dinsdag 31 augustus 2010

Klaas Hempenius exposeert in Gemeentehuis te Stiens

Dinsdag 31 augustus 2010

In de negentiger jaren waren Klaas Hempenius en ik beiden bestuurslid van de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs in Leeuwarderadeel, waarvan de twee christelijke basisscholen van Stiens èn de christelijke basisschool van Britsum uitgingen. Na de fusie van de Stienser scholen, resteren nog twee scholen onder dit bestuur, te weten: één in Stiens èn de school van Britsum. In zo'n bestuursperiode heb je regelmatig contact met elkaar, maar dat wordt minder frequent zodra je bestuursperiode ten einde is gekomen. Toch was het niet moeilijk om Klaas Hempenius te blijven volgen, want hij exposeert regelmatig, óók in onze regio en in ons dorp.

In het leven van Klaas Hempenius spelen twee zaken een grote rol, te weten: muziek en tekenen. Wegens zijn werkzaamheden als technicus was hij in de afgelopen jaren veel onderweg, ook in het buitenland. Na het werk liep hij ’s avonds de steden door waar hij verbleef, om te zien wat daar aan kunst was te bewonderen. Zijn werk was veelal in het buitenland, en als er een galerie in de buurt was, nam hij wel eens fotomateriaal mee van zijn eigen schilderkunst en vroeg hij of hij daar een expositie mocht inrichten. Meestal kreeg hij daarvoor toestemming en dan moest er ook nieuw werk voor zo'n expositie worden gemaakt. In het begin had hij vooral exposities in Nederland, maar als hij voor zijn werk naar het buitenland ging, zat zijn showmap als eerste in zijn reiskoffer. Hij speelt tevens muziek, schrijft veel muziek voor koren en orkest en volgde ook een muziekdirectiecursus in Hilversum.

In Nederland exposeerde Klaas Hempenius onder andere in het Gemeentehuis van Ferwerderadeel en Leeuwarderadeel en in Hogebeintum. In Leeuwarden bijvoorbeeld bij Galerie Eewal, in de Kunstuitleen, in het Oranjehotel, bij De Tem Galerie, in Parkhove, bij St. Josef, in Abbingahiem en in het Fries Museum. Exposities in het buitenland vonden onder andere plaats in Asolo Italië, in St. Pierre de Chartreuse, in Grenoble en bij de Technische Universiteit te Caïro.

Tot en met 30 september 2010 kunnen een aantal kunstwerken van Klaas Hempenius worden bezichtigd tijdens zijn expositie in het gemeentehuis van de gemeente Leeuwarderadeel in Stiens. Tijdens de openingsuren van het gemeentehuis kan deze expositie worden bezocht in de ontvangsthal van dit Stienser gemeentehuis.

maandag 30 augustus 2010

Parkethuis Stiens in Stiens

Maandag 30 augustus 2010

Stiens kent een aantal woninginrichtingsbedrijven. Eén daarvan is het “Parkethuis Stiens” van Roelinga & Groenje, gevestigd aan de Seedûker op het Stienser bedrijventerrein Middelsee. Voorheen was Parkethuis Stiens gevestigd in het centrum van Stiens, aan de voet van de toren van de oude Sint Vituskerk, maar enkele jaren geleden verhuisde deze onderneming naar een veel groter pand op het genoemde bedrijventerrein aan de noordwestzijde van Stiens. De Volkswagen Transporter-bedrijfswagen van Parkethuis Stiens is in ons dorp een bekende verschijning in haar verschillende woonwijken.

De aanschaf van een nieuwe vloer in huis is een belangrijke keuze voor jaren. Reden te over om het in één keer goed doen. Door Parkethuis Stiens letterlijk en figuurlijk in huis te halen, haal je een kwaliteitsproduct, vakmanschap en service in huis, zo stellen de eigenaren. Een goed vloeradvies is aan te raden alvorens tot aankoop over te gaan.

Bij Parkethuis Stiens kun je terecht voor nieuwe vloeren, voor renovatie en voor vakkundig onderhoud van je vloer. Voor de volgende soorten vloeren kun je hier terecht: Parket, Laminaat en Kurk. Voor elk type vloer is het leveren van passende afwerkingsmaterialen en onderhoudsproducten mogelijk. Het pakket artikelen en diensten wordt door deze ondernemers geleverd met als “selling points”: Ambachtelijk, Kwaliteit en Gedegen Advies.

zondag 29 augustus 2010

Helling in Stiens

Zondag 29 augustus 2010

De Helling is een bijzonder vormgegeven straat in de woonwijk It Aldlân te Stiens. Deze straat is namelijk geheel gelegen op een schiereiland in deze wijk, als het ware omarmd door de Kletsefeart. Alleen vanuit het Skûtsje is deze straat over land toegankelijk. De Helling is de zuidelijke zijstraat van het Skûtsje. Vanaf het Skûtsje rijd je via een dam over de Helling het schiereiland op. Op de dam passeer je het kunstwerk dat beeldend kunstenaar Henk Rusman maakte in opdracht van bouwbedrijf Lont. Dit is de projectontwikkelaar, die in het jaar 2002 startte met de bouw van alle woningen op dit schiereiland in de Kletsefeart.

Als je het schiereiland op komt, kun je linksom of rechtsom rondrijden over de Helling. In het midden van deze ring is een groenvoorziening van de gemeente en op de buitenring tussen de woonstraat en de Kletsefeart staan alle woningen. De meeste woningen staan geschakeld. Van alle woningen loopt de tuin aan de buitenring door tot aan de oever van de Kletsefeart.

Het woord “helling” kent verschillende betekenissen. Zo hebben heuvels en bergen een helling en kennen we in de geologie hellingen van gesteentelagen. Ook in de wiskunde is de helling een bekend begrip. Voor Stiens heeft het woord echter een andere betekenis. Hier is “Helling” namelijk bedoeld als een onderdeel van een scheepswerf. Een scheepshelling is de droogzetinstallatie, waarop schepen en/of andere drijvende objecten op het droge getrokken kunnen worden om bijvoorbeeld te worden schoongemaakt of gerepareerd. Op scheepshellingen worden ook nieuwe schepen gebouwd.

zaterdag 28 augustus 2010

Tussen Dokkum en de zee

Zaterdag 28 augustus 2010

Het fotoboek "Tussen Dokkum en de zee" geeft in 70 foto's een prachtig beeld van de Friese gemeente Dongeradeel. De publicatie uit het jaar 2009 is een initiatief van deze gemeente en is uitgegeven ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan op 1 januari 2009.

De foto's zijn gemaakt door Dolf Kessler. Hij beschouwt Dokkum als het charmante, culturele en economische centrum, met daar het platteland met al haar dorpen omheen; met als extra accent dat de gemeente ligt aan de Waddenzee. In zijn fotoserie concentreert deze fotograaf zich op de elementen waarin Dongeradeel zich onderscheidt van de omliggende gemeenten. Het Friese landschap en het maatschappelijke leven staan daarbij centraal. Kessler laat met dit fotoboek zien wat de tijd met het uiterlijk van het noordfriese landschap, met haar dorpen en met de stad Dokkum heeft gedaan. Hij wil ons laten zien hoe mooi de gemeente Dongeradeel met haar stad, de dorpen en de Waddenzeekust is.

Dit fotoboek is ingedeeld in drie onderwerpen, te weten:
1. Het platteland, met foto's van bijvoorbeeld: akkers, gebouwen, vee, wegen, bedrijvigheid en over recreatie;
2. De stad Dokkum, met foto's van bijvoorbeeld: winterpret, straatbeelden en hoogtijdagen;
3. Het Wad, met foto's van bijvoorbeeld: verblijfsrecreatie, seizoensbeelden, vergezichten en waterkeringen.

vrijdag 27 augustus 2010

Start nieuw seizoen van Students @ Stenden

Vrijdag 27 augustus 2010

De hele week is het een drukte van belang in de Leeuwarder vestiging van Stenden hogeschool. Het is deze week namelijk Studiestartweek voor eerstejaars studenten. Ouderejaars studenten en medewerkers van de hogeschool bieden deze beginnende studenten gedurende de hele week een gevarieerd introductieprogramma aan, waarbij kennismaking met de hogeschool, met de opleiding, met het onderwijsmodel, met de studentenvereniging, kennismaking met elkaar en met de stad centraal staan.

Er zijn onder andere activiteiten binnen de hogeschoolgebouwen, buiten op de kenniscampus en in het centrum van de stad. Een nachtelijke kennismaking met Leeuwarden als uitgaanscentrum hoort er natuurlijk ook bij.

Van de activiteiten worden door diverse studententeams van de Stenden-opleiding Media en Entertainment Management mediaregistraties gemaakt. Elke dag verschijnt een magazine, de zogenaamde "Stenden Daily"; ze liggen overal in de school voor het oprapen. Ook worden filmopnamen gemaakt van activiteiten en worden interviews afgenomen.

Stenden hogeschool heeft deze week ook haar eigen televisiezender, genaamd: "SSW TV". De uitzendingen van deze "Stenden Studie Start Week Televisie" kunnen worden gevolgd op de televisieschermen in Stenden hogeschool te Leeuwarden. De televisieuitzendingen zijn ook te volgen via Youtube, Twitter, Hyves en via de Leeuwarden lokale omroep Mercurius.

donderdag 26 augustus 2010

Start nieuw seizoen van de Basisscholen in Stiens

Donderdag 26 augustus 2010

Basisschoolkinderen zijn momenteel nog vol van hun ervaringen van de zomervakantie en van de spanning die een nieuw begonnen schooljaar met zich meebrengt. Veel kinderen lopen of fietsen sinds afgelopen maandag in Stiens een voor hen nieuwe route naar een voor hen wellicht ook nieuwe school. Andere verkeersdeelnemers worden na een periode van zes weken vóór en na de schooltijden weer geconfronteerd met schoolgaande kinderen op de weg. Dat is dus voor iedereen die de weg op gaat weer even wennen.

Ze hangen overal: de spandoeken met de tekst "De scholen zijn weer begonnen". Zo ook in Stiens. De gemeente Leeuwarderadeel wijst elk jaar de inwoners van Leeuwarderadeel en de overige passerende verkeersdeelnemers op het feit dat de zomervakantie van de scholen weer voorbij is en maakt daarmee de weggebruikers erop attent dat vier maal per dag grote aantallen kinderen en hun ouders/verzorgers ook gebruik maken van dezelfde weg om van huis naar school danwel van school naar huis te rijden en/of te wandelen.

Maar de gemeente Leeuwarderadeel heeft afgelopen zomer nog iets extra's gedaan om de verkeersonveiligheid voor kinderen te minimaliseren. Aan weerszijden van de Pim Mulierwei in Stiens staan twee basisscholen. Eén van die basisscholen staat langs de voormalige spoorlijn van Leeuwarden naar Stiens. Vlakbij de oude spoorwegovergang in de Pim Mulierwei is enkele jaren geleden een voetgangersoversteekplaats gemaakt met een versmalde rijstrook voor het autoverkeer in het centrum van de beide rijbanen. Grote aantallen kinderen steken hier op schooldagen dagelijks viermaal over.

Aan die oorspronkelijke verkeersremmende maatregel in de Pim Mulierwei is in de afgelopen zomer een extra voorziening aangebracht om het passerende verkeer er nog nadrukkelijker op te wijzen dat het hier gaat om een veelgebruikte voetgangersoversteekplaats voor passerende basisschoolkinderen. Zes opvallend gekleurde palen zijn op de oversteekplaats geplaatst. Eén van die palen is een extra hoge paal met daarop een grote hand met daarop twee overstekende voetgangers afgebeeld. Door deze toevoeging van zes zuilen is het voor al het passerende verkeer wel heel duidelijk dat dit een plek is om extra alert te zijn.

En wat kunnen wij als weggebruiker nog meer doen?

Kinderen gedragen zich anders dan volwassenen in het verkeer. We moeten er rekening mee houden dat kinderen geen minivolwassenen zijn. Ze kunnen heel veel dingen nog niet, zoals vanuit hun ooghoeken kijken. Of ze weten nog niet precies waar geluiden vandaan komen. De belangrijkste activiteit van kinderen is bovendien spelen en ze denken vaak niet na voordat ze iets doen. Daardoor kunnen ze plotseling oversteken, ineens uitwijken of andere onverwachte dingen doen. Op onze hoede zijn en onze snelheid aanpassen - vooral in de omgeving van scholen - zorgt voor een grotere veiligheid van kinderen in het verkeer.

woensdag 25 augustus 2010

Start nieuw seizoen van NBG-Regio Noord

Woensdag 25 augustus 2010

Vanmiddag en vanavond komen alle rayoncoaches en alle regioteamleden van Regio Noord van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) bijeen in De Oase te Drachten. Deze jaarlijkse bijeenkomst luidt het begin in van het nieuwe seizoen voor alle vrijwilligers en ander medewerkers van het Nederlands Bijbelgenootschap in Regio Noord, bestaande uit de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland-Noord, gecoördineerd door regiocoördinator Henk Ruiter. Als ik aan het eind van de middag arriveer, zijn de eerste twee programmaonderdelen reeds verzorgd door Lydia van der Meer, de coördinator Bijbelgebruik bij het NBG. Lydia heeft dan al een presentatie verzorgd over de werkzaamheden van de sectie Bijbelgebruik en heeft de aanwezige deelnemers verder toegerust op de vaardigheid om een presentatie te verzorgen voor het NBG.

Het tweede deel van de middag wordt verzorgd door Joyce van de Veen, de manager fondsenwerving en communicatie van het NBG. Joyce verzorgt een presentatie over het buitenlandwerk van het NBG. Ze vertelt welke internationale Bijbelprojecten het Nederlands Bijbelgenootschap steunt en hoe dat wordt gedaan. Ze gaat specifiek in op de nieuwe samenwerkingsvorm van het NBG en het Amerikaanse Bijbelgenootschap met de drie Bijbelgenootschappen in West-Afrika van de landen Benin, Burkina Faso en Togo. Haar presentatie wordt afgesloten met een videopresentatie over het werkbezoek van Joyce aan China, waar het NBG ook ondersteuning verleent in het Bijbelwerk ten behoeve van Chinese geloofsgemeenschappen.

Na de gezamenlijke maaltijd wordt de avondbijeenkomst verder voortgezet als zakelijke vergadering, waarin allerlei punten aan de orde komen die te maken hebben met het opstarten en het uitvoeren van alle NBG-werkzaamheden in de hele regio voor het komende seizoen. Aan de orde komen onder andere: de Bijbel10daagse, de Activeeractie, de Wervingscampagne en het programma van de Rayonontmoetingen die de komende weken in alle afzonderlijke rayons van Regio Noord zullen worden gehouden.

Aan het eind van deze avondbijeenkomst krijgen alle rayoncoaches de gelegenheid om aan elkaar één en ander te vertellen over het nieuws uit de eigen rayons. Dat is een soort halen- en brengen-sessie, waarbij ruimte is voor het delen van successen en het aan elkaar voorleggen van praktische kwesties waarvoor een collega-rayoncoach wellicht uitkomst kan bieden. Tenslotte is er gelegenheid om in informeel verband nog even met elkaar na te praten over het mooie Bijbelwerk dat ons allen bindt.

dinsdag 24 augustus 2010

Start nieuw seizoen van Stichting Jabikspaad Fryslân

Dinsdag 24 augustus 2010

De zomervakantie is weer achter de rug, dus ook voor het bestuur van de Stichting Jabikspaad Fryslân "binne de knyntsjedagen wer om". Het stichtingsbestuur opent vandaag met haar eerste bijeenkomst het nieuwe vergaderseizoen. Een boeiend jaar hebben we voor de boeg, onder andere omdat het komende seizoen in het teken zal staan van de voorbereiding en de start van het "Pelgrimscentrum Sint Jacob" dat we in samenwerking met het Nederlands Genootschap van Sint Jacob willen gaan openen in de Groate Kerk te Sint-Jacobiparochie. De Groate Kerk staat nu nog in de steigers, omdat eerst de bouwkundige voorzieningen moeten worden aangebracht om over enkele maanden het toegangsportaal van dit bijzondere bouwwerk te kunnen inrichten als pelgrimscentrum. Een belangrijk deel van onze vergadering bespreken we de voortgang van alle voorbereidende handelingen van ons eerste pelgrimscentrum voor Noord-Nederland.

Bij aanvang van deze vergadering bespreken we de wijze waarop we de benaderde nieuwe kandidaat-bestuurders zullen gaan introduceren in het werk van onze stichting en van onze stichtingsbestuurders. We prijzen ons gelukkig met deze kandidaten, die hun belangstelling voor een aanstaande bestuursfunctie inmiddels hebben uitgesproken. Met een terugblik op de resultaten van onze laatste twee bestuursbijeenkomsten van vóór de zomervakantie pakken we vanavond de draad weer op om een doorstart te maken op uiteenlopende acties die in de afgelopen maanden in gang zijn gezet. We prijzen ons ook gelukkig met de reacties en de tips die we van verschillende zijden via telefoon, persoonlijke contacten en via email hebben ontvangen van pelgrims uit Fryslân en van buiten onze provincie.

Mooi om te merken dat ons werk door velen wordt gewaardeerd. Zo zijn we zijn ook blij met het 24 pagina's dikke magazine, dat de Friese educatieve dienstverlener Cedin dit jaar uitgaf als lees- en werkboek "Onderweegs op 't Jabikspâd" voor de bovenbouwgroepen van alle Bildtse basisscholen.

We bespreken de nieuwsitems die we zullen opnemen in onze eerstvolgende Nieuwsbrief. Er is veel op en rond het Jabikspaad gebeurd in het afgelopen half jaar, dus de komende Nieuwsbrief zal daarvan een gevarieerde afspiegeling worden.

Sinds afgelopen voorjaar bestaat het Jabikspaad Fryslân tien jaar. In die jaren is het Jabikspaad letterlijk en figuurlijk goed op de kaart gezet. Het aantal wandelaars en pelgrims dat het Jabikspaad bewandelt, vertoont een stijgende lijn. We zullen in de komende jaren een nieuwe fase in gaan van onderhoud, verfraaiing, vernieuwing en doorontwikkeling van dit pelgrimspad. We bespreken vanavond op welke wijze we daarbij de Friese en de Overijsselse gemeenten gaan betrekken om ook met hun steun samen verder vorm en inhoud te geven aan de voortgaande "aankleding" van dit langeafstandspad, dat het Noordnederlandse starttraject is van de internationale pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, waarvan de eerste 150 kilometers zich een wandelweg baant door een groot aantal gemeenten in Fryslân en Overijssel.

maandag 23 augustus 2010

Start nieuw seizoen van Regiocomité Fryslân

Maandag 23 augustus 2010

Na het zomerreces komt het Regiocomité Fryslân van de Vereniging VU-Windesheim weer bijeen in Stenden University Hotel te Leeuwarden. In de zomerperiode is de programmering van onze komende publieksactiviteiten doorgegaan, om goed voorbereid te kunnen starten in dit nieuwe seizoen. Om 17.00 uur worden alle Regiocomitéleden ontvangen in de lobby van het hotel, waarna we in de hotelbar Topaz onze zomervakantieërvaringen kunnen uitwisselen tijdens het nuttigen van een warme maaltijd. Aansluitend gaan we naar de vergaderzaal, waar we uitgebreid stilstaan bij het afscheid van ons regiocomitélid en VU-alumna Ines Jonker, die na enkele jaren haar vrijwilligerswerk in ons regiocomité helaas beëindigt. We kunnen in elk geval nu gebruik maken van de gelegenheid om haar hartelijk te bedanken voor het goede werk dat ze in ons midden heeft verricht.

Tegenover dit afscheid staat gelukkig het feit dat onze vergadering vanavond ook wordt bijgewoond door Govert Geldof, die momenteel nog lid is van het Regiocomité Overijssel, die wegens zijn verhuizing naar Fryslân dit jaar aftreedt in dat Overijsselse comité en die zich vanavond oriënteert op een mogelijke overstap van dat Overijsselse comité naar het Regiocomité Fryslân. Na alle openingshandelingen van deze vergadering kunnen we beginnen met de inhoudelijke twee agendaclusters: Verenigingszaken & Publieksactiviteiten.

Eerst evalueren we de Landelijke Ledenraadsvergadering die drie Ledenraadsleden van ons regiocomité hebben bijgewoond op 25 juni 2010. We blikken terug op onze voorbereidingen daartoe, op het verloop van dit overleg en op de resultaten van deze halfjaarlijkse Ledenraadsvergadering. Vervolgens bespreken we de twee nieuwe voordrachten, die hopelijk zullen leiden tot uitbreiding van het aantal leden van ons regiocomité. Tenslotte passeren enkele documenten die in Verenigingsverband zijn ingekomen èn evalueren we de Aluminibijeenkomst die we op 7 juni 2010 organiseerden bij de Fryske Akademy te Leeuwarden.

Daarna bespreken we onze nieuwe publieksactiviteiten van VU-Connected, waarmee we ons komende seizoen vorm en inhoud zullen geven. Eind september 2010 organiseren we samen met Talma Veenwouden een symposium over "Dagbehandeling als anker in de keten dementie". In oktober en november 2010 organiseren we samen met het Friesch Dagblad en Tresoar twee Debatcafé's over de "Inrichting van de openbare ruimte" en over de "Bureaucratie in de zorg". In oktober 2010 organiseren we aansluitend aan de Statutaire Ledenvergadering Fryslân onze jaarlijkse publieke Sminialezing, dit jaar handelend over Palliatieve Zorg. Voorts zijn er nog plannen voor een symposium, een themadiner en een tweetal tentoonstellingen, waarvan de ene wordt ingeleid met een regionale of landelijke manifestatie over "Tsjernobyl 25 jaar na dato" en de andere met een lezing over "Zilverwerk op oude Bijbels". Goede plannen en de nodige expertise en enthousiasme in het regiocomité zijn ook dit jaar weer de ingrediënten voor ons aantrekkelijk en gevarieerd seizoensprogramma. We zullen ons best doen om er dit jaar weer iets moois van te maken.

woensdag 18 augustus 2010

Hollandse avondlucht boven de Bildtse klei

Woensdag 18 augustus 2010

Teruggekomen van vakantie kun je weer genieten van al het ogenschijnlijk zo gewone.
Zo gaat vanavond de zon weer in het westen onder, maar in het noordoosten neemt de lucht dreigende vormen en kleuren aan.
Langzaam verschijnt een vurige gloed in het westen, van achter en onder de zware wolken.
Een kleurenschouwspel boven de Monnikebildtdijk, met op de horizon het zicht op Oude Bildtzijl.

Ondertussen passeert ons een eenzame (race)fietser over de Monnikebildtdijk.

Doet me even denken aan de aloude song van Boudewijn de Groot:

Hoe sterk is de eenzame fietser
die kromgebogen over zijn stuur
tegen de wind
zichzelf een weg baant?

dinsdag 17 augustus 2010

Pelgrimeren van Nogeas naar Oradour-sur-Vayres

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Nogeas naar Oradour-sur-Vayres
Vrijdag 13 augustus 2010 – 22 km.
Dag 89: 1873 – 1895 km.

Om 6.30 uur staan we weer op. Buiten is het zwaarbewolkt en 11 graden Celsius. Durkje en ik brengen om 7.30 uur de auto vanuit Aix-sur-Vienne eerst naar Oradour-sur-Vayres. Daarna fietsen we in 2 uren naar Nogeas. Daar ontmoeten we bij toeval de Franse wandelende dame, die wij gisteren tussen Moulin de Tarn en Tarnaud ontmoetten, toen zij ons bij de Vienne de weg wees. Een andere dame vergezelt haar nu als wandelmaatje. Als we de fietsen in Nogeas stallen, loopt ze met die andere vrouw snel wandelend langs ons over de D17. We vertellen hen nog even waar we vandaag heen wandelen en als zij weer verder lopen, wensen ze ons “bonne route”. Om 10.15 uur begint onze laatste tocht van deze wandelvakantie 2010 vanuit Nogeas. Via de D17 en twee asfaltwegen wandelen we naar een bosperceel. Op een akker is een groepje mensen handmatig aardappelen aan het rooien.



Als we het bos uit komen, naderen we het gehucht Les Betoules. Vlak vóór Les Betoulles gaan we over een veldpad naar beneden, tussen heggen en weilanden door. Het gaat verder langs een weiland en een bosrand. Voorbij de afrastering van een vijver gaan we klimmend over een bospad het bos in. Zoals op zoveel plaatsen in Frankrijk is ook hier een oude auto in de natuur gedumpt. De natuur heeft de auto bijna overwoekerd. Na een onverharde weg komen we over een asfaltweg in het gehucht Le Bur.

Na een landbouwweg gaan we weer een stuk door een boomwal. Daar vinden we een bijzondere plant. Het lijkt wel een opengevouwen banaan, echter niet geel, maar vuurrood. De vlekken die erop zitten, lijken op verteerde insekten. Wat het precies is, weten we niet, maar een zeldzame plant lijkt het wel te zijn. Via een asfaltweg lopen we westwaarts naar het gehucht La Ribière. We lopen door in de richting van de molen van La Ribière, maar moeten al voor Le Moulin de la Ribière linksaf over een stenige weg het bos in. Eerst passeren we een aantal velden. In één van die weilanden graast een kudde schapen, nabij een oude laadbak van een vrachtwagen, waar ze desgewenst in kunnen verblijven.

Dan dalen we en steken we een smalle beek over via twee grote platte stenen. Het pad gaat verder door het bos en langs heggen. Als we bij de boerderij van Charlet komen, lopen we om het erf heen om op de doorgaande asfaltweg te komen. Dan gaan we weer het bos in, wandelen langs een akker en vervolgen onze weg over een stenige weg tussen verschillende weilanden en akkers door. Links van ons komt uit het weiland een kudde jongvee in draf. De pinken lopen met ons op en gaan aan het eind van het weiland keurig in het gelid naar ons staan kijken.

Daarna arriveren we in het gehucht La Ville. Daar pauzeren we op een stenen bankje tegen de gevel van een huis. Op de plaats waar je La Ville uit loopt, loop je Nieul binnen. Na de D34 volgt een karrenspoor. We steken een beek over en gaan over een begroeide weg langs de beek. We steken de D21 over en passeren een watertoren alvorens we het gehucht Les Gentes binnenwandelen. We lopen onder het dorp Saint-Laurent-sur-Gorre door en laten dit dorp achter ons over de D21a. Dan steken we ook de beek La Gorre over. Via een onverharde weg komen we langs een recreatieveld. Daarna volgt een stenige weg en via een asfaltweg gaan we verder naar het gehucht Le Colombier. Voorbij dit gehucht dalen we om een beek over te steken. Daarna klimmen we over een karrenweg naar het plateau aan de overzijde van de beek. Via de D21a komen we dan in het gehucht Mons.

Daarna gaat de weg verder tussen een bos en weilanden. Op een veelsprong bij de D699 gaan we het bos weer in over een onverharde weg, tot aan één van de beide huizen van het gehucht Négralat. Tegenover het andere huis van dit gehucht nemen we een onverharde weg omlaag, dat ons naar het gehucht Les Jarosses leidt. Dit is een mooi voorbeeld van een klein Frans gehucht, waarvan het merendeel van de oude huizen vervallen en onbewoonbaar is. Het eerste pand dat we voorbij wandelen, is waarschijnlijk gekocht door Britten, zoals dat hier in deze regio zoveel gebeurt. Er staat een auto met een Brits kenteken in de tuin en een man en een vrouw zijn aan het werk met een nieuw kozijn in één van de vensters. Verder is het hier stil in het gehucht, heel stil. Als we op het deksel van de centrale waterput plaats willen nemen voor een rustpauze, begint een hondje in het huis ertegenover enige tijd te blaffen. De ronde putrand waarop we plaatsnemen, is gemaakt van één stuk steen. Het ronde putdeksel past precies in de ronde putrand. Zolang we hier zitten, zien we niemand en horen we niemand. Een nagenoeg verlaten gehucht op het al zo stille Franse platteland.

Via asfaltwegen wandelen we daarna door naar het gehucht La Pouméroulie. Hier is meer leven in de brouwerij. Ook hier weer enkele auto’s met Britse kentekens. Twee Britten in een passerende auto groeten ons in het Frans als ze langzaam langs ons rijden. Hier en daar staan speeltoestellen van kinderen op erven. Bijna overal hangt was buiten. Enkele huizen worden zichtbaar opgeknapt. Het is bijna een Britse enclave op het Franse platteland. Zou hier een overijverige Britse makelaar aan het werk zijn geweest om Franse huizen aan Britten te verkopen? We dalen en lopen tussen twee vijvers door. Via een bosweg en een begroeide weg zien we op een gegeven moment rechts van ons een drooggevallen bosmeertje in de buurt van Les Brosses. Het beekje dat normaal gesproken in de bovenliggende punt water levert aan dit meertje staat ook helemaal droog. Een vreemd gezicht, zo’n meertje zonder water.

Vervolgens steken we de D901 over en vervolgen onze weg over asfalt, een begroeide weg en een stenige weg tot in het gehucht Fougeras. Een groep mannen, vrouwen en kinderen is op een hoger gelegen akkertje samen met korven aardappelen aan het rooien. We krijgen een sms-je van het thuisfront, dus moeten even stoppen om te reageren. Nogmaals komen we bij de D901. We steken niet over, maar gaan met een haakse bocht weer van deze weg af. Het laatste deel van deze dagmars gaat over een stenige weg, waarbij we enkele kleine kruisende wegen oversteken. Zo arriveren we na enkele honderden meters op het voormalige emplacement van het oude station van Oradour-sur-Vayres. Dit is het eindpunt van onze wandeling van vandaag, maar tevens ook het einde van de wandelvakantie van dit jaar.

Af en toe brak de zon vandaag even door. Uiteindelijk liep de temperatuur op tot 21 graden Celsius. Tussen 10.15 uur en 15.30 uur hebben we vandaag 22 kilometer afgelegd. Met de auto rijden we eerst naar Nogeas, waar we onze fietsen afhalen. Tenslotte rijden we weer terug naar de camping in Aix-sur-Vienne.

Met dit laatste traject is een eind gekomen aan ons 22 dagen pelgrimeren over het mooie Franse pelgrimspad van de GR654. In deze 22 dagen hebben we totaal 479,5 kilometer gelopen, bij een gemiddelde afstand van 21,8 kilometer per wandeldag, waarbij aangetekend dat we de afstand in alle gevallen eerst hebben gefietst alvorens onze wandeling aanving.

We beëindigen hiermee onze 89e pelgrimsdag, waarbij de totaalstand van het afgelegde pelgrimspad vandaag op 1895 kilometer is komen te staan. Dat lijkt een heel eind, maar ook hier is alles betrekkelijk, want we zijn nog maar net over de helft van de totale afstand van het Nederlands-Fries-Bildtse Sint Jabik (Sint-Jacobiparochie) naar het Spaanse Sint Jabik (Santiago de Compostela).

Pelgrimeren van Masmont naar Nogeas

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Masmont naar Nogeas
Donderdag 12 augustus 2010 – 22 km.
Dag 88: 1851 – 1873 km.


Om 6.30 uur gaat de wekker. Buiten is het zwaarbewolkt. Durkje en ik brengen om 7.45 uur de auto vanuit Aix-sur-Vienne eerst naar Nogeas. Daarna fietsen we in 7 kwartier naar Masmont. De temperatuur is al 13 graden Celsius, maar door de mist en de frisse wind zijn de afdalingen op de fiets nog koud en is het nodig om de jas aan te hebben bij het fietsen. Dat is voor ons een uitzonderlijke situatie.

Om 10.00 uur begint onze wandeltocht vandaag vanuit Masmont. Het laatste huis in Masmont dat we passeren, is een oude boerderij. Aan de muur van een schuur hangen metalen bordjes. Nadere bestudering leert ons dat dit trofeeën zijn wegens het winnen van prijzen bij koeienkeuringen. De oude boerin komt achter het huis vandaan en kijkt onderzoekend wat we doen. Op onze vraag of dit allemaal plaquettes zijn die ze hebben gewonnen tijdens keurwedstrijden, antwoordt ze bevestigend. Gelet op de jaartallen op de bordjes hangt hier voor tientallen jaren aan gewonnen prijzen, bijna 90, zowaar een hele prestatie.

Voorbij deze boerderij lopen we over een stenig pad, dat langzaam afdaalt door het bos langs de helling van de heuvel. We komen zo in het dal van de rivier Le Boulou. Beneden bij de rivier steken we de Boulou over via twee houten bruggetjes, omdat dit een plaats is waar in deze meanderende rivier een bocht zit. Dan volgt de klim uit het dal. Boven komen we in het gehucht Le Petit Roussingeas. Hier staat een kilometragebord, waarop staat dat het vanaf hier nog 1594 kilometer is naar Santiago de Compostela.

We steken hier de D11a over en vervolgen onze route over een asfaltweg, die verderop over gaat in een onverharde weg. Daar worden we ingehaald door een bestelauto, die geladen is met een aantal zware boomstammen. We steken het riviertje de Gramelou over en enkele meters hogerop steken we een spoorlijn over en passeren we het naastliggende spoorwachtershuisje aan de overzijde van het spoor. Na de volgende klim arriveren we op het plateau. Dan gaan we verder naar het gehucht Nouailhas, waar we de man weer ontmoeten, die ons zojuist voorbijreed. De auto is inmiddels gelost.

De routebeschrijving geeft aan dat we via de Chemin des Chênes naar Beynac moeten lopen. Dat doen we ook, maar het eerste deel van deze weg is qua pad eigenlijk niet meer dan een steile, diep uitgesleten beekbedding in een holle boomsingel, met als ondergrond keien en dikke stenen, waar je voorzichtig over moet lopen om niet uit te glijden en/of te struikelen. Verderop wordt het gelukkig een stuk beter begaanbaar. Na ruim een uur wandelen arriveren we na een afdaling bij de dorpskerk van Beynac. De kerk is gesloten, het gras wordt er op dit moment gemaaid en er staat in elk geval naast de kerk een bankje om even op te rusten. Na de pauze wandelen we Beynac weer uit.

Via de D110 lopen we naar het dorp Le Puytignon. De postbode brengt hier zojuist met de ons inmiddels welbekende gele postauto de post rond. Vlak vóór de bebouwde kom van Le Puytignon gaan we een begroeide bomenlaan in en dan wandelen we langs de boerderij van La Tuilerie. We lopen door een bosperceel, steken een asfaltweg over en komen aan in het gehucht Le Mas. Bij een boerderij met een groot aantal loslopende kippen en enkele konijnen in konijnenhokken slaan we een onverharde weg in met links en rechts hagen en bomen, tussen de velden doorlopend. Daarna volgen enkele asfaltwegen en dan dalen we ter hoogte van het gehucht Jabalie op een gegeven moment af in het dal van de rivier de Vienne. In Aix-sur-Vienne aangekomen, gaan we nog verder omlaag om langs de rivier de Aixette verder te gaan. We passeren een oud fabriekspand naast een overloop van deze rivier.

Daarna zien we twee bruggen over de rivier, naast elkaar gelegen. De ene is een oude, ijzeren voetgangersbrug. De andere is een restant van een 13e eeuwse gotische stenen brug. Slechts één van de bogen van leisteenblokken is nog behouden gebleven. Daarna gaan we door een sport- en ontspanningspark en komen we langs een watersportcentrum, waar je onder andere kano’s kunt huren. Iets verderop komen we in het centrum van Aix-sur-Vienne, op de plaats waar de verkeersbrug over de Aixette ligt. Deze brug steken we over en dan lopen we langs het laatste deel van de Aixette, tot de plaats waar deze rivier uitmondt in de veel bredere rivier de Vienne.

Langs de Vienne lopen we naar onze camping, die hier aan de Vienne ligt. Op de camping nemen we een rustpauze bij de caravan. Na deze pauze verlaten we de camping om door Aix-sur-Vienne verder te gaan.

We gaan Aix-sur-Vienne uit en lopen evenwijdig aan de Vienne naar het gehucht Moulin de Tarn. Voorbij dit gehucht komen we in een park, dat langs de Vienne ligt. Bij de entree van dit park staat een kilometragebord, waarop staat dat het vanaf deze plaats nog 1588 kilometer is naar Santiago de Compostela. In het park zijn een aantal grote bloemperken ingezaaid met een groot aantal verschillend bloeiende planten. Een weelderige bloemenpracht is zo ontstaan.

We lopen nu dicht langs de oever van de Vienne. Hier en daar zitten sportvissers. Eén ervan heeft het wel erg professioneel aangepakt. De jongeman die we zien zitten, is gekomen met een auto met aanhanger. Op de visstek zijn drie vistenten opgezet en over één ervan hangt een groot camouflagedoek. Er staan meerder hengelstandaards op de rivieroever met in elke standaard vier grote werphengels. Zo groots opgezet zie je het niet vaak. Als we bij een grote nieuwe verkeersbrug over de Vienne arriveren, kijken we toch eens even kritisch naar onze routegids. Op de routekaart staat hier geen brug over de rivier en volgens de routebeschrijving hadden we al lang van de rivier af moeten lopen. Een snel wandelende Franse dame komt naar ons toe en in het gesprek dat dan ontstaat, maakt ze ons duidelijk dat de oorspronkelijke route is omgezet. Dat heeft te maken met die nieuwe brug en de nieuwe autoweg D2000. We zijn nog wel goed op koers. Het is de bedoeling dat we nu een zijriviertje van de Vienne oversteken met de nabijgelegen brug en dat we dan onder het viaduct van de nieuwe brug doorwandelen naar het gehucht Tarnaud. Ze wandelt in hoog tempo voor ons uit en zo arriveren we in Tarnaud.

De dame wandelt hier vlot rechtdoor, en wijst ons nog dat wij hier in het centrum van dit gehucht verder moeten wandelen naar Puy Berger. We volgen nu de routesignalering, die hier duidelijk is aangebracht. Voorbij het hooggelegen Puy Berger dalen we af naar de D10. Behalve de D10 zien we door het landschap ook de nieuwe verkeersweg D2000 lopen, naar en vanaf de nieuwe brug over de Vienne. We steken de D10 over en komen dan langs en door de brede vallei, waardoor de slingerende beek La Baisse stroomt. Na een asfaltweg volgt een brede laan, die af en toe slecht begaanbaar is vanwege het vele regenwater van gisteravond dat nog in de diepe sporen van deze laan ligt.Aan het eind van deze veldweg pauzeren we op een paar grote boomstammen langs het pad. Daarna komen we in het gehucht La Maison-Dieu.

Voorbij dit gehucht gaan we voor enkele kilometers het bos in. We moeten eerst lang en steil klimmen over een slecht begaanbaar bospad, bestaande uit veel gladde keien, dikke stenen en glibberige grond. Een uitdaging is het in elk geval wel om hier bij een natte ondergrond zonder vallen boven te komen. Door dit bos van Rochefort komen we op het hoogstgelegen punt uit in het gehucht Rochefort, eigenlijk uitsluitend bestaand uit één grote boerderij. Bij deze boerderij hebben we een prachtig uitzicht over het rivierdal van de Vienne, waarin onder andere de plaatsen Aix-sur-Vienne en Limoges liggen.

Voorbij Rochefort volgt een geasfalteerde bosweg door het bos. Eerst komen we nog door het gehucht Chez Caize op de grens van bos en veld en tenslotte arriveren we bij de D17 in Nogeas, waar we vanmorgen onze auto in de berm van deze bosweg hebben geparkeerd. Met de auto rijden we via Aix-sur-Vienne naar Masmont terug, waar we de fietsen afhalen om tenslotte weer terug te rijden naar de camping in Aix-sur-Vienne. Deze dag begon als een koele zomerdag, maar we hebben later op de dag toch nog flinke zonnige periode gehad, waarbij de temperatuur opliep tot zo’n 21 graden Celsius. Vandaag hebben we 22 kilometer gewandeld. Om ongeveer 15.30 uur arriveerden we in Nogeas, dus we zijn inclusief alle rustpauzes 5,5 uren onderweg geweest.

Pelgrimeren van Feytiat naar Masmont

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Feytiat naar Masmont
Woensdag 11 augustus 2010 – 21 km.
Dag 87: 1830 – 1851 km.

Om 6.30 uur staan Durkje en ik vanmorgen op. Als we rond 7.00 uur ontbijten, begint het een beetje te regenen op de camping van Aix-sur-Vienne, waar we gisteren onze caravan hebben gebracht als nieuwe thuisbasis. Het is de hele dag dichtbewolkt en de temperatuur begint vanmorgen met 15 graden Celsius en die loopt vandaag op tot 23 graden Celsius. We brengen om 7.45 uur de auto eerst naar Masmont. Daarna fietsen we in ruim anderhalf uur via Limoges naar Feytiat, waar we onze fietsen stallen in de nieuwbouwwijk. Om 10.15 uur begint onze wandeltocht.

We verlaten de nieuwbouw van Feytiat als we de D979 over steken. Na enkele straten van de wijk Ardennes komen we op een wandelpad langs de bosrand en over de heuvelkam. Na 300 meter langs de D98 verlaten we deze drukke asfaltweg om na de eerste huizen het riviertje de Valoine over te steken. Iets verderop zien we de vijver van de molen van Châtenet. We lopen door naar de priorij van Châtenet, een oude vestiging van de orde van Grandmont, die al is gesticht in het jaar 1120. Tegenover deze priorij nemen we een onverharde weg langs het bos van Bruges. Als we nabij Bruges het bos uit komen, wordt daar het bospad versperd door een grote vrachtwagen, die zojuist door een andere voertuig is geladen met boomstammen. We lopen achter de vrachtwagen langs. De chauffeur is nog bezig om de lading vast te sjorren, om over enkele ogenblikken te kunnen vertrekken.

Via enkele asfaltwegen lopen we naar en door het dorp Le Mas-Gauthier. Even later steken we de D220 over en dan komen we in de buurt van de A20, die we straks ook moeten kruisen. In de verte zien we de zendmast, die we de afgelopen dagen al enkele malen op grote afstand boven op een heuvel hadden zien staan. We zijn er nu vlakbij. Via een onverharde weg komen we tussen de D220 en de A20 uit aan de achterzijde van het grote bedrijventerrein langs de A20. Als we bij de op- en afritten van de A20 arriveren, zien we dat het eerste bedrijf een verkoopvestiging is van een fabrikant van porcelein. Dat verbaast ons niet, want Limoges staat bekend om haar porceleinindustrie. Naast deze fabriekswinkel staat een McDonalds, waar we een kop koffie drinken, want dat was er vanmorgen nog niet van gekomen.

Na de koffiepauze steken we de A20 over met het viaduct en dan wandelen we langs een asfaltweg naar een bospad, waarmee we door een bosperceel lopen. Als we het bos uit komen, staat rechts van ons naast de oprit van een woonhuis een grote dode boom. Deze keer een opvallend exemplaar, want rondom de stam zien we allerlei kleuren, ontstaan door de verschillende zwammen, die deze dode boom gebruiken als voeding. De boom krijgt zo een kleurrijk stampatroon, bijna alsof die is geschilderd en hier en daar is bespoten met purschuim. Toch is dit stukje kunst puur natuur.

We gaan verder langs de rand van een weiland, steken de D704 over en nemen vervolgens een landbouwweg. Daarna lopen we tussen twee hoge heggen door, dalen naar de weilanden in het dal van Briance en gaan verder over een asfaltweg. Dan komen we op een mooi veldpad, waarmee we afdalen naar het dal waarin het stadje Solignac ligt.

In Solignac bezoeken we de abdijkerk, in deze vorm ingewijd in het jaar 1142, maar deze abdij is al in 632 gesticht door Saint Eloy. Bijzonder van deze grote kerk is dat je direct voorbij het voorportaal enkele hoge treden naar beneden moet, waar de begane grond van de kerkzaal is. Deze Romaanse abdijkerk is uniek voor de Limousin, vanwege het feit dat de kerk een reeks koepels heeft. Zelfs na meerdere branden en plunderingen is deze kerk nog alleszins een bezoek waard. Opmerkelijk zijn tevens de 15e eeuwse koorbanken, die op een groot aantal plaatsen zijn gedecoreerd met humoristisch houtsnijwerk.

Na dit kerkbezoek pauzeren we bij de jeu des boules-baan op het plein naast de kerk. Daarna wandelen we door dit karakteristieke stadje verder. Aan de zuidzijde verlaten we Solignac over de Romaanse brug. Vanaf deze brug heb je een mooi uitzicht over de rivier en op de oude “moulin” naast de brug. Aan de overzijde van de rivier maken we een bijzonder forse klim langs de beboste helling van de heuvelrug ten zuiden van Solignac. Op het moment dat je dit hellingbos in gaat, kun je nog even Solignac achter je en beneden je zien liggen.

Bovenaan de heuvelrug komen we aan in het gehucht Chabiran. Langs de asfaltweg verlaten we dit gehucht en dan wandelen we langs de muren en het voormalige toegangshek van het kasteel en het domein van Mont. Na anderhalve kilometer asfalt, gaan we weer wat aangenamer verder via een onverharde weg langs de bosrand. Het begint dan heel zachtjes te regenen, maar dat deert ons hier onder de bomen niet en het is ook spoedig al weer droog. Voorbij een asfaltweg gaan we het bos in en verderop langs een aantal woningen verder over een onverharde weg. Drie jongens rijden hier heen en weer op crossfietsen. Over een asfaltweg lopen we tussen de weilanden door en uiteindelijk komen we aan in het gehucht La Croix Janiquet.

We hebben nog een rustpauze tegoed, maar omdat de lucht steeds dreigender wordt en het niet zover meer is naar ons eindpunt voor vandaag, besluiten we vlot door te lopen naar onze auto een eindje verderop. Via een stenige weg, een onverharde weg en een asfaltweg komen we bij het gehucht Béchadie.

Volgens de routegids moeten we conform de beschrijving en de routekaart via Le Petit Fénérole wandelen, maar de bewegwijzering geeft aan dat we in de richting van La Grange moeten. Omdat we op onze detailkaart zien dat er nog vóór La Grange een veldpad loopt naar Fénérol, besluiten we de route volgens de wegwijzers te vervolgen. Dat betekent nog een klein stukje asfalt en daarna een mooi traject over een karrenspoor tussen boomsingels door. Voorbij Fénérole steken we de D11 over en dan wandelen we om 15.45 uur het gehucht Masmont binnen, waar onze auto in de wegberm staat. Met de auto rijden we weer naar Feytiat, waar we de fietsen afhalen om tenslotte weer terug te rijden naar de camping in Aix-sur-Vienne. Op deze koele zomerdag hebben we 21 kilometer gewandeld in 5,5 uren.

Pelgrimeren van Saint-Léonard-de-Noblat naar Feytiat

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Léonard-de-Noblat naar Feytiat
Maandag 9 augustus 2010 – 22 km.
Dag 86: 1808 -1830 km.


Tegen 7.30 uur verlaten Durkje en ik de camping van Saint-Léonard-de-Noblat. De mist hangt nog dik over de stad, maar in de verte zien we de helderblauwe lucht al verschijnen. Het is 12 graden Celsius en de temperatuur loopt vandaag op tot 26 graden Celsius. Omdat er een zachte, warme wind waait, is het de hele dag een tamelijk warme dag. We gaan naar de nieuwbouwwijk van Feytiat, een voorstad van Limoges. Daarna fietsen we in anderhalf uur terug naar Saint-Léonard-de-Noblat. We stallen de fietsen tegenover het Relais Saint Jacques, want het lijkt ons wel passend om hier vanmorgen onze dagelijkse kop koffie te drinken. Echter, het terras is nog niet geopend, men is nog bezig met de afwikkeling van de hotelgasten van de afgelopen nacht en er is op dit moment van de dag voor pelgrims in dit pelgrimshotel nota bene geen koffie verkrijgbaar. Dat hadden we niet verwacht, maar we nemen het maar zoals het is. Om 9.50 uur begint onze wandeltocht dus noodgedwongen zonder koffie bij dit Relais Saint Jacques.

We dalen bij het gemeentehuis af naar de Chemin de Pavé. Daar gaan we onder het hoge viaduct door. Het kerkje van Le-Pont-de-Noblat zien we verderop staan, tegen de steile heuvelhelling. We steken de D941 over en lopen achter de panden langs, die langs deze uitvalsweg staan. Daar ligt het dorpje Le-Pont-de-Noblat. We lopen in de richting van de rivier de Vienne en zullen hier via de Vieux Pont de rivier over steken. Vanaf het midden van de brug krijgen we een prachtig uitzicht stroomopwaarts en stroomafwaarts. Verderop zien we de brug van de D941 èn het veel hoger gelegen viaduct. Als we bij de D941 komen, gaan we eerst nog even over de brug van de Vienne om aan de overzijde van de rivier bij het café van de benzinepomp een kop koffie te drinken. Na deze koffiepauze gaan we langs de D941 en de Vienne weer op pad.

Bij de porceleinfabriek lopen we langs de asfaltweg in de richting van Rigoulène. Volgens de routegids moeten we deze asfaltweg volgen, maar de bewegwijzering geeft aan dat we achter de porseleinfabriek een stevige klim moeten maken naar de hoge heuvelrug die parallel aan die asfaltweg ligt. Via die mooie veldpaden komen we aan in Rigoulène. We wandelen door een open ruimte van Rigoulène en worden dan teruggeroepen door een oude man, die verderop in een tuin bezig is. Hij wijst ons erop dat we nog even in het ommuurde bloemenperkje moeten kijken, omdat we daar dan Sint Jacobus zullen aantreffen. We volgen zijn aanwijzingen op en vinden daar inderdaad het beeldje van Sint Jacobus. Het kleine beeldje van Saint Jacques staat in een ijzeren huisje, ingebouwd in een laag muurtje. Het beeldje staat achter glas en boven op het muurtje is een Jacobsschelp ingemetseld.

We bedanken de man nog voor zijn goede tip en hij wil vooral nog even van ons weten waar we vandaan komen. Hij wenst ons nog een goede reis. Omdat de routebeschrijving niet meer klopt, vervolgen we onze route naar Chigot - en nog ver daarna - zoveel mogelijk op de aanwijzingen van de routeborden en routesymbolen langs de weg. Met de routekaart erbij kom je er dan ook wel eens achter dat de ontbrekende en/of onzichtbare bewegwijzering resulteert in het lopen van een foute route, maar de routekaart maakt je dat dan wel snel duidelijk, zo ook vanmorgen in ons geval. We kunnen zo de route toch goed blijven volgen, ook als het door gebieden gaat waar bijna niemand meer langs komt, onder andere omdat oude en vervallen woningen daar al lang niet meer bewoond worden.

We arriveren in het gehucht Puy-la-Clède. Daar lopen we over een asfaltweg, die tussen twee bedrijfsterreinen van een steenmijn door loopt. Aan de linkerzijde passeren we eerst het terrein waar van de gedolven steen groot en fijn puin wordt gemaakt. Iets verderop kunnen we aan onze rechterhand het terrein van de steenmijn voor een groot deel overzien. En omdat we hoog lopen, kunnen we over de mijn heen ook ver - tot de horizon - zien. Op dit moment wordt er in de steenmijn niet gewerkt. Het is hier stil.

Via lange asfaltwegen wandelen we naar de D941, die we over steken. Door een nieuwbouwwijk komen we op een onverharde weg, in de richting van een bosperceel. Daar pauzeren we bij een veldkruis, met uitzicht op het veraf gelegen kasteel van Brignac.

Via een holle bosweg, een asfaltweg en een onverharde weg komen we in het gehucht Le Grand Colombier. Via een veldpad steken we dan over - door een klein dal - naar het gehucht Le Petit Colombier. Na een eind wandelen over een asfaltweg komen we vervolgens aan in het dorp Saint-Just-le-Martel. In het dorpscentrum bezichtigen we de openstaande kerk en daarna wandelen we naar de voormalige wasplaats van het dorp. Die is mooi gedecoreerd met bloemen èn we vinden daar een kilometragebord, waarop staat dat het vanaf dit dorp naar Santiago de Compostela nog 1631 kilometer lopen is.

Langs het kerkhof en een pad lopen we het dorp uit en het dal in. Daar steken we de beek van Les Vilettes over via een plankenbrug. Daarna volgt een behoorlijke klim over een onverharde weg. We gaan langs de glooiende velden en komen via een veldpad tussen twee woningen door in La Chêze. Links het geronk van een motormaaier, rechts het luide geblaf van twee grote honden. Oorverdovend. Via de D44 steken we de N141 over in de richting van Les Chabannes. Bij La Tuilerie komen we dan nogmaals bij de N141. Vanaf deze kruising wandelen we door een bosperceel naar Le Buisson.

Bij het ommuurde terrein van een landgoed gaan we linksaf langs de muur, om een enorme, buitengewoon oude eik heen. In het dal dat dan volgt, steken we de Auzette over en gaan we verder door een smalle eikenlaan en over een heel smal paadje langs een weiland. Via een boerenerf komen we dan weer op de asfaltweg naar La Grange. Halverwege deze weg zien we rechts van ons in de verte weer de stad Limoges liggen. Op het kruispunt bij La Grange zien we dan op een electriciteitspaal een ogenschijnlijk dubbelzinnige bewegwijzering. Het ene symbool wijst ons rechtsaf te gaan en het symbool dat er boven staat, geeft aan dat we hier linksaf moeten gaan. Dit kruispunt is nu de plek waar je kunt kiezen of je eerst de stad Limoges al dan niet wilt bezoeken, alvorens je de route van de GR654 vervolgt naar Santiago de Compostela. Wie dat wil, kan hier in 9 kilometer naar Limoges wandelen, en daarna weer terug om vanaf hier weer voort te gaan. Omdat wij enkele jaren geleden met de kinderen de stad Limoges al eens hebben bezocht, gaan wij hier verder op de doorgaande pelgrimsroute, linksaf dus.

We wandelen vanaf het kruispunt voorbij een boerenerf, waarop de strorollen momenteel vier etages hoog worden opgestapeld. Via een stenige weg en een eikenlaan met aan beide zijden dubbele eikenrijen lopen we naar de grote watertoren. Om te voorkomen dat er auto’s over deze eikenlaan gaan, zijn er twee rotsblokken midden op de onverharde weg gelegd, die de doorgang belemmeren. Wij pauzeren, zittend op die rotsblokken, aan de voet van de watertoren. Daarna lopen we nog enkele honderden meters over een breed bospad naar de nieuwbouwwijk van Feytiat, waar onze auto staat. Met de auto rijden we weer naar Saint-Léonard-de-Noblat. Daar halen we de fietsen op, halen er boodschappen en rijden weer terug naar de camping. Op deze warme dag hebben we 22 kilometer gewandeld.

Pelgrimeren van Les Billanges naar Saint-Léonard-de-Noblat

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Les Billanges naar Saint-Léonard-de-Noblat
Zondag 8 augustus 2010 – 24 km.
Dag 85: 1784 – 1808 km.

Rond 7.30 uur verlaten Durkje en ik vanmorgen de camping van Saint-Léonard-de-Noblat. Het is 12 graden Celsius bij een geheel onbewolkte lucht, maar over de stad hangt nog wel een mistbank. Na het ontbijt rijden we vanaf de camping naar het centrum van Saint-Léonard-de-Noblat met de auto en we fietsen daarna in 1 uur en 40 minuten naar Les Billanges. Onderweg zien we een grijze Fiat Doblo met Nederlands kenteken ons tegemoet komen. Om 9.50 uur begint onze wandeltocht. We beginnen bij het voormalige gemeentehuis (nu café-restaurant), schuin tegenover het oorlogsmonument. Via een dalende asfaltweg gaan we naar een onverharde landweg, die ons diep het bos in voert.

Nadat we de D50 zijn gekruist, steken we met een houten brug het riviertje de Colles over. Daarna volgt ook de oversteek van het riviertje La Jonchère. Links voor ons horen we hoe schreeuwende jagers met blaffende jachthonden bezig zijn met een drijfjacht door het bos. Een schot van een jachtgeweer klinkt door het bos. Via een asfaltweg komen we in het gehucht Auziat. Tussen boomwallen door stijgen we over een aarden weg. Boven aangekomen, gaat het langs een boomwal en over een veldweg verder. Via een asfaltweg langs een nieuwbouwwijk komen we aan op de veelsprong van het dorp Saint-Laurent-les-Eglises. Hier staat een kilometragebord, waarop we lezen dat het vanaf hier nog 1674 kilometer is naar Santiago de Compostela. Via de D5a gaan we door het dorp langs de begraafplaats, het postkantoor en de gesloten dorpskerk.

Bij de boerderij van Le Ranch gaan we een begroeide veldweg op en gaat het al snel door een bosperceel omlaag, het dal in van de rivier de Taurion. Hier ligt de rond 1930 gebouwde metalen brug. Deze brug overspant de Taurion, die een zijrivier is van de Vienne. Waar de D5 via deze oude brug de Taurion oversteekt, drinken wij op het terras van het plaatselijke hotel-restaurant een kop koffie. We hebben hier een mooi uitzicht over de rivier en de brug, waarop enkele mannen staan te vissen.

Na de koffie steken we de brug over. Aan de overzijde gaan we via een aarden weg stevig klimmend naar boven, langs de archeologische opgravingen en de twee feodale vestingheuvels boven de Taurion. Boven arriveren we in het gehucht Dognon. Voorbij Dognon volgt een prachtige landweg tussen naaldhout door, in zuidelijke richting naar de D5. Op de kruising met de D5 vinden we de richtingwijzer, die zo kenmerkend is voor deze regio. Op karakteristieke punten op de route vind je hier namelijk in gips gegoten Jacobsschelpen. Mooi gemaakt en in elk geval opvallend langs de route.

We gaan verder over een mooi veldpad door een glooiend landschap. Bij het kasteel van Orgnac worden we bruut verwelkomd door drie enthousiast blaffende honden. Ze verstoren hier de zondagsrust. Vanuit een openstaand raam van een woning tegenover het kasteel worden de honden dan ook tot rust en stilte gemaand, maar dat heeft geen resultaat. Daarom komt een jongedame naar buiten om de honden het erf op te sturen, waarna de honden rustig worden en wij in alle rust bij dit kasteel een foto kunnen maken. Dit kasteel wordt momenteel gerestaureerd. Buiten en binnen wordt gewerkt en achter het kasteel wordt de oude kasteelmuur weer op hoogte gebracht. Aan de voorzijde moet dat ook nog worden gedaan.

Via een veldweg en over een bospad gaan we in de richting van Le Châtenet-en-Dognon. We komen niet in het dorp, maar gaan bij de watertoren al rechtsaf, langs het dorp, over een stenige weg en verderop over de D58a. Daarna volgt een kilometerslang traject over een asfaltweg. Eerst passeren we het kasteel van Plantadis. Daarna komen we over het kruispunt ter hoogte van het gehucht Le Montmolas. Tussen de velden door gaat de asfaltweg verder. Prachtig wolkenluchten hangen boven de akkers, weilanden en boompartijen.

Bij de boerderij van Clémensane nemen we in de hoge wegberm de tijd om te rusten, te eten en te drinken. Via een asfaltweg en een onverharde weg komen we aan in het gehucht Les Boutonnes. Door een boomwal, langs een boomwal en tussen verschillende akkers door gaat het voort. We passeren een graanveld, waar een combine bezig is te oogsten. Als we het graanveld bijna voorbij zijn, zien we in de verte al Saint-Léonard-de-Noblat liggen. De kerktoren steekt ver uit boven de overige stadsbebouwing.

We gaan verder over de D39 in de richting van Pont au Puy. Vlak nadat we de D39 hebben verlaten om over onverharde wegen verder te gaan, ontmoeten we het echtpaar Jelleke & Herman van Arnhem, dat we op 4 augustus 2010 ook al ontmoetten bij onze aankomst in Saint-Etienne-de-Fursac. Zij hadden ons vanmorgen al zien fietsen. Dat waren dus de Nederlanders in die Fiat Doblo, die wij vanmorgen tegen kwamen op de fiets. Zij komen uit Weesp en maken gebruik van tent, auto en scooter om hún wandeltocht te faciliteren. Hun rustpauze loopt hier en nu ten einde. We wisselen eerst nog enige ervaringen uit, waarna zij verder gaan en wij hun pauzeplek gaan gebruiken. Na deze rustpauze gaan ook wij in de richting van de brug over de rivier de Tard.

Vóór de brug gaan we naar rechts en daar steken we via een kleinere, houten brug de Tard over. Daarna klimmen we via een bospad het plateau op. Eerst passeren we de boerderij van Maisonneuve. Na het gehucht Le Haut-Dandelais volgt ook nog het gehucht Dandelais. En daarna volgt een heel mooi smal veldpad boven langs het dal van de rivier de Vienne. Het is nog bijzonder warm, maar met een beetje – ook warme – wind is het hier prima wandelen. Bij een tweetal zendmasten gaan we verder over asfalt en komen we in het plaatsje Puy-Lassaud. Vanaf deze hoogte kunnen we het stadje Saint-Léonard-de-Noblat weer goed zien.

We dalen en krijgen dan als uitsmijter nog een hele steile klim over een smal asfaltweggetje tot aan de buitenring van Saint-Léonard-de-Noblat. Als we bij de auto arriveren op het parkeerterrein bij de ommuurde begraafplaats, rijden de Weespenaren, die we zojuist ontmoetten, net weg. Zij rijden naar Les Billanges om hun scooter af te halen en wij rijden daar nu ook heen om onze fietsen weer op te halen. Op het moment dat we de fietsen op de fietsendrager zetten, rijden Herman & Jelleke van Arnhem ons claxonnerend voorbij. Zij gaan weer terug naar hun camping in Saint-Etienne-de-Fursac en wij rijden weer naar onze camping in Saint-Léonard-de-Noblat. En zo geeft ook iedere Nederlander op eigen wijze vorm aan zijn en/of haar eigen pelgrimstocht. Het was vandaag een wandeling van 6 uren over een afstand van 24 kilometer bij een temperatuur van rond de 25 graden Celsius.

Pelgrimeren van Bénévent-l'Abbaye naar Les Billanges

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Bénévent-l’Abbaye naar Les Billanges
Zaterdag 7 augustus 2010 – 25,5 km.
Dag 84: 1758,5 – 1784 km.


Durkje en ik hebben vandaag een lange dag voor de boeg. We moeten eerst 34 kilometer fietsen om daarna 25,5 kilometer te lopen. Beide trajecten hebben betrekkelijk veel klim- en daalpartijen erbij. De temperatuur begint vanmorgen met 10 graden en loopt verder tijdens de dag op tot in elk geval 29 graden Celsius. Na het ontbijt rijden Durkje en ik vanaf de camping in Saint-Léonard-de-Noblat met de auto en de fietsen naar Les Billanges. De auto parkeren we op de plaats waar we dit dorp later vandaag binnen komen. Daarna maken we een lange fietstocht van 3 uren naar Bénévent-l’Abbaye. In het café in de hoofdwinkelstraat drinken we rond 11.30 uur eerst een kop koffie. Om 11.45 uur begint onze wandeltocht van vandaag. We beginnen in de hoofdstraat, nabij de grote abdijkerk, waar overigens bestrating in de vorm van een straatbrede Jacobsschelp in het wegdek is gelegd.

Bij de Gendarmerie klimmen we naar de 543 meter hoge Puy du Gaud. Boven aangekomen, hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. We lopen dan over de kamlijn, eerst langs La Maison Rouge en daarna dalen we over een holle weg, over de D5 heen, vervolgens weer door de velden en dan via de D62 en de D42 over het spoor bij een spoorwegovergang, waarvan het huisje nog steeds wordt bewoond. Dan volgt een bospad met een mooie oversteek over het riviertje de Ardour, dat hier door een prachtig natuurgebied van drassige velden en bossen stroomt. Vanaf de rivier begint een behoorlijke klim over mooie bospaden door verschillende bospercelen. We gaan hoog langs het gehucht La Gaudinierie en daarna dalend en weer klimmend boven het gehucht Vaux langs. Na de D50 lopen we eerst in de richting van Arrènes, om eerder al een brug over te steken en daarna over een onverharde weg uit te komen in het gehucht Le Theil. Hier nemen we een korte etenspauze.

Na de D43 klimmen we weer stevig over een onverharde weg en krijgen we een mooi uitzicht over de dalen ter hoogte van Les Giraudes. We komen dan door het gehucht Les Giraudes. Voorbij Les Giraudes passeren we de molen van La Ronze. Twee forse siereenden zijn aan het pootje baden, de ene boven op het waterrad van de Moulin de la Ronze en de andere in het laagje stromend water aan de voet van het waterrad. Bij het gehucht l’Abbaye moeten we weer via een onverharde weg behoorlijk klimmen. L’Abbaye ligt op een hoogte van 423 meter. We komen dan eerst in het gehucht Champegeaud. De hoge temperatuur gaat zijn tol eisen tijdens de alsmaar doorgaande klim naar het hooggelegen volgende dorp. Ondertussen krijgen we af en toe tussen de bomen door wel prachtige uitzichten over de omgeving.

Met veel inspanning, oplopende lichaamstemperatuur en verhitte hoofden komen we boven. Het eerste wat we van Saint-Goussaud zien, is de hooggelegen zendmast, die we veel eerder steeds al in de verre omtrek hoog boven de heuvel hebben zien uitsteken. Via de D48 wandelen we eindelijk het op 668 meter hoogte gelegen dorp Saint-Goussaud binnen. De vele wegwijzers maken ons duidelijk dat we hier op de historische Sint-Jacobusroute van de Limousin zijn, dat hier een expositieruimte is (die we inderdaad passeren), dat we hier kunnen genieten van een schitterend panorama en een ander bord wijst naar de verderop staande 12e eeuwse dodenlantaarn van dit dorp. Bij de kruising buiten het dorp zien we weer een kilometragebord, dat vermeldt dat het vanaf hier nog 1534 kilometer is naar Santiago de Compostela.

Buiten Saint-Goussaud nemen we de aarden weg naar boven. Dit is een oude Romeinse weg, die ons al klimmend langs de op 694 meter hoogte liggende Puy de Jouer brengt. Dit is een galloromeinse plek, waar nog resten van een galloromeins theater en een oude tempel voor Jupiter zichtbaar zijn vanaf deze Romeinse weg. We dalen naar het gehucht La Ribière. Daar wijst een handmatig gemaakte wegwijzer met ingebrande tekens ons duidelijk de pelgrimsweg (met Jacobsschelp) van onze route, de GR654.

Via een bosweg die boven langs een beek loopt, dalen we naar het gehucht Sejoux, dat aan de D62 ligt. Als we via La Nouaille door het bos naar Le Maisonnieux lopen, komen ons twee crossmotorrijders op het smalle bospad tegemoet. Als we daarna een asfaltweg bereiken, weten we zo niet of dit nu de D29a is of de D29. Daar komt nog bij dat de routebeschrijving en de routekaart een andere vervolgroute aangeven dan dat de wegwijzers ter plekke doen. Verderop zien we aan de bosrand dezelfde motorrijders weer staan. Op onze vraag waar we nu precies staan, kunnen zij ons vertellen - en over het veld wijzend laten zien - waar de nabije, omliggende dorpen liggen. Dan blijkt ook dat de routewegwijzers een kleine verandering laten zien ten opzichte van de routegids. We besluiten de wegwijzers door het veld te volgen en komen daarmee uit in het gehucht Virareix, dat we volgens de routegids ook moeten bezoeken.

Enkele honderden meters verder arriveren we in het buurgehucht Le Maisonnieux. We pauzeren hier op het erf van een oude boerderij, die op dit moment wordt gerestaureerd.
Via een onverharde weg gaan we in de richting van Bas Breuil. Onderweg passeren we nog een pelgrim in zijn tentje, die tegen een boomwal langs het pad de nacht als wildkampeerder zal doorbrengen. Na een flinke klim over een stenige weg met dikke puinstenen, komen we boven in het gehucht Bas Breuil, een plaats waar je alleen kunt komen via onverharde wegen.

Via enkele onverharde wegen door een bosperceel en tussen akkers door lopen we in de richting van Les Billanges. Inmiddels is het al 18.10 uur, maar de zon schijnt nog aangenaam en het is prachtig wandelen, zo tussen de akkers en velden door. En dan om 18.15 uur arriveren we bij de D29, waarmee we het dorp Les Billanges binnenwandelen.

Het was een lange wandeling van 6,5 uren, maar alleszins de moeite waard. Daarna rijden we naar Bénévent-l’Abbaye, waar we onze fietsen weer afhalen. Daarna rijden we terug naar de camping in Saint-Léonard-de-Noblat. De temperatuur is vandaag opgelopen naar 29 graden Celsius. Een hele warme en ook bijzondere dag; een dag om niet snel te vergeten.

Pelgrimeren van Saint-Etienne-de-Fursac naar Bénévent-l'Abbaye

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Etienne-de-Fursac naar Bénévent-l’Abbaye
Vrijdag 6 augustus 2010 – 20 km.
Dag 83: 1738,5 – 1758,5 km.

De dag begint met een heldere lucht: geen wolk te zien. Het is vandaag kouder dan gebruikelijk: slechts 8 graden Celsius. Na het ontbijt rijden Durkje en ik vanaf de camping in Saint-Léonard-de-Noblat met de auto en de fietsen naar Bénévent-l’Abbaye. De auto parkeren we op het kerkplein diagonaal tegenover de grote abdijkerk. Daarna fietsen we vanaf hier naar Saint-Etienne-de-Fursac. Nadat we de fietsen hebben gestald achter de kerk bij de rivier de Gartempe, drinken we in het centrum eerst onze – zo mogelijk - dagelijkse “grand café noir”; deze maal ook met recht “grand” te noemen, want het zijn twee forse koffiekoppen waarin de koffie aan ons op het terras wordt geserveerd. Om 9.45 uur steken we met de D1 de Gartemp over.

We wandelen door de nieuwbouw van Le Peyroux en passeren daar een kilometragebord, waarop staat dat het vanaf hier nog 1564 kilometer is naar Santiago de Compostela. We draaien de D74 op ter hoogte van het kruispunt, dat momenteel is opgebroken wegens wegwerkzaamheden. Het “Rue Barrée” negeren we, want we kunnen zonder al teveel ongemak gewoon doorlopen. We komen dan door het gehucht Servaillannes. Op het erf bij de eerste woning van deze plaats staat de bakkersauto met een broodverkoopster. Een oude vrouw staat bij de verkoopster om brood te kopen. Beide dames groeten ons hartelijk als we voorbij wandelen.

We steken een beekje over en komen aan in het gehucht l’Oeil. Een hoog, vervallen en overwoekerd schuurtje staat in het midden van het gehucht op de plaats waar we scherp linksaf naar boven verder gaan. Na een klein stukje D4 komen we in het gehucht Lacour. Daarna volgt een steile weg omhoog en vervolgens een stenige weg. We krijgen hier een prachtig uitzicht over de omgeving. De stenige weg voert ons naar het gehucht Puybeaumas. Bij één van de boerderijen ligt een jongensfiets naast een wigwam. De wigwam is kunstig gemaakt van een aantal lange rechte takken, bedekt met allerlei kleden, waarschijnlijk van oude gordijnen en tafelkleden. Het is een vrolijk, veelkleurig geheel geworden. Dan volgt een lang traject tussen velden door, langs bosranden, over de D10, langs een begraafplaats en over de D4, waarna we arriveren in het dorp Chamborand.

We hebben nu 8 kilometer gelopen, dus het is tijd voor een pauze. In het centrum zijn wegwerkers bezig om kleine reparaties aan het asfalt te verrichten. Als de gaten in het wegdek zijn gevuld met asfalt, rijden ze een aantal keren met de banden van het vrachtwagentje er over heen en dan is dat stuk gerepareerd. De dorpskerk staat open. Die bezichtigen we eerst. Daarna is het tijd om op het bankje naast de ingang van de kerk in de schaduw iets te eten en te drinken. Na de pauze verlaten we het dorp en dan draaien we bij de ruïne van de 15e eeuwse donjon op een asfaltweg linksaf.

We laten het gehucht La Chaise rechts liggen en wandelen door naar het gehucht La Petite-Faye. Vervolgens lopen we door naar het gehucht Taulisse. Na een stukje D10 volgt een mooi stuk over een holle weg door een bos met Berken en Beuken. Voorbij het bos volgt een onverharde veldweg. Vóór ons zien we op een verhoging in het landschap verspreid enkele bomen staan. Gezien de ondergrond lijkt het erop dat het hier gaat om een oorspronkelijk dichtbebost bosperceel, waar men een groot aantal bomen tussen de nog resterende bomen heeft gerooid. Wat nog resteert, maakt het eigenlijk tot een armoedig bosje hoge bomen. Daarna wandelen we door het gehucht Le Chiron.

Via een asfaltweg komen we dan in het gehucht Le Mas. Daar lopen we om een hoge, kleine schuur heen die nagenoeg helemaal is begroeid met een dikke laag klimop. Een bijzonder gezicht is het om zo’n massief blok klimop te zien. Vanuit Le Mas lopen we een dal in. Eén huis staat op een laag punt van dit dal in een bocht van de weg. Dat huis vormt het gehucht La Loge du Mas. In de tuin staan veel speeltoestellen en een jongetje staat op de veranda van het huis naar ons te kijken als we voorbij wandelen. We gaan verder en komen dan in het gehucht Besse. Daar staan 14 konijnenhokken op een erf langs de kant van de weg. In bijna elk hok zit een fors konijn.

Voorbij Besse gaan we verder over de D48. Links van ons zien we dan een hele grote vijver, de Etang de la Toueille. Bij de oude watermolen met het restant van een waterrad lopen we het gehucht Toueille in. Dan volgt een hooggelegen weg over de vijverdijk, langs de lange vijver. We draaien op een gegeven moment van de vijver af en gaan in de richting van het gehucht La Bourâle. Vlak vóór dit gehucht gaan we links een onverharde weg in, tussen de weilanden door. Aan het eind van deze 2 kilometer lange akkerweg komen we uit in het gehucht Le Sauzet.

Voorin dit gehucht draaien we linksaf een stenige weg in. Dit is een prachtig oud en smal karrenspoor, slingerend tussen de ommuurde weilanden door en door het dal van Les Tanchons. Na veel bochten, enig dalen en stijgen zien we voorbij een bocht in de verte de hooggelegen abdijkerk van Bénévent-l’Abbaye. Twee donkere torens tegen een halfbewolkte lucht; een mooi gezicht. We lopen over dit mooie veldpad en komen steeds dichter bij het dorp. Een oude ploeg ligt naast het pad aan de kant van een weiland. Nog eenmaal moeten we dalen en dan is het zover dat we de beklimming over het veldpad kunnen aanvangen om uit te komen aan de voet van de grote kerk en abdij van Bénévent-l’Abbaye. Langs een links hoger gelegen tuin vol kippen en ganzen wandelen we het dorp binnen.

Eerst bekijken we om 14.20 uur het exterieur en het interieur van deze grote 12e eeuwse Romaanse dorpskerk. Daarna zoeken we een plekje op het abdijterrein om daar tussen de bomenrijen een schaduwrijk bankje te vinden, waar we ons laatste deel van het lunchpakket nuttigen. Onze auto staat bij deze kerk. Bij de plaatselijke bakker kopen we nog snel een brood voor morgen. Even na 15.00 uur rijden we naar Saint-Etienne-de-Fursac, waar we onze fietsen weer afhalen. Daarna rijden we terug naar de camping in Saint-Léonard-de-Noblat. De temperatuur is vandaag opgelopen naar 22 graden Celsius. In de combinatie met het halfbewolkte weer met de vele zonnige perioden, kregen we een mooi weertype voor zo’n wandeldag. We hebben vandaag 20 kilometer gewandeld.

Pelgrimeren van Saint-Agnant-de-Versillat naar Saint-Etienne-de-Fursac

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Agnant-de-Versillat naar Saint-Etienne-de-Fursac
Woensdag 4 augustus 2010 – 25 km.
Dag 82: 1713,5 – 1738,5 km.


Na het ontbijt rijden Durkje en ik vanaf de camping in Crozant met de auto en de beide fietsen naar Saint-Etienne-de-Fursac. Het is bewolkt en 14 graden Celsius. De auto parkeren we op het kerkplein naast de Saint-Etienne-kerk van Saint-Etienne-de-Fursac. Daarna fietsen we hier vandaan naar onze beginplaats voor vandaag: Saint-Agnant-de-Versillat. Als we het centrum van Saint-Etienne-de-Fursac uit fietsen, zien we dat er dranghekken met parkeerverboden worden geplaatst bij de entree van het centrum. Kennelijk is hier vandaag iets te beleven, maar wat het is, weten we niet. Dat zien we wellicht vanmiddag wel als we hier weer arriveren. Onderweg op de fiets begint het zacht te motregenen. Om 9.30 uur plaatsen we onze fietsen naast de kerk van Saint-Agnant-de-Versillat en om 9.45 uur wandelen we het dorp uit bij de ommuurde begraafplaats. We lopen over een mooie oude, holle weg het stadje uit. Ruim een kilometer wandelen we zo tussen de velden door. We passeren een vijver en vervolgen ons pad over een karrenspoor. Het eerste gehucht waar we doorheen wandelen, is Lascoux.

Ondertussen is het weer begonnen te motregenen. Het is inmiddels zwaar bewolkt geworden en de rest van de dag moeten we regelmatig de paraplu gebruiken om tijdens het doorlopen redelijk droog te blijven. Bijna de hele dag is het een kwestie van paraplu uitvouwen, lopen en weer opvouwen, paraplu weer uitvouwen, lopen en weer opvouwen, enzovoort, enzovoort, uur in, uur uit. Het is een heel gedoe, maar we kunnen er prima mee doorlopen en echt nat worden we niet, want de wind droogt onze wandelkleren vrijwel direct, vanwege de vrij stevige en redelijk warme wind. Na Lascoux komen we bij de grote vijver van La Rebeyrolle. We wandelen over een bruggetje en over de vijverdijk langs de vijver.

We lopen daarna door dit veel hoger gelegen gehucht en gaan dan over een asfaltweg naar het volgende gehucht: La Coustière. Voorbij La Coustière steken we het dal over. Dan volgt een karrenweg, een beekje die we over steken, twee asfaltwegen en daarna gaan we weer door een dal. We lopen in de richting van Bousseresse en vlak voordat we dit gehucht bereiken, steken we via een brug de rivier de Sédelle weer over. Vervolgens arriveren we vrij snel in Bousseresse.

Inmiddels hebben we in de verte ook de stad La Souterraine zien liggen. Voordat we daar naar toe gaan, buigen we eerst nog even af naar Cheix. We passeren de grote sportvelden en daarna de vijver van Cheix. Bij deze vijver treffen we ook weer de ons reeds bekende kilometerpaal van de pelgrimsroute aan. Deze kilometragepaal geeft aan dat we vanaf hier nog 1581 kilometer moeten lopen om in Santiago de Compostela te arriveren. Daarmee weten we nu dat we over de helft van onze pelgrimsroute vanuit Sint-Jacobiparochie zijn gekomen, want we hebben inmiddels ruim 1700 kilometer achter de rug. We zijn er dus nog lang niet, maar dat hindert niet, want dan kunnen we nog veel en mooie kilometers vooruit. Door het bosperceel tussen Cheix en La Souterraine gaan we verder.

Daarna wandelen we door een buitenwijk met een scholengemeenschap tussen hoogbouwwoningen. Dan komen we bij de minirotonde bij de entree van La Souterraine. Daar steken we de spoorlijn over en dan wandelen we rechtdoor de stad La Souterraine in. We gaan door de poort Saint Jean en gaan dan de 12e-13e eeuwse kerk in. Daar vinden we een glas-in-lood-raam van Sint Jacobus de Meerdere.

Op het Sint-Jacobsplein zoeken we een zitplaats onder een grote boom om even te lunchen. Daarna drinken we aan dit Place Saint-Jacques ook nog een kop koffie op het overdekte terras van een café. Na de koffie gaan we weer door de poort van Saint Jean. We lopen dan langs de grote stadskerk en gaan tegenover de kerk via enkele uitvalswegen de stad uit.

Als we de asfaltweg door een buitenwijk van La Souterraine willen nemen in de richting van La Breul, zien we op het verkeersbord voorin de straat dat deze straat is afgesloten wegens wegwerkzaamheden. Inschattend dat het voor voetgangers altijd nog wel mogelijk is om toch te passeren, gaan we de straat wel in. Een eind verderop zijn allemaal kuilen in het wegdek gegraven en worden leidingen getrokken. We kunnen vrij eenvoudig langs alle obstakels onze weg vervolgen. Vanwege het feit dat het nu middagpauze is, zijn er overigens in geen velden of wegen wegwerkers te zien. Verderop staan we aan de rand van La Souterraine, op de plaats waar we via de D73a met een viaduct onder de N145 door de stad verlaten.

Over een brede onverharde weg door een bos en langs een grote vijver wandelen we naar La Rue, in feite niet meer dan een groot herenhuis met een grote oude boerenhoeve erbij. Via onverharde wegen en asfaltwegen wandelen we langs Les Fougères en volgen we de stenige weg naar Le Pommier. Voorbij Le Pommier volgen we asfaltwegen. Op een smalle asfaltweg passeert ons een grote melktankauto. Achter deze vrachtwagen aan gaan wij onder het viaduct door van de spoorlijn van Parijs - via Limoges - naar Toulouse. Even later horen we een trein passeren, maar we kunnen hem dan al niet meer zien. Het volgende gehucht waar we dan doorheen wandelen, is Le Preux.

We gaan nu verder richting Chabannes en steken het beekje de Semme over. Daarna volgt een stenige landweg tussen de velden door. Vlakbij het plaatsje Tancognaguet passeren we een oude boerenbehuizing die qua vorm het midden houdt tussen een boerderij en een kerk. Zo te zien ook al een bijzonder oud gebouw.

Tussen de velden door gaan we over een onverharde weg weer verder in de richting van het volgende dorp. We komen het veld uit bij een zeer groot rundveebedrijf. Een groot aantal loopstallen en loodsen staan hier rondom een kasteelachtig woonhuis van dit omvangrijke boerenbedrijf. Hier wandelen we Chabannes binnen. Door het dorp lopen we naar de D4. Op het kruispunt midden in Chabannes ligt een verhoging met daarop een mooi gemetseld kunstwerk met daarin een klok en een aantal platte, geëmailleerde tegels. Een jeu des boules-baan en een aantal zitbankjes erbij en op die manier is een mooie plek gecreëerd om midden in het dorp gezellig te vertoeven.

Op het moment dat we daar zitten, breekt eindelijk de zon door. De paraplu kan in de rugzak, de trui gaat uit en we wandelen in de heerlijke zonneschijn de laatste kilometers van vandaag. Buiten Chabannes gaat het verder over onverharde wegen. We komen door La Croix. Daar is een boer bezig om een stapel brandhout met een tractor op een grote boerenwagen te laden. Een klein jongetje zit bij de boer in de cabine van de tractor en mag meesturen.

We gaan verder over een kleine asfaltweg langs een graanstoppelveld. In het dal verderop zien we het dorp waar we naar toe lopen: Saint-Pierre-de-Fursac. Als we op een splitsing linksaf draaien naar het dorp, zien we links van ons donkere wolken opkomen, waaruit allicht slecht weer zal komen. We voeren het tempo nog wat op om vóór de regen op onze bestemming aan te komen. In Saint-Pierre-de-Fursac lopen we weer langs een kilometragepaal. Die geeft aan dat het vanaf hier nog 1566 kilometer is naar Santiago de Compostela. Ondertussen zien we beneden in het dorp auto’s en motoren rijden, alsof de Tour de France passeert. Nu wordt ons duidelijk dat vanmorgen natuurlijk de hoofdstraat werd afgesloten om hier straks een wielerronde te kunnen laten passeren.

De 13e eeuwse kerk van Saint-Pierre-de-Fursac staat uitnodigend open. Een kort bezoek leert ons dat deze kerk in abominabele staat verkeert, althans voor wat betreft het interieur. We lopen om de kerk heen en dalen af naar de hoofdstraat. Zojuist is hier de 10e wielerronde van Parijs naar Corrèze gepasseerd, blijkt ons nu. Alles wordt weer opgeruimd en de toeschouwers verdwijnen weer snel uit het straatbeeld. Het wordt weer rustig in het dorp. We wandelen door de hoofdstraat naar het dubbele gemeentehuis. De twee gemeentehuizen van de tweelingdorpen Saint-Pierre-de-Fursac en Saint-Etienne-de-Fursac delen hier samen één gebouw aan de hoofdstraat, maar aan de buitenzijde is met belettering duidelijk aangegeven voor welk dorp elk afzonderlijk deel van de dubbel-Mairie is bestemd. Een buitengewone situatie.

Als we bij de 11e-15e eeuwse Saint-Etienne-kerk arriveren, bezichtigen we die ook nog even, alvorens we naar de auto gaan op het kerkplein naast de kerk. Deze kerk heeft behoorlijk last van vocht, kun je zo zien. In de hoek bij de vooringang heeft men een verzameling beelden ogenschijnlijk achteloos bij elkaar gezet als een soort beeldenopslag. Daar staat onder andere een beeld van een doopceremonieel. Mij valt op dat in dit beeld wordt gedoopt met water uit een Jacobsschelp. Bij het voetstuk van dit doopbeeld staan nog drie andere beelden, die twee vrouwen en drie kinderen uitbeelden. Ze staan met de gezichten naar elkaar en vormen samen een bijzondere gelegenheidsformatie.

Als we de kerk uit lopen en bij onze auto arriveren, komen een Nederlandse man en vrouw op ons af lopen. Ze vragen of wij op pelgrimstocht zijn, want ook zij zijn hier dit jaar naar toe gekomen om vanaf morgen weer een aantal weken te gaan pelgrimeren in de richting van Santiago de Compostela. Zij zijn enkele jaren geleden gestart in Amsterdam en zetten dus vanaf morgen hun pelgrimage vanaf deze plek voort. Even na 16.00 uur rijden we terug naar onze camping in Crozant. We rijden nu echter via Saint-Agnant-de-Versillat om daar onze fietsen onderweg nog af te halen. Op het moment dat we wegrijden uit Saint-Etienne-de-Fursac begint het eerst te motregenen en al spoedig regent het behoorlijk. We zijn dus precies vóór de bui op onze bestemming gearriveerd. En ook niet te vroeg, want als we veel eerder waren gearriveerd, hadden we waarschijnlijk niet kunnen vertrekken vanwege de wielerronde die eerst door het dorp langs het kerkplein moest. Onze terugkomst was dus “just in time”. We hebben overigens vandaag 25 kilometer gelopen.

Pelgrimeren van Crozant naar Saint-Agnant-de-Versillat

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Crozant naar Saint-Agnant-de-Versillat
Dinsdag 3 augustus 2010 – 23,5 km.
Dag 81: 1690 – 1713,5 km.

Na het ontbijt rijden Durkje en ik om 7.30 uur vanaf de camping in Crozant met de auto en de beide fietsen naar Saint-Agnant-de-Versillat. Het is halfbewolkt en vanmorgen vroeg 13 graden Celsius. Later op de dag loopt die temperatuur op tot 23 graden Celsius. De auto parkeren we op het kerkplein naast de kerk van Saint-Agnant-de-Versillat. Daarna fietsen we hier vandaan naar onze camping in Crozant. Daar drinken we eerst een kop koffie, alvorens we de wandeltocht van vandaag aanvangen. Tegen 10.00 uur wandelen we naar het centrum van Crozant. Op de hoofdstraat staan een aantal marktkramen, die we passeren.

We beginnen vooraan in Crozant, op de plaats waar we gisteren de route beëindigden. De richtingverandering is hier niet goed met routetekens aangegeven, dus het is even zoeken om het goede pad te vinden dat ons achter de huizen van Crozant langs voert, langs de rivier de Sédelle. Deze route loopt ook langs onze camping. Voorbij de camping gaat het heuvelafwaarts naar de oever van de Sédelle. Eerst passeren we twee woningen, die aan de overzijde van de Sédelle staan, aan de voet van de heuvel waartegen onze camping is gesitueerd. We passeren ook Moulin La Folie.

We lopen dan langs de stevig stromende Sédelle en passeren op een breder terrein naast de rivier een picknickplaats. Hier is een groep jongeren neergestreken in een vrachtwagen en een bus, die beide zijn omgebouwd tot kampeerwagen. Op de tweede verdieping van de laadbak van de vrachtwagen ligt nog een jongen op bed, hoog tegen het dak van de vrachtbak. Andere jongeren lopen rond tussen een aantal tentjes die nabij de rivieroever staan. We passeren hier ook twee Franse dames, die gezien hun uitdossing met de Jacobsschelp evenals wij ook pelgrimeren naar Santiago de Compostela. Bij de parkeerplaats aan de D913 is het even de weg zoeken, want de pijlen wijzen naar de brug van Charreau rechts, terwijl we eigenlijk links moeten. We gaan links en zien daar ook weer de routemarkering. De steile onverharde weg kruist boven een asfaltweg. Vervolgens nemen we de asfaltweg naar het gehucht Maisons.

Dan komen we er achter dat de routebeschrijving en onze routekaart fundamenteel afwijken van de routemarkeringen. Volgens de wandelgids zouden we via de asfaltweg naar Villejoint moeten lopen. Maar de bewegwijzering voert ons over onverharde paden en wegen. We volgen de aantrekkelijke route van de routemarkering en komen zo op een gegeven moment over een schitterend oud hol wandelpad tussen oude muurtjes door. Volgens de wandelgids zouden we Villejoint moeten doorkruisen, maar de landelijke route die wij volgen, brengt ons op een gegeven moment in het gehucht Le Perthuis, en dat is toch behoorlijk naast de wandelgidsroute. Maar het hindert niet, want deze route door de velden is prachtig en aan de zonnestand kunnen we redelijk goed inschatten dat we uiteindelijk wel weer bij de route van de wandelgids zullen uitkomen. Pas als we La Bussiére binnenwandelen, weten we zeker dat we weer op de gidsroute zijn teruggekomen.

We volgen vanuit La Bussière de asfaltweg omlaag en steken op een gegeven moment de rivier Brézentine over. Daarna volgt een onverharde weg. In het struikgewas vinden we bijna rijpe bramen, die al wel goed eetbaar zijn. We steken een riviertje over en gaan daarna over een asfaltweg door het gehucht Les Genêts. Aan de achterzijde van dit gehucht nemen we een begroeide weg, die afdaalt naar de oever van de rivier de Sédelle. Eerst lopen we parallel aan de rivier, horen we het stromende water, maar kunnen hem door de dichte begroeiing niet zien; even later zien we de rivier tussen de struiken door wel stromen. Bij Le Moulin du Pin steken we via een betonnen brug de Sédelle over.

Via twee verschillende asfaltwegen komen we uit in het gehucht Villemoneix. In het midden van dit gehucht is een grote open ruimte, waar onder een flinke boom een wit bankje staat. Twee mannen staan verderop met elkaar te praten. De ene geeft aan dat we wel op het bankje plaats mogen nemen. Een mooi moment om na onze eerste 11 kilometer de eerste rustpauze van deze dag in te lassen. In de schaduw kunnen we aangenaam zitten om wat te eten en te drinken. De eerste 2,5 uur zit erop. Over asfalt gaat het daarna weer verder naar het gehucht Le Chiron.

Twee asfaltwegen verder komen we aan in het gehucht Bordessoule. Buiten Bordessoule gaan we via asfalt langs een akker met graanstoppels. De zon schijnt er even niet over vanwege de bewolking, waardoor het stoppelveld ons een prachtige goudgele glans toont. Na de splitsing volgt een asfaltweg en verderop een veldweg naar de D72, die we zo’n 200 meter volgen. Op de volgende splitsing gaan we linksaf naar het gehucht Lourioux. Hier staat een oorlogsmonument met betrekking tot parachutisten van de Tweede Wereldoorlog. Vervolgens wandelen we Lourioux binnen. Volgens de wandelgids zouden we hier wijngaarden aantreffen, maar die zien we letterlijk en figuurlijk in de verste verte niet. We verlaten Lourioux en steken na een afdaling de beek Le Gast over. Het is op dit moment slechts een gering waterstroompje. Via een asfaltweg, een brede landweg en een andere asfaltweg komen we aan in het gehucht La Maisonbraud.

Voorbij La Maisonbraud passeren we de vijver, de wasplaats en de drinkbak van Champville. De picknickbank in de voormalige wasplaats wordt op dit moment gebruikt door de twee Franse pelgrimerende dames, die we gisteren bij de stuwdam van Eguzon hebben ontmoet en gesproken. Wij gaan door naar het 12-16e eeuwse kasteel van Saint-Germain-Beaupré. We lopen langs het ommuurde kasteelterrein de plaats Saint-Germain-Beaupré binnen. Op het kerkplein vinden we een aantal bankjes in de schaduw van bomen. Daar rusten we enige tijd. Een oude vrouw in een woning aan het plein kijkt naar ons door een klein raampje van haar woonkamer. We zwaaien naar haar en ze zwaait hartelijk terug. Na deze pauze lopen we het dorp uit en gaan we via de D15 en een kleinere asfaltweg naar het gehucht Le Boucheron.

Een kwart kilometer voorbij Le Boucheron vervolgen we ons laatste deel van vandaag over een prachtige holle veldweg, tussen de velden door. Eerst heel smal en aan beide zijden dicht begroeid, later breder en opener en hier en daar ook alleen aan één zijde begroeid. We krijgen mooie uitzichten over de glooiende velden om ons heen en over de hoge heuvelrug vóór ons.

Vlak voordat we het gehucht Puyrolland bereiken, vinden we in de linker boomwal een houten bakje aan een boom bevestigd, met daarop de pelgrimsgroet “Ultreia” en daaronder een Jacobsschelp. In het bakje vinden we het pelgrimsregister van 2009 en van 2010, en daarbij nog een mapje met overige informatie voor pelgrims. De initiatiefnemer hiervan is Bernard Barreau uit het naburige Saint-Agnant-de-Versillat. Hij verwelkomt ons als pelgrims en biedt de gelegenheid aan voorbijwandelende pelgrims om iets in zijn pelgrimsregister te schrijven als ware het een soort gastenboek. Uit een toegevoegd overzicht blijkt dat jaarlijks zo’n 1700-1900 voorbijtrekkende pelgrims hier iets in deze registers schrijven. Het boek snel doorbladerend zien we bijvoorbeeld dat ook pelgrim Astrid van Dorp (die wij vorig jaar enige malen onderweg hebben ontmoet) hier op 20 juli 2010 met haar hondje Foxy is gepasseerd. Zo hebben veel pelgrims uit verschillende landen hun boodschap voor de volgenden achtergelaten. Ook wij gaan in op de uitnodiging van Bernard Barreau om iets bij te schrijven in dit veldregister van pelgrims. Daarna gaat alles weer terug in het plastic in het houten bakje tegen de boom.

Vrij snel daarna wandelen we door Le Puyrolland. Daarna volgt nog het gehucht La Brande du Pont. Tenslotte wandelen we via de asfaltweg en de D71 onze dagbestemming binnen: Saint-Agnant-de-Versillat. Om 15.30 uur wandelen we bij de Romaanse kerk het kerkplein op, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd. Daarna rijden we terug naar onze camping in Crozant. We hebben vandaag - evenals gisteren - 23,5 kilometer gelopen, vandaag niet in 7 uren zoals gisteren, maar in 5,5 uur.