zondag 31 augustus 2008

Boodschappen voor de bruiloft in Mogilev (deel 2)

Donderdag 28 augustus 2008

Na een prima nachtrust volgt een drukke dag. Oxcana werkt in de bediening van een restaurant in Mogilev. In de bovenzaal van dit restaurant wordt morgen de bruiloft van Oxcana & Pasha gevierd. Oxcana en Pasha hebben met het management van het restaurant afgesproken dat zij alle inkopen voor hun bruiloft zelf doen. Djima, Durkje & ik èn Pasha zijn vader zullen hen daarbij helpen.

Pasha heeft ergens een auto geregeld, waarmee hij met zijn vader alle volumineuze en zware boodschappen zal halen. Durkje, Djima en ik zullen Oxcana helpen met de rest van de inkoop. Met zijn vieren beginnen we op de warenmarkt vlakbij hun flat in de stadswijk Krupskaya. Tussen een grote variatie van kramen, kiosken en bestelbusjes kopen we hier alle benodigde groente en inlands fruit. In het winkelcomplex naast de markt halen we in de supermakt een flinke doos vol eieren en een grote diversiteit aan overige levensmiddelen. En dan nòg een keer over de warenmarkt om bij een gespecialiseerde marktstand enig buitenlands fruit te kopen.

Met volle tassen en plastic zakken lopen we naar de brede verkeersweg richting stadscentrum. Met een klein stadsbestelbusje worden we in de buurt van het restaurant gebracht. In het restaurant ontmoeten we Pasha met zijn vader, die de fikse partij wodka, wijn, frisdrank, vis, meloenen en margarine al hebben uitgeladen.

Wandelend gaan we naar het stadscentrum. Daarbij passeren we de brug over de rivier de Dnjepr, die meanderend door de stad Mogilev slingert. Bij het hooggelegen monument voor de Tweede Wereldoorlog bezoeken we het onlangs gerestaureerde stadsmuseum en werpen we even een blik in de bruidskamer èn in de bruidegomskamer van het ernaast gelegen gemeentehuis, waar morgen de huwelijksvoltrekking zal plaatsvinden. Aan de andere zijde van het stadscentrum nemen we weer een bestelbusje, waarmee we naar een andere supermarkt in Krupskaya rijden voor de laatste boodschappen.

's Avonds arriveert de eerste familie, waaronder Natasha (de nicht van Sveta) & Sasha uit de stad Vitebsk nabij de Russische grens, bij wie we enkele jaren geleden ook op bezoek zijn geweest. Met alle familieleden eten we vanavond in het keukentje, gezellig rondom de kleine keukentafel. De avond vliegt om en we gaan veel later naar bed dan we aanvankelijk hadden gepland. Prachtig trouwens om te zien met hoeveel creativiteit en gemak zoveel familieleden allen in zo'n kleine woning een slaapplek vinden.

Gastvrij onthaal in Wit-Rusland (deel 1)

Woensdag 27 augustus 2008

De eerste van vier bijzonder dagen. Durkje en ik reizen vanaf Schiphol - via Frankfurt - naar Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland. We zullen in de Witrussische stad Mogilev overmorgen het huwelijk bijwonen van Oxcana & Pasha.

We hebben Oxcana op tienjarige leeftijd leren kennen toen zij in de maanden september en oktober 1997 bij ons gezin acht weken logeerde. Oxcana is geboren in 1987, ruim een jaar nadat op en vlak na 26 april 1986 zwaar-radioactieve stofwolken vanuit Tsjernobyl over haar geboorteregio dreven, die Wit-Rusland zwaar hebben vervuild, maar die ook haar radioactieve neerslag tot in Noorwegen en in Nederland brachten. Omdat Durkje toen in verwachting was van Jan Wijbe, werden wij destijds als aanstaande ouders via de pers en door de overheid serieus gewaarschuwd voor de risico's die dit voor pasgeborenen mogelijk zou hebben. Bladgroente van bijvoorbeeld spinazie eten, werd destijds ten zeerste ontraden. Ouders - en velen met hen - waren ongerust. Gelukkig viel de schade bij ons in Nederland relatief mee.

Zo niet in Wit-Rusland. Er kwam een hulpprogramma van Stichting Rusland Kinderhulp (SRK) voor kinderen uit dit zo zwaar getroffen gebied. Wit-Russische tien- en elfjarige kinderen kwamen voor een periode van acht weken naar Nederland om hier fysiek te herstellen en zo weerstand op te bouwen om bijvoorbeeld de strenge winters zo gezond mogelijk door te komen. Zo werden wij in 1997 het gelukkige gastgezin voor Oxcana.

In de afgelopen elf jaren is Oxcana regelmatig weer bij ons op bezoek geweest voor steeds een periode van vier zomervakantieweken. Durkje en ik hebben in de meivakantie van het jaar 2003 bij haar thuis in Wit-Rusland gelogeerd. In de kerstvakantie van 2005-2006 logeerde Oxcana met haar broer Djima èn met haar moeder Sveta twee weken bij ons in Stiens. Alle ontmoetingen van de afgelopen elf jaren waren onvergetelijke belevingen, buitengewoon waarde(n)vol voor beide gezinnen.

En nu zijn we verwachtingsvol en dankbaar onderweg naar Wit-Rusland om haar huwelijk in Mogilev bij te wonen. Oxcane & Pasha hebben hun vriend Aleksei bereid gevonden om ons gedrieën met zijn auto van het vliegveld van Minsk naar Mogilev te rijden: nog drie uren rijden.

Een heerlijke maaltijd staat voor ons klaar als we aan het eind van de middag bij Oxcana thuis arriveren. Djima is nog aan het werk, maar de drie generaties vrouwen die samen in dit huis wonen, hebben - evenals wij - veel te vragen en veel te vertellen. Oxcana, haar moeder (Sveta) en haar grootmoeder (baboeska) zorgen voor een warm onthaal. En we verwonderen ons wederom over het gemak waarmee Oxcana zich in de Nederlandse taal verstaanbaar kan maken en hoe ze het vertalen van de vele vragen, antwoorden en verhalen er voor ons allen ook nog even bij doet. Waar onze taalvaardigheid bij losse Wit-Russische woorden ophoudt, gaat Oxcana een stap verder met prima begrijpelijke, nederlandstalige zinnen. 's Avonds realiseren we ons terdege dat wij hier nog drie bijzondere dagen tegemoet gaan.

dinsdag 26 augustus 2008

Dinsdagmiddagmarkt in Stiens

Dinsdag 26 augustus 2008

Elke dinsdagmiddag is er warenmarkt op het plein vóór het gemeentehuis van de gemeente Leeuwarderadeel in Stiens.

Op alle andere dagen wordt het gemeentehuisplein gebruikt als parkeerplaats voor een ieder die boodschappen gaat halen of gaat winkelen in de winkels van en nabij de Langebuorren te Stiens.
De gemeente zorgt er op de maandagmiddag met speciale verkeersborden voor dat automobilisten er tijdig op worden gewezen dat er tijdens de markturen op dinsdag niet mag worden geparkeerd op dit dorpsplein.

Vanmiddag is het niet druk op de markt. Af en toe is er sprake van enige lichte motregen. Op zich geen reden om vanmiddag thuis te blijven. Doorgaans is het gezellig druk op de Stienser dinsdagmarkt. Naast het feit dat er handel wordt gedreven, is het ook een plaats waar Stienser elkaar ontmoeten en hier en daar even bij elkaar staan te praten.
Aan het eind van de middag zal het plein weer leeg zijn en morgen wordt hier weer volop geparkeerd.

maandag 25 augustus 2008

Een week lang Stendenradio.nl in de lucht

Maandag 25 augustus 2008

Voor het eerst na de zomervakantie is het weer een drukte van belang in en rond Stenden hogeschool. In alle vestigingen begint vandaag de StudieStartWeek voor de eerstejaars studenten.
Studenten arriveren op de fiets met volle kampeerbepakking, anderen stappen voor het eerst uit de stadsbus vóór het schoolgebouw en wandelen verwachtingsvol naar binnen. De hele dag is de centrale hal van de vestiging in Leeuwarden gevuld met rijen wachtende studenten, die zich bij de diverse balies inschrijven voor deze StudieStartWeek. Onze jongste zoon Pieter begint hier vandaag zijn HBO-Bachelorstudie Office Management.

Maar ook onze oudste zoon Jan Wijbe loopt hier tussendoor rond met zijn reportertas met opnameapparatuur. Jan Wijbe is bij Stenden hogeschool weliswaar afgelopen juli 2008 al afgestudeerd voor de HBO-Bachelorstudie Media en Entertainment Management (MenEM), maar dat betekent niet dat hij het Stendenboek al heeft gesloten.

Enkele jaren geleden begon Jan Wijbe met enkele mede-MenEM-studenten de StudieStartWeek-radiozender binnen de hogeschool. Elk jaar wordt nu gedurende alle werkdagen van de StudieStartWeek 24 uur per dag radio gemaakt en de ether in gezonden. Via radio life te beluisteren in Leeuwarden op de frequentie 106.8 FM en in Emmen op 107 FM.

Hier en daar in de hogeschool hangen de posters, die studenten en medewerkers wijzen op de non stop-uitzending. Stendenradio heeft ook een eigen website: www.stendenradio.nl
Via deze website is het ook mogelijk om Stendenradio via Radio-stream en ook via TV-stream te ontvangen, bij de laatste met life-beelden uit de studio in onze Leeuwarder vestiging.
Het is nu even over negen uur in de avond en Durkje en ik zitten voor de monitor van de computer thuis, vanwaar we Jan Wijbe life in de radiostudio zien en horen. 't Ziet er goed uit en 't klinkt prima!
Vannacht gaat het door met non stop-muziek en morgen zijn er weer reportages vanuit de diverse locaties van de Studiestartweek in en rond onze Stenden-vestigingen in Friesland, Groningen en Drenthe. Met de auto gaan deze jonge radio-reporters naar alle locaties waar Stenden-activiteiten zijn in het kader van de StudieStartWeek.

Van 25 t/m 29 augustus 2008 allemaal te zien en te horen op Stendenradio.nl

zondag 24 augustus 2008

Den Huise Gods JaCops in Drachten

Zondag 24 augustus 2008

Toen ik afgelopen woensdag 20 augustus een vergadering van het Nederlands Bijbelgenootschap had in kerkelijk centrum de Oase te Drachten, viel mijn oog op een gedenksteen in de binnenmuur van de hal.

Daar zag ik de gevelsteen van de voormalige Noorderkerk van de Stationsweg te Drachten. De christelijk afgescheiden gemeente van Drachten is gesticht op 14 juni 1844. De Noorderkerk werd toen gebouwd door B.P. Offringa en in de gevel van de Noorderkerk kwam deze gevelsteen. Op 19 oktober 1958 ben ik in deze Drachtster Noorderkerk gedoopt. De gevelsteen heeft tot aan de sloop van de kerk in 1998 in de gevel gezeten. Daarna is de gevelsteen ingemetseld in de nieuw gebouwde kerk "de Oase".

In dit nieuwe Huis van de God van Jakob (de Oase) is dus tot op heden de Bijbeltekst uit Jesaja 2 vers 3 nog te lezen, zoals die meer dan 150 jaren heeft gestaan op de gevelsteen van het oude Huis van de God van Jakob (de Noorderkerk):

"Komt Laat ons op gaan tot den Berg des Heeren,
tot den Huise Gods JaCops
opdat hij ons Leere van zyne Wegen
en dat wij wandelen in Zyne Paden."

zaterdag 23 augustus 2008

Bloemensculptuur in Saint-Martin-sur-le Pré

Zaterdag 23 augustus 2008

Vorig jaar in juli zijn we tijdens onze zomervakantie een dag in het Spaanse Bilbao geweest om daar het "Guggenheim Bilbao Museum" te bezoeken. Op het grote plein vóór dit museum troffen wij bij de museum-entree een schitterende, metershoge bloemensculptuur aan in de vorm van een zittende hond. Een hele prestatie om zoiets moois te maken en het ook geruime tijd mooi te houden.

Morgen is het een maand geleden dat Durkje en ik in Frankrijk van Sogny-aux-Moulins via Châlons-en-Champagne naar Juvigny fietsten. Ten noorden van Châlons-en-Champagne kwamen we op 24 juli 2008 door het dorpje Saint-Martin-sur-le Pré. We passeerden in het dorpscentrum van Saint-Martin-sur-le-Pré een in het oog springende bloemensculptuur. Deze metershoge bloemenpracht is dan weliswaar niet zo indrukwekkend als het bloemkunstwerk in Bilbao, maar dit fleurige Franse boemenkunststuk verdient zeker ook een eervolle fotografische vermelding. Bij deze!

vrijdag 22 augustus 2008

De contouren van de haak om De Globe

Vrijdag 22 augustus 2008

In de week vóór de zomervakantie schreef ik in mijn weblogbericht dat het nog enkele weken zou duren voordat de zijkant en de achterzijde het ISM-gebouw "De Globe" van Stenden hogeschool aan de Rengerslaan in Leeuwarden aan de buitenzijde aan het oog zouden zijn onttrokken en dat de haak - zoals de nieuwbouw in de wandelgangen al wordt genoemd - aan de zuid- en oostzijde van De Globe zou zijn verbonden; zie daartoe mijn weblogbericht van 30 juni 2008.

Welnu, inderdaad enkele weken later, in de week na de zomervakantie is het zover. Rond beide zijden van De Globe staat het omhulsel van wat over enkele maanden de werkplek van de ondersteunende hogeschoolstafdiensten zal worden. Met deze contouren wordt zo langzamerhand zichtbaar hoe de nieuwbouw er straks bij zal staan.

donderdag 21 augustus 2008

KFFB-gearkomste yn Hotel Duhoux yn Wurdum

Donderdag 21 augustus 2008

Hjoed hawwe wy wer Bestjoersgearkomste fan de Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB). Wy moete inoar yn Hotel Duhoux yn Wurdum. Wy fange oan mei it wol en wee fan ús bestjoerders en fan harren famylje; spitichernôch mear wee as wol.

Dán sjogge wy nei de manuskripten, dy't wy fan skriuwers foar beoardieling krigen hawwe. In manuskript fan in nije romanskriuwer sille wy útjaan. In dichtbondel kin troch foar publikaasje. In manuskript kin foar ús net troch; in oar manuskript kin yn de takomst mei oanpassings faaks troch. Us nije bondel mei in grut tal Ionalieten is klear foar de drukker en dý sille wy presintearje op sneintemiddei 5 oktober 2008 yn de Oase yn Drachten. In prachtich inisjatyf is dat.

Wy prate oer it fêststellen fan de nije boekepriis 2009 en oer de nije wize fan boekefersprieding mei yngong fan febrewaris 2009. Leden en korrespondinten krije dêroer ynkoarten ynformaasje.

Op 29 desimber 2009 bestiet de KFFB 75 jier. Mei Tialda Dijkstra en Corrie Rozendal sil ik in útstel skriuwe foar bygelyks in jubileumtinkboek as in -tinkskrift.
Wy sykje in nije skriuwer foar ús bestjoer.
It lêste stiet de tarieding fan ús Jiergearkomste fan jannewaris 2009 op ús wurklist.
Wy hawwe hjoed in soad mei inoar besprutsen en beslúten, dat wy kinne de takommende wiken wis wol foarút mei alle wurk foar de KFFB.

woensdag 20 augustus 2008

Rayoncoaches en Regioteam van NBG bijeen in Drachten

Woensdag 20 augustus 2008

Regio Noord van het Nederlands Bijbelgenootschap gaat vandaag in kerkelijk centrum De Oase te Drachten met een bijeenkomst voor de Rayoncoaches en voor het Regioteam van start met het nieuwe seizoen.
Als lid van het NGB-Regioteam Noord-Nederland woon ik deze startsessie onder leiding van Ria Jonker bij.

De bijeenkomst begint met een presentatie van Eric van Leeuwen (NBG-regiocoördinator Zuid) over het werkbezoek dat hij in april 2008 aflegde aan China. Daar was Erik als NBG-vertegenwoordiger van de United Bible Societies om zich voor te bereiden op een aantal bijbelverspreidingsprojecten in China dat het NBG in het komende seizoen 2008-2009 zal steunen.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, bleek tijdens zijn werkbezoek dat bij bijbelverspreiding op legale wijze veel meer kan dan velen denken te weten. Het is ook veel efficiënter om de Bijbels in China te laten drukken, dan ze kant en klaar vanuit Nederland naar China te exporteren.

De NBG gaat een belangrijke financiële bijdrage leveren aan de kosten van het bijbelpapier, dat als grondstof vanuit Finland als pulp wordt geëxporteerd naar China, waar van het daar dan eerst nog te produceren papier bijbels worden gedrukt bij Amity Printing Company in China. Via de kerken worden de Bijbels daarna op legale wijze aan de vele belangstellenden verkocht.

Een ander project dat de NBG in China financieel gaat steunen, is de verspreiding van Braille-Bijbels voor blinden.
De onstuimige groei van het christendom in China betekent een evenzo grote groei van de vraag naar complete Bijbels. Het NBG wil voor een belangrijk deel in die Chinese vraag naar Bijbels voorzien.

In het tweede deel van de bijeenkomst geeft Henk Ruiter (NBG-Regiocoördinator Noord) instructie aan rayoncoaches over hoe je het beste een presentatie over het werk van het NBG kunt verzorgen en aan welke aspecten van het werk van het NBG je vooral aandacht zou kunnen geven.

Het derde deel van deze bijeenkomst is een verkorte versie van een gebruikelijk vergadering van rayoncoaches. Allerlei seizoenswerkgerelateerde zaken voor het komende seizoen komen in deze sessie aan de orde.
Tenslotte nemen we nog afscheid van de twee rayoncoaches Teus van Altena en Thea Breunese.

Met deze bijeenkomst is vandaag het nieuwe seizoen geopend en kunnen alle rayoncoaches in een groot aantal rayonontmoetingen in Friesland, Groningen en Drenthe aan de slag om alle werkgroepen in de afzonderlijke rayons te begeleiden teneinde allerlei uiteenlopende activiteiten voor en met het NBG uit te voeren.

dinsdag 19 augustus 2008

Regionaal Comité Vereniging VU-Windesheim vergadert

Dinsdag 19 augustus 2008

Ook voor het Regiocomité Friesland van de Vereniging VU-Windesheim is de zomervakantie voorbij. Vanavond is de eerste vergadering van het aanstaande seizoen. Omdat Stenden University Hotel wegens een renovatie nog is gesloten, komen we in een andere vergaderzaal van Stenden hogeschool in Leeuwarden bijeen.

In deze bijeenkomst bespreken we eerst alle actuele zaken omtrent de Vereniging VU-Windesheim: veelal aspecten van bestuurlijke aard.
Vervolgens blikken we terug op de afgelopen activiteiten van de vereniging en van VU-podium uit de periode van eind mei 2008 tot heden: veelal aspecten van evaluatieve aard.
Tenslotte kijken we vooruit naar onze activiteiten van het komende seizoen: veelal planningsaangelegenheden.

In het komende jaar beginnen we met iets nieuws: zes maal - in samenwerking met het Friesch Dagblad - een Debatcafé in Café Wouters te Leeuwarden, met Siem Jansen als gespreksleider.
Andere activiteiten zijn bijvoorbeeld de jaarlijkse statutaire regio-ledenvergadering, een lezingentweeluik rond de Bijbel10daagse, een themadiner, de jaarlijkse alumnibijeenkomst, aangevuld met een aantal themalezingen en als afsluiting een excursie-kuier in Friesland.

Al met al hebben we een interessant seizoen voor de boeg: diverse werkvormen en uiteenlopende onderwerpen, kortom: voor elk wat wils.
Op onze website www.vupodium.nl publiceren we alle ins en outs van onze activiteiten, zodra die open staan voor aanmelding/inschrijving.
Vanavond hebben we in elk geval alle komende activiteiten voor de rest van 2008 uitgebreid de revue laten passeren. We zijn er klaar voor en hebben er zin in om met dit aantrekkelijke programma onze provincie in te gaan.

maandag 18 augustus 2008

De scholen zijn weer begonnen

Maandag 18 augustus 2008

Elk jaar na de zomervakantie hangen ook bij de invalswegen van Stiens de spandoeken met daarop de tekst 'De scholen zijn weer begonnen'. Het spandoek bij de dorpsentree van de Griene Leane in Stiens hangt zoals gebruikelijk weer op de kruising met de Felixwei.

Vorige week is in Stiens het nieuwe schooljaar op de basisscholen al weer begonnen. Vanaf vandaag starten ook de scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs nabij Stiens: in Leeuwarden, Ferwert en Sint Annaparochie. Volgende week is de Studiestartweek van o.a. Stenden hogeschool en in de week daarna - vanaf maandag 1 september 2008 - is alle dagonderwijs in Friesland weer volop aan de slag.

Met de tekst op deze spandoeken vraagt Veilig Verkeer Nederland de automobilisten en andere weggebruikers om vooral ook rekening te houden met kinderen die weer naar de basisschool of naar het voortgezet onderwijs gaan. Na de zomervakantie moet iedereen - volgens Veilig Verkeer Nederland - immers weer een beetje wennen aan het drukke verkeer. Kinderen zijn dan nog vol van de vakantie en in gedachten wellicht al bezig met alle ins en outs van het begin van het nieuwe schooljaar. En veel kinderen lopen of fietsen dan een nieuwe route naar een nieuwe school.

Na zo'n lange vakantieperiode moeten velen waarschijnlijk ook weer wennen aan schoolgaande kinderen in het verkeer. Met de campagne 'De scholen zijn weer begonnen' wil Veilig Verkeer Nederland ons hierop attent maken. We kunnen het verkeer nooit veilig maken, maar als we meer rekening houden met elkaar, kunnen we het met zijn allen wel een beetje minder gevaarlijk maken.

In de afgelopen jaren is Stiens al te vaak opgeschrikt door een verkeersongeval waarbij een kind uit onze nabije omgeving om het leven kwam. Dan realiseer je je terdege dat je in veel gevallen beter geen voorrang kunt nemen, maar dat het wijzer is om - waar mogelijk - voorrang te geven.

zondag 17 augustus 2008

NBG VIP Programme @ The Quench @ Xnoizz Festival 2008

Zaterdag 16 augustus 2008

Het Xnoizz Flevofestival is dit jaar van 14 t/m 17 augustus 2008 in het recreatiegebied in Bussloo bij Apeldoorn. Vier dagen lang komen meer dan 10.000 jongeren daar bijeen om dit vierdaagse, gevarieerde evenement van een groot aantal christelijke organisaties bij te wonen.

Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) heeft als hoofdsponsor van dit festival langs het strand en boven het water een opvallende binnenpodium-toren gebouwd met een buitenpodium ernaast. Daarin en daarbij wordt voor de jeugd een groot aantal activiteiten georganiseerd, waarvoor veel belangstelling bestaat.

Het NBG heeft alle vrijwillige medewerkers die bestuurlijk bij het bijbelgenootschap zijn betrokken, uitgenodigd om vanmiddag het VIP-programma bij te wonen. Durkje en ik zijn er vanmiddag bij. Leuk is dat we daar onze jongste zoon Pieter hier ook nog ontmoeten, die dit festival vier dagen bijwoont met een groep vrienden uit Stiens en omstreken.

We worden bij de ingang van het festivalterrein ontvangen door Bert de Jong, NBG-manager Presenteren & Activeren. Bert loodst ons naar de grote NBG-stand aan de oever van het meer.
Daar worden we ontvangen door een groep jongeren van The Quench, de jongeren community van het NBG, waarna een middagvullend programma start.

Tijdens dit speciale programma presenteert Edward de Kam van Youth for Christ (YfC) namens zijn organisatie èn namens ons NBG het nieuwe boek "Labyrint". Het is geschreven rond de spel-mat van het Labyrint: een creatieve reis met God en de Bijbel.
Vanmiddag krijgt het lid van de Raad van State, drs. Wim J. Deetman, dit creatieve lees-, werk- en doeboek met daarin 33 meditaties aangeboden. In de afgelopen jaren als lid & voorzitter van de 2e Kamer, als staatssecretaris & minister en tot en met 2007 nog als burgemeester van Den Haag heeft de heer Deetman zich ook ingezet voor het werk van het NBG. In zijn toespraak vertelt Wim Deetman onder andere dat hij in zijn werkzaam bestaan veel mensen heeft ontmoet die op zichtbare, maar heel vaak ook op onzichtbare wijze, iets laten zien van wat we als christenen bedoelen met het Koninkrijk van God onder de mensen van hier & nu.

Later in de middag wonen we in de NBG-stand ook het Quench-debat bij onder leiding van emeritus predikant Pieter Boomsma, ook bestuurlijk actief binnen het NBG. Als gespreksleider gaat hij hier met jong & oud in gesprek over hoe de Kerk van nu & straks de jeugd van tegenwoordig meeneemt in Woorden & Daden. Daarbij staat Boomsma vanmiddag een panel ter beschikking, bestaande uit: Nynke Dijkstra-Algra (Toeruster Pastoraat van de PKN), Arnold van Heusden (directeur Evangelische Alliantie), Theunis Jan Visser (jongere, namens het tijdschrift Reveil) en Klaas van de Kamp (algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland). Jongeren, ouderen en panelleden worden door Pieter Boomsma uitgedaagd om met elkaar in gesprek te zijn over kerk & samenleving.

Aan het eind van de middag gaat we het festivalterrein nog over om te zien op welk een genoeglijke wijze zoveel duizenden jongeren elkaar op deze zonnige dag ontmoeten, waar en hoe ze vieren & dienen, bijbellezen & bidden, chillen, zwemmen, dansen, discussiëren en bij de diverse podia genieten van eigentijdse sprekers, artiesten en gospelbands uit binnen- en buitenland.

Fijn om op zo'n middag eens te zien hoe het Nederlands Bijbelgenootschap met haar jongerenprogramma The Quench anno 2008 zoveel jongeren op doeltreffende wijze bereikt met de boodschap van de Bijbel.

vrijdag 15 augustus 2008

Voorbijgaand wolkenverkeer boven Leeuwarden

Vrijdag 15 augustus 2008

Tegen elf uur vanmorgen regent het gedurende slechts enkele minuten hevig boven Leeuwarden. Vanaf mijn werkplek op de Stenden hogeschool kijk ik uit over de Leeuwarder wijk Bilgaard in noordelijke richting. Tegen de mooie blauwe lucht tekenen zich verschillende wolkenpartijen af. Donker- en lichtgekleurde wolken passeren elkaar met verschillende snelheden en op verschillende hoogte. Na enkele minuten breekt de zon weer aangenaam door. Het spreekwoord klopt dus toch: na regen komt zonneschijn!

vrijdag 8 augustus 2008

Pelgrimeren van Vitry-en-Perthois naar Blaise-sous-Arzillières

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Vitry-en-Perthois naar Blaise-sous-Arzillières
Maandag 28 juli 2008 – 18,5 km.
Dag 50: 1022,2 – 1040,7 km.


Alweer een buitengewoon warme dag.
Vandaag loopt de temperatuur op tot 35 graden Celcius.
Als we even na 8.00 uur de camping verlaten, is het al 20 graden Celcius.
We brengen de auto naar Blaise-sous-Arzillières en fietsen dan naar het beginpunt in Vitry-en-Perthois.
Tegen 10.00 uur starten we in een nette nieuwbouwwijk van Vitry-en-Perthois, bij de bron van Sainte-Geneviève.

Daar dalen we af in de vallei van de rivier de Saulx.
Achter ons zien we dan de dorpskerk van Vitry-en-Perthois.
We gaan niet door het dorp, maar wandelen door de vallei van de Saulx nagenoeg over de 100 meter hoogtelijn langs de flank van de heuvelrug in westelijke richting.
Eerst is het een hier en daar drassig bospad, waar we af en toe worden gestoken door agressieve muggen, maar verderop is het een onverharde weg met aan beide kanten een soort volkstuincomplex.

We komen uit bij de Pont de Vaux, waar we ten noorden van Vitry-le-Francois de N44 over steken.
We komen nu bij de rivier de Marne, waarvan we een zijkanaal in zuidelijke richting volgen, totdat we bij een sluis arriveren.
We steken de sluisbrug over en lopen vervolgens op het smalle jaagpad langs het zijkanaal van de Marne.
Dat zijkanaal kruist een zijriviertje van de Marne, dat hier onder het zijkanaal door loopt.

Het jaagpad verlaten we bij de wijk Bas-Village van Vitry-le-Francois.
Bas-Village was vroeger de wijk van de schippers, die hier in 1637 op het toen al bestaande kerkhof de Saint-Nicolas-kerk bouwden.
Nadat deze kerk in 1944 bijna geheel werd verwoest, is de kerk herbouwd.
Alleen het portaal en de klokkentoren zijn nog origineel.

Langs de municipal camping lopen we de stad in.
Aanvankelijk moeten we voor het toiletbezoek op deze gemeentelijke camping betalen, maar als de beheerster ons vraagt waartoe wij in Vitry-le-Francois zijn, wil ze ineens beslist geen geld meer van ons hebben, als ze van ons hoort dat we pelgrimeren naar Santiago de Compostela.
Pelgrims hebben vaak een streepje voor, zo is onze ervaring tijdens onze pelgrims-wandeltochten.

We pauzeren in de schaduw op een bankje, bij een grote parkeerplaats.
Dan wandelen we ook dit Vitry uit, op de plaats waar we nog een doorkijkje naar de kerk de Notre-Dame van Vitry-le-Francois hebben.

Het kleine Vitry-en-Perthois, waar we vanochtend begonnen, is in 1544 door Karel V verwoest.
Frans I besloot daarop de stad zuidelijker te herbouwen en te hernoemen als Vitry-le-Francois.
De bewoners van het verwoeste Vitry-en-Perthois wilden echter op hun oude plek blijven wonen en zij herbouwden daar hun dorpje, dat toen eerst nog in de volksmond de naam Vitry-le-Brulé (de afgebrande) kreeg.
Frans I startte in 1545 op de plek van het toenmalige dorpje Maucourt de bouw van Vitry-le-Francois, volgens de tekeningen van de Italiaanse architect Geronimo Marini.
Toen deze nieuwe stad tussen 1940-1944 bijna geheel met de grond gelijk werd gemaakt, is de stad na de 2e Wereldoorlog geheel herbouwd, overigens volgens de originele plannen van de voormalige stadsarchitect Marini.
Wij wandelen over de Avenue de Paris de stad uit.

Daarbij steken we de Marne over, waar momenteel een nieuwe brug aan de noordzijde wordt gebouwd.
Als we vanaf deze avenue een bosperceel ingaan, laten we al heel snel het stadslawaai achter ons.
We lopen onder een spoorlijn door en daarna lopen we een halve kilometer langs deze spoorlijn.
Vanuit het oosten lopen we naar het dorpje Blacy.
Bij een doorwaadbare plaats in het riviertje de Guenelle steken we via een bruggetje de rivier over in de richting van Blacy.

Blacy heeft een 13e eeuwse Romaanse kerk.
Als we om precies 12.00 uur deze kerk passeren, worden de kerkklokken geluid.
Aan de rand van de bebouwde kom is met een stenen Jacobsschelp aangeduid waar we nu het veld in dienen te wandelen.
Op deze plek zien we een eindje verder - boven op de Mont Vignereux - ook een grote telecommunicatie-zendmast staan.

Van Blacy naar Glannes lopen we in de brandende zon en hebben we nauwelijks een briesje wind in het open veld.
Alleen maar doorlopen is de beste optie en al vrij snel komt het dorpje Glannes in zicht.
Even voorbij Glannes is een schitterende picknickplaats, waar we heerlijk in de schaduw rusten en lunchen.

Over een veldweg en daarna over het tracé van een voormalige spoorlijn komen we aan op een grote open ruimte, bij een café in het dorpje Huiron.
Omdat we zojuist al pauzeerden, gaan we direct door naar de relatief grote kerk van Huiron.
Dit is een voormalige Benedictijner abdij; een kerk met een dubbel schip, gescheiden door zuilen.
Jammer dat deze kerk niet open is.

Het lijkt wel een dorpenroute vandaag, want al vrij snel nadat we Huiron hebben verlaten, wandelen we via de D602 het volgende dorp – Courdemanges – binnen.
Ook hier weer een mooie 12e-16e eeuwse dorpskerk en onderweg de vermelding dat Courdemanges in 2007 Deux Fleur (zeg maar: 2 sterren) won als fleurig Frans bloemendorp (de Villages Fleuris).

Via de hoofdstraat steken we (evenals eerder bij Blacy) de D2 (weer) over en wandelen tot aan de aanduiding van de Mont Moret.

Dan volgt opnieuw een heet traject over een steeds stijgende, brede veldweg, tussen de uitgestrekte velden door, in zuidelijke richting, met de genadeloze zon recht vóór ons.
Rechts zien we in de verte een olieboorplatform en bijna op de top van de berg Moret komen we bij het militaire oorlogsmonument, een herdenkingsteken voor de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog hier ter plekke.

Vele kilometers achter ons zien we Vitry-le-Francois, Vitry-en-Perthois en op de horizon zelfs nog de grote, markante boom bovenop de Mont de la Fourche, waaronder we gisteren pauzeerden.
We maken hier nu wel een foto van dit hooggelegen monument, maar vanwege de extreme warmte is het bijna niet te doen, want het zweet breekt ons overal uit.

Dus snel weer door om tenminste een beetje wind te voelen.
Gelukkig komen we aan de top èn aan de zuidzijde van de Mont Moret meer in de wind.
Zo wordt het wandelen ook weer aangenaam.
Aan de voet van de Mont Moret gaan we nog verder over een veldweg in zuidelijke richting.
Met ons eindpunt in zicht, gaan we nogmaals omhoog, naar de Pire Mont.
Vanaf hier kunnen we nu ook in zuidelijke richting heel ver zien.
We passeren een graanstoppelveld, waarop de grote strorollen klaar liggen om van het land te worden gehaald.

Verderop zien we een ander olieboorplatform, nu met een Jaknikker erop.
Als we denken dat we de afdaling in kunnen zetten, passeren we een grote watertank, waarop staan dat we nog 700 meter verder moeten en dan pas de eerstvolgende weg linksaf moeten gaan.
In het graanstoppelveld dat we dan passeren, zien we twee grote kooien staan, waarin enkele kraaien zijn gevangen.
En dan is het moment gekomen waarop we vanaf de Pire Mont de afdaling in kunnen zetten, via een smal – en ter plekke niet aangeduid – pad tussen de velden door.

Om 14.00 uur lopen we het dorp Blaise-sous-Arzillières binnen.
Hiermee zit ons dagtraject van 18,5 kilometer erop, maar hiermee komt ook een eind aan onze wandelvakantie van 19 wandeldagen, waarin we totaal 360 kilometer pelgrimspad hebben gelopen.
De laatste wandeldag was een heel representatieve dag, want veel aspecten van de afgelopen weken zaten in dit dagtraject.
Ook het feit dat we vandaag door een kleine stad en door betrekkelijk veel mooie dorpjes kwamen, maakt dat deze dag een hele mooie is.

Dit was onze 50e pelgrimsdag, waarmee we volgens de gebruikte wandelgidsen op een kilometerstand van exact 1.040,7 gewandelde kilometers komen.
Ons eindpunt vandaag wordt ons startpunt voor de eerstvolgende keer: Blaise-sous-Arzillières.

Pelgrimeren van Aulnay-l'Aître naar Vitry-en-Perthois

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Aulnay l’Aître naar Vitry-en-Perthois
Zondag 27 juli 2008 – 17 km.
Dag 49: 1005,2 – 1022,2 km.


’s Morgens om 7.00 uur bij het opstaan is het al warm.
Durkje en ik gaan dus een bijzonder warme wandeldag tegemoet.
De auto rijden we naar Vitry-en-Perthois en daar vandaan fietsen we naar ons startpunt van vandaag: Aulnay-l’Aître.
Buiten het dorp vervolgen we vanaf 10.15 uur onze wandelroute door de vallei van de rivier de Fion.
Op een splitsing staat een boom met richtingwijzers, maar ook met een opgeschroefde Jacobsschelp.
Zo komen we vandaag op meerdere plaatsen dit pelgrimssymbool tegen.

Na ruim twee kilometer passeren we de zuidoostpunt van het dorpje Coulvagny.

Nog een kilometer verder arriveren we bij de zuidwestgrens van Saint-Amand-sur-Fion.
Met de typische vakwerkhuizen van de Champagnestreek behoort dit dorp tot één van de mooiste van Frankrijk, gezien het authentieke karakter waarin dit streekdorp zich nog bevindt.
Wij volgen niet de hoofdverkeersweg, maar de straten aan de zuidrand van het dorp.
Daar passeren we op een gegeven moment een traditioneel gebouwde boerenhoeve met de hier zo karakteristieke binnenplaats.
Daar zien we veel bloemen staan en in de hoek ook een grote volière, met daarin een papegaai en andere siervogels, die met elkaar een gezellig geluid over deze binnenplaats galmen.

Als we het paadje naar Fontaine au Thé gepasseerd zijn, komen we uit bij de zuidoostelijke entree van St.-Amand-sur-Fion.
Met bloemen is hier veel gedaan om de entree fleurig te maken.
En we zien vanaf hier ook de 12e-16e eeuwse dorpskerk.

Verderop gaan we over een steentjesveldweg door een bosje en dan - tussen de akkers door - de vallei van de Fion weer verder in.
We komen nu uit bij het voetbalveld van Saint-Lumier-en-Champagne.
Hier pauzeren we in de verkoelende schaduw van een grote boom op de driesprong.
We gaan niet door het dorp, maar lopen het ten zuidwesten voorbij.
Als we over een veldpad klimmend onze weg vervolgen, zien we St.-Lumier-en-Champagne achter ons in de Fion-vallei liggen.

Wij volgen hier in de verzengende zon over een lang traject van zes kilometer een veldweg, voortdurend in nagenoeg dezelfde – zuidelijke – richting, door een golvend landschap.
Het enige wat we hier tegenkomen, is een jongen op een quad en twee mannen met een combine en een tractor met aanhangwagen.

Als de weg langduriger klimt, komen we langs een ijzeren kruis en bereiken we een col aan de voet van de Mont de la Fourche.
Hier gaan we in westelijke richting over een kamweg omhoog, tot we bij een eenzame, grote boom de top van de Mont de la Fourche bereiken.
Onder deze markante boom pauzeren we etend en drinkend.
Elke frisse windvlaag is ons bijzonder welkom op deze hete dag.
De temperatuur loopt vandaag op tot 36 graden Celcius.
Vanaf deze 208 meter hoge berg hebben we een volkomen panoramisch uitzicht.
We zien bijvoorbeeld het dorpje Vitry-en-Perthois, waar we vandaag heen lopen.
Ook zien we de stad Vitry-le-Francois, waar we morgen doorheen zullen wandelen.
En achter ons en voorts geheel rondom ons zien we de eindeloze akkers met vooral graan.
Ook vandaag – zondag – zijn de boeren hier druk in de weer met oogsten.
Overal rijden combines en tractoren, die met grote aanhangwagens het graan afvoeren naar de boerderij of naar de nabije silo’s.

Wij gaan na onze lunchpauze verder over de bergkam, langs de plaatselijke wijngaarden van deze Champagnestreek.
We dalen tussen de wijngaarden steil af en komen dan uit bij de ruïne van de 13e eeuwse kapel van Sainte-Geneviève.

Tenslotte dalen we verder langs deze kapelruïne af naar het dorpje Vitry-en-Perthois, waar we onze auto vanmorgen parkeerden.
Daarna halen we de fietsen weer op uit Aulnay-l’Aître en brengen we de rest van de warme middag door in de schaduw van de bomen op onze kampeerplaats.
Tussen 10.15-13.45 uur hebben we vandaag weer 17 bijzonder warme kilometers bijgeschreven op ons pelgrimspad.

Pelgrimeren van Sogny-aux-Moulins naar Aulnay-l'Aître

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Sogny-aux-Moulins naar Aulnay l’Aître
Vrijdag 25 juli 2008 – 18 km.
Dag 48: 987,2 – 1005,2 km.


’s Morgens rijden Durkje en ik eerst de auto naar Aulnay l’Aître en dan fietsen we van daaruit naar ons startpunt in Sogny-aux-Moulins.
Vanuit Sogny-aux-Moulins steken we eerst de spoorlijn en daarna de Marne over, om onze wandeling te kunnen hervatten op de kruising met de D80, waar we gisteren stopten.

We verlaten de D80 en volgen een bochtige weg langs de locale grindafgravingen.
De eerste ligt er nog kaal bij, maar verderop zijn de grindafgravingen al in gebruik voor recreatieve doeleinden, getuige de steigers, de picknickplaatsen en een bord van de plaatselijke watersportvereniging bij één van de volgende plassen van Le Pré Saint-Mange.
Wij wandelen tussen Le Pré Saint-Mange en de Marne door over een landbouwweg.
Na onze eerste vier kilometers komen we uit bij het parallelkanaal van de Marne, waar de D280 een brug heeft naar het dorpje St.-Germain-la-Ville.

We steken hier de D280 over en gaan aan de overzijde pauzeren bij een beschaduwde picknickplaats nabij twee grote wagenwielen van een oude ploeg.
Bij de brug over het parallelkanaal staat ondertussen een man luid te roepen en te gebaren dat wij de brug over moeten.
Ik vermoed dat de man denkt dat wij deelnemers zijn van een wellicht andere, vandaag georganiseerde wandeltocht.

Door het veld en langs een bocht in de Marne gaan we via Le Mahon tussen het parallelkanaal en de Marne door naar de brug van Vésigneul-sur-Marne.
Daarna volgt een lang stuk jaagpad – tussen het kanaal en de rivier door – naar de bruggen bij Pogny.

Nog vóór de kanaalbrug van Pogny - aan de overzijde van het kanaal - staat een grote groep metalen silo’s.
Voorbij de brug zien we de grootste silo ter wereld, van 110.000 ton.
We wandelen even over de kanaalbrug heen het dorpje in en vragen bij de 12e eeuwse kerk aan een voorbijgaande oude man naar het dichtstbijzijnde dorpscafé.
Het Cadillac-café ligt voor ons te ver buiten het dorp, dus bij de kerk maken we weer rechtsomkeerd.
We steken dan zowel de kanaalbrug als ook de rivierbrug over en verlaten Pogny.
De Marne stroomt hier ook sterk.
Naast de brug over de rivier is een picknickplaats, waar we pauzeren om wat te eten en te drinken.
Het is hier heerlijk schaduwrijk.
Dat moet ook wel, want de zon schijnt veel, het is drukkend, het waait nauwelijks en de temperatuur loopt op tot 30 graden Celcius.

Nu volgt voorbij de D54 een kilometers lang breed grindpad langs sportvelden, grindafgravingen en door de Enclave de la commune de Pogny.
Het dikke grind op dit brede pad maakt dat onze wandelschoenen af en toe alle kanten op rollen tijdens het wandelen.

Via de D302 lopen we vervolgens La Chaussée-sur-Marne binnen.
Op de kruising met de oude N44 scoren we ons eerste kop koffie vandaag toch nog, ook al is het inmiddels al 13.45 uur.
We hebben dus wel geduld nodig om elke dag weer een café te vinden op zo’n wandeldag.
’t Is wat laat, maar de koffie smaakt hier prima.
De waardin vraagt of we als pelgrims ook willen overnachten in haar combi-café-restaurant-hotel.
Dat doen we echter niet.
“Ultreia” (steeds verder), is de oude pelgrimsleus en die geldt hier en nu ook voor ons.

Wij volgen een oud tracé van de N44 door het dorp en gaan aan de rand van het dorp óver de rivier de Fion.
Bij Les Fauchees verlaten we deze weg om hier het veld in te gaan.
Hier, bij La Chaussée-sur-Marne komen de Marne en de Fion bij elkaar en hier is La Chaussée-sur-Marne gevormd door de samenvoeging van de voormalige dorpjes Coulmiers en Mutigny.

De onverharde veldweg gaat onder het nieuwe tracé van de N44 door.
Dat is verrassend voor ons, want die weg staat nog niet op de stafkaart in ons routeboekje, alhoewel die trouwens al wel als randweg staat vermeld in de routebeschrijving.

Het laatste deel van ons traject van vandaag gaat door de vallei van de Fion.
Een prima veldweg met links de beboste oevers van de rivier en rechts de velden, waar een combine druk in de weer is om te oogsten.
Twee tractoren met grote wagens verzamelen het graan dat uit de combine komt.

Bij de D81 gekomen, verlaten we het pelgrimspad en wandelen we via de brug over de Fion het dorpje Aulnay-l’Aître binnen, waar onze auto staat geparkeerd.
Een drukkende, warme dag met aan het eind van de dag toch nog af en toe een briesje wind.
Tussen 10.00-14.45 uur hebben we vandaag 18 kilometer gewandeld.

Pelgrimeren van Juvigny naar Sogny-aux-Moulins

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Juvigny naar Sogny-aux-Moulins
Donderdag 24 juli 2008 – 22 km.
Dag 47: 965,2 – 987,2 km.


Met de auto en de fietsen gaan Durkje en ik vanaf de camping eerst in zuidelijke richting naar Sogny-aux-Moulins.
Vervolgens fietsen we vanuit Sogny-aux-Moulins weer langs de camping en dan fietsen we van zuid naar noord door de hele stad Châlons-en-Champagne, naar het ten noorden van Châlons-en-Champagne liggende Juvigny.

Bij de entree van Juvigny laten we onze fietsen achter en gaan we rond 9.45 uur weer terug naar het droge aanvoerkanaal, waardoor vroeger het water vanuit Châlons-en-Champagne werd aangevoerd naar de waterkrachtcentrale van Condé-sur-Marne.
Het is heel apart om hier op de brug te staan boven een inmiddels dichtbegroeide, droge kanaalbodem.

We gaan met een brug over het riviertje de Gravelotte en lopen vervolgens ongeveer twee kilometer langs het voormalige aanvoerkanaal.
Daarbij zien we af en toe links tussen de bomen door een glimp van de vijvers van Le Lac des Grands Prés.
Daarna volgt een veldweg van zo’n twee kilometer, waarbij we zonder het te zien evenwijdig lopen aan het parallelkanaal van de Marne.
Rechts van ons hebben we hier een bosperceel en links veelal velden.
Vlak vóór de A26 passeren we aan de onze linkerzijde een zandafgraving met een petgat.

Daarna lopen we onder de A26 door.
Ruim een kilometer verder komen we aan bij een picknickplaats in Recy.
Op enige afstand zien we de Romaanse toren van de dorpskerk.
Bij Recy steken we eerst de brug van het oude aanvoerkanaal over en daarna de brug van het parallelkanaal van de Marne.
We volgen nu het geasfalteerde, schaduwrijke jaagpad en komen daarover uit bij de Pont de Saint-Martin-sur-le-Pré.

Aan de overzijde volgen we de onverharde boerenweg.
Links is het jaagpad langs het zijkanaal en rechts eerst een aantal akkers, waarvan er één is bebouwd met zonnebloemen.

Dichterbij Châlons-en-Champagne krijgen we aan onze rechterzijde allerlei volkstuinen, dichtbij de stad de oude, maar éérst nog een complex met allemaal nieuwe kavels, met op elke kavel een identiek tuinhuisje, hier en daar toch al weer aangepast aan de individuele wensen van de bezitters.

We lopen nu op Madagascar, een schiereiland van Châlons-en-Champagne, tussen het parallelkanaal en de Marne.
Van de oostelijke oever steken we diagonaal over naar de westelijke oever.
We wandelen dan een woning voorbij, waarvan het raam van de eetkeuken wijd open staat.
We groeten het oudere echtpaar dat daar aan de keukentafel zit te eten.
Het echtpaar groet terug, maar de vrouw roept er dan nog snel vragend achteraan of wij St. Jacobspelgrims zijn, hetgeen wij bevestigen.
Wij lopen door naar de grote stadsbrug over de Marne.
Hier steken we de Marne over.
Bij het treinstation willen we namelijk even pauzeren en bij de café-brasserie tegenover het station drinken we een kop koffie.

Wegens renovatiewerkzaamheden kan de kathedraal van Châlons-en-Champagne door ons niet worden bezichtigd.
Wel is in deze stad de Notre-Dame-en-Vaux te bezichtigen.
Deze grote centrumkerk is voor St. Jacobspelgrims zeker ook een aanrader.
Op onze rustdag van zaterdag 26 juli 2008 hebben wij deze kerk bezocht.
De kerk is in de bloeiperiode van de stad in het jaar 1150 vergroot.
In 1557 stortte deze kerk echter in, maar wonder boven wonder werd niemand daarbij gewond.
De kerk werd toen een beroemd bedevaartsoord en kreeg rijke glas-in-lood-ramen, waarvan er drie zijn gewijd aan de pelgrimage naar Santiago de Compostela.

De ramen 24 en 26 uit 1678 vertellen over het leven en over de legende van deze apostel.
Deze beide ramen komen uit de leprozerie Saint-Jacques (de voormalige inrichting voor melaatsen), die al sinds de 13e eeuw in Châlons stond.

Op raam nummer 27 uit 1525 is Sint Jacob majestueus afgebeeld met diverse pelgrimsattributen en tussen twee geknielde pelgrims.
Daarboven is de apostel te paard afgebeeld als Morendoder (matamore) in de slag bij Clavijo (Anno 844).

Weer terug over de brug, lopen we langs de Marne verder naar het zuiden.
Daarbij komen we ook langs een brede riverwater-overloop met een parallelle sluis.
De Marne heeft een sterke stroming.

Bij Le Jard – het complex van stadstuinen in Châlons-en-Champagne – steken we de punt over van de Engelse tuin.
Hier staat ook weer een officiële pelgrimsmijlpaal.
Daarop staat vermeld dat het vanaf hier nog 2.343 kilometer is naar Santiago de Compostela.

Als we onder de rivierbrug van de N77 door zijn gelopen, volgt een bospad door Le Petit Forest, langs de oostoever van de Marne.
We lopen hier heerlijk in de schaduw.
Het is warm vandaag, maar wel met een verkoelende zomerbries.
Het is de hele dag onbewolkt en nu inmiddels al 27 graden Celcius.
Verderop wisselt het bospad steeds met een veldweg langs de bosrand, òf soms ook direct langs de oever van de Marne.
Op een open plek in het landschap bij La Tartelette komen we bij een meander van de Marne.
Aan de hoog en sterk afgekalfde oever is goed te zien dat de sterk stromende rivier nog regelmatig hele stukken oever wegslaat en zo het meanderen doorzet.

Steeds verder wijkt het pad daarna af van de Marne.
Op een gegeven moment zien we linksvoor ons de D80 vanuit Sarry met een brug over het parallelkanaal komen.
Die weg is ons eindpunt vandaag.

We lopen langs graanvelden verder.
Deels zijn die graanvelden geoogst en ruikt het warme stro - dat op de velden achterblijft - heerlijk in de volle zon.
Als we bijna bij de D80 arriveren, zien we de 13e eeuwse kerk van Sogny-aux-Moulins over een zonnebloemenveld heen uittorenen.

We beëindigen onze dagmars bij de D80 en wandelen via deze D80 naar Sogny-aux-Moulins, om onze daar geparkeerde auto af te halen.
Tussen ongeveer 9.45 – 14.15 uur hebben we vandaag weer 22 kilometer toegevoegd aan ons pelgrimspad.
Daarmee hebben we vandaag ook onze kampeerplek gepasseerd, zodat we de komende dagen - vanaf onze camping gerekend - alleen nog op het zuiden georiënteerd zullen zijn.

Pelgrimeren van Trépail naar Juvigny

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Trépail naar Juvigny
Woensdag 23 juli 2008 – 23 km.
Dag 46: 942,2 – 965,2 km.


Na het ontbijt rijden Durkje en ik met de auto en de fietsen naar Juvigny.
Hier willen we vandaag heen wandelen.
Op de fiets gaan we vervolgens van Juvigny naar ons startpunt in Trépail.
Vanuit Trépail lopen we tussen de wijngaarden door het dorp uit.

De daaropvolgende 2.200 meter brengt ons over een onverharde landbouwweg tussen de wijngaarden door naar een heuvel, vanwaar we overzicht hebben over de vlakte van de Champagne, met Trépail achter ons.
Achter de heuvel ligt het dorpje Billy-le-Grand.
We passeren hier het gemeentehuis, waarachter een picknickplaats ligt, waar we pauzeren.

Het is de eerste dag dat we bij een geheel onbewolkte lucht wandelen.
Dan komen we bij een bijzondere plek: de zuidelijke ingang van de kanaaltunnel van Mont Billy bij La Voûte.
Hier gaat het kanaal van de Marne naar de Aisne onder de Berg van Billy door.
Aan de overzijde van het kanaal lopen we over het jaagpad langs het kanaal.
Uit tegenovergestelde richting komt een rondvaartboot, die hier de kanaaltunnel in gaat.
Slechts ongeveer tien passagiers zitten op het dek van deze vrij grote rondvaartboot.

Ongeveer anderhalve kilometer verderop gaan we voorbij de D19 verder langs het kanaal.
We passeren dan een zwaaikom van het kanaal: de haven van Vaudemanges.

Een halve kilometer verder verlaten we het jaagpad bij een sluis.
Een halve kilometer landinwaarts volgen we een veldweg over de rechteroever van de hier overdekte, begroeide en verhoogd liggende waterleiding.
Na tweeëneenhalve kilometer dalen we weer af naar het kanaal, dat we via een brug oversteken.
Vervolgens gaan we over het jaagpad naar de sluis van Isse.

In Trépail en in Billy-le-Grand troffen we vanochtend geen café aan om een kop koffie te drinken, dus wij doen in Isse een nieuwe poging; zonder resultaat overigens.
Bij de brug over het kanaal vinden we een grote weide, waar ’s zaterdagsmiddags honden worden getraind.
Daar pauzeren we in de schaduw van een boomwal.

Twee kilometer verder zien we in de verte langs het kanaal Condé-sur-Marne - met de 12e eeuws kerk – liggen.
Bij de kanaalbrug komen we dit dorp binnen, op de plaats waar een oude locomotief staat van de voormalige lokale smalspoorlijn.
Vanaf deze kanaalbrug lopen we via de hoofdverkeersweg het dorp binnen.
We drinken een kop koffie in het eerste café dat we passeren.

Daarna doorkruisen we het centrum van Condé-sur-Marne en komen we langs de naast elkaar liggende kerk en gemeentehuis.

Buiten de bebouwde kom gaan we bij een grote silo over de brug van het parallelkanaal, dat langs de rivier de Marne loopt.
Direct voorbij de silo komen dit parallelkanaal èn het zojuist door ons gevolgde kanaal van de Aisne naar de Marne bij elkaar.
Op de andere hoek, aan de overzijde van het parallelkanaal, ligt de voormalige waterkrachtcentrale van Condé-sur-Marne.
Die werkte vroeger op het water van de Marne, dat met een aanvoerkanaal vanuit Châlons-en-Champagne kwam.
Dat water werd dan door turbines geleid en werd tenslotte geloosd op de Marne.
Wij gaan over het onder dit kanaal doorlopende loospunt heen, waar het water uit de centrale destijds werd gestort in de rivier de Marne, die iets verderop zichtbaar is; met een flinke stroming overigens.

Vanaf hier gaan we 3,5 kilometer langs het kanaal.
Ongeveer halverwege passeren we over het jaagpad de brug ten zuiden van Aigny.
Bij de sluis en de brug ten zuiden van Vraux gaan we naar de noordzijde.
We komen dan in een parkachtig landschap met bos, vijvers en grasvelden.
Tussen de riviertjes La Gravelotte en La Presie pauzeren we op een picknickbank op zo’n langgerekt grasveld, dat op dit moment wordt gemaaid.

Vóór de derde brug gaan wij rechtsaf, langs een kanaal, door een bosperceel heen.
Hier lopen we heerlijk in de schaduw, maar kunnen we vanwege de aan onze linker zijde liggende hoge wal het kanaal niet zien.
Als we echter bij St. Martin - onder de rook van Juvigny - via een brug dat aanvoerkanaal over steken, ontdekken we dat het kanaal geheel is drooggevallen.
Over de D1 wandelen we Juvigny binnen.
Bij het eerste huis aan de D1 staat onze auto.

Het is een warme dag: de temperatuur loopt hier in Juvigny op tot 30 graden Celcius.
We hebben tussen 10.00 – 16.00 uur 23 kilometer gewandeld, door een wederom heel wisselend landschap.

Pelgrimeren van Sillery naar Trépail

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Sillery naar Trépail
Maandag 21 juli 2008 – 15 km.
Dag 45: 927,2 – 942,2 km.


Om 8.30 uur rijden Durkje en ik met de auto en de fietsen naar Trépail.
In dit eindpunt voor vandaag parkeren we de auto in een woonwijk, waar daarvóór kermis is geweest.
Dan fietsen we naar ons beginpunt van vandaag: Sillery.
In maart 1810 lunchte keizerin Marie-Louise in het kasteel van Sillery, tijdens haar intocht in Frankrijk.
Sillery heeft ook een Frans-militaire oorlogsbegraafplaats met 10.000 graven.
Op weg naar ons startpunt bij de jachthaven van Sillery, fietsen we langs dit grote ereveld van Sillery.

Nadat we Sillery wandelend verlaten, gaan we eerst over de A4-autosnelweg, de “Autoroute de l’Est” en daarna over de spoorlijn, waar even later een TGV(Très Grande Vitesse)-trein met zeer hoge snelheid voorbij rijdt.
Na twee kilometer veranderen we bij Le Puits van richting.

Vóór ons ligt nu de Montagne de Reims, een regionaal gebergte-bos, dat hoog boven de vlakte uitsteekt.
De wijngaarden van de Champagne liggen hier op de hellingen en op een stuk van de vlakte er omheen.
Al snel wandelen we de eerste Champagne-wijngaarden in.

Vanaf de bochtige weg omhoog naar Verzenay hebben we een mooi uitzicht op de om ons heen liggende wijngaarden.
Wijnboeren rijden af en aan met hun witte bestelbusjes, wijnranken worden met een heggenschaar handmatig bijgeknipt en overal rijden speciale, hoge voertuigen, die de wijnranken besproeien met bestrijdingsmiddelen.
Eén van de bestuurders van zo’n voertuig wacht aan het begin van een rij wijnranken even vriendelijk totdat wij er een mooie foto van hebben gemaakt.

Een Nederlands uitziende man en vrouw komen ons over de weg tegemoet op de fiets.
We groeten wederzijds Nederlandstalig.
Na twee kilometer nemen we een stenige weg omhoog, tussen de wijnvelden door.
We komen uit bij de molen van Verzenay.
Het is een oude, gerestaureerde molen, die in de beide Wereldoorlogen van 1914-1918 en van 1940-1945 als uitkijkpost fungeerde.
We hebben hier een prachtig wijds uitzicht over de vlakte ver beneden en over de wijngaarden om ons heen.
Ook Sillery en zelfs Reims zien we duidelijk in de verte liggen.

Nu lopen we nog iets verder naar boven en gaan een klein stukje door het bos naar Verzenay.
Dan dalen we vanuit het bos naar Verzenay.
Aan de rand van het dorp komen we langs een prachtig ingerichte kleine kinderspeelplaats mèt een muziekpodium, waar we pauzeren.
Op het Square de l’Europe passeren wij de oude wijnpers, op zoek naar een café voor onze dagelijkse kop koffie.
Lager in het dorp gelegen vinden we – enigszins verscholen achter grote schuurdeuren - toch nog een café, waar we een lekkere kop koffie drinken.
Het is hier in het café aangenaam vertoeven.
Een cafégast leest er de krant, de caféhouder doet administratief werk van zijn inpandige kiosk en zijn grote hond komt af en toe even bij ons langs om te bekijken of er nog iets van zijn gading bij ons te vinden is.
En het toilet?
Het is er onfrans proper!
Oude zwart-wit-foto’s van Verzenay vroeger hangen aan de muur,
We hebben uitzicht op een kleine, gezellige binnenplaats, die tevens de toegang tot het café vormt.
Kortom, een genoegen om hier even te pauzeren.

Hoog achter het dorp gaan we verder met af en toe uitzicht op de vuurtoren van Verzenay, met daarnaast een nieuw wijnbouwmuseum.
Buiten Verzenay komen we op een voormalig spoortracé.
Dat volgen we door het Forêt Domaine de Varzy, tot aan de D34 bij het Champagne-dorp Verzy.
We lopen over de helling langs het dorp Verzy.

We volgen nu het behoorlijk vlakke tracé van de CBR.
De CBR heeft in de periode van 1896-1913 ongeveer 400 kilometer smalspoor met 120 stations rond Reims aangelegd, waarvan hier het spoorplateau daarvan nog zichtbaar is.
Het tracé loopt hier nagenoeg over een hoogtelijn en komt uit op de locatie Les Béguines.

We hebben vanaf deze open plek een mooi uitzicht over het onder ons liggende Villers-Marmery en over het gebied er omheen.
Vlak vóór de bosrand pauzeren we in de warme middagzon.
Even links van ons zien we een hooggelegen, kleine bunker.

Enkele honderden meters het bos in vinden we aan de voet van twee bomen twee hoge stapels gedumpte stronken van wijnstruiken.
De knoestige stronken met hun grillige vormen zouden voor een tuindecorateur of voor een creatieve bloemstukproducent dankbaar basismateriaal zijn.
Maar hier liggen ze dus ongebruikt weg te rotten als niemand ze weghaalt.

We gaan dieper het Forêt Domain de Verzy in, totdat we op een grote kruising van Forest du Grippet en Forest des Faux uitkomen.
Nòg dieper gaan we het bos in, over een wisselend aantal mooie, maar vooral ook drassige bospaden.
We dalen af naar de oude groeves; zo te zien zandgroeves.

Een brede, onverharde weg leidt ons naar beneden, naar Trépail.
Omdat dit het eindpunt van vandaag is en we het dorpscentrum met de 12e-15e eeuwse kerk nog even willen bekijken, lopen we naar het dorpscentrum.
Als we om 15.30 uur hier postzegels willen kopen, treffen we het postkantoor tegenover het gemeentehuis onafgesloten aan.
We ontdekken dat het postkantoor echter al vanaf 13.00 uur is “gesloten”.
Onverrichterzake doen we de niet afgesloten toegangsdeur maar weer dicht.
In de hoofdstraat wordt een kermisattractie afgebroken en in een nis zien we een lege, achtergelaten champagnefles staan, afkomstig van een wijnboer hier uit Trépail, getuige zijn naam op het etiket.

Als we op een bankje vóór het gemeentehuis zitten, komen de man en vrouw op ons af lopen, die wij vanmorgen op de fiets zagen passeren.
Zij vertellen dat ze het pelgrimspad in enigszins verkorte en gewijzigde vorm ook bewandelen en dat op nagenoeg dezelfde wijze als wij doen: met auto, fiets en te voet.
Zij begonnen vandaag ook in Sillery, maar liepen een verkorte variant van de originele route die wij liepen.
Deze ontmoeting is een aardige afsluiting van onze wandeldag, met het wederzijds delen van onze wandelervaringen.

Wij hebben vandaag tussen 10.30 – 14.45 uur 15 kilometer toegevoegd aan ons pelgrimspad.
We hadden mooi, deel bewolkt en deels zonnig weer en qua omgeving is het één van onze mooiste wandeldagen tot nu toe.
Het traject van St.-Léonard naar Trépail is beslist een aanrader voor wie wil kennismaken met positieve wandelervaringen.

Pelgrimeren van Reims naar Sillery

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Reims naar Sillery
Zondag 20 juli 2008 – 16,5 km.
Dag 44: 910,7 – 927,2 km.


Om 7.00 uur gaat de wekker weer.
Om 8.10 uur rijden Durkje en ik van de camping af.
De auto parkeren we bij de jachthaven van Sillery.
Op de fiets gaan we van Sillery van het zuidoosten naar het noordwesten van Reims, dus geheel diagonaal door de stad heen.
De fietsen laten we achter bij het gemeentehuis van La Neuvillette.

Bij de lokale traiteur koper we eerst een soort warm saucijzebroodje – maar dan op zijn Frans als délicatesse, die bij nader inzien en consumptie zó groot is dat we rond 14.30 uur pas weer behoefte hebben aan ons meegenomen brood.
Vandaag dus geen koffie bij de start, maar daarentegen onbedoeld een wel héél stevige hap.

Om 10.30 uur gaan we het jaagpad langs het kanaal van de Aisne naar de Marne weer op.
Aan de overkant van dit kanaal ligt het grote industriegebied van Le Port-Colbert.

Wij gaan onder verschillende bruggen door, in de richting van het centrum van Reims.
Het staat bij het jaagpad helaas niet aangegeven, dus we moeten zelf maar uitzoeken dat we tussen de Pont de Saint-Brice en de Pont de Fléchambault over een smalle voetgangersbrug parallel aan de spoorbrug het kanaal moeten oversteken om toch bij de kathedraal van Reims te kunnen komen.
We passeren eerst nog het opvallende Congrescentrum van Reims.

Vrij snel daarna gaan we de brede straat in die leidt naar de grote kathedraal.
Eerst drinken we tegenover de kathedraal een kop smakeloze koffie, waarbij we als goedmakertje tenminste mooi zicht hebben op alle bezoekers die de kathedraal in en uit lopen.
Dan gaan we de 13e eeuwse kathedraal in.
Bijzonder mooi in deze in 1914 afgebrande kathedraal zijn de gebrandschilderde ramen, die ontworpen zijn door Marc Chagall, de uit Vitebsk - in Wit-Rusland - afkomstige Joodse kunstenaar.
Heel bijzonder van kleur zijn deze ramen, met het vele blauw erin verwerkt.
In de kathedraal vragen en krijgen we een kathedraalstempel in onze twee pelgrimspassen.
In een souvenirwinkel naast de kathedraal kopen we een stapel ansichtkaarten van de kathedraal van Reims, die we overmorgen als pelgrims-vakantiegroet gaan versturen naar familie, vrienden en kennissen.
Wij gaan weer terug naar het vervolg van ons pelgrimspad.
Bij de Pont Huon kunnen we weer het kanaal oversteken om het dan in zuidoostelijke richting te volgen.
We laten zo het stadscentrum achter ons.

Aan de overzijde van het kanaal ligt een ander groot industriegebied.
We zien daar ook hoge bulten glasscherven liggen bij de glasfabriek voor champagneflessen.
Na enkele kilometers komen we bij de Pont de Saint-Léonard.
Voorbij deze brug heeft het dorpje St-Léonard een parkeer- en picknickterrein bij het kanaal.
Daar pauzeren en eten en drinken we wat in de warme zon.
Toen we in Reims bij de kathedraal waren, hing er een dreigende, donkere lucht boven de stad.
Er kwam géén regen, maar uiteindelijk wel veel zonneschijn.

We vervolgen het jaagpad en komen dan eerst bij de sluis van Sillery.
Het bijzondere van deze betonnen sluiskolk is dat het een aquaduct is, die over de haaks op het kanaal liggende rivier de Vesle ligt.
Zo loopt het kanaal op kunstige wijze dus over de Vesle heen.

Voorbij deze sluis volgt een ruime bocht rechts om de zwaaikom van het kanaal bij Sillery heen.
De zwaaikom is hier op mooie wijze ingericht als jachthaven en dat geeft vanmiddag een gezellige sfeer met al die pleziervaartuigen èn de wandelende, fietsende en vissende bezoekers.
In deze jachthaven rusten we even op een bankje aan het water.
We zijn hier nu op het eindpunt van vandaag.
In de jachthaven lopen we langs een voormalig binnenvaartschip met de naam “Het Wapen van Arum”; allicht een Fries schip.
De opvarenden treffen we er echter niet aan.

Bij het jachthavenkantoor stappen we weer in de auto om de fietsen uit La Neuvillette in Reims te halen.
We hebben vandaag tussen 10.45 – 15.30 uur 16,5 kilometer gelopen.

Pelgrimeren van Neufchâtel-sur-Aisne naar Reims

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Neufchâtel-sur-Aisne naar Reims
Zaterdag 19 juli 2008 – 19 km.
Dag 43: 891,7 – 910,7 km.


Voor het eerst vertrekken we met de auto en de fietsen vanaf de camping in Châlons-en-Champagne.
De auto blijft in de wijk La Neuvillette in Reims en wij fietsen naar ons beginpunt.
Op de fiets passeren we tussen Pontgivart en Neufchâtel-sur-Aisne langs de D966 een wijds veld met bloeiende zonnebloemen.

Aan de overzijde van een vertakking van de Aisne vinden we in Neufchâtel-sur-Aisne een geschikte plek om een kop koffie te drinken in Café Le Cheval Blanc (het witte paard).
Voor een toiletbezoek moeten we door een lange gang aan de achterzijde het café verlaten.
De toiletten staan namelijk buiten in de tuin van het café.

De fietsen laten we achter bij de brug over de Aisne en om 10.45 uur vervolgen we onze weg over het jaagpad langs de Aisne.
Eerst komen we langs de sluis van Pignicourt.

Voorbij deze sluis lopen we langs het kanaal achter de eerste huizen van Pignicourt langs.
Aan het eind van de hoofdstraat moeten we Pignicourt al weer verlaten.
Op deze plaats - waar we het veld in gaan - staat een kruisbeeld van Jezus en aan dat kruis hangt ook een Jacobsschelp mèt een stukje wandelstaf eraan.

Als we bij dit kruis het veldpad op gaan, komt ons een jonge boer tegemoet, die zojuist uit een combine is gestapt.
Hij vraagt ons waar we vandaan komen en vertelt ons dat het vanaf hier nog ongeveer 20 kilometer is naar de stad Reims.
Opvallend is dat hij moeiteloos over gaat van het frans in het engels.
Het is daardoor een stuk gemakkelijker om elkaar goed te begrijpen.

We klimmen langzamerhand het plateau van La Garenne du Charron op en lopen dan door het smalle deel van een langgerekt bosperceel van Bois de Merlet.
In dit gebied is in 1917 in de 1e Wereldoorlog veel oorlogsbloed gevloeid.
We lopen hier door het centrale gebied van de loopgravenoorlog van 1914-1918.
Via de D52 door het bos, komen we bij een zijrivier van de Aisne, genaamd de Suippe, die we hier over steken.

Dan lopen we Orainville binnen.
In het dorpscentrum pauzeren en lunchen we aan de voet van de St.-Victor-kerk, naast het gemeentehuis.
Ook dit dorp leed veel schade in de 1e Wereldoorlog.

Bij La Mottelle – ten zuiden van Orainville – verlaten we het departement Aisne en wandelen we het departement Marne binnen.
De D430 leidt ons naar Berméricourt.
We wandelen het dorp binnen langs de ommuurde begraafplaats, zoals de meeste dorpen die in deze regio buiten de bebouwde kom hebben.
We lopen om de 19e eeuwse St.-Sebastien-kerk van Berméricourt heen en steken bij een grote boerenhoeve de spoorlijn over.

Anderhalve kilometer verder wandelen we het dorpje Loivre binnen.
Hier steken we de brug over, bij de sluis in het kanaal dat de rivieren Aisne en Marne met elkaar verbindt.
We nemen het jaagpad langs dat kanaal in zuidoostelijke richting.
Aan de rand van Loivre ligt de brug van de D30 over het kanaal.
Hier gaan we even van de route af om 250 meter verderop te kijken bij het plaatselijke oorlogsmonument van Sartorio.
Het is een stenen obelisk met daarin de reliëfbeelden van soldaten.
Dit monument is gewijd aan het 363e regiment van Marseille, dat hier sneuvelde in de 1e Wereldoorlog op 9 oktober 1916.

Weer terug bij het kanaal, drinken we een kop koffie in het café op de hoek.
Er komt een man binnen, die snel een kop koffie drinkt en daarna direct weer vertrekt.
Dan komt er een hevig zwetende jongeman op skeelers binnen, die hier ook komt koffiedrinken.
Als wij later het geasfalteerde jaagpad vervolgen, haalt de jongen op skeelers ons in, vlak voordat we Courcy bereiken, even nadat wij de sluis van Courcy passeren.
Een binnenvaartschip met de naam “Risque“ passeert zojuist deze sluis van Courcy.
Het schip kan nog maar nauwelijks tussen de sluismuren door; over “risque” gesproken.

Ook deze sluis van Courcy heeft weer zo’n mooi sluiswachtershuisje bij de sluiskolk.
Op al deze huisjes staat het nummer van de sluis; elke kanaalsluis heeft namelijk een volgnummer.
Courcy is in 1917 verwoest tijdens de slag op de Chemin des Dames, bij de aanval op het nabijgelegen Brimont door de eerste Russische brigade.
Wij passeren de brug, die Courcy met Brimont verbindt.

Als we voorbij deze brug het jaagpad vervolgen, komt de jongeman op skeelers ons tegemoet, ter hoogte van de plaatselijke zwaaikom van het kanaal.
Hij vertelt ons dat hij vanuit Nederland op skeelers hier naar toe is gekomen, en dat het jaagpad verderop uitsluitend onverhard verder gaat; hij kan zo niet verder.
Volgens onze wandelkaart kan hij aan de overzijde van het kanaal zijn weg wel over een verharde weg vervolgen, dus hij gaat maar weer terug om over de brug van Courcy te gaan, zodat hij aan de overzijde van het kanaal toch naar Reims kan skeeleren.
Als we een eindje verderop aan onze zijde langs het kanaal pauzeren, skeelert hij ons aan de andere zijde voorbij.

Even later rijdt daar ook een reisbus met toeristen aan de overzijde, maar die komt kort daarna achteruit weer teruggereden over het smalle weggetje langs het kanaal.
Het lijkt erop dat de bus niet verder kan over die weg en dat de buschauffeur nu genoodzaakt is het hele stuk achteruit langs het kanaal terug te rijden, tot aan de brug van Courcy.
Dat duurt wel even, want ondertussen komen er van beide kanten regelmatig auto’s voorbij, die door de berm de dan even stilstaande bus passeren.
Langzaam rijdt de touringcar het hele stuk achteruit terug naar Courcy.

Tussen Courcy en Reims liggen aan weerszijden van het kanaal met bomen en struiken begroeide hoge bermen, bijgenaamd de Ridders van Courcy (Les Cavaliers de Courcy).
Deze bermen zijn waarschijnlijk opgeworpen met de grond die bij het graven van het kanaal vrij kwam.
Om deze bulten is bij de verdediging van Reims in 1914-1918 vaak fel gevochten.

De hele dag was het afwisselend bewolkt en zonnig warm
Een enkele donkere regenwolk gaf niet meer dan enkele regendruppels; nat werden we er niet eens van.
De temperatuur loopt nu inmiddels op tot 26 graden Celcius en er waait een harde, warme wind: prima wandelweer dus.

Om 15.30 uur bereiken we na 19 kilometer ons eindpunt voor vandaag: de brug over het Canal d’Aisne à la Marne bij La Neuvillette in Reims.
Voordat we in de auto de fietsen halen, pauzeren we nog even bij de brug van La Neuvillette.

Pelgrimeren van Château-Porcien naar Neufchâtel-sur-Aisne

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Château-Porcien naar Neufchâtel-sur-Aisne
Donderdag 17 juli 2008 – 21 km.
Dag 42: 870,7 – 891,7 km.


Dit is de laatste keer dat Durkje en ik onze wandeling vanaf de camping bij Les Mazures ondernemen.
Even na 8.00 uur rijden we vanaf de camping met de auto en twee fietsen naar Brienne-sur-Aisne.
Nadat we de auto bij de dorpskerk geparkeerd hebben, fietsen we naar Château-Porcien.
Daar drinken we eerst koffie bij een combi-ondernemer, die in één ruimte een café, een restaurant, een kiosk èn een postagentschap heeft.
Het is hier een komen en gaan van klanten.

De fietsen laten we achter bij de brug over de rivier de Aisne.
Eerst steken we de tweede arm van de Aisne over.
Direct daarna gaan we óók over de brug over het parallelkanaal.
Dan nemen we het brede jaagpad langs het kanaal, in zuidwestelijke richting.

Vlak vóór de boerderij van Pargny is een sluis.
Op het moment dat we daar zijn, gaat het verbouwde skûtsje de Adriana uit Maastricht schutten.
Tijdens deze doorgang pauzeren we even om te zien hoe het grote verval in het kanaal met deze sluis wordt opgevangen.

Wij steken het kanaal over en gaan dan over het overwoekerde jaagpad verder.
Bij Les Calloux naderen we een betonnen brug over het kanaal.
Aan beide zijden ligt een onverharde landbouwweg.
We pauzeren op deze brug om wat te eten en te drinken.

Bij Balham naderen we wéér een brug, die de verbinding vormt tussen Balham aan de noordzijde en Aire èn Blanzy-la-Salonnaise aan de zuidzijde.
Aan de zuidzijde staat een grote graansilo, zoals die in deze regio (en ook langs dit kanaal) veel staan.
Hier steken we het Canal des Ardennes weer over en nemen opnieuw het jaagpad aan de zuidzijde.
Na bijna twee kilometer verlaten we het jaagpad, om een binnenbocht van de rivier af te snijden.
We lopen hier door een bosgebied met veel jonge aanplant.

Vlak vóór Asfeld volgen we het jaagpad weer.
Als we Asfeld bereiken ter hoogte van de bijzondere kerk, verlaten we even ons wandelpad om deze kerk te bezichtigen.
Het is een wel heel bijzondere, barokke kerk uit 1683, omdat die is gebouwd in de vorm van een viool.
De Eglise St.-Didier is een ontwerp van de dominicaan Francois Romain, die architect was van Lodewijk XIV.
We kunnen deze kerk helaas niet van binnen bezichtigen, in verband met huidige werkzaamheden.
We pauzeren in de nabijheid van deze kerk, in het park vóór het gemeentehuis van Asfeld.
Dan gaan we weer via het jaagpad verder, onder de kanaalbrug van Asfeld door.

Tweeëneenhalve kilometer verder gaan we onder de kanaalbrug van Vieux-lès-Asfeld door.
Ook hier staat een hele grote graansilo.
Verderop passeren we weer een sluis in het kanaal.
Nog iets verder loopt het kanaal nagenoeg parallel aan de rivier de Aisne.
We passeren wederom een landbouwbrug over het kanaal.

Ter hoogte van Evergnicourt maakt het kanaal bijna een haakse bocht naar het zuiden.
We zijn dan al een tweetal kilometers door het bos langs het kanaal gelopen.
Voorbij deze bocht in het kanaal wordt het pad veel moeilijker begaanbaar.
Het wordt smal en is op sommige plaatsen zo sterk overwoekerd door allerlei soorten hoogopschietende, taaie planten, dat dit een vlotte doorgang belemmert.
Deze laatste zware kilometer leidt ons uiteindelijk naar een grote open plek bij de graansilo van Brienne-sur-Aisne.

Hier ligt ook de Adriana aan wal, die wij vanmorgen door de sluis zagen gaan bij Pargny.
We praten even met het Nederlandse echtpaar dat hier met de Adriana vaart.
Zij vertellen ons dat ze oponthoud opliepen in de laatste sluis, omdat het binnenvaartschip dat vóór hen ligt averij aan de schroef heeft opgelopen in die sluis.
Een duiker is er aan te pas gekomen, die allemaal rommel - waaronder scheepstouw - uit de schroef heeft verwijderd.
Het vermoeden bestaat dat de schroefas is verbogen; dat moet nu eerst worden gecheckt.

Wij lopen nog een klein stukje door, waarbij we bij de graansilo ook over de rivier La Retourne gaan, die hier onder het kanaal door loopt.
We komen nu aan bij de kanaalbrug bij Neufchâtel-sur-Aisne.

Daar vandaan lopen we via de D925 naar Brienne-sur-Aisne, om daar onze auto weer af te halen.
Er was voor vandaag regen voorspeld, maar wij hadden alleen maar mooi droog weer, zelfs aangenaam wandelweer.
Tussen 11.00 – 16.00 uur hebben we vandaag 21 kilometer gelopen.

Pelgrimeren van Justine naar Château-Porcien

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Justine naar Château-Porcien
Woensdag 16 juli 2008 – 17 km.
Dag 41: 853,7 – 870,7 km.


Om 8.15 uur rijden Durkje en ik met de auto en de twee fietsen vanaf de camping bij Les Mazures naar Château-Porcien.
Daar parkeren we de auto en dan fietsen we naar Justine.
Nadat we daar om 10.15 uur de fietsen stallen, begint onze wandeltocht van vandaag, eerst door het dorp Justine, langs de van krijtsteen gebouwde kerk.
Vrij snel verlaten we Justine via de D14.

Een kilometer voorbij Justine beklimmen we via een witte, onverharde weg de bergen van Sery.
Deze Côte de Sainfoin zijn kalksteenbulten, vandaar ook de witte kleur van de paden die we hier bewandelen.
Iets voorbij de top – bij een bankje en een oriëntatietafel – vinden we na enig zoeken een door planten verscholen botanisch pad.
We volgen dit slingerend pad, dat rond één van de bergen draait.

Hier en daar hebben we een prachtig uitzicht over de Porcien (Picardië).
Op enkele plateau’s groeien orchideeën, maar die zijn al uitgebloeid.
Wel zijn er veel vlinders en vogels.
Het pad leidt naar een kleine col bij een watertoren, vanwaar we uitzicht hebben op het Camp Romain, een Gallo-Romeins oppidum.

We dalen de col af naar de D14, waarover we Sery bereiken.
We wandelen Sery binnen bij een picknickplaats naast de voormalige wasplaats.
De zon breekt door en we pauzeren in de aangename ochtendzon.
Op het grote dorpsplein vóór de 16e eeuwse kerk is een café-taverne, waar we een lekkere “grand café” drinken.
Op deze plaats lag vroeger de Romeinse weg van het Franse Reims naar het Duitse Keulen v.v.

Sery verlatend, beklimmen we via de D35 de Mont du Moulin, vanwaar we weer een prachtig uitzicht rondom, over Picardië krijgen.
We zien vlakbij ons ook twee boeren met tractoren een aanpalend graanstoppelveld bewerken.

Als we deze berg afdalen, belt onze zoon Jan Wijbe met de mededeling dat de Opleidingsexamencommissie van Stenden hogeschool diens besluit dat Jan Wijbe is afgestudeerd voor de bachelor-opleiding Media en Entertainment Management schriftelijk heeft toegezonden.
Prachtig nieuws, hier in dit zonnige, wijdse en glooiende veld.

Spoedig wandelen wij Hauteville binnen.
Langs de zijkant van een in de grote toegangsdeur gespannen net kan ik in de 19e eeuwse kerk komen.
In de kerk hangen enkele schilderijen en beelden, er is een natuurstenen Jacobsschelp met wijwater èn er zijn enkele grote en kleine glas-in-lood-ramen.

Voorbij de – in deze streek gebruikelijk - ommuurde begraafplaats van Hauteville nemen we een prima toegankelijke onverharde weg, die ons na enig klimmen tot boven op de heuvelkam leidt.
Dit kampad volgen we drie kilometer.
Onderweg eten we van de overrijpe, zoete bramen, die we in de bossage langs het pad vinden.
Het resultaat is uiteraard een paarse tong, maar de bramen smaken prima.
Het is de eerste keer dit jaar dat we ze plukken.
In de Ardennen, in de Belgisch-Franse grensstreek, waren ze enkele dagen geleden nog lang niet rijp, maar hier kunnen we ze al volop rijp vinden, plukken en eten.

Aan het eind van dit deel van de kamweg komen we bij Le Blancmont: de witte berg.
Hier is al jarenlang een kalkgroeve in gebruik en ook tegenwoordig wordt hier nog kalk aan de groeve onttrokken, zo te zien.

Als we de asfaltweg bereiken, vinden we weer een pelgrimsmijlpaal, waarop staat dat het vanaf hier nog 2.454 kilometer is naar Santiago de Compostela.
We steken de D946 over en komen dan over een breed, verhard pad langs een veld met papavers.

Naast een verderop gelegen graanveld pauzeren we in de luwte van het opgeschoten graan.
Dan volgt een lange, rechte, prima bewandelbare veldweg over het plateau van de Mont d’Ecly, over een afstand van ongeveer vier kilometer.
De lucht wordt steeds dreigender en het begint wat kouder te waaien, maar de rechts naast ons bebouwde graanvelden bieden tijdens het wandelen prima beschutting tegen deze wind, aangezien het pad iets lager ligt dan de graanvelden rechts van ons.
Tweemaal vliegt vlak naast ons een lawaaiig fladderende patrijs uit het meterhoge graan op, om een eindje verder weer op een veilige plek in het graan te landen.

Vandaag hebben we af en toe een korte zonnige periode.
Er waait doorgaans een warme wind, maar zo halverwege de middag slaat het weer merkbaar om.
We lopen vlot door en gaan spoedig óver de rand van het plateau, om vanaf daar af te dalen naar Château-Porcien, dat aan de rivier de Aisne ligt.
Tegenover het gemeentehuis van Château-Porcien steken we via de brug de Aisne over.

Onze auto staat op het eiland in de Aisne.
We lopen de auto echter voorbij, om eerst nog even te kijken bij de St. Thibault-dorpskerk, die ook op dit riviereiland staat.
De kerk en de kerktuin zijn helaas gesloten.
Het kerkportaal is jammerlijk beschadigd: beelden ontbreken en het beeldhouwwerk van het ronde portaal is nagenoeg geheel vernield.
De kerk maakt een verwaarloosde indruk.

Met de auto verlaten we Château-Porcien, om onze fietsen uit Justine te halen.
Tussen 10.15 -14.45 uur hebben we vandaag 17 kilometer gewandeld.
We zijn mooi op tijd klaar met wandelen, want als we in Justine de fietsen op de auto zetten, begint het te regenen.

woensdag 6 augustus 2008

Pelgrimeren van Signy-l'Abbaye naar Justine

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Signy-l’Abbaye naar Justine
Dinsdag 15 juli 2008 – 23,5 km.
Dag 40: 830,2 – 853,7 km.


Eerst rijden Durkje en ik met de auto en de twee fietsen naar Justine.
De auto laten we hier achter en we fietsen naar Signy-l’Abbaye.
Daar drinken we koffie op een terras tegenover de kerk èn halen we boodschappen voor deze wandeldag bij de plaatselijke supermarkt.

Om 10.45 uur vertrekken we bij de kerk en gaan we via de Place de la Mairie door de Rue du Chateau en lopen dan naar het kruis van de Conversen.
Dit 13e eeuwse kruis herinnert aan de slag tussen de mensen van de Graaf van Le Porcien en de Conversen (de lekenbroeders) en de monniken van de abdij.

Dan nemen we de bosweg van La Vénerie.
Bijzonder leuk is het dat we nu toch ook langs de Vénerie komen.
Het is een oud-jachthuis en is voorheen ook een vakantiecentrum geweest.
Dit is nu precies de plek waar ik negen jaar geleden met Pieter en Jan Wijbe ben geweest om hier de eclips (totale zonsverduistering) mee te maken in 1999.
Durkje en ik zoeken op dit terrein eerst de plek waar ik met onze beide zonen kampeerde, op wat toen voor twee dagen een noodcamping was.

Daarna lopen we langs de vervallen gebouwen van dit vakantiecomplex en tenslotte kijken we ook nog even op de grote centrale weide van dit vakantiecentrum, waar Jan Wijbe, Pieter en ik destijds samen met enkele honderden andere gelegenheidsbezoekers de totale zonsverduistering aanschouwden.
Leuk om Durkje zo ook en passant te kunnen laten zien waar wij in 1999 dit buitengewone natuurverschijnsel meebeleefden.

We lopen daarna langs de bosrand en zien dat in dit bos een fiks survivalkamp is aangelegd met onder andere hoog in de bomen opgaande attracties.
In de afdaling wandelen we boven het gehucht Librecy langs.

Vervolgens nemen we de bosweg van de boswachterij van St. Hubert.
Hier gaan we het uitgestrekte, 3.256 hectare grote, bos van Signy-l’Abbaye in, dat bestaat uit La Petite Forêt en La Grande Forêt, van elkaar gescheiden door de vallei van de rivier de Vaux.
Het is een dicht en diep bos op heuvels van drassig leem, waar een “oceaan van vochtigheid heerst”, aldus een Franse dichter.
De nationale bosdienst ONF heeft hier meerdere routes voor wandelingen en mountainbike-fietstochten uitgezet, dus we letten goed op waar wij af en toe van richting moeten veranderen om op de goede koers te blijven.
Voorbij een heel drassige plek komen we in een open ruimte in het bos, bij de vijver van La Héronnière (Héron betekent reiger).
Het is een sprookjesachtige plek midden in het stille bos.

We pauzeren hier op een picknickbank om wat te eten en te drinken.
Dan gaan we nog dieper het bos in, stijgend en dalend over slingerende paden, die over het algemeen prima toegankelijk zijn.
Na ongeveer twee kilometer volgen we over een traject van één kilometer een geasfalteerde bosweg, tot we uitkomen op het kruispunt Les Quatre-Frères.
Hier zien we een kruisbeeld van Jezus met onder het Jezusbeeld een Jacobsschelp, hèt symbool voor de pelgrims van Santiago de Compostela.

Vanaf hier gaan we het drassige bos van Haisault in.
We klimmen, tot we uitkomen op een open plateau.
We komen dan langs het gehucht La Besace, waar we weer even pauzeren.

Nu volgt nog eenmaal een boscomplex, waarvan het bospad ons naar een hooggelegen uitzichtspunt brengt, voorbij de rand van dit grote Forêt de Signy-l’Abbaye.

Vervolgens dalen we af naar het dorpje Lalobbe.
Dit dorp heeft de hier zo gebruikelijke vakwerkhuizen en heeft ook een kerkje met een 13e eeuwse portaal, met daarin een beeld van St. Lambertus.
We doorkruisen Lalobbe en steken bij het gehucht Norguemont het riviertje de Vaux over.

Nadat we ongeveer een halve kilometer langs de Vaux lopen, steken we de rivier weer over, om direct daarna aan de andere rivieroever het slingerende, stijgende en dalende pad te nemen, dat ons naar het gehucht La Ficelle voert.

Vlak vóór het dorpje La Neuville-les-Wasigny stijgt onze weg weer, waardoor we uiteindelijk boven dit dorpje onze weg vervolgen en hier ook aan de hoge zijde La Neuville-les-Wasigny weer verlaten.

Hierna lopen we over een holle weg tussen wijngaarden door en langs het kasteelpark naar het dorp Wasigny.
In het lagergelegen deel komen we eerst langs de voormalige wasplaats.
Daarachter is een picknickplaats, waar we pauzeren.
Voorbij de picknickplaats ligt de overloop van de Vaux.
We steken de Vaux niet over, maar lopen naar de vervallen en daardoor ook niet meer toegankelijke markthal uit 1741.
Het Heras-hekwerk moet dit fragiele bouwwerk de gevaarlijke toegang voor bezoekers beletten.
Van deze markthal gaan we verder naar het gemeentehuis (Mairie), met ervóór een oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de plaatselijke slachtoffers van de 1e Wereldoorlog van 1914-1918.
Gisteren was het Quatorze Juillet (14 juli), de nationaal vrije dag waarop alle Fransen ook hun oorlogsslachtoffers herdenken.

Buiten Wasigny volgen we de D11 in zuidwestelijke richting.
We passeren daar het oude station van Wasigny.
Verderop komen we langs een groot graanoverslagstation.
Twee vrachtwagens worden er geladen bij de silo.

Na een kilometer nemen we de vier kilometer lange veldweg naar Justine.
Dit veldpad is hier en daar behoorlijk overwoekerd door wilde veldplanten, wat het wandelen bemoeilijkt.
Toch is het een mooi stuk van dit traject van vandaag, zo heerlijk in de warme zon, die de temperatuur vandaag laat oplopen naar 24 graden Celcius.
Ons eindpunt van deze dag is de watermolen van Justine.

Daar staat onze auto.
We rijden naar Signy-l’Abbaye om daar onze fietsen weer te halen, alvorens we via de supermarkt van Renwez naar de camping in Les Mazures terugkeren.
Vandaag hebben we tussen 10.45 – 17.00 uur 23,5 kilometer gepelgrimeerd. Een prachtige, zomerse vakantiedag!