zaterdag 20 april 2024

Noord-Hollandse fietspelgrims op het Friese Jabikspaad in Feinsum

Zaterdag 20 april 2024
 
De groep Noord-Hollandse fietspelgrims bij Refugio Ultreia Feinsum

















Wandelpelgrims en Fietspelgrims bijeen
Om elf uur vanmorgen zijn ze vertrokken bij de Groate Kerk van het Friese Sint-Jacobiparochie, om vanaf dit officiële startpunt van het Jabikspaad in twee dagen op de fiets het ruim 150 kilometer lange pelgrimspad van Sint-Jacobiparochie naar het Overijsselse Hasselt te fietsen, dat het eindpunt is van deze aanlooproute naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Eén van deze Noord-Hollandse fietspelgrims is Arianne, die Durkje en ik als pelgrim - samen met haar inmiddels helaas al overleden echtgenoot Klaas - hebben leren kennen toen wij als beide pelgrimsstellen in Spanje pelgrimeerden op de Camino Franchés, op weg naar Santiago de Compostela. 
En bijna tien jaar later ontmoetten we elkaar in onze refugio, toen Arianne samen met haar zoon Niels het Jabikspaad bewandelde. En ook tussendoor ontmoeten we elkaar wel tijdens de landelijke bijeenkomsten van ons landelijke pelgrimsgenootschap, het Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
Enkele weken geleden belde Arianne ons al om te vertellen dat ze van plan was om met een fietsgroep bij onze Refugio Ultreia Feinsum langs te komen, om daar bij ons dan een pelgrimsstempel te verkrijgen van onze refugio. Wij verheugden ons dan ook al bijzonder op haar komst met deze fietspelgrims.

Stempelen en Pauzeren in Refugio Ultreia Feinsum
Net na het middaguur arriveert de stoet fietspelgrims bij onze refugio. We hebben de garage ingericht voor hun ontvangst, zodat ook de fietsen mee naar binnen kunnen bij aankomst.
Ze hebben de eerste kilometers met fikse tegenwind en regen te maken gehad, maar als ze in Feinsum arriveren, is het droog, en komen ze met de wind in de rug aan bij ons pelgrimsonderkomen.
We beginnen natuurlijk met een belangrijke actie, want het zetten van onze refugiostempel in hun pelgrimspaspoorten is een must voor gepassioneerde pelgrims.
En daarna is er koffie en thee met een iets lekkers erbij, en bovendien volop gezelligheid met al die fietspelgrims, die zo hun eigen ervaringen hebben met het wandelend dan wel fietsend pelgrimeren op al die Europese pelgrimswegen naar Santiago de Compostela.
Voordat ze vertrekken, wordt nog de traditionele pelgrimsgroepsfoto gemaakt bij de refugio, opdat ook deze groep wordt vereeuwigd in de pelgrimsgalerij van Refugio Ultreia Feinsum. 
Deze groep fietspelgrims fietst vandaag vanuit Feinsum op het Jabikspaad door tot aan Oldeholtwolde, om na hun overnachting aldaar morgen door te fietsen naar het eindpunt Hasselt, en dan nog even door naar Zwolle, om van daaruit met de fietsen in de trein huiswaarts te keren naar Noord-Holland.

vrijdag 19 april 2024

“Vandaag ben ik gaan lopen …”

Vrijdag 19 april 2024
 
De zes sprekers van het symposium van de Camino Academie










Over wandelen en rennen, pelgrimeren en marcheren
In 2020 en 2021 heeft de Camino Academie aandacht besteed aan de vele nieuwe pelgrimspaden die in heel Europa bijna letterlijk uit de grond schieten. En die pelgrimspaden zijn vooral wandelpaden. 
Maar ook het hardlopen kent een steeds grotere populariteit. 
Nu steeds meer mensen het lopen hebben ontdekt als hun favoriete vrijetijdsbesteding, dringt de vraag zich op: 
  • Waarom lopen we toch zo graag? 
  • Waarom noemen vooral de wandelaars hun tochten zo graag een pelgrimage? 
  • Waarom beschrijven hardlopers hun ervaringen in religieuze termen? 
  • Wat doet dat lopen eigenlijk met ons?
Om die vragen te beantwoorden, heeft de Camino Academie zes sprekers uitgenodigd, zowel onderzoekers als ervaringsdeskundigen, die vanuit verschillende perspectieven hun licht zullen laten schijnen over de verschillende effecten die het (langdurig) lopen heeft op de mens.
Dit symposium van de Camino Academie wordt georganiseerd in de Thiemeloods te Nijmegen, en heeft als thema ‘“Vandaag ben ik gaan lopen …”’ en met als subthema ‘Over wandelen en rennen, pelgrimeren en marcheren’.

Lopen
We worden welkom geheten door dagvoorzitster Ineke Albers van de Camino Academie, waarna Paul Post als voorzitter van de Camino Academie de opening van dit symposium verzorgt. Hij vertelt onder ander over de doelen van de Camino Academie. 
Daarna bespreekt Post het thema 'Lopen'. Ineke Albers bijvoorbeeld benadert in haar onderzoek en publicaties het pelgrimeren vanuit het lopen. Vandaag gaat het niet zozeer over pelgrimeren en de camino, maar veel meer over het lopen an sich.  

1e Spreker Aldo Houterman  
Ons lichaam is belangrijker dan ooit. We hebben met z’n allen nog nooit zo veel gesport, en we letten nauwkeurig op onze voeding. Tegelijk lijkt ons lichaam steeds minder nodig te zijn. Door robotisering en Artificial Intelligence worden we overbodig in het arbeidsproces. 
Houterman laat zien dat de relatie tussen de mens en wereld om hem heen niet bestaat uit onze gedachtes, maar uit onze beweging en lichamelijkheid.
Aldo Houterman (1981) studeerde Filosofie en Kunstmatige Intelligentie. Daarna deed hij onderzoek naar de betekenis van het lichaam in de geneeskunde en de sport. Hij doceert Medische Ethiek en Filosofie aan het Amsterdam UMC en doet onderzoek naar Sportfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Wij zijn ons lichaam; wat sport en beweging ons vertellen over menselijk gedrag
Aldo Houterman gaat ons vertellen over de relatie tussen lichaam en geest, en het effect van beweging op beide.
Hij denkt na over lichamelijkheid, over de relatie van lichaam, ziel en geest. 
Het lichaam wordt vaak ondergeschikt gemaakt aan het lichaam en de geest, en daar wil Houterman een andere draai aan geven. Dat raakt ook aan mijn en aan jouw mensbeeld.
Hij begint met een stukje geschiedenis:
  • Veel wetenschappers – ook moderne - zien van de mens voornamelijk het brein, waarbij het lichaam ondergeschikt aan dat brein wordt beschouwd. 
  • In de Antieke Oudheid werd door Plato het lichaam beneden de ziel gesteld. 
  • In de ogen van Aristoteles is de ziel de vorm van het lichaam, waarbij ziel en lichaam onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
  • In het christendom zegt kerkvader Ambrosius dat ons lichaam plaatsgebonden is, en dat niet het lichaam, maar dat de ziel is geschapen naar Gods evenbeeld.
  • Johannes Calvijn vond dat ziel en lichaam bij elkaar horen, en dat de ziel onsterfelijk is.
  • Hildegard von Bingen beweerde dat de zielen volgens Gods wil op termijn hun lichaam terug zullen krijgen, opdat de mens dan een des te groter vreugde zou gaan genieten. 
  • René Descartes maakte enerzijds onderscheid tussen denken (de geestelijke dingen) en lichaam (als automaat) en anderzijds tussen bestuurder (het brein) en automaat (het lichaam)
  • Spinoza ging in zijn monisme uit van ‘alles is één’. We kunnen wel achterhalen welke emoties in ons lichaam zijn opgekomen, aldus Spinoza.
  • Dan kennen we nog het mechanistische lichaam, waar bij Julien Offray de La Mettrie sprake is van een mens-machine; als ware het een uurwerk, als fantastische machine. 
  • Dick Swaab daarentegen zegt dat alles wat we denken, doen en laten, gebeurt door onze hersenen; ofwel: wij zíjn onze hersenen/ons brein. Hersenonderzoek is in die visie van Swaab derhalve een zoektocht naar onszelf.
Sport als venster op ons lichaam
We maken onderscheid tussen:
  1. Lichaam is iets wat beweegt.
  2. De omgeving bepaalt het lichaam.
  3. Mede-lichamelijkheid wil zeggen dat je lichaam in relatie staat tot andere lichamen.
  4. Zintuiglijkheid: zintuigen gaan open staan bij bewegen.
Eén visie is dat je ik tot stand komt door beweging.
Michel Serres gaat bij ‘lichamen in metamorfose’ uit van de idee dat het lichaam zich verplaatst en beweegt, en dat het lichaam voortdurend onverwachte vormen aanneemt. Je lichaam is dus verre van stabiliteit, maar veel meer beweging en metamorfose. 

2e Spreekster Marieke van Heuvelen 
In haar presentatie wordt ingegaan op effecten van bewegen op het denkvermogen en op het geheugen van oudere mensen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan het effect van wandelen, al dan niet gecombineerd met spierversterkende oefeningen. 
Ook worden onderliggende breinmechanismen besproken, die de effecten van bewegen op het denkvermogen en op het geheugen kunnen verklaren. 
Naast studies bij gezonde ouderen, worden ook studies bij mensen met een vorm van dementie gepresenteerd.
Marieke van Heuvelen is universitair docent aan de afdeling Bewegingswetenschappen aan de RUG/UMCG.

Laat je brein niet indutten, beweeg!
Van Heuvelen vertelt hoe de samenhang tussen lichaam en geest is, wanneer je al dan niet beweegt.
  • Bij veroudering gaan fysieke en cognitieve (zijnde de mentale processen bij waarnemen, verwerken van informatie, leren en denken; met aspecten zoals geheugen en executieve functies) functies achteruit, met als gevolg dat je problemen kunt krijgen in je dagelijkse leven. Bij dementie is die achteruitgang heel erg sterk.
  • Er zijn nog geen medicijnen om die achteruitgang te voorkomen, dus is men op zoek naar andere manieren om daar iets tegen te doen, bijvoorbeeld door te bewegen.
  • Marieke schenkt aandacht aan de vraag of lichamelijke activiteit je cognitie verbetert. Dat is op grond van Kramer zijn wandelonderzoek wel te verwachten. Daarbij zag je dat complexe taken (bijvoorbeeld de reactietijd) bij bewegende mensen beter werden.
  • Ook krachttraining heeft dergelijke positieve effecten. Na 12 maanden training zag je vooruitgang van cognitieve functies bij mensen die stevig aan krachttraining hadden gedaan.
  • De conclusie is derhalve: met lichamelijke activiteit kun je de cognitie verbeteren. 
  • Je hoeft niet heel lang te bewegen, want drie a vier keer per week drie kwartier per dag is al genoeg om verbetering van cognitie tot stand te brengen.
  • Lange afstandswandelen is nog niet zozeer onderzocht. Wandelen in een groene omgeving versterkt het positieve cognitieve effect wel. Het als wandelaar dragen van een rugzak en daarbij omhoog lopen, doet een beroep op je kracht, en dan zie je het positieve effect naar analogie van krachttraining.
Onderliggende mechanismen
  • Bij lichamelijk trainen worden extra, nieuwe zenuwcellen aangemaakt.
  • Bij lichamelijk trainen worden er ook sterkere en méér verbindingen tussen de neuronen gecreëerd in de hersenen.
  • Tevens worden daarbij nieuwe bloedvaten aangemaakt, ook in je brein, met als positief effect meer doorbloeding, en derhalve verbetering van je hersenfunctie.
  • Verder zie je daarbij een afname in het aantal ontstekingsreacties. Door te bewegen heb je dus minder schade aan je bloedvaten en aan je brein.
Bovenstaande leidt tot blijvende verbetering van je brein, en daarmee van je cognitieve conditie.

Combinatie van wandelen en krachttraining bij dementie
Aanvankelijk waren er wel onderzoeksresultaten over wandelen, maar de combinatie met krachttraining was nodig om te weten te komen of je dan meer effect krijgt op je brein; dat werd althans wel verwacht.
Bij gezonde ouderen bleek die combinatie een positief effect te hebben, dus het was interessant om dat ook voor demente mensen te onderzoeken. Daar heeft de RUG onderzoek naar gedaan met haar studenten.
Er werd gewandeld door de ene groep, en een andere groep ging daarnaast ook krachtoefeningen doen. De controlegroep kreeg alleen sociale visite. Iedereen kreeg overigens wel evenveel aandacht, om dat gelijk te houden. 
De mensen uit deze onderzoeksgroep zaten in een verpleeghuis voor demente bejaarden.
Daarna werden allerlei testen gedaan, met bemoedigende resultaten. Je zag positieve effecten bij wandelen en bij combinatie van wandelen en krachttraining, en je zag daarentegen achteruitgang bij de controlegroep. Wel zag je negen weken later - nadat het programma gestopt was - al weer een teruggang in het functioneren van de onderzoeksgroep.
Bij een in twee fasen stijgende inspanning in een andere onderzoeksgroep van mensen in de dagopvang, zag je minder sterke effecten, die voor een deel trouwens ook het gevolg waren van het feit dat je de onderzoeksomgeving in een combinatie van thuisverpleging en dagopvang minder goed kunt beheersen dan in een verpleeghuis.

Conclusies
  • Lichamelijke activiteit draagt bij aan behoud van cognitie.
  • Wandelen alleen is daarbij niet genoeg, want je moet daarnaast ook spierversterkende oefeningen doen.
  • Verder ben je ook nooit te oud om te bewegen.
3e Spreekster Jule Zuiderbaan  
Jule Zuiderbaan is klinisch neuropsychologe en promovenda bij onder andere Erik Scherder aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. 
Zij doet onderzoek naar lopen op muziek bij personen met aangeboren hersenletsel, en bij gezonde personen. 
Ze gaat iets vertellen over de effecten van muziek op het lopen van gezonde personen.

Bewegen op muziek
Zuiderbaan onderzoekt de effecten van bewegen op muziek op het brein. 
Ze doet onderzoek onder mensen met cerebrale parese (CP: een houdings- en bewegingsstoornis die veroorzaakt wordt door een beschadiging van de hersenen), die nog wel kunnen lopen; om te onderzoeken of bewegen positief effect heeft op het brein.
Ook met CP moet je zoveel mogelijk gaan en blijven bewegen. Dat is goed voor je gezondheid, je slaapt dan beter, je hart gaan sneller pompen, waardoor de doorbloeding van je hersenen beter gaat, en het is beter voor je cognitieve functies.
Er is overigens nog maar betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar de relatie tussen bewegen en cognitie.
Jule onderzoekt of matig intensief bewegen bij volwassenen van middelbare leeftijd met CP acuut effect heeft op het neurocognitief functioneren (zoals inhibitie (is hoe goed je prikkels kunt onderdrukken in een drukke omgeving), en verdeelde aandacht, en verwerkingssnelheid).
De secundaire vraag is wat het effect is van muziek op het (bijvoorbeeld regelmatiger) lopen bij volwassenen met CP.
Geconstateerd is dat mensen nagenoeg altijd op de maat van de tegelijk beluisterde muziek lopen.
De stapfrequentie bij de muziekgroep blijft vrijwel gelijk, maar bij de (alleen, dus zonder muziek) loopgroep zie je dat de stapfrequentie moeilijk vastgehouden kan worden (dus zonder muzikale ondersteuning).
Voor de staplengte zie je dat bij de loopgroep (zonder muziek) de staplengte afneemt. Bij de muziekgroep daarentegen is de staplengte stabieler.
Zonder muziek zul je dus op de langere looptijd minder ver lopen, omdat de muziekgroep-lopers een meer constante staplengte hebben.
Er zijn trouwens tot nu toen nog geen significante verschillen gevonden tussen mensen die lopen met of zonder muziek, maar het onderzoek is nog niet geheel afgerond, dus de resultaten zouden nog enigszins kunnen veranderen. 

4e Spreker Eric Brinckmann  
Hoelang wandelen we al? Een vreemde vraag misschien, maar het eerste wandelpad is pas in 1837 uitgezet. 
Wandelen is iets anders dan functioneel lopen van A naar B. Wandelen zoals we dat nu kennen, ontstaat in de 18e eeuw en zou je kunnen zien als een uitvinding van de Verlichting. 
Wandelen en wetenschap: de wereld is al wandelend ontdekt.
Landschapsfilosoof Eric Brinckmann, beheerder van landgoed het Lankheet in Overijssel, neemt ons mee in de geschiedenis van het wandelen. 
Maar hij gaat ook met ons op reis, samen met boeren uit de Middeleeuwen, die al struinend hun landschap vormgaven in een wereld van ‘gebeurtenissen’. Die boerenpraktijk heeft iets weg van een taoïstische manier om naar de ruimte om ons heen te kijken. We kunnen daarvan leren, en dat maakt het wandelen tot een andere beleving dan we gewend zijn.

Wandelen en de ontdekking van de wereld
We lopen al zolang we kunnen lopen, als mens, maar wandelen doen we nog niet zo lang.
In Friedrich Nietzsches denken is de mens een denkend, bewegend, wandelend lichaam.
Stilzitten is zondigen tegen de Heilige Geest, aldus Nietzsche.
Nietzsche was een ras-wandelaar. Acht uur wandelen per dag was voor hem geen uitzondering. Wandelend kom je op andere gedachten; er gebeuren andere dingen dan achter je buro. De expressie van buiten moet je laten resoneren met de expressie van binnen. “Naar buiten, dus”, zegt Nietzsche. 
  • Wij leven teveel (zo’n 95% van onze tijd) in binnenruimtes. We waren dus ook te weinig buiten om zelf te ontdekken dat we met een klimaatcrisis te maken hebben. We nemen de wereld teveel via schermen waar, want dan geldt het kennelijk.
  • Buiten spelen hele andere processen, die wij niet gemaakt hebben. 
  • Wij creëren buiten wat we binnen ontworpen hebben.
Dromologie, over snelheid en versnelling
  • We nemen (het) buiten doorgaans waar vanuit allerlei binnenruimtes, vanuit huizen, kantoren, treinen, bussen en auto’s.
  • Wij willen daarentegen wel het idee hebben dat we buiten zijn, vandaar dat we in huizen zulke grote ramen hebben.
  • Ons wandelen is maar een fractie van wat het zou moeten zijn.
  • Wandelen was in de 18e eeuw een ontsnappen. De wandelbeweging viel toen samen met de Verlichting; niet alleen om te wandelen, maar ook om jezelf te ontdekken.
  • Lopen was in die tijd daarentegen doorgaans nog een functionele tijd, namelijk een lopen van A naar B. 
  • In de 18e eeuw ging men onder invloed van de Verlichting naar buiten, om de ruigte en om de bergen te ontdekken, en ze te onderzoeken. 
  • Wandelen was trouwens aanvankelijk vooral een vrouwelijke aangelegenheid.
  • Zo werd lopen in de tweede helft van de 18e eeuw 'wandelen'. Wandelen werd een publieksactiviteit. 
  • In 1837 werd 'het wandelpad' uitgevonden (compleet met een wandelkaart en routepaaltjes).
  • Via wandelen zou je tegenwoordig de versnelde tijd kunnen vertragen. 
  • We zijn inmiddels veel oude watersystemen weer op het spoor gekomen. Door zogenoemd 'promenadelogisch' (wandelend) onderzoek te doen, kun je erachter komen hoe iets werkt, namelijk door wandelend het landschap te leren kennen.
5e Spreker Hans Koeleman  
Wat gebeurt er als een groep hardlopers in zeer langzaam tempo, ’s nachts, zonder enig kunstlicht, vier uur lang gaat rennen in de schimmige desolaatheid van duin, bos, en strand? ‘Niets’, want zij zien weinig, en komen niets tegen. ‘Buiten’ is er weinig of niets. 
Maar er gebeurt toch ook weer ‘heel veel’, want op zo’n run komen er op een gegeven moment ‘binnenin’ processen op gang, die tezamen de loper een magische kracht geven. 
Hans Koelemanis is een langeafstand hardloper, en nam in 1984 en 1988 deel aan de Olympische Spelen. 
Hij schreef het boek 'Het blauwe uur', over de mystiek van het hardlopen, en is nu de hoofdredacteur van het looptijdschrift Mystical Miles.

De perfecte storm: De stilte, de nacht en de hardloper
Zijn vanmiddag voorgelezen verhaal gaat over de gekkigheid van het lopen en leven.
De enige mensen die op bijzondere plekken op aarde terecht komen, zijn de mensen die verdwijnen.
Niet het avontuur, maar de routine is gevaarlijk.
Wat, als we verdwalen? Laten we het hopen!
We gaan naar de nachtelijke wereld in het duister van de Schoorlse duinen. 
Om je heen alleen stilte en donker. 
Lopen in stilte. 
Overweldigend is de leegte en de stilte van het landschap. 
Ademloos. 
Alles wat je ziet, hoeft niet echt zo te zijn. 
De mens kan veel meer dan een wetenschapper hem voorhoudt. 
Heb met hen geen medelijden, maar wees jaloers als je een ooit een groep mensen ziet die een zware tocht gaan ondernemen. 

6e Spreekster Ineke Albers - Echte pelgrims lopen 
Echte pelgrims lopen!? Het is maar hoe je het bekijkt. Wel in historisch perspectief, maar niet als je het in onze tijd bekijkt. Immers, pelgrims in auto’s, in vliegtuigen, treinen en in bussen; kijk maar naar Lourdes en Rome. 
Hoe die pelgrims reizen is niet van belang voor hen, maar wel is van belang dat ze op de locatie van een heiligdom komen.
  • Arme pelgrims gingen vroeger te voet, maar rijke pelgrims pelgrimeerden onder andere te paard.
  • Het doel is voor de meeste moderne pelgrims (bijvoorbeeld naar Lourdes en Fatima) niet de weg, maar wel het heiligdom, alwaar de tekorten van je huidige leven weer even wordt aangevuld. 
  • De betekenis van het moderne heiligdom is al lang niet meer die van de pelgrim van eeuwen geleden. 
  • Soms worden er nieuwe mythologische betekenissen over de oude betekenissen heen gelegd, of er wordt een update van gemaakt.
  • De nadruk ligt momenteel veelal op 'de weg als doel' voor de pelgrims op weg naar Santiago de Compostela. Het heiligdom is dan secundair, en het is dan ook niet voor niets dat die pelgrims doorlopen naar Cap de Finisterre.
  • Na de 2e Wereldoorlog werd het wandelen over lange afstandspaden populair, en vanaf de 80er jaren is langeafstandswandelen belangrijk geworden. Toen werd ook de pelgrimage naar Santiago de Compostela populair.
  • Is pelgrimeren dan nu 'op weg gaan naar een heiligdom'?, of gaat het om 'dagenlang wandelen'? In de ogen van Ineke: beide niet. 
  • Dag in, dag uit lopen, levert een belangrijke bijdrage aan het welzijn van de wandelaar. Dat bevestigen ook de sprekers van vandaag.  
  • In een aantal godsdiensten – anders dan in het christendom - heeft het lopen nog wel degelijk een religieuze betekenis (bijvoorbeeld bij de Mexicaanse Tarahumara-indianen en bij de Japanse boeddhistische Tendai-monniken, die de kaihōgyō lopen, ofwel 1.000 marathons in 1.0000 dagen).
  • Het lopen van pelgrims in christelijke tijden was toch zeker wel van betekenis voor de christelijke pelgrims.
  • Heilige plaatsen worden al eeuwenlang bezocht, en al 11.000 jaar gaan mensen te voet op pelgrimage. En ja, de echte pelgrims lopen. Maar de laatste decennia geldt dat dus niet meer.
Conclusie en tot slot over of echte pelgrims lopen
Ineke Albers: 
Zowel op de weg als in het heiligdom kunnen mensen God ontmoeten, 
maar als je één van die twee verwaarloost, 
kun je dat van die ontmoeting met God niet meer ervaren. 

Alleen samen 
– de voettocht en de heilige plaats -  
voldoen ze aan de definitie van een pelgrimage.

Nagift van de zes sprekers in de afsluitende vragenronde 
  • Lopen kan een bron van creativiteit zijn.
  • Ik ben beter gaan lopen toen ik ging lopen op muziek, en ik kon ook veel langer lopen op muziek.
  • Schrijven is gif voor het lichaam; maar hardlopen is dan je tegengif.
  • Bij het zwaardere klimwerk tegen de klimwand vind ik ontspanning, want die inspanning creëert de afleiding van mijn cognitieve zaken.
  • Je moet je knieën volgen, als je bijvoorbeeld in het bos gaat lopen. In het veld snap je ineens waarom mensen eeuwen geleden de structuur van het landschap hebben vormgegeven, en dan vaak ook in de vormen die passen bij dat mensen vroeger op het land liepen.
  • De weg naar Santiago was vroeger niet alleen een doel, maar ook een ritueel.
  • We kunnen heel moeilijk afstand nemen van de beelden waarmee wij onze eigen omgeving hebben ingericht. Lange afstandspaden kunnen je als wandelaar helpen om daar los van te komen, want dan treed je buiten je eigen omgeving. 
  • Als je meningsverschillen hebt in je eigen kring van naasten, en je probeert ze door met elkaar te praten op te lossen, dan creëer je veelal een probleem (met die ander) morgen. Als je echter als pelgrims een avond en een nacht met elkaar verblijft in een pelgrimsherberg, dan heb je alleen het nu, en dan heb je samen geen morgen, en dát maakt het doorpraten en vooral luisteren naar elkaars meningen gemakkelijk(er). 
  • Wij zijn gemaakt om te bewegen en te lopen, en we moeten ook lopen. Elk mens is te trainen voor het lopen van extreme afstanden.

donderdag 18 april 2024

Kamp Erika

Donderdag 18 april 2024
 
Hester den Boer in Tresoar

Lunchlezing van Hester den Boer
Hester den Boer (1981) is onderzoeksjournalist. Zij publiceert onder andere in De Groene Amsterdammer.
Ze interesseert zich voor de tegenstrijdige omgang met het verleden.
Pas na de dood van haar opa Jan kwam De Boer erachter dat haar grootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog opgesloten heeft gezeten in Kamp Erika, nabij Ommen, een Nederlands concentratiekamp, waarvan zij toen nog nooit had gehoord. 
Nieuwsgierig geworden, begint zij een speurtocht naar haar opa’s verleden en naar Kamp Erika. 
Uiteindelijk legt ze een diep treurig taboe bloot uit ons collectieve oorlogsgeheugen. 
Daarover organiseert Tresoar vanmiddag een periodieke lunchlezing te Leeuwarden, die Durkje en ik bijwonen in een volle zaal.
Tijdens deze lunchlezing neemt Hester ons mee in dit onthutsende oorlogsverhaal van een concentratiekamp, waarover niet gesproken mocht worden; en spreekt ze over het trauma dat tot op de dag van vandaag doorwerkt.

Start van het onderzoek
Dat Hester den Boer haar opa gevangen had gezeten, was de familie wel bekend, maar waarom dat zo was, is niet bekend. 
Grootvader was bij leven niet een gemakkelijke man. Hij woonde op een camping, wilde geen belasting betalen, wilde niet traceerbaar zijn, zat soms in Portugal, en was af en toe een tijdje spoorloos verdwenen.
Hester bestudeerde de holocaust en genocidestudies, zich niet realiserend dat er een verband was met haar grootvader. 
Haar opa wilde ook met Hester niet praten over de oorlog. Hij werd daarover te emotioneel.
Ze deed onderzoek tijdens haar studie naar de Russische taferelen in de periode van Stalin, zich aanvankelijk niet realiserend dat dergelijke afschuwelijke taferelen ook in Nederland wel voorkwamen.
Ze begon haar onderzoek naar haar grootvaders geschiedenis in het Rode Kruis-archief, eerst nog in de veronderstelling dat hij in Kamp Westerbork had gezeten. Toen bleek via de lijsten van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) echter dat hij niet op de lijst van Kamp Westerbork voorkwam, maar wel op de lijst van gevangenen van Kamp Erika. Toen werd het voor haar wel heel concreet, omdat nu feitelijk vast stond waar haar grootvader in de oorlog gevangen had gezeten.

Kamp Erika
Dit Kamp Erika was één van de vijf Nederlandse concentratiekampen, echter niet zo bekend als bijvoorbeeld Kamp Westerbork. Amersfoort, Schoorl en Vugt waren de andere drie kampen van die Tweede Wereldoorlogsjaren. 
Het kamp (Erika) van vroeger is nu een camping, waar overigens geen enkele verwijzing is naar het vroegere concentratiekamp. 
Voorheen zat de Indiase spirituele leraar Jiddu Krishnamurti daar in het internationale Sterkamp, waar mensen uit allerlei landen naar toe trokken. Er was dus al een geheel ingericht kampement toen de oorlog begon.
In de oorlog werd het Sterkamp gesloten door de Duitse legerofficier Werner Schwier, die hier de mogelijkheid zag om er een Duits kamp op te richten. Het kamp kreeg de naam Erika, genoemd naar de lokaal voorkomende heidesoort erica.
Aan voormalig politieagent Lodewijk Diepgrond vroeg Schwier om hier in dit kamp bij Ommen Nederlandse bewakers aan te trekken. 
Onduidelijk was toen nog of het een opleidingskamp of een zogenoemd Jodenkamp (werkkamp) zou gaan worden. Maar in juni 1942 werd het een Justitiekamp, voor bijvoorbeeld clandestiene slachters, of voor mensen met kleine vergrijpen. In deze tijd hebben hier zo’n 3.000 gevangenen gezeten, waarvan tenminste 170 mensen ter plekke zijn omgekomen door vernedering, onmenselijke omstandigheden en geweld. Deze status duurde tot april 1943, als gevolg van het zogenoemde Leeuwarder protest-arrest.
Daarna werd het tot september 1944 een Doorvoerkamp voor mannen die de Arbeitseinsatz ontdoken. Ook asocialen werden hier toen bewaard. En ook hier werd toen gewelddadig gehandeld.  
Van september 1944 tot april 1945 werd het een Strafkamp, voor bijvoorbeeld tewerkstelling, voor daders van zwarthandel, en voor allerlei andere vergrijpen. Gevangenen werden vanuit dit kamp niet meer doorgestuurd, maar werden tewerkgesteld in de omgeving van dit kleine kamp. Het was in die tijd dus geen joods kamp, en het werd beheerd door Nederlandse bewakers. Het bleek overigens wel een uitzonderlijk gewelddadig kamp.
Herbertus Bikker – de zogenoemde beul van Ommen – was een zeer gewelddadige bewaker. Op het conto van deze buitengewoon gewelddadige bewaker staan tenminste 180 dodelijke slachtoffers.  

Historisch onderzoek
Hester onderzocht 37 van de 300.000 persoonsdossiers in het bewakers-/daderarchief van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), waarin informatie ligt opgeslagen zoals processen verbaal, psychiatrische rapporten en getuigenverslagen. Ze probeerde daar antwoorden te vinden op de vraag wat voor soort mannen het waren die zo (extreem) gewelddadig waren, en waarom zij gingen werken in Kamp Erika. Het bleek dat het merendeel van deze mannen niet zo ideologisch georiënteerd was. Opportunisme speelde ook vaak een rol, bijvoorbeeld het hebben van een goed betaalde baan. Er waren dus ook wel zeker aanvankelijk heel gewone mannen bij, die onder deze omstandigheden als bewaker meegingen in de aldaar geldende spiraal van geweld.
Opa Den Boer heeft – blijkens een gevonden kwitantie - in het kamp 250 gulden in verzekerde bewaring gesteld, maar niet bekend is waarom Hester haar grootvader dat geld had. 
Er is een foto van haar opa met zijn vier kinderen, na de oorlog kamperend op de camping op de plek waar vroeger het Kamp Erika is geweest. Veel andere oud-gevangenen kwamen overigens ook wel eens weer terug naar de voormalige plek van het kamp. Ze werden er als het ware naar toe getrokken.
Hester heeft in het kader van haar onderzoek ook gesproken met andere mannen, die vroeger in dit kamp gevangen zijn geweest; om zoveel mogelijk informatie te achterhalen.  Dat ging vaak om mannen die voorheen niet of bijna nooit spraken over hun oorlogservaringen. 
Het bleek dat veel mensen in Ommen – tot op de dag van vandaag – nog heel weinig weten van wat zich vroeger heeft afgespeeld in Kamp Erika. De Ommenaren waren ook niet zo begaan met het lot van de gevangenen, want – zo redeneerde men veelal - dan hadden ze de wet maar niet moeten overtreden. 

Na de oorlog
Na de oorlog werd het een interneringskamp voor collaborerende Nederlanders. Daarmee werden de rollen dus omgekeerd, want toen zijn die gevangenen door de Nederlandse bewakers eveneens (ernstig) mishandeld.
De hierboven eerder al genoemde Lodewijk Diepgrond kreeg na de oorlog een gevangenisstraf van 20 jaar, en bij zijn vervroegde vrijlating werd hem nota bene een huis toegewezen in Ommen. Dat leidde uiteraard tot de nodige spanningen in Ommen. 
Er werd trouwens veel gezwegen over de oorlog, om de situatie aldaar niet uit de hand te laten lopen.
Er zijn nog slechts enkele sporen traceerbaar van het voormalige kamp. Verder zijn er geen verwijzingen naar het voormalige kamp. Anderhalve kilometer verderop is nog wel een klein monumentje, dat de camping niet op haar terrein wenste. Wel mocht op de camping een kunstwerk in de vorm van een omgekeerde K worden geplaatst, als het maar niet zichtbaar was, dus het steekt nog maar net boven de grond uit. 
Kennelijk willen wij als Nederlanders niet worden herinnerd aan deze zwarte bladzijde van onze Nederlandse geschiedenis. 
Wellicht dat pas de derde generatie (zoals kleindochter Hester den Boer) en volgende generaties meer boven water zullen halen van deze zwarte geschiedenis van Kamp Erika.
Zie voorts de website die Hester den Boer heeft gemaakt, om een en ander over dit Kamp Erika te documenteren, zie daartoe op: www.kamperika.nl  

dinsdag 16 april 2024

Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen

Zondag 14 april 2024
 
De Paaskaars brandt bij Alliade in Stiens

Kerkdienst bij Alliade in Stiens
Het loopt tegen twee uur vanmiddag. Als Durkje en ik de ontvangstzaal van Alliade in Stiens naderen, horen we de klanken van de zang al van binnen. In de zaal aangekomen, zien we dat de muziekgroep aan het inzingen is, dus we komen al in een muzikale sfeer binnen. 
Het is er gezellig druk. We zoeken en vinden een plaats in de halve kring rondom de muziekgroep, en langzamerhand loopt de zaal vol bezoekers. Er moeten zelfs al stoelen bij worden gehaald om alle mensen die nog binnenkomen ook een zitplaats te bieden.
Durkje en ik zijn vanmiddag te gast bij de kerkdienst in de vestiging van Alliade te Stiens, de woonlocatie waar gehandicaptenzorg wordt geboden aan wie dat nodig heeft.
De kerkdiensten in Alliade - zoals hier nu in Stiens - worden georganiseerd in het samenwerkingsverband van Alliade en de Protestantse Gemeente te Stiens.
Iedereen is welkom om deze bijzondere kerkdiensten in Alliade bij te wonen. Bewoners, familie, personeel, kerkgangers, vrijwilligers en alle andere belangstellenden worden hier in de gelegenheid gesteld om te dienen en te vieren.

Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen
Voorganger van deze kerkdienst is vanmiddag dominee Jaap Overeem, de geestelijk verzorger van Talant. 
Aan deze viering wordt deze keer muzikale medewerking verleend door de muziekgroep Wissellûd uit het Friese Beetsterzwaag, onder leiding van Sjoukje Scheltema, die ook op het electronisch orgel speelt. De andere muziekgroepsleden zingen vol overgave, samen met Sjoukje, en bij veel liederen vanmiddag ook met ons allen.
Het thema van deze kerkdienst is 'Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen'.
Als de muziekgroep het lied 'Breng ons samen' zingt, begint deze viering. Daarbij wordt ook de klok als het ware geluid, door in de stilte na dat lied een klankschaal als gong te laten schallen.
Nu wij hier samen zijn gebracht door God, zingen we samen het lied "Kom in de kring van Gods gezin". De bewoner van Talant die naast mij zit, geeft mij daarbij de hand. Niet zomaar, want we zingen in dit lied ook: "geef mij een hand en kom, want er is plaats voor iedereen, kom in de kring". Ze geeft me met dat handgebaar dus subtiel en passend het goede voorbeeld. Daar kan ik nog iets van leren.

De Bijbel gaat open
De Paaskaars wordt door dominee Jaap aangestoken, en daarmee verschijnen dan drie vlammen in de kaars, één voor de mensen, één voor de wereld, en één voor God. 
Dan krijgen we via dominee Overeem de groeten van God, en zingt Wissellûd het lied 'Tienduizend redenen', waarna wij ter verwarring van de voorganger het lied 'Komt laat ons vrolijk zingen' meezingen met de orgelklanken van de dirigente van Wissellûd. Als we uitgezongen zijn, blijkt waarom de dominee in verwarring achter zijn electronisch orgel achterbleef, want - vertelt hij - dit lied had hij bedacht samen te gaan zingen op een andere melodie, dus dat doen we dan ook nog maar een keer. Zo kan het ook heel goed.
Voordat we in gebed gaan, wordt het sub-thema 'De dingen die we niet kunnen' geïntroduceerd. En of we nu al dan niet bewoner zijn van Talant, we realiseren ons dat wij allemaal heel veel dingen niet kunnen.
Voordat we naar het bijbelverhaal van dominee Jaap Overeem gaan luisteren, zingen we het populaire lied "Lees je Bijbel, bid elke dag", dat in Talant altijd door een vaste dirigente - mijn buurvrouw vanmiddag naast mij - met passie wordt gedirigeerd. 
Na het bijbelverhaal zingt Wissellûd het opgewekte Afrikaanse lied 'Jabulani Africa' en aansluitend 'Hallelujah'. Dat laatste lied zingen we deels mee, waar door een lid van Wissellûd na afloop van dat lied op bewogen wijze dank wordt gezegd, voor het feit dat wij zo mooi met Wissellûd meezongen. Dat emotionele dankwoord van dit koorlid geeft diepgang aan deze viering.

In het huis van mijn Vader is plaats voor veel mensen 
Na dit lied wordt het thema van deze kerkdienst uitgewerkt aan de hand van een toelichting met als sub-thema 'Wie is hier gek?' We leven allemaal - binnen en buiten Alliade zo in ons eigen huisje, met onze eigen zekerheden en onzekerheden, met onze eigen aardigheden en onaardigheden en eigenaardigheden. Wie is er nu eigenlijk gek? Als we allemaal een beetje gek zijn, is dat heel normaal. Daar kunnen we de komende week wel weer even over nadenken.
Tussendoor klinkt vanmiddag enkele malen de bijpassende bijbeltekst 'In het huis mijns Vaders zijn vele woningen'.
Wissellûd zingt na deze verwerking heel opgewekt het lied 'De steen is weg', en daarna 'Hij is de Rots'.
En dan gaan we met begeleiding van Wissellûd - en met dominee Jaap ook op electronisch orgel - het lied 'Door de wereld gaat een woord' zingen:
Door de wereld klinkt een lied, tegen angsten en verdriet.
Tegen onrecht, tegen dwang, richten pelgrims hun gezang.

Zegen zal vrucht dragen
We bidden en danken, en bidden tot slot samen 'Het Onze Vader', in de vertolking van Elly & Rikkert.
Twee bewoners van Alliade gaan rond met een collectezak, om geld in te zamelen voor het steunfonds dat zorgt voor vakanties voor mensen met een beperking. Zo doen we dat bij Alliade in Stiens. Allemaal iets bijdragen voor verrassende vakanties.
Wissellûd zingt daarna het lied 'Trust in the Lord', en dan geeft dominee ons een Ierse zegenbede mee ter heenzending, en zingen we ten antwoord daarop voor ons zelf en bovenal voor elkaar het lied: 'Vervuld van Uw Zegen, gaan wij onze wegen .... om wie met ons leven, Uw Zegen te brengen, die vrucht dragen zal'. 
En dan heeft één van de aanwezige bewoners van Alliade dominee Jaap al toegeroepen dat het de hoogste tijd is voor koffie, dus daar gaan we gevolg aan geven, want aan de zijkant van de zaal staan de vrijwilligers al klaar met thee en koffie en wat dies meer zij. En zo bleef het nog lang gezellig in Alliade te Stiens.

Rondje kerken en staten

Zaterdag 13 april 2024
 
Ontvangst van pelgrims in de Sint-Vituskerk van Stiens

 















Voorjaarswandeling Fryslân 2024 van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob
Ons nationaal pelgrimsgenootschap - het Nederlands Genootschap van Sint Jacob (NGvSJ) - heeft het land verdeeld in regio's, waarin haar activiteiten worden georganiseerd door regionale werkgroepen. 
De Regio Friesland van het NGvSJ organiseert onder andere tweemaal per jaar een groepskuier, de zogenoemde Voorjaarswandeling en Najaarswandeling.
Voor de Voorjaarswandeling 2024 heeft de regionale werkgroep aan Durkje Koehoorn-de Jong gevraagd om vandaag een route te ontwerpen in Stiens en omstreken.
Durkje heeft daartoe een Voorjaarswandeling gemaakt met een lengte van zo'n elf kilometer, die zij als titel meegaf: 'Rondje kerken en staten'. 
Dertig leden van de Regio Friesland hebben zich opgegeven om vandaag deel te nemen aan deze Voorjaarswandeling 2024 in het noorden van Fryslân.

Start voor pelgrims in de Sint-Vituskerk van Stiens
Vanaf 9:30 uur komen de deelnemers van vandaag - zowel  beginnende als gevorderde pelgrims - binnen in de kerkzaal van de Sint-Vituskerk te Stiens
Voorzitter Henk Spijkerman heet alle aanwezigen welkom, en introduceert Durkje als organisatrice, en geeft haar het woord om de inleiding op de kuier van vandaag te verzorgen. Ze vertelt dat we vandaag langs staten en kerken van Stiens, Britsum, Koarnjum en Jelsum wandelen. Niet alleen het kuieren en de gebouwen staan vandaag centraal, want ook het elkaar ontmoeten en het luisteren naar wat experts ons vandaag zullen gaan vertellen, zijn aspecten die vandaag onze aandacht verdienen.
Daarna vertelt Durkje een en ander over de 12e eeuwse terpkerk van Stiens, waarin we ons nu bevinden. Ook de bijzonderheden buiten, zoals de pastorie, het pelgrimsbankje, het pelgrimsstempel(kastje), de dubbele bomenrij rond de kerk, en de stinzenplanten op het kerkhof worden onder de aandacht gebracht.
En dan gaan we om 10:30 uur naar buiten.

Naar de fresco's van de Johanneskerk te Britsum
Door het dorpscentrum van Stiens, onder andere langs het monument voor Pieter Jelles Troelstra en de Fermanje, lopen we verderop langs de Kletsefeart en over de Stienzerfeart naar Britsum.
Daar brengen we een bezoek aan de Britsumer Johanneskerk, die overigens ook een refugio-kerk is voor overnachtende pelgrims op het Jabikspaad.  
Binnen krijgen we uitleg bij het buitengewoon bijzondere interieur van deze terpkerk, met in het bijzonder aandacht voor en uitleg over de fresco's die zo'n dertig jaar geleden aan het licht zijn gekomen, onder de witte pleisterlaag vandaan. 
Aan de buitenkant is niet te zien dat dit een 12e-13e eeuwse kerk is, want in de 19e eeuw heeft men de door vocht aangetaste terpkerk geheel ommetseld met rode metselsteen. Voor wie deze geschiedenis niet kende, is het dus heel bijzonder om binnen dan verrast te worden met dit 12e-13e eeuwse kerkinterieur.
Binnen krijgen we onder andere uitleg over de bijzondere muurschilderingen, die in vijf scènes verhalen uitbeelden over de lijdensweg van Christus, met daarin het laatste avondmaal, de gevangenneming, Christus voor Pilatus, de kruisdraging en de kruisiging.

Lunchen bij de Túnmanswente bij Martenastate in Koarnjum
We verlaten Britsum, en gaan op stap naar het volgende dorp: Koarnjum. 
We zijn mooi op tijd, dus er is nog gelegenheid om het landgoed van Martenastate te bezichtigen, bekend om haar state, die wordt omringd door een landschapstuin vol stinzenplanten.
Vlak buiten de tuinmuur van Martenastate lunchen we binnen dan wel buiten in de tuin van de Túnmanswente van Koarnjum.
De zon schijnt volop vandaag, en de temperatuur is heel aangenaam, dus de jas kan wel uit als we buiten in de tuin genieten van onze welverzorgde lunch.
Langs de stinzenbosflora passeren we het rond 1900 gebouwde mini-kasteeltje van Martenastate, naar een ontwerp van de architect W.C. de Groot, dat werd gebouwd op de plek van de voormalige 15e eeuwse Martenastate.

Naar Genoveva en Dekema van Jelsum
In het naastliggende dorp Jelsum gaan we eerst de kerkterp op, want binnen in de Sint-Genovevakerk staat wandeljournalist Fokke Bosker ons op te wachten. 
Bosker verzorgt een informatieve presentatie over met name een aantal van zijn wandelgidsen, zoals het Bonifatius Kloosterpad en het Klooster Claercamppad.
Maar bovenal schenkt Fokko aandacht aan de twee nieuwe wandelgidsen van zijn hand, waaronder de wandelgids 'Rondjes langs de kerken', die al op 31 mei 2024 zal worden gepubliceerd, en ook aan de wandelgids 'Het Ziltepad', dat in afzonderlijke etappes in de komende jaren zal worden gepubliceerd, waarna over enkele jaren een allesomvattende wandelgids van Het Ziltepad zal worden uitgegeven.
De 'Rondjes langs de kerken' zijn een initiatief van de Friese Stichting Tsjerkepaad, handelend over ruim twintig wandelrondjes langs eeuwenoude dorpskerken in voornamelijk het noorden van Fryslân. 
En het Ziltepad is een initiatief van de Friese Stichting Alde Fryske Tsjerken en de Groninger Stichting Oude Groninger Kerken, op termijn handelend over een groot aantal wandel-etappes langs de eeuwenoude dorpskerken in het brede Waddengebied van Noord Holland tot Duitsland, en op termijn wellicht nog wel verder tot in Denemarken.
Na deze lezing van Fokko Bosker wandelen we Jelsum uit door het prachtige park van het Jelsumer Dekemastate, een van oorsprong middeleeuwse state in ook hier al weer zo'n mooie stinzenflora-tuin. 
 
Het spoor terug naar Stiens
Hier eindigt dan onze heenreis over het Jabikspaad, van Stiens tot Jelsum, en dan beginnen we aan de terugreis.
It Paradys bij Jelsum
(foto: Jitse van der Wal)
Over It Paradys verlaten we Jelsum, om dan terug te keren naar Stiens over de Spoardyk, het fiets- en wandelpad dat tussen Jelsum en Stiens is aangelegd over het spoortracé van het voormalige Dockumer Lokaeltsje.
In een nagenoeg rechte lijn wandelen we over dit asfaltpad naar Stiens, waar we via de Menno van Coehoornwei op de Wythûsterwei de Stienzerfeart oversteken, waarna we door het Waling Dykstrapark naar en langs de Stienser molen De Hoop lopen.
Via de Langebuorren komen we daarna bij Grand Café de Smalle Brug, tegenover de Sint-Vituskerk, waar we naar binnen gaan voor het traditionele Café Saint-Jacques.
Als iedereen binnen is gearriveerd en van een drankje is voorzien, wordt Durkje door regio-voorzitter Spijkerman bedankt voor de voortreffelijke organisatie van deze Voorjaarswandeling, en worden de aanwezige genootschapsleden bedankt voor hun deelname en gezelligheid tijdens dit voorjaarsevenement van Regio Friesland.
Met hapjes en drankjes en gezelligheid wordt deze dag dan afgesloten in Café Saint-Jacques, en om 16:30 uur nemen we afscheid van elkaar na deze geslaagde Voorjaarswandeling 2024.

maandag 15 april 2024

Duurzaam eten en de rol van vleesvervangers daarin

Donderdag 11 april 2024
 
Spreker Atze Jan van der Goot in De Hege Stins van Stiens

















Geef ons heden ons dagelijks brood
Vanavond verzorgt professor (duurzame eiweittechnologie) Atze Jan van der Goot in De Hege Stins van Stiens een lezing over de mogelijkheden van vleesvervangers bij het terugdringen van vlees- en zuivelconsumptie. 
Deze avond wordt georganiseerd door de Commissie Vorming & Toerusting van de Protestantse Gemeente te Stiens. Zo’n 60 mensen wonen deze interessante lezing-avond bij.
De levensmiddelentechnoloog Atze Jan van der Goot is werkzaam bij de landbouwuniversiteit Wageningen University & Research (WUR) in Wageningen, en is daar vooral gericht op ons voedsel van de toekomst. Duurzaamheid spreekt hem in het bijzonder aan.
Vanavond komt hij met ons zijn kennis en zijn visie op ons dagelijkse brood (voedsel) delen. In het gebed ‘Het Onze Vader’ wordt ons dagelijkse brood genoemd. De Bijbel gaat uitgebreid in op ons dagelijkse voedsel. 
Iedere dag is ons voedsel wel in het nieuws. Ongelooflijk veel vergaderuren worden in Europa, in Nederland en overal in de wereld besteed aan ons voedsel. Logisch ook, want voedsel is een dagelijkse levensbehoefte. 
Daarbij spelen bijvoorbeeld vragen zoals:
  • Hoe zal de wereld de mensen voeden en tegelijk alle andere vormen van leven respecteren? 
  • Daarbij zijn we gewend geraakt aan voldoende vlees; maar zijn er al goede vervangers? 
  • En is dat noodzakelijk? 
Belang van minder vlees en minder zuivel 
Op de lagere school in Stiens – waar hij toen woonde en als kind naar school ging - werd hij al bepaald bij het verstandig omgaan met energie. Je zou kunnen zeggen dat daar al een basis is gelegd voor zijn huidige passie en werk.
In het kader van de zogenoemde eiwittransitie wordt eiwit nog voornamelijk uit dierlijke producten gehaald. De Gezondheidsraad is bezig om te bekijken uit welke andere bronnen wij die eiwitten eventueel ook zouden kunnen verkrijgen.
  • We houden in onze agrarische sector al bijna 100 miljoen kippen in Nederland + 11 miljoen varkens + 38 miljoen stuks rundvee +  850.000 schapen en 480.000 geiten. 
  • Per jaar worden in Nederland zo’n 521 miljoen kippen geslacht, en ook 17 miljoen varkens, 2 miljoen stuks rundvee, en van de schapen en geiten zo ongeveer de helft van de veestapel.
  • Onze gemiddelde consumptie is circa 75 kilo vlees per persoon per jaar, maar wij produceren in Nederland zo ongeveer het dubbele. Onze vleesexport blijft overigens nog wel redelijk dicht in de buurt van/rondom Nederland. 
  • Het grootste deel van onze landbouwproductie gaat als veevoer naar dieren, in plaats van naar mensen. Dit gaat derhalve om enorme volumes, en het is (dus) aan te bevelen dat we andere manieren vinden om onze eiwitten meer dan voorheen uit planten te halen. 60% van onze eiwitten komt uit dierlijke producten, wat we zo ongeveer terug willen dringen naar 40%. Dat zou al een goede vooruitgang zijn.
  • Eiwit is een voedingsstof met stikstof. Stikstof uit de lucht binden, is ingewikkeld. Sommige planten - zoals veel vlinderbloemigen (zoals klaver, maar dat geldt ook voor soja) - kunnen stikstof uit de lucht halen, en dat omzetten in eiwitten. En als je meer klaver kunt gebruiken in weilanden, kun je minder kunstmest gaan gebruiken.
  • Dieren - zoals ons vee in Nederland - verbruiken veel voedsel, en wij zijn niet in staat om dat enorme volume in Nederland zelf te produceren. Daarom importeren we bijvoorbeeld heel veel soja uit het buitenland, vooral van ver, uit Brazilië.
  • Bij intensieve dierhouderij zie je veel stikstofuitstoot. Dat loopt wel terug, (want) in de negentiger jaren hebben we daarin de absolute stikstofuitstoot-piek al bereikt. 
  • Bij de verbranding van onze fossiele energieën stoten we ook veel stikstof uit, wat onder andere tot fijnstof en tot gezondheidsrisico’s leidt, wat óók nadelig is voor de natuur.
  • Op wereldschaal stoten wij in Nederland betrekkelijk veel stikstof uit. 
  • Wij eten in Nederland veel vlees en zuivel. Daar gebruiken we zo ongeveer driekwart van ons land voor als productiegebied. 
  • Vlees en zuivel zijn op zich wel goede producten, maar ze leveren de nodige problemen, zoals op het gebied van mineralenoverschot, energie en ruimtebeslag.
  • Minder vlees en minder zuivel eten, zou een aantal problemen kunnen oplossen.
Minder vlees, maar hoe?
In het tweede deel van zijn lezing gaat Van der Goot in op wat er momenteel aan wetenschappelijk research & development wordt gedaan om minder dierlijk vlees te gaan eten.
  • We zouden bijvoorbeeld meer bonen en linzen kunnen gaan eten, maar we zouden ook meer kweekvlees kunnen gaan eten. Teruggaan naar oude producten zoals bonen en linzen is voor mensen moeilijk, want de beweging in het verleden was precies omgekeerd; namelijk: meer vlees gaan eten, als je meer verdient.
  • Meer kaas en eieren gaan eten, zou ook een oplossing zijn om eiwitten te eten, maar dat is vanwege de grote hoeveelheid dieren die je daarvoor nodig hebt ook niet zo duurzaam. Dat vraagt nog de nodige technische innovatie.
  • Kweekvlees vraagt nog heel veel nieuwe technologische innovatie. En het is ook nog maar de vraag of kweekvlees wel duurzaam kan worden, want het vraagt bij productie veel energie. 
  • Insecten eten zou ook een optie kunnen zijn, maar dat is gezien de huidige acceptatiegraad bij consumenten tot op heden ook nog geen oplossing. 
  • In het kader van de ontwikkeling van de Groene Kerk, mag je stellen dat Gods Schepping roept om een kerk die zorg draagt voor de natuur. Verzin dus ook in kerken eens iets anders dan bijvoorbeeld de bitterbal, etc.
  • Konrad Adenauer was voorheen burgemeester en later ook Bundeskanzler van Duitsland. Hij was daarnaast ook uitvinder, gericht op het verkrijgen van vleessensatie met alternatieve vleesproducten. Hij patenteerde de zogenoemde Friedeswurst, samengesteld van plantaardige producten.
  • De lekkere smaak van vlees maakt het voor de gemiddelde consument zo moeilijk om over te stappen op vleesvervangers.
  • Bij hamburger-achtige producten is de samenstelling ingewikkelder (en dat vraagt ook meer ingrediënten), dan bij de zogenoemde ‘whole cut’- producten (vleesstukken). Momenteel wil men proberen om het hele stuk vlees (whole cut) na te maken
Shear Cell Technology
  • De WUR werkt qua innovatie al lange tijd met de zogenoemde 'Shear cell technology', waarbij wordt gewerkt aan een nieuwe generatie vleesvervangers, waarbij eiwitten gestructureerd worden. Je kunt zo hele mooie vezels maken, die enigszins lijken op de vezelstructuur van een kipfilet. 
  • Vanuit zuiveleiwitten is het proces getransformeerd naar planten-eiwitten. Het resultaat ervan was een vegetarische biefstuk, met alleen gemengde vegetarische ingrediënten.
  • Daarbij worden bijvoorbeeld ingrediënten zoals soja, tarwe en gluten gemengd en vervolgens verhit, en na een kwartier zie je dan een lapje ontstaan met een vezelachtige structuur. Momenteel wordt nog onderzocht hoe dat allemaal kan. Je maakt dus een soort emulsie, die in enkele fasen tot voedingsvezel wordt gemaakt. Dat kun je bij.met verschillende plantensoorten doen. 
  • Maar dan is de vraag of je dit ook merkt als je het eindproduct eet. Ofwel is die op vlees gelijkende vezelstructuur merkbaar aan de textuur van het plantaardige product. 
  • Rival Foods (een nieuwe voedingsmiddelenproducent) wil voedsel op grond van deze Shear Cell Technologie op de markt brengen, en doet dat ook al op beperkte schaal. De plantaardige vleesvervangers van deze organisatie zijn hier en daar in Nederland namelijk al te koop, met alvast een eerste winkel in Geldrop. De oprichtster van dit bedrijf is een wetenschappelijk getalenteerde topper, die afkomstig is uit de WUR te Wageningen. 

Gezondheid
  • De gemiddelde consument eet 50% meer eiwitten dan we nodig hebben.
  • Vleesvervangers (waren/zijn) veelal nog te zout.
  • Voor hamburgers heb je veel processtoffen nodig, 
  • Het zou goed zijn om eiwitten te vervangen door voedingsvezels, want dat zou ons tekort aan voedingsvezels kunnen compenseren, en zorgt bovendien voor een snellere verzadiging, hetgeen ook helpt bij het terugdringen van overgewicht. 
  • Momenteel lopen er proeven, waarbij aan vleeseters wordt gevraagd om acht weken lang alle vlees te vervangen door vleesvervangers, waarbij de proefpersonen gedurende de onderzoeksperiode op allerlei zaken worden onderzocht, om te weten te komen wat dat met mensen doet. Zo worden dus de gezondheidseffecten van vleesvervangers onderzocht.
  • Het produceren van vlees en zuivel is niet duurzaam.
  • Het zou goed zijn voor ons als vleesconsumenten een derde deel minder vlees te eten.
  • Vlees en zuivel zouden we prima deels kunnen vervangen.
  • Er komen al veel meer en veel betere vleesvervangers aan op de consumentenmarkt, dus ga ze maar eens proberen.
Vragenronde
In de vragenronde die na de pauze volgt op deze lezing komen een aantal onderwerpen aan de orde, waaronder bijvoorbeeld:
  • Als je vlees vervangt voor kaas, is dat niet zo’n duurzaam alternatief.
  • Onderzocht wordt of vleesvervangers eigenlijk wel gezond zijn, want ook dat weten we nog niet zo goed.
  • Laten we boeren en andere (bijvoorbeeld levensmiddelen-)bedrijven niet iets verwijten, maar laten we vooral zelf ook op zoek gaan naar alternatieven.
  • 1% van de bevolking is allergisch voor gluten, dus daar moet je bij de samenstelling van kweekvlees wel rekening mee houden. Gluten zijn overigens heel goedkoop als ingrediënt, omdat ze een resterend bijproduct zijn van andere productieprocessen.
  • Een groot dilemma is dat mensen vleesvervangers niet zo lekker vinden, en als ze het dan toch eens proberen, haken ze af op smaak, en nemen het een lange tijd vervolgens niet. Dus het is een grote uitdaging om vleesvervangers vooral ook lekker te maken.
  • Vleesvervangers zijn langer houdbaar, en ook veiliger houdbaar, dus het heeft qua voedselveiligheidsgronden ook de nodige voordelen.

zondag 14 april 2024

Hannekemaaierspad van Noordhorn naar Buitenpost

Woensdag 10 april 2024
 
Over het Kommerzijlsterdiep in Kommerzijl

















Stichting Hannekemaaierspad
De stichting Hannekemaaierspad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich bezig met het ontwikkelen van een wandelpadennetwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, om die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vise versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden. 
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie. 
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Groningen - Leeuwarden van Martinitoren naar Oldehove
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad is de 90 kilometer lange trektocht van Groningen naar Leeuwarden, beginnend bij de Groninger Martinitoren en eindigend bij de Leeuwarder Oldehove.
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de eerste druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2018.
Deze wandelgids richt zich voornamelijk op de routes die werden gelopen door de Duitse trek-handelaren (in textiel), die soms zelfstandig, maar die soms ook wel voor de Tödden (Duitse koopmannen) werkten. Deze zogenoemde lapkepoepen gingen in eerste instantie met doeken en lakens verkopend van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger als grasmaaiers seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.

