Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Juvigny naar Sogny-aux-Moulins
Donderdag 24 juli 2008 – 22 km.
Dag 47: 965,2 – 987,2 km.
Met de auto en de fietsen gaan Durkje en ik vanaf de camping eerst in zuidelijke richting naar Sogny-aux-Moulins.
Vervolgens fietsen we vanuit Sogny-aux-Moulins weer langs de camping en dan fietsen we van zuid naar noord door de hele stad Châlons-en-Champagne, naar het ten noorden van Châlons-en-Champagne liggende Juvigny.
Bij de entree van Juvigny laten we onze fietsen achter en gaan we rond 9.45 uur weer terug naar het droge aanvoerkanaal, waardoor vroeger het water vanuit Châlons-en-Champagne werd aangevoerd naar de waterkrachtcentrale van Condé-sur-Marne.
Het is heel apart om hier op de brug te staan boven een inmiddels dichtbegroeide, droge kanaalbodem.
We gaan met een brug over het riviertje de Gravelotte en lopen vervolgens ongeveer twee kilometer langs het voormalige aanvoerkanaal.
Daarbij zien we af en toe links tussen de bomen door een glimp van de vijvers van Le Lac des Grands Prés.
Daarna volgt een veldweg van zo’n twee kilometer, waarbij we zonder het te zien evenwijdig lopen aan het parallelkanaal van de Marne.
Rechts van ons hebben we hier een bosperceel en links veelal velden.
Vlak vóór de A26 passeren we aan de onze linkerzijde een zandafgraving met een petgat.
Daarna lopen we onder de A26 door.
Ruim een kilometer verder komen we aan bij een picknickplaats in Recy.
Op enige afstand zien we de Romaanse toren van de dorpskerk.
Bij Recy steken we eerst de brug van het oude aanvoerkanaal over en daarna de brug van het parallelkanaal van de Marne.
We volgen nu het geasfalteerde, schaduwrijke jaagpad en komen daarover uit bij de Pont de Saint-Martin-sur-le-Pré.
Aan de overzijde volgen we de onverharde boerenweg.
Links is het jaagpad langs het zijkanaal en rechts eerst een aantal akkers, waarvan er één is bebouwd met zonnebloemen.
Dichterbij Châlons-en-Champagne krijgen we aan onze rechterzijde allerlei volkstuinen, dichtbij de stad de oude, maar éérst nog een complex met allemaal nieuwe kavels, met op elke kavel een identiek tuinhuisje, hier en daar toch al weer aangepast aan de individuele wensen van de bezitters.
We lopen nu op Madagascar, een schiereiland van Châlons-en-Champagne, tussen het parallelkanaal en de Marne.
Van de oostelijke oever steken we diagonaal over naar de westelijke oever.
We wandelen dan een woning voorbij, waarvan het raam van de eetkeuken wijd open staat.
We groeten het oudere echtpaar dat daar aan de keukentafel zit te eten.
Het echtpaar groet terug, maar de vrouw roept er dan nog snel vragend achteraan of wij St. Jacobspelgrims zijn, hetgeen wij bevestigen.
Wij lopen door naar de grote stadsbrug over de Marne.
Hier steken we de Marne over.
Bij het treinstation willen we namelijk even pauzeren en bij de café-brasserie tegenover het station drinken we een kop koffie.
Wegens renovatiewerkzaamheden kan de kathedraal van Châlons-en-Champagne door ons niet worden bezichtigd.
Wel is in deze stad de Notre-Dame-en-Vaux te bezichtigen.
Deze grote centrumkerk is voor St. Jacobspelgrims zeker ook een aanrader.
Op onze rustdag van zaterdag 26 juli 2008 hebben wij deze kerk bezocht.
De kerk is in de bloeiperiode van de stad in het jaar 1150 vergroot.
In 1557 stortte deze kerk echter in, maar wonder boven wonder werd niemand daarbij gewond.
De kerk werd toen een beroemd bedevaartsoord en kreeg rijke glas-in-lood-ramen, waarvan er drie zijn gewijd aan de pelgrimage naar Santiago de Compostela.
De ramen 24 en 26 uit 1678 vertellen over het leven en over de legende van deze apostel.
Deze beide ramen komen uit de leprozerie Saint-Jacques (de voormalige inrichting voor melaatsen), die al sinds de 13e eeuw in Châlons stond.
Op raam nummer 27 uit 1525 is Sint Jacob majestueus afgebeeld met diverse pelgrimsattributen en tussen twee geknielde pelgrims.
Daarboven is de apostel te paard afgebeeld als Morendoder (matamore) in de slag bij Clavijo (Anno 844).
Weer terug over de brug, lopen we langs de Marne verder naar het zuiden.
Daarbij komen we ook langs een brede riverwater-overloop met een parallelle sluis.
De Marne heeft een sterke stroming.
Bij Le Jard – het complex van stadstuinen in Châlons-en-Champagne – steken we de punt over van de Engelse tuin.
Hier staat ook weer een officiële pelgrimsmijlpaal.
Daarop staat vermeld dat het vanaf hier nog 2.343 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Als we onder de rivierbrug van de N77 door zijn gelopen, volgt een bospad door Le Petit Forest, langs de oostoever van de Marne.
We lopen hier heerlijk in de schaduw.
Het is warm vandaag, maar wel met een verkoelende zomerbries.
Het is de hele dag onbewolkt en nu inmiddels al 27 graden Celcius.
Verderop wisselt het bospad steeds met een veldweg langs de bosrand, òf soms ook direct langs de oever van de Marne.
Op een open plek in het landschap bij La Tartelette komen we bij een meander van de Marne.
Aan de hoog en sterk afgekalfde oever is goed te zien dat de sterk stromende rivier nog regelmatig hele stukken oever wegslaat en zo het meanderen doorzet.
Steeds verder wijkt het pad daarna af van de Marne.
Op een gegeven moment zien we linksvoor ons de D80 vanuit Sarry met een brug over het parallelkanaal komen.
Die weg is ons eindpunt vandaag.
We lopen langs graanvelden verder.
Deels zijn die graanvelden geoogst en ruikt het warme stro - dat op de velden achterblijft - heerlijk in de volle zon.
Als we bijna bij de D80 arriveren, zien we de 13e eeuwse kerk van Sogny-aux-Moulins over een zonnebloemenveld heen uittorenen.
We beëindigen onze dagmars bij de D80 en wandelen via deze D80 naar Sogny-aux-Moulins, om onze daar geparkeerde auto af te halen.
Tussen ongeveer 9.45 – 14.15 uur hebben we vandaag weer 22 kilometer toegevoegd aan ons pelgrimspad.
Daarmee hebben we vandaag ook onze kampeerplek gepasseerd, zodat we de komende dagen - vanaf onze camping gerekend - alleen nog op het zuiden georiënteerd zullen zijn.
Met de auto en de fietsen gaan Durkje en ik vanaf de camping eerst in zuidelijke richting naar Sogny-aux-Moulins.
Vervolgens fietsen we vanuit Sogny-aux-Moulins weer langs de camping en dan fietsen we van zuid naar noord door de hele stad Châlons-en-Champagne, naar het ten noorden van Châlons-en-Champagne liggende Juvigny.
Bij de entree van Juvigny laten we onze fietsen achter en gaan we rond 9.45 uur weer terug naar het droge aanvoerkanaal, waardoor vroeger het water vanuit Châlons-en-Champagne werd aangevoerd naar de waterkrachtcentrale van Condé-sur-Marne.
Het is heel apart om hier op de brug te staan boven een inmiddels dichtbegroeide, droge kanaalbodem.
We gaan met een brug over het riviertje de Gravelotte en lopen vervolgens ongeveer twee kilometer langs het voormalige aanvoerkanaal.
Daarbij zien we af en toe links tussen de bomen door een glimp van de vijvers van Le Lac des Grands Prés.
Daarna volgt een veldweg van zo’n twee kilometer, waarbij we zonder het te zien evenwijdig lopen aan het parallelkanaal van de Marne.
Rechts van ons hebben we hier een bosperceel en links veelal velden.
Vlak vóór de A26 passeren we aan de onze linkerzijde een zandafgraving met een petgat.
Daarna lopen we onder de A26 door.
Ruim een kilometer verder komen we aan bij een picknickplaats in Recy.
Op enige afstand zien we de Romaanse toren van de dorpskerk.
Bij Recy steken we eerst de brug van het oude aanvoerkanaal over en daarna de brug van het parallelkanaal van de Marne.
We volgen nu het geasfalteerde, schaduwrijke jaagpad en komen daarover uit bij de Pont de Saint-Martin-sur-le-Pré.
Aan de overzijde volgen we de onverharde boerenweg.
Links is het jaagpad langs het zijkanaal en rechts eerst een aantal akkers, waarvan er één is bebouwd met zonnebloemen.
Dichterbij Châlons-en-Champagne krijgen we aan onze rechterzijde allerlei volkstuinen, dichtbij de stad de oude, maar éérst nog een complex met allemaal nieuwe kavels, met op elke kavel een identiek tuinhuisje, hier en daar toch al weer aangepast aan de individuele wensen van de bezitters.
We lopen nu op Madagascar, een schiereiland van Châlons-en-Champagne, tussen het parallelkanaal en de Marne.
Van de oostelijke oever steken we diagonaal over naar de westelijke oever.
We wandelen dan een woning voorbij, waarvan het raam van de eetkeuken wijd open staat.
We groeten het oudere echtpaar dat daar aan de keukentafel zit te eten.
Het echtpaar groet terug, maar de vrouw roept er dan nog snel vragend achteraan of wij St. Jacobspelgrims zijn, hetgeen wij bevestigen.
Wij lopen door naar de grote stadsbrug over de Marne.
Hier steken we de Marne over.
Bij het treinstation willen we namelijk even pauzeren en bij de café-brasserie tegenover het station drinken we een kop koffie.
Wegens renovatiewerkzaamheden kan de kathedraal van Châlons-en-Champagne door ons niet worden bezichtigd.
Wel is in deze stad de Notre-Dame-en-Vaux te bezichtigen.
Deze grote centrumkerk is voor St. Jacobspelgrims zeker ook een aanrader.
Op onze rustdag van zaterdag 26 juli 2008 hebben wij deze kerk bezocht.
De kerk is in de bloeiperiode van de stad in het jaar 1150 vergroot.
In 1557 stortte deze kerk echter in, maar wonder boven wonder werd niemand daarbij gewond.
De kerk werd toen een beroemd bedevaartsoord en kreeg rijke glas-in-lood-ramen, waarvan er drie zijn gewijd aan de pelgrimage naar Santiago de Compostela.
De ramen 24 en 26 uit 1678 vertellen over het leven en over de legende van deze apostel.
Deze beide ramen komen uit de leprozerie Saint-Jacques (de voormalige inrichting voor melaatsen), die al sinds de 13e eeuw in Châlons stond.
Op raam nummer 27 uit 1525 is Sint Jacob majestueus afgebeeld met diverse pelgrimsattributen en tussen twee geknielde pelgrims.
Daarboven is de apostel te paard afgebeeld als Morendoder (matamore) in de slag bij Clavijo (Anno 844).
Weer terug over de brug, lopen we langs de Marne verder naar het zuiden.
Daarbij komen we ook langs een brede riverwater-overloop met een parallelle sluis.
De Marne heeft een sterke stroming.
Bij Le Jard – het complex van stadstuinen in Châlons-en-Champagne – steken we de punt over van de Engelse tuin.
Hier staat ook weer een officiële pelgrimsmijlpaal.
Daarop staat vermeld dat het vanaf hier nog 2.343 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Als we onder de rivierbrug van de N77 door zijn gelopen, volgt een bospad door Le Petit Forest, langs de oostoever van de Marne.
We lopen hier heerlijk in de schaduw.
Het is warm vandaag, maar wel met een verkoelende zomerbries.
Het is de hele dag onbewolkt en nu inmiddels al 27 graden Celcius.
Verderop wisselt het bospad steeds met een veldweg langs de bosrand, òf soms ook direct langs de oever van de Marne.
Op een open plek in het landschap bij La Tartelette komen we bij een meander van de Marne.
Aan de hoog en sterk afgekalfde oever is goed te zien dat de sterk stromende rivier nog regelmatig hele stukken oever wegslaat en zo het meanderen doorzet.
Steeds verder wijkt het pad daarna af van de Marne.
Op een gegeven moment zien we linksvoor ons de D80 vanuit Sarry met een brug over het parallelkanaal komen.
Die weg is ons eindpunt vandaag.
We lopen langs graanvelden verder.
Deels zijn die graanvelden geoogst en ruikt het warme stro - dat op de velden achterblijft - heerlijk in de volle zon.
Als we bijna bij de D80 arriveren, zien we de 13e eeuwse kerk van Sogny-aux-Moulins over een zonnebloemenveld heen uittorenen.
We beëindigen onze dagmars bij de D80 en wandelen via deze D80 naar Sogny-aux-Moulins, om onze daar geparkeerde auto af te halen.
Tussen ongeveer 9.45 – 14.15 uur hebben we vandaag weer 22 kilometer toegevoegd aan ons pelgrimspad.
Daarmee hebben we vandaag ook onze kampeerplek gepasseerd, zodat we de komende dagen - vanaf onze camping gerekend - alleen nog op het zuiden georiënteerd zullen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten