gymzaal en een grote sporthal. Op de eerste verdieping komt een horecagelegenheid. Diverse sportverenigingen, maar ook particulieren en de Leeuwarder hogescholen, kunnen in de toekomst gebruik maken van de sporthal.

De Sporthal Kenniscampus wordt gebouwd in de tot voor kort nog groene ruimte tussen zwembad De Blauwe Golf, de woonwijk Bilgaard, de Kinderboerderij en het schoolgebouw van De Leeuwarder Schoolvereniging. Toen ik vanmorgen vroeg over de Dammelaan naar Stenden hogeschool reed, stonden op de bouwplaats alleen nog de houten stelprofielen overeind. Aan het eind van de middag als ik weer voorbijga, steekt ver boven deze stelprofielen uit het grote ijzeren geraamte van wat straks de hoogbouw van de nieuwe sporthal zal zijn.

Om het zwembad en de sporthal uiteindelijk meer tot een geheel te maken, wordt de huidige ingang aan de westzijde van het zwembad op termijn verplaatst naar de oostkant van het gebouw. Dan wordt er tussen de twee sportcomplexen ook een plein aangelegd, net zoals dat zal worden gedaan als Kennis Plaza (kennisplein) tussen de beide hogeschoolgebouwen, iets oostelijk op de Kenniscampus. De hogescholen gebruiken de sporthal straks onder andere voor lessen lichamelijk opvoeding. Daarnaast gaat “Leeuwarden Studiestad” gebruik maken van de sporthal. Exploitant van de sporthal is BV Sport.

woensdag 10 maart 2010

Geen zwart, want de dood heeft niet het laatste woord

Woensdag 10 maart 2010

"Ik bid voor allen, ook voor hen die misschien ooit zullen geloven."
Dat is een uitspraak die aan de heilige Franciscus van Assisi wordt toegeschreven.

Bidden is praten met God.
Bidden kan overal.
Voor studenten, medewerkers, passerende pelgrims van het Jabikspaad Fryslân en ieder ander is er plaats voor gebed in het Stiltecentrum in het Ontmoetingscentrum van Stenden hogeschool te Leeuwarden.

Daar heeft Stenden-docente Jettie Holwerda wederom een mooie liturgische presentatie gecreëerd, geheel in het teken van de liturgische kleuren van het kerkelijk jaar: groen, paars, wit, rood en roze.
Eén kleur valt daar buiten. Dat is de kleur geel. Maar dat is wel de kleur die velen in het alledaagse leven doet denken aan Pasen. Kijk maar eens om je heen op folders, in winkels en in tijdschriften. Pasen en geel gaan samen, ze horen bijelkaar.

We zitten momenteeel in de Veertigdagentijd - de tijd vóór het Paasfeest - in de weken van vasten en lijden; daarom ook wel de Vastentijd of de Lijdenstijd genoemd.

Een andere liturgische kleur tref ik in deze liturgische schikking niet aan. Dat is de kleur zwart. Maar het ontbreken van de kleur zwart - die staat voor dood en rouw - hoeft ons niet te verbazen. Immers, Pasen laat ons zien dat ná èn dóór het lijden, het sterven en het opstaan uit de dood van Jezus Christus de dood niet het laatste woord heeft. Geen zwart dus in deze presentatie.

Hans Mol over Kloosters in het gebied van de Boarn

Dinsdag 9 maart 2010

In de Openbare Bibliotheek van Grou woon ik vanavond de Friestalige lezing van Professor dr. Hans Mol bij. De lezing wordt georganiseerd door de Fryske Akademy in samenwerking met Bibliotheekservice Fryslân en dit is de derde in een serie van vier Historische lezingen, die in dit eerste kwartaal van 2010 worden gehouden in vier verschillende Friese bibliotheken.

Mol is specialist op het gebied van de rol van kerken en machthebbers in het Middeleeuwse Fryslân. Hij is sinds 1986 verbonden aan de Fryske Akademy te Leeuwarden, studeerde geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, promoveerde in 1991 aan de VU en verzorgt sinds 2003 ook colleges Middeleeuwse Friese Geschiedenis aan de Leidse Universiteit. Hans Mol promoveerde op zijn proefschrift: "De Friese Huizen van de Duitse Orde". Mol staat bekend om zijn publicaties over de geschiedenis van Middeleeuws Fryslân en over het kloosterwezen en de geestelijke ridderorden in Nederland. Het thema van zijn lezing van vanavond is: "Kleasters yn it Boarn-gebiet", over de kloosters in de regio Aldeboarn, Akkrum, Grou en Jirnsum.

Mol laat aan de hand van onder andere Hisgis-kaartmateriaal zien dat de rivier de Boarn met aan weerszijden vruchtbare gronden een centrale rol speelde in (pre)historische tijden. Aan weerszijden van deze rivier kwamen kerken, kloosters en adelijke machtsposities tot stand. Zo ontstonden hier bijvoorbeeld de kloosters van Nes, het klooster Steenkamp en het Hasker Convent, alle drie kloosters die ressorteerden onder de Duitse Orde, een geestelijke ridderorde, bekend om haar zwarte kruis. De missie van de Duitse Ridders was drieledig, te weten: vechten (ridders), bidden (priesters) en verplegen. Deze Duitse Orde is bekend om haar rol in de Kruistochten en is qua grootte de derde, ná de Tempeliers en de Johannieters.

Het klooster van Nes - een priesterconvent - lag op een belangrijke plaats, namelijk langs de (Romeinse) heir(leger)weg van Steenwijk naar Franeker, en lag op de plaats waar je de rivier de Boarn over kon steken, op de plaats van het huidige kerkhof van Nes, tussen Akkrum en Aldeboarn. Fryslân had indertijd veel kloosters. Kloosters werden beschouwd als een soort verzekeringsinstituut om in het hiernamaals een plaatsje in de Hemel te verdienen. Om voor deze heerlijkheid in aanmerking te komen kon je bijvoorbeeld kiezen tot de kloosterorde toe te treden of door een hoge waarde aan geld of (on)roerende goederen bij leven en/of sterven aan een klooster te schenken.

Het Nesser klooster kende zo zijn ups en downs. Het kende ook een dramatische periode van geestelijk verval, chaos, armoede en wantoestanden zoals zakelijk wangedrag. De aansluiting bij toonaangevende kloosters - zoals het Haskerconvent, dat zich aansloot bij het klooster Windesheim nabij Zwolle - resulteerde weer in geestelijke vernieuwing. Het klooster Thabor bij Sneek speelde daarin bijvoorbeeld tevens een positieve, opbouwende rol. Ook de centrale leiding van de Duitse Orde te Utrecht trok het gezag in onze provincie (ook in Nes) weer aan.

Dat kon allemaal niet verhinderen dat het voor de kloosters vanaf de 16e eeuw ook in Fryslân een aflopende zaak werd, een kwestie van dalend nut. Je kunt dat bijvoorbeeld zien aan de totaalbedragen aan legaten aan kloosters. De bestemming van legaten schoof langzamerhand van de kloosters naar andere vormen van liefdadigheid, zoals bijvoorbeeld voor de bouw van gasthuizen voor minder bedeelden, waaraan Fryslân ook ruim bedeeld is. Kloosters kwamen steeds meer los van hun omgeving te staan, verloren hun draagvlak en werden bevolkt door een steeds hoger percentage niet-Friezen. Het begin van het eind.

Hans Mol komt aan het eind van de avond met nog wel een aardige uitsmijter, te weten: "De universiteit van Franeker is gefinancierd door de kloosters, dus zo zie je maar weer: "Zonder kloosters geen universiteit"."

"De tiid hâld gjin skoft", dus deze interessante avond vliegt voorbij. Hans Mol had vlak voor de pauze nog een procuratiehouder van het Haskerconvent Anno 1506 geciteerd, die schreef: "Aan het slot oogst men slechts ondank". Welnu, dat geldt beslist niet deze lezing van Hans Mol, want hij oogst aan het eind van de avond grote dank en waarderende woorden.

maandag 8 maart 2010

De Centraal Apotheek van Leeuwarden

Maandag 8 maart 2009

Pril voorjaar
Zo langzamerhand maken de winterse taferelen ook in Friesland weer plaats voor de voorjaarstekenen, waar velen naar verlangen. Evenals gisteren kunnen we vandaag genieten van een heerlijke voorjaarszon, en de lucht is weer eens helderblauw.

Mooi pand
Als ik aan het eind van de middag over de Voorstreek loop, valt mij weer op hoe mooi eigenlijk het hoekpand van de Voorstreek en De Tuinen in Leeuwarden is vormgegeven. Dit is in mijn ogen één van de mooiste panden van Leeuwarden: de Centraal Apotheek. De schrijver Willem Frederik Hermans bijvoorbeeld vond dit het mooiste gebouw van Leeuwarden.

Art nouveau
Op de hoek van de beide grachten staat al meer dan 100 jaar dit markante pand, met een prachtige art nouveau-gevel (ook wel Jugendstil genoemd). Ik schat in dat het al direct vanaf het bouwjaar 1905 een opvallend gebouw is geweest. De ontwerper van dit pand was architect G.B. Broekema uit Kampen. Apotheker Feteris – ook uit Kampen - gaf hem de opdracht om deze apotheek te ontwerpen. Sinds jaar en dag is er al een apotheek in gevestigd. Het gebouw is in 2002 gerestaureerd.

Godin van de gezondheid
In de gevel van de Centraal Apotheek zit een groot tegeltableau met daarop de afbeelding van “Hygieia”, de godin van de gezondheid; afgebeeld met een medicijnbeker en esculaap, de slang van Aesculapius die uit de beker drinkt.

zondag 7 maart 2010

Goed leiderschap van Mozes & Aäron

Zondag 7 maart 2010

Het thema van deze derde zondag in de Veertigdagentijd is “Samen praten en samen werken”, met als motto: “Het kan! STA OP … VOOR VREDE”.

God geeft Mozes hoop en herinnert aan Zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob.
Hoewel Mozes zichzelf een slechte spreker vond, moest iedereen éérst leren luisteren.
Mozes brengt de boodschap van Gods bedoeling over aan zijn volk.
Maar het volk ziet er – evenals de farao - geen heil in; men wil niet luisteren en wendt zich af van Mozes.

In De Hege Stins te Stiens vieren we vandaag Zendingszondag.
Daarin staan ons zendingsproject in Brazilië èn intercultureel Bijbellezen centraal.
Op het liturgisch centrum van de kerkzaal staat een liturgische bloemschikking volgens het landelijk Bijbelleesrooster, met als titel van Exodus 6: “Mozes opnieuw geroepen”.

Op de tafel van deze liturgische presentatie ligt een hoop puin.
Midden in deze puinhoop roept de Eeuwige de nieuwe leiders Mozes & Aäron op, om de staf van leiderschap op zich te nemen.

Ranken verbinden zich met de staf als een teken van trouw, zoekend naar licht, ook in donkere tijden.
We zien hier Hedera-klimop, waarvan de bladeren altijd groen zijn.
De klimop zoekt voortdurend het licht.
De klimop is hier de verwijzing naar het altijddurend verbond van leven in het licht van de Eeuwige.

Hierin zien wij de Geschikte Boodschap: “Goed leiderschap richt zich op het leven en welzijn van de ander en blijft daaraan trouw!”

zaterdag 6 maart 2010

Onderwijs in mededogen

Zaterdag 6 maart 2010

Eenmaal per twee jaar wordt in het kader van “De Maand van de Vrijheid” en het “Nationale Bevrijdingsfestival” de “H.M. van Randwijk-lezing” uitgesproken door een prominente spreker, die in zijn of haar lezing voor de Nederlandse burger nieuwe perspectieven opent. Daarbij wordt kritiek op de bestaande maatschappij niet geschuwd.
De eerste Van Randwijk-lezing - met als titel “Solidariteit als norm” - werd in 1993 uitgesproken door drs. Ed van Thijn. De meest recente Van Randwijk-lezing 2009 werd door Alexander Pechtold verzorgd en droeg als titel: “Een land op drift”. Pechtold sprak over integratie, democratie en de mythe van de nationale identiteit.

De Van Randwijk-lezing is vernoemd naar de schrijver, journalist en verzetsheld H.M. van Randwijk (1909–1966). Bij leven was Van Randwijk een bekende persoonlijkheid, die optrad als het geweten van een geheel volk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Van Randwijk de stuwende kracht achter het illegale blad Vrij Nederland, dat onder zijn leiding uitgroeide tot één van de grootste en meest toonaangevende ondergrondse kranten. Van Randwijk bleef de politiek met scherpe pen volgen. Van hem wordt gezegd dat hij tot uitdrukking bracht “wat wij vaag innerlijk voelen, maar geen vorm kunnen geven”. Van Randwijk vertegenwoordigde voor velen een bevrijdende stem, die richting gaf en die perspectief opende.

De tweede Van Randwijk-lezing werd op 23 mei 1995 uitgesproken door Sjaloom Awraham Soetendorp, rabbijn van de Liberale Joodse Gemeente van Den Haag. De titel van de Van Randwijklezing 1995 van rabbijn Soetendorp is: “Onderwijs in mededogen”. Soetendorp is gevraagd deze lezing uit te spreken omdat hij een geloofwaardige en inspirerende visie ontwikkelde en daarmee het perspectief opende op mogelijkheden tot vergroting van de weerbaarheid van burgers. Henk M. van Randwijk verzette zich tegen de passiviteit van burgers; hij riep op tot burgerzin en verzet en hij streed tegen onderdrukking en lafhartigheid. Het gedachtegoed van rabbijn Soetendorp heeft ook te maken met die weerbaarheid van burgers, dus, in de lijn van het gedachtegoed van Van Randwijk was een lezing van Soetendorp voor de hand liggend.

Soetendorps meest essentiële vraag is wat de ene mens tot een redder maakt en de ander tot een landverrader (bv. in de Tweede Wereldoorlog) of tot een onverschillige toeschouwer. Onderzoek van S.P Oliner & P.M. Oliner leidde tot de conclusie dat de sleutel daartoe thuis en op school ligt, in het zogenoemde “Onderwijs in mededogen”. Ouders en leerkrachten kunnen èn dienen hun kinderen gevoelig te maken voor het leed dat anderen ondergaan. Met kinderen moet je het gesprek stimuleren èn voeren over morele vraagstukken, zodat ze daar gevoelig voor worden. Dat gesprek versterkt óók het gevoel van onderlinge saamhorigheid.

Soetendorp uit kritiek op de overheid, die faalt in haar voorwaardenscheppende rol bij de ethische vorming van de jeugd. Er zouden onderwijsprogramma’s moeten worden ontwikkeld ter versterking van mededogen en barmhartigheid. Vanuit barmhartigheid ben je voor je het weet bij de vragen van recht, gerechtigheid en menselijke waardigheid. Soetendorp houdt een pleidooi om redders in schoolklassen te brengen om hun verhalen en getuigenissen aan kinderen door te geven. Juist door en vanuit die persoonlijke verhalen als authentieke raamvertellingen komen ontwikkelingen van toen en nu scherper naar voren. Scholen moeten plekken van zorg worden, waar kinderen worden versterkt tot het handelen in vriendschap, empathie en bezorgdheid.

Scholen moeten onmiddellijk reageren op incidenten in hun directe omgeving; ze moeten voortdurend alert en in beweging blijven en acties voeren. De pedagogie van de hoop moet leidend zijn. Kinderen hebben behoefte aan concreetheid en rechtlijnigheid en moeten bij de presentatie van alle leed en onrecht zicht krijgen op hoop en mogelijkheden tot verbetering. Soetendorp wil graag dat leerlingen in contact komen met vertegenwoordigers van verschillende religieuze en spirituele tradities. Daarmee ruim je de hardnekkig in de samenleving genestelde misverstanden op en leer je kinderen inzien dat meer wegen naar de waarheid leiden.

Ook politici hebben een bijzondere verantwoordelijkheid. Hun toonzetting mag niet vals klinken, want zij zijn – aldus Soetendorp – “de docenten in de informele, permanente school van de samenleving”. Zij moeten naar wegen zoeken om ontwikkelingssteun te garanderen als mensen in de knel zitten. Bij het toepassen van recht dient barmhartigheid en liefde de corrigerende, duldende factor te blijven, zegt Soetendorp.