Etappe 2 van Noordhorn naar Buitenpost
Vandaag bewandelen Durkje en ik het tweede traject van dit Hannekemaaierspad van Groningen naar Leeuwarden, over een afstand van 28,7 kilometer, van Noordhorn via Grijpskerk en Visvliet naar Buitenpost.
Daartoe vertrekken we vanmorgen om 7:10 uur vanuit Feinsum, om naar Buitenpost te rijden, waar we de auto parkeren bij het treinstation, om dan vervolgens om 8:14 uur naar het station van Zuidhorn te 'treinen'.
Bij vertrek vanmorgen is het 6 graden Celsius, en het is droog. Het is bewolkt, met af en toe zonnige perioden, waarbij de temperatuur tijdens deze etappe oploopt tot 10 graden Celsius. Prima wandelweer voor ons.

Vooraf ter aansluiting van Zuidhorn naar Noordhorn
Vanuit het treinstation van Zuidhorn lopen we via De Gast en de Rijksstraatweg over het Van Starkenborghkanaal aan de andere zijde van de N355 om 8:45 uur over de Langestraat het Groningse dorp Noordhorn binnen. Die eerste 1.800 meter vanaf het treinstation van Zuidhorn tot aan de Torenstraat in Noordhorn moeten we vandaag extra lopen, omdat we op de kruising van de Torenstraat en de Langestraat de route hervatten, waar we die drie dagen geleden tijdens onze eerste etappe beëindigden. Feitelijk lopen we vandaag derhalve 28,7 + 1,8 = 30,5 kilometer.
We blijven de Langestraat dan volgen, totdat we ten westen van Noordhorn verder gaan in westelijke richting over het fietspad langs de Rijksstraatweg (N355).

Van Balmhuizen via Heerenburen en Pama naar Kommerzijl
Verderop laten we de Rijksstraatweg achter ons, om in noordelijke richting de Balmhuisterweg op te gaan. Al spoedig steken we dan de Oude Riet over, het restant van een eeuwenoude slenk, uit de tijd dat dit gebied door getijdenwerking bij tijd en wijle onder water stroomde.
In het buurtschap Balmhuizen gaan we de Oude Dijk op, door een gebied dat eeuwen geleden is ingedijkt om overstromingen te voorkomen.
Tussen de weilanden door voert deze Oude Dijk ons naar het buurtschap Heereburen. Deze Oude Dijk was vroeger de zuiddijk van het kweldereiland Humsterland, rond het jaar 1200.
In het buurtschap Pama ten westen van Heereburen steken we via de Pamazijl-brug het Niehoofsterdiep over.
Vanaf Pamazijl stroomt het Niehoofsterdiep slingerend door het landschap.
Op de Pamaweg wandelen we Kommerzijl binnen.
Door het steegje van de Schoolstraat gaat het verder naar het Kommerzijlsterdiep, dat Kommerzijl doorsnijdt. Na een eindje langs het water gelopen te hebben, steken we via de Kommerzijlsterbrug het Kommerzijlsterdiep over. Aan de overzijde zijn werklui bezig om een dakkapel op een woning te plaatsen. Gelukkig voor ons allen is het vandaag mooi droog weer voor wandel en werk.

Nieuwe natuur rond de NAM
Tussen Kommerzijl en Grijpskerk lopen we door een parkachtig gebied, met veel bomen en water.
Dit waterrijke bosgebied omgeeft het enorme terrein van de ondergrondse gasopslaglocatie van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Het bos ontneemt vanuit het veld het zicht op de NAM-locatie, en bovendien is hiermee een prachtig fiets- en wandelgebied gecreëerd tussen de beide dorpen. Onderweg zien we dat hakhout vanuit het bosperceel naar de berm langs ons pad wordt getrokken.
We zien hier ook al de dotterbloem in bloei langs de oevers van de waterpartijen. Meerkoeten nestelen hier, en ganzen foerageren in het natte gebied.
Over de Lageweg wandelen we Grijpskerk binnen.

Koffie en kerk in Grijpskerk
Wederom steken we de N355 over, in Grijpskerk. Via een lus linksom ten zuiden van de Groningerstraatweg en de Herestraat komen we uit bij het Poeldiep. Via de Oosterkade, de Stationsstraat en de Heerestraat lopen we door het centrum naar de kerk van Grijpskerk.
De kerkdeur staat op een kier, en op de deur hangt een alarmerend papier 'Stilte - Examen', dus we voelen ons niet vrij om zomaar de kerk binnen te wandelen.
Daarom nemen we plaats op een duo-zit aan het Kerkplein, waar we onze koffiepauze hebben. Een man verlaat de kerk tegenover ons, en vraagt of we de kerk willen bezichtigen. Dat kan nu wel, omdat het examen (een schoolonderzoek van het Lauwers College) is afgelopen. Dat is mooi, dus van die kans om het interieur van deze kerk te bekijken, maken we graag gebruik. 
Tijdens ons bezoek arriveren twee heren, die het examenmeubilair in de kerkzaal opruimen.
Aan de rand van Grijpskerk passeren we de dorpsmolen De Kievit. 
Dan lopen we het dorp uit, naar het fietspad langs de Friesestraatweg (N355).

PlukGeluk
Ten westen van Grijpskerk gaan we de Westerhornerweg op. Die kruist de spoorlijn tussen Groningen en Leeuwarden, en als we de spoorwegovergang naderen, zien we daar de trein van Arriva passeren in de richting van Leeuwarden. 
Vlak vóór het spoor staat een boerderij met een grote tuin, met daarin een grote hoeveel bloeiende tulpen. Het is daar een drukte van belang.
Als we dichterbij komen, zien we dat dit de Tulpen-Pluktuin 'PlukGeluk' is.
Her en der op het erf zijn bezoekers bezig met rieten mandjes om tulpen te plukken, die bij een tuinhuisje verpakt en betaald kunnen worden.
Vlak vóór het buurtschap Eibersburen steken we via de Sappentil het Visvlieterdiep over.
Aan het eind van de lange Westerhornerweg gaan we linksaf de Stationsweg op, richting Visvliet.
Nog eens weer kruisen we de spoorlijn, en dan zien we links in de sloot een zwaan broedend op het nest.
Onverstoorbaar, maar alert slaat de zwaan ons gade tijdens onze passage.

Visvliet
Even later wandelen we Visvliet binnen.
Twee mooie kunstwerken staan aan weerszijden van de entree van Visvliet.
Naast een voormalige boerderij is een picknickplaats ingericht, waar we onze lunchpauze houden op een picknickbank. 
In Visvliet passeren we de Gangulfuskerk.
Via de Heirweg en de Eise Eisingastraat verlaten we Visvliet. In de Eise Eisingastraat zie ik dat een bewoner enkele kloostermoppen (Alde Friezen) als lage tuinafscheiding heeft gebruikt, tussen de voortuin en de straat.
Dat zou wel eens een relatie kunnen hebben met de boerderij bij het buurtschap Scharnehuizen aan de overzijde van de Lauwers, want in het veld achter die boerderij - die we even later passeren - heeft tussen de 13e en de 16e eeuw het vrouwenklooster Galilea gestaan. 

Via Zevenhuzen en De Laatste Stuiver naar Buitenpost
Bij het buurtschap It Utein steken we de N355 over, en dan vervolgen we onze route over de Hesseweg, die verwijst naar de handelswegen waarover men vroeger goederen vervoerde met zogenoemde Hessenkarren, die van origine waarschijnlijk afkomstig waren uit het Duitse Hessen.
Links van de weg ligt een dobbe in het veld.
Rechts van ons zien we het satellietgrondstation 'It Grutte Ear' bij Burum. 
We lopen richting buurtschap Zevenhuzen.
Daarbij passeren we aan de Zevenhuisterweg een boerderij, waarvan de boerenschuur grotendeels ineen is gestort, kortom een en al vergane glorie alhier.
Bij het buurtschap De Laatste Stuiver steken we via de N355 de Strobosser Trekvaart over, en dan lopen we langs de nieuwe rondweg van Buitenpost naar de plek waar we aan de zuidzijde van de spoorlijn naar de Parallelweg kunnen lopen, richting Buitenpost.
Over het Oost wandelen we om 15:15 uur de bebouwde kom van Buitenpost binnen.
Via de Voorstraat en de Stationsstraat hoeven we dan alleen nog maar naar het treinstation van Buitenpost te lopen, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Dan rijden we naar Hurdegaryp voor een verjaardagsvisite bij Ankie & Jan, en rond het avonduur rijden we door naar Drachten, om op ziekenbezoek te gaan bij mim in ziekenhuis Nij Smellinghe te Drachten.
Aan het begin van de avond rijden we terug naar huis, na alweer een mooi gevarieerde dag.

vrijdag 12 april 2024

Zonsondergang in Feinsum

Zondagavond 7 april 2024
 
Zonsondergang in Feinsum

Hannekemaaierspad van Groningen naar Noordhorn

Zondag 7 april 2024
 
Bij de Weersterbrug over de Zuidwending in Nieuwbrug

















Stichting Hannekemaaierspad
De stichting Hannekemaaierspad is opgericht om cultuurhistorisch waardevolle wandelpaden te behouden. Om haar doel te bereiken, houdt deze stichting zich bezig met het ontwikkelen van een wandelpadennetwerk van meerdaagse trektochten, die zijn gebaseerd op de historische reisroutes van de zogenoemde Hannekemaaiers, de trekkende seizoen-arbeiders die al vanaf circa 1650 vanuit Duitsland in Nederland kwamen werken.
Deze stichting vindt het belangrijk dat de bovengenoemde cultuurhistorische paden blijven bestaan, want anders zouden die meestal onverharde paden in rap tempo dreigen te verdwijnen. De stichting beijvert zich er derhalve voor om deze oude wandelpaden op te sporen, om die cultuurhistorische wandelpaden op te nemen in wandelroutegidsen. Zo neemt de bekendheid ervan toe, en worden deze oude paden weer en meer belopen. 

Hannekemaaierspaden tussen Duitsland en Noord-Nederland
De stichting Hannekemaaierspad wil meerdere routes van Hannekemaaierspaden uitwerken. Daarbij wordt aangesloten op een oorspronkelijk trekroute van Bourtange via Bakkeveen naar Lemmer, en daar omheen komen uitbreidingen door het noorden van Nederland, vise versa tussen Duitsland en Nederland.
Een deel van de voormalige hannekemaaiers ging vanuit Duitsland richting westen eerst aan de slag als veenarbeider, voordat men verder trok naar de meer seizoensgebonden maaigebieden. 
De routes van het Hannekemaaierspad zijn beschreven in handzame wandelgidsen, die zijn voorzien van wandelkaarten met bijbehorende routebeschrijvingen. Verder zijn de gidsen voorzien van  achtergrondinformatie. 
Deze routes zijn overigens niet bewegwijzerd, en ze maken ook geen gebruik van het wandelknooppuntennetwerk.

Hannekemaaierspad Groningen - Leeuwarden van Martinitoren naar Oldehove
Eén van de wandelgidsen van het Hannekemaaierspad is de 90 kilometer lange trektocht van Groningen naar Leeuwarden, beginnend bij de Groninger Martinitoren en eindigend bij de Leeuwarder Oldehove.
Durkje en ik hebben gebruik gemaakt van de eerste druk van deze wandelgids, die is uitgegeven in het jaar 2018.
Deze wandelgids richt zich voornamelijk op de routes die werden gelopen door de Duitse trek-handelaren (in textiel), die soms zelfstandig, maar die soms ook wel voor de Tödden (Duitse koopmannen) werkten. Deze zogenoemde lapkepoepen gingen in eerste instantie met doeken en lakens verkopend van deur tot deur. 
Daarnaast richt deze wandelgids zich ook op de Duitsers die vroeger als grasmaaiers seizoensarbeid verrichtten voor bijvoorbeeld Friese (greid)boeren.

Etappe 1 van Groningen naar Noordhorn
Vandaag bewandelen Durkje en ik het eerste traject van dit Hannekemaaierspad van Groningen naar Leeuwarden, over een afstand van 20,6 kilometer, van de stad Groningen via Aduard naar Noordhorn.
Daartoe vertrekken we vanmorgen om 7:05 uur vanuit Feinsum, om naar Zuidhorn te rijden, waar we de auto parkeren bij het treinstation, om dan vervolgens om 8:23 uur naar het centraal station van Groningen te 'treinen'.
Bij vertrek vanmorgen is het 14 graden Celsius, en het regent heel licht. Maar onderweg naar Zuidhorn wordt het droog, en zien we de eerste opklaringen komen, met als gevolg dat we vandaag aangenaam zonnig weer krijgen, waarbij de temperatuur tijdens deze etappe oploopt tot 19 graden Celsius. Wel begint het - naarmate deze wandeldag vordert - steeds harder te waaien, met als gevolg dat we het laatste deel van onze etappe met een harde tegenwind door het open weidegebied naar Noordhorn lopen.

Door Stad Groningen
Vanuit het Groninger treinstation lopen we naar de Grote Markt van Groningen, want deze etappe begint daar bij de Groninger Martinitoren.
Vanuit de Herestraat steken we door naar de Vismarkt, waar het al een drukte van belang is. Vanaf dit plein wordt vandaag namelijk de zogenoemde Urban Trail georganiseerd; een hardloopevenement van zes of elf kilometer, waarbij je onderweg ook door een aantal gebouwen van Groningen loopt/wandelt, zoals bijvoorbeeld een rechtbank en een brandweerkazerne. 
Het is nu bijna 9:00 uur, en over een half uur gaat deze run beginnen. Van alle kanten komen de trailrunners naar de Vismarkt, onder andere enkele hardlopers die bij ons in de trein zaten tussen Zuidhorn en Groningen.
Over de Hooge der A, de Noorderhaven en de Plantsoenbrug komen we aan de overzijde van het Reitdiep bij het Noorderplantsoen.  
Aan de overzijde van de Friesestraatweg lopen we door de Groninger woonwijk Vinkhuizen naar en door de woonwijk Gravenburg van Hoogkerk.

Van Hoogkerk via Leegkerk naar Nieuwbrug
Als we de Leegeweg op gaan, verlaten we Hoogkerk, en laten we ook de stad Groningen achter ons.
Midden in een sloot langs de Leegeweg staat een reiger, op zoek naar eten. 
Als we de reiger passeren, vliegt deze vogel op, en landt enkele meters verderop in het weiland.
We zijn nu op weg naar het buurtschap Leegkerk.
Dan komen we langs de 13e eeuwse kerk van Leegkerk, die helaas gesloten is, dus we kunnen er niet naar binnen.
Daarom lopen we over het Tichelwerkpad door naar de Tichelwerkbrug over het Aduarderdiep. 
Na de oversteek over dit brede kanaal komen we even later bij de Weersterbrug over de Zuidwending, die door het buurtschap Nieuwbrug stroomt. Langs de Aduarderdiepsterweg bloeit hier het koolzaad al uitbundig geel.
Bij de Hoeve Zuidwending steken we de Zuidwending over. Achter op het erf van deze boerderij staan enkele kalverenhokken, met erin en erbij enkele kalveren.
Wij verlaten langs de Zuidwending over het fiets- en wandelpad van de Nieuwbrugsterweg het buurtschap Nieuwbrug, en vinden net voorbij alle woonarken een houten bankje, waarop we heerlijk in de zon onze koffiepauze houden.

Kloosterdorp Aduard
Na deze eerste pauze lopen we langs het Aduarderdiep naar het buurtschap Nieuwklap, waar we de Friesestraatweg (N355) oversteken. 
Voorbij het voormalige chauffeurscafé Nieuwklap gaan we verder over het fiets- en wandelpad langs de Lindt richting Aduard. Verderop zien we in de polder Lindt een boerderij, waarbij drie mooie kleine windmolens staan van EAZ Wind, uitgevoerd in EAZ-groen, met houten wieken en dito windvaan. 
Vlak voordat we Aduard bereiken, zien we aan de oever op de overzijde van de Lindt een futenpaar, waarvan er één fuut op een nest zit.
Bij het voormalige Rechthuis van Aduard gaan we de Hofstraat in, waarna we langs het Kloostermuseum van Aduard lopen.  
Dat is helaas nog gesloten, dus de iets verderop staande Aduarder PKN-kerk, die is gehuisvest in wat eeuwen geleden nog het hospitium (de ziekenzaal) was van de Sint-Bernardusabdij van Aduard, het vroegere Cisterciënzerklooster van 1192-1580. Pas over een uur gaat het kloostermuseum open, en daarmee dan ook het voormalige hospitium, maar daar gaan we niet op wachten. 
Daarom lopen we door Aduard naar het Van Starkenborghkanaal, dat we oversteken via de Elie Aron Cohenbrug.
De enorme hefbrug gaat omhoog, waarna een Duits vrachtschip passeert.

Met tegenwind naar Noordhorn
Vanaf het Aduarder Voorwerk lopen we dan enkele kilometers langs het Van Starkenborghkanaal in westelijke richting, totdat we de Spanjaardsdijk Noord op kunnen, in noordelijke richting.  
Die asfaltweg kunnen we verderop achter ons laten, om dan over een smal betonpaadje door de weilanden in westelijke richting af te buigen naar Noordhorn. 
Naarmate de tijd voortschrijdt vandaag, is het veel harder gaan waaien. Vooral op dit traject naar Noordhorn merken we hoe hard het momenteel al waait, dus we gaan met fikse tegenwind voort naar Noordhorn.
In Noordhorn vinden we een mooie pauzeplek op een bankje op het schoolplein van de samenwerkingsschool van Noordhorn, in de luwte, en in de zon, dus een comfortabele plek voor onze lunchpauze.
Even later passeren we de dorpskerk (met waterpomp) van Noordhorn, en eindigt onze etappe waar de Torenstaat uitkomt op de Langestraat.

Verboden toegang? of Welkom!
Door de Langestraat gaan we richting Zuidhorn, want daar staat onze auto.
Aan de overzijde van de N355 komen we weer bij het Van Starkenborghkanaal, waar ook hier de hefbrug - de Riek Sennemabrug - omhoog gaat.
Dan kan en gaat een tankschip onder de hefbrug door, in oostelijke richting.
Na onze oversteek gaat het verder richting treinstation over De Gast. Daar komen we langs de PKN-kerk, waar nota bene pal vóór de opgang naar de kerk aan de weg een bord staat met daarop de aanduiding 'Verboden toegang'. Dat kan toch niet waar zijn, zo'n toegangsverbod vóór je kerk?
Veel PKN-gemeenten zijn momenteel bezig met het speerpunt 'gastvrije kerk', om juist op allerlei momenten in de week mensen hartelijk welkom te heten bij uiteenlopende activiteiten in hun kerk. Bij deze kerken zal dan wellicht een bord in de kerktuin komen te staan met daarop de tekst: Welkom!
In onze Protestantse Gemeente te Stiens werken we momenteel aan de invulling van onze kernwaarden 'Gastvrijheid' en 'Beste buren'. Zo kan het ook.
Bij het treinstation van Zuidhorn aangekomen, ontmoeten we heel toevallig een stel hardlopers dat met de trein net weer terug is gekomen uit Groningen. Vanmorgen reisden we samen naar Groningen. Zij vertellen dat ze met plezier hebben deelgenomen aan de elf kilometer lange Urban Trail-run van Groningen. Met een geheel andere insteek zijn we vanmorgen tegelijk vertrokken naar Groningen, en vanmiddag tegelijk weer teruggekomen vanuit Groningen.
Op de terugweg naar huis gaan we nog op verjaardagsvisite bij Rennie & Anne in Buitenpost, en daarna rijden wij rond het avonduur terug naar huis, terugblikkend op onze eerste etappe van het Hannekemaaierspad.