vrijdag 8 augustus 2008

Pelgrimeren van Vitry-en-Perthois naar Blaise-sous-Arzillières

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vezelay
Van Vitry-en-Perthois naar Blaise-sous-Arzillières
Maandag 28 juli 2008 – 18,5 km.
Dag 50: 1022,2 – 1040,7 km.


Alweer een buitengewoon warme dag.
Vandaag loopt de temperatuur op tot 35 graden Celcius.
Als we even na 8.00 uur de camping verlaten, is het al 20 graden Celcius.
We brengen de auto naar Blaise-sous-Arzillières en fietsen dan naar het beginpunt in Vitry-en-Perthois.
Tegen 10.00 uur starten we in een nette nieuwbouwwijk van Vitry-en-Perthois, bij de bron van Sainte-Geneviève.

Daar dalen we af in de vallei van de rivier de Saulx.
Achter ons zien we dan de dorpskerk van Vitry-en-Perthois.
We gaan niet door het dorp, maar wandelen door de vallei van de Saulx nagenoeg over de 100 meter hoogtelijn langs de flank van de heuvelrug in westelijke richting.
Eerst is het een hier en daar drassig bospad, waar we af en toe worden gestoken door agressieve muggen, maar verderop is het een onverharde weg met aan beide kanten een soort volkstuincomplex.

We komen uit bij de Pont de Vaux, waar we ten noorden van Vitry-le-Francois de N44 over steken.
We komen nu bij de rivier de Marne, waarvan we een zijkanaal in zuidelijke richting volgen, totdat we bij een sluis arriveren.
We steken de sluisbrug over en lopen vervolgens op het smalle jaagpad langs het zijkanaal van de Marne.
Dat zijkanaal kruist een zijriviertje van de Marne, dat hier onder het zijkanaal door loopt.

Het jaagpad verlaten we bij de wijk Bas-Village van Vitry-le-Francois.
Bas-Village was vroeger de wijk van de schippers, die hier in 1637 op het toen al bestaande kerkhof de Saint-Nicolas-kerk bouwden.
Nadat deze kerk in 1944 bijna geheel werd verwoest, is de kerk herbouwd.
Alleen het portaal en de klokkentoren zijn nog origineel.

Langs de municipal camping lopen we de stad in.
Aanvankelijk moeten we voor het toiletbezoek op deze gemeentelijke camping betalen, maar als de beheerster ons vraagt waartoe wij in Vitry-le-Francois zijn, wil ze ineens beslist geen geld meer van ons hebben, als ze van ons hoort dat we pelgrimeren naar Santiago de Compostela.
Pelgrims hebben vaak een streepje voor, zo is onze ervaring tijdens onze pelgrims-wandeltochten.

We pauzeren in de schaduw op een bankje, bij een grote parkeerplaats.
Dan wandelen we ook dit Vitry uit, op de plaats waar we nog een doorkijkje naar de kerk de Notre-Dame van Vitry-le-Francois hebben.

Het kleine Vitry-en-Perthois, waar we vanochtend begonnen, is in 1544 door Karel V verwoest.
Frans I besloot daarop de stad zuidelijker te herbouwen en te hernoemen als Vitry-le-Francois.
De bewoners van het verwoeste Vitry-en-Perthois wilden echter op hun oude plek blijven wonen en zij herbouwden daar hun dorpje, dat toen eerst nog in de volksmond de naam Vitry-le-Brulé (de afgebrande) kreeg.
Frans I startte in 1545 op de plek van het toenmalige dorpje Maucourt de bouw van Vitry-le-Francois, volgens de tekeningen van de Italiaanse architect Geronimo Marini.
Toen deze nieuwe stad tussen 1940-1944 bijna geheel met de grond gelijk werd gemaakt, is de stad na de 2e Wereldoorlog geheel herbouwd, overigens volgens de originele plannen van de voormalige stadsarchitect Marini.
Wij wandelen over de Avenue de Paris de stad uit.

Daarbij steken we de Marne over, waar momenteel een nieuwe brug aan de noordzijde wordt gebouwd.
Als we vanaf deze avenue een bosperceel ingaan, laten we al heel snel het stadslawaai achter ons.
We lopen onder een spoorlijn door en daarna lopen we een halve kilometer langs deze spoorlijn.
Vanuit het oosten lopen we naar het dorpje Blacy.
Bij een doorwaadbare plaats in het riviertje de Guenelle steken we via een bruggetje de rivier over in de richting van Blacy.

Blacy heeft een 13e eeuwse Romaanse kerk.
Als we om precies 12.00 uur deze kerk passeren, worden de kerkklokken geluid.
Aan de rand van de bebouwde kom is met een stenen Jacobsschelp aangeduid waar we nu het veld in dienen te wandelen.
Op deze plek zien we een eindje verder - boven op de Mont Vignereux - ook een grote telecommunicatie-zendmast staan.

Van Blacy naar Glannes lopen we in de brandende zon en hebben we nauwelijks een briesje wind in het open veld.
Alleen maar doorlopen is de beste optie en al vrij snel komt het dorpje Glannes in zicht.
Even voorbij Glannes is een schitterende picknickplaats, waar we heerlijk in de schaduw rusten en lunchen.

Over een veldweg en daarna over het tracé van een voormalige spoorlijn komen we aan op een grote open ruimte, bij een café in het dorpje Huiron.
Omdat we zojuist al pauzeerden, gaan we direct door naar de relatief grote kerk van Huiron.
Dit is een voormalige Benedictijner abdij; een kerk met een dubbel schip, gescheiden door zuilen.
Jammer dat deze kerk niet open is.

Het lijkt wel een dorpenroute vandaag, want al vrij snel nadat we Huiron hebben verlaten, wandelen we via de D602 het volgende dorp – Courdemanges – binnen.
Ook hier weer een mooie 12e-16e eeuwse dorpskerk en onderweg de vermelding dat Courdemanges in 2007 Deux Fleur (zeg maar: 2 sterren) won als fleurig Frans bloemendorp (de Villages Fleuris).

Via de hoofdstraat steken we (evenals eerder bij Blacy) de D2 (weer) over en wandelen tot aan de aanduiding van de Mont Moret.

Dan volgt opnieuw een heet traject over een steeds stijgende, brede veldweg, tussen de uitgestrekte velden door, in zuidelijke richting, met de genadeloze zon recht vóór ons.
Rechts zien we in de verte een olieboorplatform en bijna op de top van de berg Moret komen we bij het militaire oorlogsmonument, een herdenkingsteken voor de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog hier ter plekke.

Vele kilometers achter ons zien we Vitry-le-Francois, Vitry-en-Perthois en op de horizon zelfs nog de grote, markante boom bovenop de Mont de la Fourche, waaronder we gisteren pauzeerden.
We maken hier nu wel een foto van dit hooggelegen monument, maar vanwege de extreme warmte is het bijna niet te doen, want het zweet breekt ons overal uit.

Dus snel weer door om tenminste een beetje wind te voelen.
Gelukkig komen we aan de top èn aan de zuidzijde van de Mont Moret meer in de wind.
Zo wordt het wandelen ook weer aangenaam.
Aan de voet van de Mont Moret gaan we nog verder over een veldweg in zuidelijke richting.
Met ons eindpunt in zicht, gaan we nogmaals omhoog, naar de Pire Mont.
Vanaf hier kunnen we nu ook in zuidelijke richting heel ver zien.
We passeren een graanstoppelveld, waarop de grote strorollen klaar liggen om van het land te worden gehaald.

Verderop zien we een ander olieboorplatform, nu met een Jaknikker erop.
Als we denken dat we de afdaling in kunnen zetten, passeren we een grote watertank, waarop staan dat we nog 700 meter verder moeten en dan pas de eerstvolgende weg linksaf moeten gaan.
In het graanstoppelveld dat we dan passeren, zien we twee grote kooien staan, waarin enkele kraaien zijn gevangen.
En dan is het moment gekomen waarop we vanaf de Pire Mont de afdaling in kunnen zetten, via een smal – en ter plekke niet aangeduid – pad tussen de velden door.

Om 14.00 uur lopen we het dorp Blaise-sous-Arzillières binnen.
Hiermee zit ons dagtraject van 18,5 kilometer erop, maar hiermee komt ook een eind aan onze wandelvakantie van 19 wandeldagen, waarin we totaal 360 kilometer pelgrimspad hebben gelopen.
De laatste wandeldag was een heel representatieve dag, want veel aspecten van de afgelopen weken zaten in dit dagtraject.
Ook het feit dat we vandaag door een kleine stad en door betrekkelijk veel mooie dorpjes kwamen, maakt dat deze dag een hele mooie is.

Dit was onze 50e pelgrimsdag, waarmee we volgens de gebruikte wandelgidsen op een kilometerstand van exact 1.040,7 gewandelde kilometers komen.
Ons eindpunt vandaag wordt ons startpunt voor de eerstvolgende keer: Blaise-sous-Arzillières.

Geen opmerkingen: