Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Feytiat naar Masmont
Woensdag 11 augustus 2010 – 21 km.
Dag 87: 1830 – 1851 km.
Om 6.30 uur staan Durkje en ik vanmorgen op. Als we rond 7.00 uur ontbijten, begint het een beetje te regenen op de camping van Aix-sur-Vienne, waar we gisteren onze caravan hebben gebracht als nieuwe thuisbasis. Het is de hele dag dichtbewolkt en de temperatuur begint vanmorgen met 15 graden Celsius en die loopt vandaag op tot 23 graden Celsius. We brengen om 7.45 uur de auto eerst naar Masmont. Daarna fietsen we in ruim anderhalf uur via Limoges naar Feytiat, waar we onze fietsen stallen in de nieuwbouwwijk. Om 10.15 uur begint onze wandeltocht.
We verlaten de nieuwbouw van Feytiat als we de D979 over steken. Na enkele straten van de wijk Ardennes komen we op een wandelpad langs de bosrand en over de heuvelkam. Na 300 meter langs de D98 verlaten we deze drukke asfaltweg om na de eerste huizen het riviertje de Valoine over te steken. Iets verderop zien we de vijver van de molen van Châtenet. We lopen door naar de priorij van Châtenet, een oude vestiging van de orde van Grandmont, die al is gesticht in het jaar 1120. Tegenover deze priorij nemen we een onverharde weg langs het bos van Bruges. Als we nabij Bruges het bos uit komen, wordt daar het bospad versperd door een grote vrachtwagen, die zojuist door een andere voertuig is geladen met boomstammen. We lopen achter de vrachtwagen langs. De chauffeur is nog bezig om de lading vast te sjorren, om over enkele ogenblikken te kunnen vertrekken.
Via enkele asfaltwegen lopen we naar en door het dorp Le Mas-Gauthier. Even later steken we de D220 over en dan komen we in de buurt van de A20, die we straks ook moeten kruisen. In de verte zien we de zendmast, die we de afgelopen dagen al enkele malen op grote afstand boven op een heuvel hadden zien staan. We zijn er nu vlakbij. Via een onverharde weg komen we tussen de D220 en de A20 uit aan de achterzijde van het grote bedrijventerrein langs de A20. Als we bij de op- en afritten van de A20 arriveren, zien we dat het eerste bedrijf een verkoopvestiging is van een fabrikant van porcelein. Dat verbaast ons niet, want Limoges staat bekend om haar porceleinindustrie. Naast deze fabriekswinkel staat een McDonalds, waar we een kop koffie drinken, want dat was er vanmorgen nog niet van gekomen.
Na de koffiepauze steken we de A20 over met het viaduct en dan wandelen we langs een asfaltweg naar een bospad, waarmee we door een bosperceel lopen. Als we het bos uit komen, staat rechts van ons naast de oprit van een woonhuis een grote dode boom. Deze keer een opvallend exemplaar, want rondom de stam zien we allerlei kleuren, ontstaan door de verschillende zwammen, die deze dode boom gebruiken als voeding. De boom krijgt zo een kleurrijk stampatroon, bijna alsof die is geschilderd en hier en daar is bespoten met purschuim. Toch is dit stukje kunst puur natuur.
We gaan verder langs de rand van een weiland, steken de D704 over en nemen vervolgens een landbouwweg. Daarna lopen we tussen twee hoge heggen door, dalen naar de weilanden in het dal van Briance en gaan verder over een asfaltweg. Dan komen we op een mooi veldpad, waarmee we afdalen naar het dal waarin het stadje Solignac ligt.
In Solignac bezoeken we de abdijkerk, in deze vorm ingewijd in het jaar 1142, maar deze abdij is al in 632 gesticht door Saint Eloy. Bijzonder van deze grote kerk is dat je direct voorbij het voorportaal enkele hoge treden naar beneden moet, waar de begane grond van de kerkzaal is. Deze Romaanse abdijkerk is uniek voor de Limousin, vanwege het feit dat de kerk een reeks koepels heeft. Zelfs na meerdere branden en plunderingen is deze kerk nog alleszins een bezoek waard. Opmerkelijk zijn tevens de 15e eeuwse koorbanken, die op een groot aantal plaatsen zijn gedecoreerd met humoristisch houtsnijwerk.
Na dit kerkbezoek pauzeren we bij de jeu des boules-baan op het plein naast de kerk. Daarna wandelen we door dit karakteristieke stadje verder. Aan de zuidzijde verlaten we Solignac over de Romaanse brug. Vanaf deze brug heb je een mooi uitzicht over de rivier en op de oude “moulin” naast de brug. Aan de overzijde van de rivier maken we een bijzonder forse klim langs de beboste helling van de heuvelrug ten zuiden van Solignac. Op het moment dat je dit hellingbos in gaat, kun je nog even Solignac achter je en beneden je zien liggen.
Bovenaan de heuvelrug komen we aan in het gehucht Chabiran. Langs de asfaltweg verlaten we dit gehucht en dan wandelen we langs de muren en het voormalige toegangshek van het kasteel en het domein van Mont. Na anderhalve kilometer asfalt, gaan we weer wat aangenamer verder via een onverharde weg langs de bosrand. Het begint dan heel zachtjes te regenen, maar dat deert ons hier onder de bomen niet en het is ook spoedig al weer droog. Voorbij een asfaltweg gaan we het bos in en verderop langs een aantal woningen verder over een onverharde weg. Drie jongens rijden hier heen en weer op crossfietsen. Over een asfaltweg lopen we tussen de weilanden door en uiteindelijk komen we aan in het gehucht La Croix Janiquet.
We hebben nog een rustpauze tegoed, maar omdat de lucht steeds dreigender wordt en het niet zover meer is naar ons eindpunt voor vandaag, besluiten we vlot door te lopen naar onze auto een eindje verderop. Via een stenige weg, een onverharde weg en een asfaltweg komen we bij het gehucht Béchadie.
Volgens de routegids moeten we conform de beschrijving en de routekaart via Le Petit Fénérole wandelen, maar de bewegwijzering geeft aan dat we in de richting van La Grange moeten. Omdat we op onze detailkaart zien dat er nog vóór La Grange een veldpad loopt naar Fénérol, besluiten we de route volgens de wegwijzers te vervolgen. Dat betekent nog een klein stukje asfalt en daarna een mooi traject over een karrenspoor tussen boomsingels door. Voorbij Fénérole steken we de D11 over en dan wandelen we om 15.45 uur het gehucht Masmont binnen, waar onze auto in de wegberm staat. Met de auto rijden we weer naar Feytiat, waar we de fietsen afhalen om tenslotte weer terug te rijden naar de camping in Aix-sur-Vienne. Op deze koele zomerdag hebben we 21 kilometer gewandeld in 5,5 uren.
Na dit kerkbezoek pauzeren we bij de jeu des boules-baan op het plein naast de kerk. Daarna wandelen we door dit karakteristieke stadje verder. Aan de zuidzijde verlaten we Solignac over de Romaanse brug. Vanaf deze brug heb je een mooi uitzicht over de rivier en op de oude “moulin” naast de brug. Aan de overzijde van de rivier maken we een bijzonder forse klim langs de beboste helling van de heuvelrug ten zuiden van Solignac. Op het moment dat je dit hellingbos in gaat, kun je nog even Solignac achter je en beneden je zien liggen.
Bovenaan de heuvelrug komen we aan in het gehucht Chabiran. Langs de asfaltweg verlaten we dit gehucht en dan wandelen we langs de muren en het voormalige toegangshek van het kasteel en het domein van Mont. Na anderhalve kilometer asfalt, gaan we weer wat aangenamer verder via een onverharde weg langs de bosrand. Het begint dan heel zachtjes te regenen, maar dat deert ons hier onder de bomen niet en het is ook spoedig al weer droog. Voorbij een asfaltweg gaan we het bos in en verderop langs een aantal woningen verder over een onverharde weg. Drie jongens rijden hier heen en weer op crossfietsen. Over een asfaltweg lopen we tussen de weilanden door en uiteindelijk komen we aan in het gehucht La Croix Janiquet.
We hebben nog een rustpauze tegoed, maar omdat de lucht steeds dreigender wordt en het niet zover meer is naar ons eindpunt voor vandaag, besluiten we vlot door te lopen naar onze auto een eindje verderop. Via een stenige weg, een onverharde weg en een asfaltweg komen we bij het gehucht Béchadie.
Volgens de routegids moeten we conform de beschrijving en de routekaart via Le Petit Fénérole wandelen, maar de bewegwijzering geeft aan dat we in de richting van La Grange moeten. Omdat we op onze detailkaart zien dat er nog vóór La Grange een veldpad loopt naar Fénérol, besluiten we de route volgens de wegwijzers te vervolgen. Dat betekent nog een klein stukje asfalt en daarna een mooi traject over een karrenspoor tussen boomsingels door. Voorbij Fénérole steken we de D11 over en dan wandelen we om 15.45 uur het gehucht Masmont binnen, waar onze auto in de wegberm staat. Met de auto rijden we weer naar Feytiat, waar we de fietsen afhalen om tenslotte weer terug te rijden naar de camping in Aix-sur-Vienne. Op deze koele zomerdag hebben we 21 kilometer gewandeld in 5,5 uren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten